M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Do you need money?
Halverwege Times Square en Grand Central Station in midtown Manhattan houdt het kleine Nederlandse Internetbedrijf NedStat (voorheen Compass Interactive) kantoor. Het bedrijf is wereldwijd een van de meest bekende leveranciers van software waarmee het bezoek aan websites kan worden gemeten. Sinds een jaar heeft het Diemense bedrijf een vestiging in New York. Directeur Hans Veldhuizen: "Wil je wereldwijd een rol van betekenis spelen in de Internetindustrie dan moet je in Amerika zitten. Sinds NedStat hier zit, worden we als Amerikaans bedrijf gezien. En dat is belangrijk want Amerikanen hebben voornamelijk vertrouwen in zichzelf. Een Amerikaan die software koopt uit Europa? Nee, dat is zijn eer eigenlijk te na. Ik zal het je nog sterker vertellen: Wanneer we ons in Duitsland als Amerikaans bedrijf presenteren, dan gaan er deuren open die gesloten zouden blijven als je zegt dat je uit Amsterdam komt." Het verhaal achter NedStat laat zich lezen als een jongensboek. In 1996 was voormalig journalist Veldhuizen werkzaam als communicatieadviseur en probeerde zijn klanten te overtuigen van het belang van het nieuwe medium Internet. Een van de vragen die hij steeds weer kreeg was: maar hoeveel mensen bezoeken zo'n website eigenlijk? Al snel bleek dat er geen goede instrumenten voorhanden waren waarmee de populariteit van een website gemeten kon worden. Totdat Veldhuizen toevallig op een webpagina terecht kwam van student sterrenkunde Michiel Berger, die een ruwe versie had ontworpen van wat later NedStat Basic zou worden. Veldhuizen nodigde Berger uit voor een etentje in het Amsterdamse restaurant Bartholdy en "tussen hoofdgerecht en dessert hadden we besloten om een bedrijf op te richten". Net als bijvoorbeeld Netscape geeft NedStat software voor particulieren gratis weg om naamsbekendheid op te bouwen. En met succes. Websurfers over de hele wereld zijn inmiddels vertrouwd geraakt met het blauwe NedStat-icoontje op homepages. Als je op dat icoon klikt krijg je een schat aan statistische informatie over het bezoek aan jouw site: aantallen bezoekers, tijdstip van de bezoeken, geografische lokatie van de bezoekers etc. Maar liefst 350.000 particulieren hebben NedStat Basic op hun homepage geplaatst. Het bedrijf meet dagelijks zo'n 10 miljoen webpagina's en het staat bovendien al enkele maanden in de zogenaamde MediaMatrix 500, de top 500 van best bezochte websites ter wereld. Al die privégebruikers zijn nu natuurlijk aardig, maar waar het werkelijk om draait zijn de professionele, lees betalende, gebruikers. Het midden- en klein bedrijf wordt bediend met NedStat Pro en de echt grote websites met SiteStat. Aan de data die NedStat levert blijkt bij het bedrijfsleven veel behoefte te bestaan. Veldhuizen: "De marketingafdeling van een grote website wil weten hoe mensen zich over de site bewegen. Op welk punt komt men binnen, welke route volgt de bezoeker door de site. Maar we kunnen met SiteStat bijvoorbeeld ook het effect meten van reclamecampagnes op het web. Als je bijvoorbeeld een banner advertentie plaatst bij World Online of De Telegraaf, wil je weten hoeveel mensen daar dan op klikken. En als ze klikken, volgt er dan uiteindelijk ook een transactie? Kortom, wat is het bereik, wat levert het allemaal op? Ik zeg altijd als je niet meet, kun je ook niet managen. Meten is weten, gissen is missen, dat is ons adagium." Het softwarepakket SiteStat is nu twee jaar oud. Veldhuizen: "Toen we het introduceerden hebben we er één exemplaar van verkocht. Er zaten zoveel tekortkomingen aan, dat we maar meteen zijn doorgegaan naar een verbeterde versie 2.0. Ondertussen zitten we alweer op versie 3.02." SiteStat wordt ondermeer geleverd aan PCM, WorldOnline, Randstad, Renault en het Nederlands Bureau van Toerisme. Maar van die echt grote websites waar NedStat het van moet hebben zijn er niet veel in Nederland. "Dat is de reden dat we hier in New York een kantoor hebben geopend." Veldhuizen heeft inmiddels 17 mensen in dienst, waarvan 2 in New York. Naast Diemen en New York heeft NedStat kantoren in België en Spanje en hoopt binnenkort ook de Duitse, Engelse, Franse en Scandinavische markten te bestrijken. Veldhuizen denkt dit jaar vijf miljoen gulden om te zetten, en rekent op een groei van maar liefst 400 procent voor volgend jaar. De verwachting is dat NedStat Basic in 2000 anderhalf miljoen gebruikers zal hebben. Het leeuwendeel van die groei moet buiten Nederland worden gerealiseerd. Het Amerikaanse kantoor van NedStat werd vorig jaar zonder veel tamtam geopend. Een artikel in The New York Times leverde het bedrijf flink wat aandacht op, maar vooral een presentatie op de Fall Internet World, een van de grootste Internetbeurzen ter wereld, bleek een gouden greep. Veldhuizen: "Ze kwamen daar allemaal voorbij: Time Magazine, Forbes Magazine, de grote banken. Dat heeft er toe geleid dat we nu de New York Stock Exchange, Chase Manhattan Bank en Forbes Magazine tot onze klanten mogen rekenen". Veldhuizen is vanzelfsprekend razend enthousiast over deze klanten, en raakt maar niet uitgepraat over het gunstige economische klimaat in Amerika voor Internetbedrijven als de zijne. "Ik was laatst op een bijeenkomst van de New York New Media Association. Veel gebeurt er daar niet: een praatje en daarna natuurlijk borrelen. Ik loop daar rond met een NedStat naamplaatje. Komt er dame op me af en vraagt: What's NedStat. Dus ik vertel wat wij doen. Vuurt ze onmiddellijk de ene na de andere vraag op me af: Zit je in New York? Hoeveel mensen heb je in dienst? En natuurlijk: Do you need money? "Kijk, zo gaat dat hier. Er is hier heel veel geld voorhanden en mensen willen dat graag investeren in nieuwe bedrijven. Internet wordt hier serieus genomen, in Nederland is de houding meer: we moeten het eerst allemaal nog maar eens zien. Ik weet zeker dat als wij vanaf het begin in New York hadden gezeten, we nu vele malen groter waren geweest. We hebben hier in een half jaar meer gebruikers geworven, dan de laatste anderhalf jaar in Nederland." Veldhuizen is er van overtuigd dat meer Nederlandse bedrijven de sprong over de oceaan moeten wagen. Daarom verhuurt hij een groot deel van zijn kantoorruimte onder aan andere Nederlandse beginnende Internetbedrijven zoals Twinspark, Keekaboo.com en EuroPartners die hopen in New York voet aan de grond te krijgen. In Amerika gaat het ene na het andere Internetbedrijf met veel succes naar de beurs. Bedrijven als TheStreet.com, iVillage, The Globe.com en eBay hebben recentelijk miljoenen dollars binnengehaald. Zal het met NedStat ook die kant opgaan? Veldhuizen: "We zijn in Nederland benaderd om als eerste Internetbedrijf naar de beurs te gaan. Daar moest ik toch wel hard om lachen. Wij zijn te jong voor de Nederlandse beurs, we hebben geen track record. Ik denk dat als je naar de beurs wilt gaan, je het in Amerika moet doen want dat soort dingen spelen hier veel minder." Voorlopig is een beursgang echter nog toekomstmuziek, Veldhuizen ziet meer in een strategic partnership of een flinke investering van derden. "Kijk, we zijn heel gezond. Wij zijn op eigen kracht gegroeid en zijn daarmee best tevreden. Maar wil je sneller groeien, dan moet je heel veel geld pompen in marketing, in het binnenhalen van nieuwe klanten, in het krijgen van naambekendheid. Die investering hebben we tot nu toe nooit gedaan. Een eenmalige advertentie in Wired plaatsen bijvoorbeeld kost je al snel 80.000 dollar en dat gaat onze middelen te boven. Daar zou ik wel geld voor willen hebben, zij het van een bedrijfspartner, zij het van een venture capital firma. "
|
NRC Webpagina's
17 JULI 1999
'Let my pages go'
|
Bovenkant pagina |