|
ZINGEN SCHREEUWEN IS VERBODEN INFORMATIE TECHNIEK STEMBEREIK ZANGLERARES ZINGEN DOE JE MET JE LICHAAM POP JAZZ ONDERWIJS OPLEIDINGEN BARBARA BONNEY VOCAAL FESTIVAL Overzicht eerdere afleveringen Profiel
|
Schreeuwen is verboden
Ze komen bij elkaar in kerken, buurthuizen of cafés en laten de ruimte denderen met hun gezang. Van Monteverdi tot shanty, van Mozart tot close harmony. Zeg niet dat Nederlanders niet zanglustig zijn.
ZINGEN IS de meest beoefende vrijetijdsbesteding in Nederland, meer dan voetballen. Dat heeft NIPO-onderzoek uitgewezen. Ongeveer 600.000 Nederlanders besteden meer dan een uur per week aan hun zanghobby - meestal in koorverband. Afgelopen weekeinde nog trok een bonte stoet van 144 koren uit Amsterdam en omgeving voorbij op de Korendagen in Paradiso. Het is allang niet meer 'gek' of 'ouderwets', integendeel, zelfs zingende mannen oogsten bewondering. Bij de stichting Samenwerkende Nederlandse Korenorganisaties (SNK) in Utrecht zijn bijna tienduizend koren geregistreerd. Daarnaast is er een grote verscheidenheid aan particuliere, 'wilde' initiatieven op alle niveaus tussen professioneel en vals als een kraai. Een koude januari-avond op de Zeedijk in Amsterdam. Als de deur van tapasbar De Portugees open gaat, schalt het lied Dirty ol'man door de verlaten straat. Binnen in de smalle pijpenla zitten mensen met tekstboeken aan een lange tafel, of staan aan de bar. Twee accordeonisten en drie gitaristen begeleiden, het hele café brult uit volle borst mee. Elke woensdagavond is het er feest. De eerste en drukstbezochte woensdag van de maand is het smartlappen zingen, de tweede Engelstalige popliedjes, de derde Nederlands repertoire en de vierde Frans, Spaans en wat er nog meer buiten de grenzen te zingen valt. De hele avond gaat het door met af en toe een korte pauze om de kelen te smeren. Een accordeonist schreeuwt de nummers van de teksten, de muziek zet in en het koor barst los: Bonny and Clyde, Do wah diddy diddy dum diddy do en aanverwante nummers. ,,Ik weet niet eens wie de anderen zijn'', vertelt een vaste bezoeker. ,,Maar het zijn leuke mensen. Anders ga je niet naar een café om liedjes te zingen.'' Meedoen en meezingen is heel populair. Dat blijkt mede uit het overweldigende succes van de Meezing-Mattheus in Amsterdam, die in maart in Breda navolging krijgt, en andere zogenoemde scratch-concerten. Daarbij zingt de hele zaal mee en telt het enthousiasme zwaarder dan het niveau van de uitvoering. In Leiden is onder meer de scratch-Messiah populair. Hoe zanglustig de Nederlander is blijkt ook uit een tocht met de zangers/ cabaretiers Bas en Ralf Grevelink. Met hun meezingprogramma Ik ben zo blij dat ik je niet vergeten ben, een vrolijke, malle ode aan het lichte Nederlandse lied, weten ze met veel humor hele zalen tot meezingen te bewegen. De tournee wordt na de zomer voortgezet. Vooral in Rotterdam en Amsterdam raakte het publiek bijna buiten zinnen. ,,We hebben familie, vrienden en kennissen gevraagd om een achtergrondkoortje te vormen. Die hebben weer andere mensen meegenomen, onder meer uit het smartlappenkoor Goed Snik'', vertelt Bas in de bus naar theater De Flint in Amersfoort. Het twintigkoppige koor krijgt er zijn laatste instructies: ,,Energiek, waardig en parmantig op en aan het einde met de polonaise de coulissen in.'' Een uur later staan we op het podium te springen en te zingen. Vanaf het eerste lied al zingt en deint de hele zaal mee. Het repertoire omvat nummers als Foxy Foxtrot, Sophietje, Breng eens een zonnetje onder de mensen en een drinkliederenpotpourri. Na afloop schreeuwt het uitgelaten publiek om meer. ,,Ze lopen nog te zingen in de foyer'', meldt een medewerkster van het theater als we ons na afloop laven aan de bar. Veel koren hebben meer een sociale functie dan een muzikaal doel. Daar is niets tegen, maar leuker en bevredigender is het als het ook mooi klinkt en de toehoorders ervan kunnen genieten. Grote concertkoren als het Nederlands Concert Koor, Toonkunstkoor Amsterdam, Philharmonisch koor Toonkunst in Rotterdam en Brabant Koor in Eindhoven bestaan uit geschoolde amateurs en treden regelmatig op in grote concertzalen met bekende orkesten en dirigenten. Het repertoire omvat klassieke koorwerken uit de 18de, 19de en 20ste eeuw. Aan de zangers worden hoge muzikale eisen gesteld. Ze moeten van blad kunnen lezen, zangles hebben, gevoel voor ritme en kennis van solfège (intoneren en treffen van intervallen). De leden moeten met regelmaat opnieuw 'voorzingen' om te laten horen of hun stem nog wel aan de eisen voldoet. De SNK in Utrecht stelt zich tot doel mensen tot zingen te bewegen en te zorgen dat de kwaliteit van koren verbetert. De stichting, met een jaarlijkse subsidie van twee miljoen gulden, organiseert cursussen voor dirigenten en zangers, ondersteunt koren, geeft publicaties uit en organiseert festivals, waaronder een vierjaarlijks Internationaal Koorfestival in Arnhem. Veel koren hebben problemen met de jonge aanwas. Grote oratoriumkoren in de provincie vergrijzen. De leegloop van de kerken, maar vooral de onderwijshervormingen in de jaren zeventig, waardoor het zingen op scholen vrijwel de nek om is gedraaid, hebben hun tol geëist. ,,Kinderen vinden zingen leuk, maar hun cultuur wordt beheerst door popmuziek, ze zingen veel na'', zegt directeur Jeroen Schrijner van de SNK. ,,We proberen al jaren tot de scholen door te dringen. Het probleem is dat op de pabo's niet meer zoveel aandacht voor muziek is. Bovendien zijn er op de scholen zoveel andere vakken bijgekomen dat leerkrachten geen kans meer zien extra aandacht aan muziek te besteden. Een tv-programma als Kinderen voor kinderen spreekt de jongeren wel aan. We zijn bezig met een actieplan waarbij het zingen door kinderen een van de speerpunten is. We onderzoeken ook hoe we allochtone kinderen kunnen bereiken.'' De SNK heeft een succesvol Nationaal Kinderkoor opgericht en organiseert op 12 februari in De Doelen in Rotterdam De Grote Muziekdag, waar jongeren van 12 tot 18 jaar een dag lang kunnen musiceren. Alle inspanningen zijn niet vergeefs: de kinderkoren leven weer op. Niet zozeer met kinderliedjes, maar meer gericht op pop en musical. Nederland is twee echte koorscholen rijk: de Koorschool St. Bavo in Haarlem en de Kathedrale Koorschool in Utrecht. Daar staat het religieuze en klassieke repertoire centraal. De Koorschool St. Bavo telt zestig leerlingen van 8 tot 12 jaar. Elke dag is er een uur muziekonderwijs, elk kind zingt mee in een van de koren. De school beschikt over een kathedraal jongenskoor en een meisjescantorij. Elke zondag wordt er in wisselende formaties gezongen bij de diensten in de kathedrale basiliek. Verder wordt het koor vaak ingeschakeld bij bijvoorbeeld de Mattheus Passion. Leerlingen worden van tevoren getest op muzikaliteit, stem en ritmegevoel. Schreeuwen is er verboden, want dat kan slecht zijn voor de stem. ,,In de tijd dat André van Duijn de rol van Ome Joop speelde, meldden zich jongens aan met totaal vernielde stemmen, omdat ze dat nadeden'', vertelt dirigent Fons Ziekman, directeur van het overkoepelende Muziekinstituut St. Bavo. In de repetitieruimte klinken helder en zuiver de kinderstemmen: 'Das ewig weibliche zieht uns hinan.' Jongens en meisjes, partituren voor de neus, studeren op de Achtste van Mahler, die ze dezer dagen uitvoeren met het Concertgebouworkest onder leiding van Riccardo Chailly. Ziekman: ,,Ik kan hen als volwassen koorzangers aanspreken. Het voordeel is dat je ze hier elke dag hebt. Als je een week lang dagelijks herhaalt wat een kleine terts is, dan vergeten ze dat niet meer.'' Een middelbare school met zangonderwijs is in Nederland helemaal een unicum. Een van de uitzonderingen is het Spinozalyceum in Amsterdam, een Daltonschool waar veel aan cultuur en met name aan muziek en muziektheater wordt gedaan. Een kwestie van keuzes maken, vindt rector Tom Mol: ,,De werkdruk is gigantisch, maar er kan oneindig veel meer dan mensen denken.'' Op zijn school zijn vier koren - er is zelfs een wachtlijst - onder de stuwende leiding van de Amerikaan Jim Gilloffo, muziekleraar en tevens zangdocent en koordirigent aan de Amsterdamse Muziekschool. De zanggroepen die hij oprichtte, trekken jongeren met diverse culturele achtergronden. Hij combineert jazz, musical en pop en laat de jongeren er ook bij bewegen. Gilloffo: ,,In Nederland zijn wel koren voor kinderen en volwassenen, maar niet voor tieners. De jongerenkoren die er zijn, hebben meestal een religieuze achtergrond. In Amerika heeft elke middelbare school verschillende koren, een meisjes-, jongens-, concert- en jazzkoor en een Show Choir, waarin zang en dans worden gecombineerd.'' Gilloffo begon op de Muziekschool met een 'tienerkoor'. Er kwamen vier of vijf leerlingen op af. ,,Van die meisjes met paarse kauwgom en beugels. Ze wilden alleen liedjes van Celine Dion en Mariah Carey zingen. Maar het aantal leerlingen verdubbelde elk jaar en nu heb ik er honderd. Vier jaar geleden hoorde Tom Mol ervan en vroeg mij op het Spinozalyceum een koor op te zetten. Het was wel een cultuurshock. De kinderen konden geen noten lezen, geen solfège, ze verwachtten alleen de bekende popnummers.'' Afgelopen week is hij in samenwerking met de SNK begonnen met een cursus 'Showchoir en het tienerkoor' voor docenten en dirigenten. ,,De scholen zijn zo gericht op zelfstandig werken, dat jongeren niet meer leren in een groep te functioneren. Als ze later in het bedrijfsleven komen, krijgen ze moeilijkheden. In een koor leren ze samen te werken en rekening met anderen te houden.''
|
NRC Webpagina's |
Bovenkant pagina |