|
ZINGEN SCHREEUWEN IS VERBODEN INFORMATIE TECHNIEK STEMBEREIK ZANGLERARES ZINGEN DOE JE MET JE LICHAAM POP JAZZ ONDERWIJS OPLEIDINGEN BARBARA BONNEY VOCAAL FESTIVAL Overzicht eerdere afleveringen Profiel
|
Passie uit de diepte
Onze jazz wortelt niet in verslaving en ellende, eerder in esthetiek, in een betrekkelijk veilige en gladgetrokken wereld. Een ode aan drie Nederlandse jazzvocalisten.
ZE ZINGT EN swingt, ze klaagt en jubelt, is rauw en sweet. Als ze wil, lacht ze even satanisch als verleidelijk. Haar antecedenten zijn Bertolt Brecht, Kurt Weill en Tom Waits. Niet de geringsten. Haar stem, donker en warm, soms scherp en teder, beheerst vele registers. Blues, jazz, je kunt er zelfs een klassieke stem in horen. Astrid Seriese is een prachtige jazzvocaliste. Rita Reys, Europe's First Lady of Jazz, wil ik hierbij niet vergeten, of Mathilde Santing zoals zij Randy Newman zingt. Reys heeft de ritmiek van de jazz, de syncopen en blue-notes, het meest van dit drietal in haar bloed; Santing gaat soms in heel verstilde hoogten, alsof de draad van het lied steeds ragfijner wordt. Dat is muziek voor de hele late avond, als een man dan toch maar besluit dat een vrouw door de luidsprekers hem gerust mag toefluisteren. Astrid Seriese vertolkt voor mij dat Amerikaanse levensgevoel, onlosmakelijk verbonden met de muziek van dat land: When the sun goes down, the blues come around. Je kunt, inderdaad, aan Tom Waits denken, aan de majestueuze songs van Bob Dylan en Billie Holiday en Dinah Washington, aan de blueszanger Lee Hazelwood met het onvergetelijke lied over gemis, 'I saw her dancing at the party'. Astrid Seriese - wat vertelt ze mij? Into Temptation (1996) heet een van haar cd's. De binnenkant van het doosje wordt opgesierd door een schilderij uit 1841 van Jean-Achille Bénouville, voorstellende de verdrijving van Adam en Eva uit het aardse paradijs. De woedende engel wijst hen uit, een geslagen tweetal. Adam verbergt het gezicht in zijn handen, Eva houdt een hand beschermend voor haar borsten, de andere ter hoogte van de plaats waar het olijfblaadje sindsdien thuishoort.Het verraste me, deze drieslag: Adam, Eva - en de jazz. Eerder denk je bij gezongen jazz aan andere, niet-bijbelse gevoelens, zo ongeveer waar Billie Holiday over zingt met die stem en dat lichaam vol aardse hunkering. Het lied Temptation, van Waits en gezongen door Seriese, leerde mij dat jazz, ja, gaat over die verbanning uit het paradijs. Seriese zingt met diepe stem, niet die van whiskey 'nd smoke van Waits zelf, maar toch een eind in die buurt: 'Rusted brandy in a diamond glass/ Everything is made from dreams/ Time is made from honey slow and sweet/ Only the fools know what it means/ Temptation, temptation, temptation/ Oh, I can't resist.' Seriese laat zich fotograferen met een zeeroversooglapje. Dat is geen gimmick, want ze zingt een schitterende versie van Pirate Jenny (Seeräuber Jenny) van Brecht/ Weill: 'And the ship, the black freighter/ Turns around in the harbour/ Shooting guns from the bow.' Sluit ze met dit lied, hees en bijna schor gebracht, dicht aan bij het zingspreken van Weill, met het monumentale Black Wings (Tom Waits) weet ze langzaam en trefzeker een kalm ingezet lied tot een dramatisch hoogtepunt te brengen; steeds sneller gaat het ritme, steeds meer swing moet ze in haar stem leggen. Met haar beheersing en timing, met de intensiteit waarmee ze zingt, krijgt ze me gevangen. Er is veel veranderd bij de jazz-zangeressen. Stel ik me bij Billie Holiday morsige, treurige hotelkamers voor, vol lege flessen, een omwoeld bed en asbakken opgetuigd met as en half gerookte sigaretten, bij Astrid Seriese zie ik veilige interieurs voor me, wit geverfd, chroomstalen meubelen, verantwoorde kunst aan de muren, stijl- en smaakvol ingericht, onberispelijk. Champagne in de glazen, geen verschaald bier of een werkelijke alcoholische killer. Geen scheuren in het plafond, geen barst in haar stem, geen zelfkwellende wanhoop. Dat is opmerkelijk. Deze jazz wortelt niet in verslaving en ellende, eerder in esthetiek, in een betrekkelijk veilige en gladgetrokken wereld. Toch ligt de duivel op de loer, en zo hoort het ook. Jazz of blues mogen niet te welwillend-lieflijk worden, daar komen we niet voor. Het is muziek voor op de rand van de afgrond, kijk, daar gaapt de leegte. Rauwheid is de eerste vereiste, de onthutsende rauwheid van een hartekreet. De klacht om het voorbijgaan van de tijd, om de liefde, het verdriet. Seriese heeft weet van deze rampen dan wel heerlijkheden des gemoeds, het mag nog agressiever, pijnlijker, Parkeriaans zou ik zeggen en dan zijn er geen woorden meer nodig. Apple Jack van Weill, op tekst van Maxwell Anderson, is zo'n lied dat demonie vereist. Seriese zingt ondanks de verbitterdheid van de woorden licht en bijna verrukt dat ze deze woorden en melodie zo mooi mag zingen. Het gaat over de appel, symbool van de fatale verleiding. Zoals ze zingt gaat het goed, rauw, iets verbeten, een stem vol passie uit de diepte: 'It was apple apple apple/ It was apple apple apple jack/ Oh once you reach out for that poison/ The devil is on your track.' Schitterende song, schitterende en onontkoombare waarheid. Het paradijs zijn we voorgoed kwijt, maar de appel der verleiding zet ons leven nog steeds op het spel: 'The devil is on your track.' Astrid Seriese: 'Into Temptation. Astrid Seriese sings Waits, Weill & more'. Brigadoon Vocal. 39,95 gulden. Mathilde Santing: 'Texas Girl & Pretty Boy. Mathilde Santing sings Randy Newman'. Columbia, Sony Music Entertainment Holland. Col 47 3 884 2. 19,95 gulden.
|
NRC Webpagina's |
Bovenkant pagina |