Programma's
De programma's van Europese politieke partijen zijn zo'n opsomming van algemeenheden dat kiezers in Nederland, net als in andere lidstaten van de Europese Unie (EU), moeilijk kunnen controleren wat Europarlementariërs ervan terecht brengen. De Europese socialisten willen meer werkgelegenheid, meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen en meer Europese democratie. De Europese Volkspartij, waartoe het Nederlandse CDA behoort, wil een Europese defensie, snelle uitbreiding van de EU en kansen voor de burgers. Nagaan wat een Nederlandse Europarlementariër daarvan realiseert is onbegonnen werk.
Partijen bestaan niet
Het probleem is dat Europese politieke partijen eigenlijk niet bestaan. Het zijn samenwerkingsverbanden van politieke partijen uit de vijftien lidstaten van de EU, die dikwijls uiteenlopende meningen hebben. De Europese Volkspartij bestaat uit christen-democraten, Spaanse en Britse conservatieven en zelfs leden van Forza Italia, de politieke beweging van de Italiaanse mediamagnaat Silvio Berlusconi. Het partijprogramma voor de Europese verkiezingen moet de instemming van dat hele bonte gezelschap hebben. Bij de socialisten dekt het programma een lading die de steun heeft van uiteenlopende partijen als het Britse Labour en de Nederlandse PvdA tot de Griekse Pasok en de voormalige communisten van de Italiaanse DS.
Bij de Groenen is dat iets anders. In die fractie hebben de Duitsers met 12 van de 27 zetels een dominerende rol bij het aan de kaak stellen van schandalen en het veelvuldig protesteren tegen spreektijdbeperkingen in het parlement. Bij de Europese liberalen in omvang de derde fractie van het Europees Parlement vormen de Nederlandssprekenden met dertien van de 42 fractieleden de grootste groep. Het zijn Europarlementariërs van de VVD, van D66 en van de Vlaamse VLD, die het onderling niet altijd eens.
Nationale overwegingen
Niet het politieke standpunt van de meerderheid van een fractie, maar nationale overwegingen bepalen dikwijls het stemgedrag van Europarlementariërs. Een Spaanse conservatieve Europarlementariër die tot de (oorspronkelijk christen-democratische) fractie behoort van de Europese Volkspartij (EVP), kan een socialistische motie steunen omdat hij denkt daarmee beter de Spaanse belangen te dienen.
Er zijn zaken waarbij het Europees Parlement zich vooral verdeelt in Noord-Europese parlementariërs en Zuid-Europese. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij landbouwkwesties. Het parlement heeft op landbouwgebied geen medebeslissingsrecht, zodat het niet op voet van gelijkheid kan onderhandelen met de ministers van Landbouw van de EU. Maar het kan de ministers wel aanbevelingen geven. Als die gebaseerd zijn op een in het parlement bereikt compromis tussen lidstaten van de EU, kunnen ze van invloed zijn. Maar dikwijls blijken voor een Zuid-Europese Europarlementariër die een goede relatie met zijn achterban wil houden wijn en olijven van groter belang dan voor een Nederlander, die geneigd is meer aandacht te besteden aan aardappelmeel.