Leren om te leven in het land van de handkus
John Kroon
Wie zich wil voorbereiden op een verblijf
in het buitenland kan speciale cursussen volgen, zoals een `landgericht
informatieprogramma'.
HIJ IS GEBOREN in Praag, in 1946. Hij behoort tot de naoorlogse
generatie die een marxistisch-leninistische opvoeding heeft ondergaan.
De twee cursisten, wie hij de beladen geschiedenis van Polen heeft
getracht bij te brengen, waarin zij vooraf niet bijzonder waren
geinteresseerd, hebben ademloos aan zijn lippen gehangen. Dan zegt hij
tot het echtpaar, de toekomstige manager van een fabriek van Philips in
Skierniewice, ten zuidwesten van Warschau, en diens echtgenote: ,,Mensen
van mijn generatie zijn beschadigd. Mijn generatie kunt u afschrijven.''
Al heeft hij ogen die altijd tot vriendelijk lachen zijn geneigd, de
woorden van emigrant Hans Renner, tegenwoordig historicus aan de
Rijksuniversiteit Groningen, klinken dramatisch. Ze hebben een
verpletterend effect in deze zakelijke omgeving: een kamertje in het
trainingscentrum van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in
Amsterdam. Met een bureau waarop landkaarten liggen uitgespreid, met een
bord aan de muur waarop moeilijke termen of titels van nuttige boeken
worden geschreven, met koffie- en theekannen en met een projector
waarmee de onvermijdelijke sheets worden uitvergroot.
Het is even stil, het doet pijn. Maar in de rauwe werkelijkheid heeft de
ontboezeming van Renner voor de toekomstige baas van een bedrijf met 150
werknemers een sociaal-economische relevantie. De Philips-vestiging in
Skierniewice moet groeien, maar misschien zijn er eerst andere
maatregelen nodig. In deze context betekenen de woorden van Renner niets
anders dan: die Poolse arbeiders van boven de vijftig, daar moet een
bedrijf het niet van hebben. Zij hebben gewoon pech gehad. Jongeren in
Polen, daar heb je wat aan. Zij zijn leergierig, ondernemend,
geldzuchtig.
,,Wat doe ik met dronken personeel'', had de cursist een dag eerder
gevraagd. ,,Eruit gooien'', luidde het antwoord van een voormalige
manager van Unilever, die in Polen bedrijven heeft geleid.
In deze tweedaagse cursus ging het vooral om zulke doelgerichte vragen.
Hoe kom ik aan een tolk? Waarom zijn de huren in Warschau zo hoog? Kun
je gemakkelijk aan een werkster komen? Kun je zonder risico water uit de
kraan drinken? Polen was het onderwerp, maar de cursus had over elk land
in de wereld kunnen gaan waarnaar bedrijven hun personeel uitzenden. De
`Landgerichte informatieprogramma's' van de afdeling Cultuur, Management
Ontwikkeling (CMO) van het KIT zijn gericht op de toekomstige
expatriate en diens partner. Dus meestal een man met een drukke baan en
een vrouw die straks zonder betaald werk haar nieuwe bestaan moet zien
in te richten. Het zijn cursussen op maat; de invulling van het
programma hangt af van het land van bestemming, de ervaring van de
cursist, het bedrijf dat hem uitzendt en de aard van zijn toekomstige baan.
Cursusbegeleidster Diete Swierstra heeft jarenlang haar man naar het
buitenland gevolgd. Zo bouwde ze de ervaring op die haar nu in haar
baan, trainster bij het KIT, van pas komt. ABN Amro stuurde haar
echtgenoot naar Saoedi-Arabie, naar Brazilie, naar de Verenigde Staten,
naar Tsjechie. In Praag kocht ze vuilnismannen met flessen whisky om. Zo
was ze er tenminste zeker van dat haar afval zou worden opgehaald. Het
is maar een voorbeeld, om duidelijk te maken dat elk land zijn
gebruiksaanwijzingen heeft. Je moet de shoulds en de oughts van het
leven kennen, zegt ze. Het Philips-echtpaar heeft eerder in Engeland
gewoond. Dat is een voordeel - een expat met ervaring. Maar ideaal zou
zijn, zegt Swierstra, als je als marsmannetje naar een ander land ging.
Want nu ben je geneigd alles door een Nederlandse bril te bekijken. Je
verwacht dat vuilnismannen overal gewoon hun werk doen, net als in
Nederland, en dat is niet zo.
Begin dus te doorzien hoe je zelf in elkaar zit, welke gewoonten tot je
eigen cultuur behoren die niet noodzakelijkerwijs tot universele
gedragingen kunnen worden gerekend. Leer een paar dingen af.
Bijvoorbeeld om calvinistische schuldgevoelens te hebben over het in
dienst hebben van huispersoneel. Daarover gesproken, het Philips-paar
was op zijn zoektocht naar woonruimte in Polen gestuit op een huis met
een klein kamertje. ,,Voor de meid'', had de huiseigenares gezegd. Dat
was wel een erg klein kamertje geweest, en zo te zien woonde de werkster
er ook helemaal niet. Het misverstand duurt anderhalve cursusdag voort,
totdat Anne Veldkamp voor opheldering zorgt. Zij is een Francaise, die
als echtgenote van de culturele attache van de Nederlandse ambassade
drie jaar in Warschau heeft gewoond. Dat kamertje, zegt ze, was
vermoedelijk slechts kleedruimte. Want in Polen gaat de dienstbode niet
als dienstbode over straat, maar als dame.
Zo gaat dat twee volle werkdagen lang. Cursisten wordt het leven
getekend van het land waar ze enkele jaren zullen wonen. Ze worden
toegesproken door mensen die het kunnen weten, op grond van eigen
ervaringen. Jan Minkiewicz kwam langs. In roeriger jaren, de nadagen van
het communistische regime in Polen, was hij de woordvoerder van de
vakbond Solidariteit in Nederland. Hij vertelde over de economische en
politieke verhoudingen. Dat er veel is hervormd, maar het onderwijs nog
niet echt, dat het in Oost-Polen heel wat slechter gaat dan in het
westen, dat de Polen buitengewoon pro-Amerikaans zijn, maar er
desondanks een `Latijnse mentaliteit' op nahouden. ,,De ritselcultuur
zit echt in de mensen.'' Met het bedrijf waar ze officieel werken zijn
ze zeker niet getrouwd.
,,Als een bedrijf er twintig man moet uitgooien'', vraagt de toekomstige
Philips-manager, ,,wordt dat geaccepteerd?'' Ja, zegt Minkiewicz. ,,Dat
gaat keihard. Je moet toestemming hebben van de arbeidsinspectie en die
is corrupt. Saneren is gewoon en de Poolse werknemer is zeer mobiel.''
Maar onderschat de Polen niet, waarschuwt Hans Overgoor. Zijn leven lang
heeft hij bij Unilever gewerkt, ook op internationale posten. In Polen
kocht hij namens Unilever margarine- en ijsfabrieken op. De Polen zijn
gericht op hun eigen portemonnee, zegt hij. De expatriate die ze
tegenkomen, zullen ze vriendelijk en hoffelijk behandelen. Ze wonen
tenslotte in het land waar de handkus nog tot de rituelen behoort. Maar
ze handelen in de verwachting dat ze daarvan zelf beter zullen worden.
Ze zijn trots, nationalistisch en menen dat ze slachtoffer zijn van een
speling van het lot. Als ze door de communistische bezetting niet van
het Westen waren afgesneden, zouden ze er veel beter voorstaan,
misschien wel beter dan de meeste Westerse landen. Denken ze.
Anne Veldkamp verhaalt over praktische zaken. De post die niet helemaal
betrouwbaar is, dat groente en fruit het best op de markt kan worden
gekocht, dat in de Macro zelfs pindakaas te koop is en dat je beter niet
in de duurste auto's kunt rijden: die worden gestolen. De bioscoop is
goedkoop en actueel, en je kunt het beste een tv met satellietschotel
kopen.
De toekomstige expatriates wordt aangeraden zich zeker in het begin
onder de Nederlandse kolonie te begeven. Via clubs, via de ambassade,
mogelijkheden genoeg. Het is de manier om je snel wegwijs te laten
maken, om het land en zijn codes te leren kennen. Maar wil je de Polen
zelf kennen, zegt Anne Veldkamp, zegt Overgoor, zegt Minkiewicz, dan
moet je hun geschiedenis kennen. Een Pool verwacht dat je van zijn
verleden weet. Noem hem geen Oost-Europeaan, want Oost-Europeanen, dat
zijn Russen. De Pool woont net als de Tsjech in Centraal-Europa en wat
de geschiedenis betreft, luister naar Hans Renner, de emigrant uit
Praag.
Hoe hij als jochie van zes in de stalinistische jaren van een
onderwijzeres op school het bevel kreeg dat hij haar alles moest
vertellen van wat hij thuis zijn ouders tegen elkaar hoorde zeggen. Dat
die ouders daarom gesprekken in het Duits gingen voeren. Hoe hij op die
manier snel Duits leerde. Dat zijn moeder hem elke dag op het hart
drukte: denk er om, niets op school vertellen. Dat je daar als jochie
behoorlijk verknipt van raakt.
Het is weer stil in het kamertje. Renner vertoont videofilms over de
Poolse historie, speelt een cassette met het volkslied af en laat muziek
van Chopin horen. Let op de laatste tonen, het zijn tonen van verzet,
van altijd latente rebellie. ,,De 20ste eeuw was voor Polen een ware
verschrikking'', zegt hij. ,,De 21ste eeuw biedt de beste vooruitzichten
sinds eeuwen.''
Na een tweedaags informatiebombardement kijken de cursisten terug. Ze
vullen een evaluatieformulier in en prijzen de balans van de afgelopen
dagen tussen diepgang en praktische zaken. Over een maand wonen ze in
Polen.
|