EU wordt soepeler, Nederland strenger
Het Nederlandse drugsbeleid heeft de laatste jaren internationaal zwaar onder vuur gelegen. Vooral landen als Frankrijk en Zweden verzetten zich publiekelijk fel tegen het gedogen van softdrugs- gebruik en de wijze waarop in Nederland verslaafden worden geholpen. Ondanks de strenge retoriek blijken veel Europese landen in de praktijk een steeds soepeler drugsbeleid te hanteren. In navolging van Nederland is in België zelfs binnenkort het gebruik van softdrugs niet meer strafbaar.
Nederland
Toen in de herfst van 1994 het eerste Paarse kabinet aantrad, ging er een gejuich op onder de voorstanders van een vrije drugsmarkt. Met D66'er Winnie Sorgdrager op het ministerie van Justitie leek het slechts een kwestie van tijd voordat naast het gebruik ook de productie van softdrugs gelegaliseerd zou worden. Daarmee zou een einde komen aan de vreemde situatie dat de honderden coffeeshops in Nederland wel drugs mogen verkopen, maar niet mogen inkopen.
Van die voorziene oprekking van het gedoogbeleid is niets terechtgekomen. Onder druk van landen als Frankrijk, die internationaal steeds meer stampei maakten over het Nederlandse gedoogbeleid, begon het kabinet omzichtiger te manoeuvreren. Daar kwam bij dat in eigen land de druk steeds groter werd om criminaliteit en overlast rond drugsgebruik aan te pakken. Dat leidde onder andere tot enkele grote rechtszaken tegen handelaren in softdrugs en een strengere aanpak van coffeeshops.
Een motie in de Kamer vorig jaar om de teelt van nederwiet te legaliseren, is door het kabinet afgewezen. Volgens premier Kok zou een uitbreiding van het gedoogbeleid meer problemen geven dan oplossen, bijvoorbeeld omdat de politie dan ook nog onderscheid moet gaan maken tussen legale en illegale telers.
Verenigde Staten
De Amerikanen zijn van oudsher de felste drugsbestrijders in de Westerse wereld. Dat geldt zowel in het binnenlandse als in het buitenlandse beleid; om ook over de grenzen de handen vrij te hebben, verklaarde toenmalig president Reagan in 1986 drugshandel tot een bedreiging van de Amerikaanse veiligheid.
Begin vorig jaar leek het er op dat legaliseren in ieder geval bespreekbaar zou worden. Zo toonde voor het eerst de gouverneur van een staat (New Mexico) zich publiekelijk voorstander hiervan. Onder president W. Bush zal het klimaat voor legalisering echter niet verbeteren: al als gouverneur van Texas maakte hij duidelijk dat drugsgebruik hard moet worden bestreden.
Duitsland
Ongeveer twee miljoen Duitsers gebruiken regelmatig cannabis. Het laatste decennium is het aantal drugszaken verdrievoudigd. Om de stijging van drugsgebruik tegen te gaan, overweegt de Duitse regering het bezit van kleine hoeveelheden cannabis niet langer te verbieden. Op dit moment is er geen formeel onderscheid tussen soft- en harddrugs. Drugsgebruik is niet verboden, drugsbezit wel. Daarop staat een straf van maximaal vijf jaar. De wet onderscheidt twee groepen drugshandelaren. Zij die handelen in kleine hoeveelheden drugs kunnen een straf krijgen van maximaal vijf jaar. Zware jongens kunnen maximaal vijftien jaar achter slot en grendel worden gezet.
Groot-Brittannië
De Britten hebben altijd met grote ontzetting gekeken naar het liberale drugsbeleid van Nederland. De Britse regering heeft meermalen gesteld dat verzachting van het drugsbeleid zou leiden tot 'Nederlandse toestanden'. Zo zouden de hoge moordcijfers in Amsterdam daaraan te wijten zijn. Alleen het gebruik van opium is bij de Britse wet verboden, het kan een straf van maximaal 14 jaar opleveren. Drugsbezit is wel verboden. Minister van Binnenlandse Zaken Jack Straw heeft, ondanks zijn aversie tegen het Nederlandse beleid, vorige maand aangekondigd dat hij het bezit van cannabis niet langer strafbaar wil stellen. Nederland is veelal zowel de exporteur als de producent van Britse drugs.
Frankrijk
Hoewel de Fransen bekend staan als tegenstanders van het Nederlandse drugsbeleid, wijkt het Franse beleid in de praktijk niet zo gek veel af van het Nederlandse. De Fransen richten zich voornamelijk op preventie en relativeren bezit van kleine hoeveelheden drugs voor eigen gebruik. Slechts vijf procent van de gearresteerde cannabisgebruikers wordt bestraft. In Frankrijk gaan steeds meer stemmen op voor legalisering van softdrugs. De Franse politiek is hier nog niet aan toe. Sinds er steeds meer steun is voor een liberaler beleid zijn wel enkele wijzigingen doorgevoerd. Zo krijgen verslaafden methadon, heeft er spuitenruil plaats en wordt er onderdak verleend aan verslaafden.
Denemarken
Drugsgebruik in Denemarken neemt toe. Desondanks heeft de regering geen duidelijk beleid vastgelegd. Zo is er geen verbod op drugsgebruik, maar wel op -bezit. De wet maakt geen onderscheid tussen soft- en harddrugs. In de praktijk wordt dat echter wel gemaakt. Denen die in het bezit zijn van cannabis voor eigen gebruik worden vaak niet vervolgd. Zij die in het bezit zijn van grote hoeveelheden harddrugs kunnen straffen krijgen die oplopen tot tien jaar. De Denen lijken zich voor een nieuw drugsbeleid te laten inspireren door landen als Zwitserland en Nederland. Vooralsnog blijft het Deense beleid onveranderd, onder druk van de Scandinavische landen, die behoudender zijn.
Luxemburg
De Luxemburgse junk wordt door de politiek niet als crimineel beschouwd, maar als zieke. Toch is in de wetgeving zowel drugsgebruik als -bezit verboden. Gebruikers kunnen een straf van maximaal vijf jaar krijgen. Bezitters kunnen levenslang krijgen. In de praktijk leggen rechters vaak een behandeling op aan verslaafden als alternatief voor gevangenisstraf. Bij vrijwillige behandeling kan een veroordeling worden opgeschort. De regering heeft aangegeven mee te gaan met de Europese wetgeving omtrent het drugsbeleid, ook indien Europa een liberalere weg zal inslaan. Verder heeft de regering het voornemen methadon en heroïne aan verslaafden te verstrekken.
Zwitserland
Het gebruik van softdrugs is in Zwitserland niet strafbaar. XTC-producenten worden minder zwaar gestraft dan in de meeste andere Europese landen. Het Zwitserse beleid is op vier pijlers gebaseerd: rechtshandhaving, preventie, behandeling en 'harm reduction'. Hiermee wil de overheid drugsgerelateerde problemen verminderen en drugsschade beperken. Het beleid ondersteunt ook de zwaar verslaafden en bestrijdt drugshandelaren. Zwitserland telt ongeveer 150 shops die cannabis verkopen. De bevoorrading wordt geregeld uit de kweek van cannabisplanten in eigen land. Zwitserland gebruikt het Nederlandse beleid als referentie voor het eigen drugsbeleid.
Finland
Alle Finse partijen zijn tegen legalisering van (soft)drugsgebruik. Justitie en belangenorganisaties (met name die van ouders van verslaafden) pleiten voor een harde aanpak. De politie beschikt over vergaande bevoegdheden ten behoeve van drugsbestrijding. In vergelijking met de andere Europese landen is het Finse drugsgebruik laag. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn het harde optreden van politie en justitie, het nagenoeg ontbreken van traditionele drugsroutes en de populariteit van alcohol als ultiem genotsmiddel. Voor alle drugsdelicten geldt dat aanklagers en rechters af mogen zien van vervolging of veroordeling, als de dader vrijwillig een behandeling ondergaat.
Italië
Tot 1993 was de Italiaanse drugsgebruiker een misdadiger. Nu wordt drugsgebruik door justitie aangemerkt als een overtreding en bestraft met administratieve sancties, zoals het intrekken van een visum, paspoort of wapenvergunning. De regering besteedt veel aandacht aan het beperken van de gezondheidsschade die verslaafden ondervinden. De Italiaanse overheid verstrekt methadon aan verslaafden en biedt de mogelijkheid tot spuitenomruil. Met dit drugsbeleid stelt Italië zich redelijk liberaal op. In de Italiaanse media is veel aandacht voor 'alternatief beleid' in andere landen. Ook in het parlement gaan stemmen op voor een liberaler drugsbeleid.
Spanje
Spanje heeft een liberaal drugsbeleid. Gebruik is niet per definitie strafbaar. De wet biedt lokale autoriteiten de mogelijkheid drugsgebruik in een openbare gelegenheid te behandelen als een overtreding. Het bezit van drugs voor eigen gebruik is niet strafbaar. De rechter bepaalt op basis van de hoeveelheid drugs of de bezitter de intentie had die zelf te gebruiken of niet. In de wet zijn hiervoor geen hoeveelheden vastgelegd. Drugshandelaren kunnen een straf van maximaal negentien jaar en negen maanden krijgen. De Spaanse rechter kan verslaafden aanmoedigen een behandeling te ondergaan door een straf om te zetten in een voorwaardelijke straf of door strafvermindering te geven.
Griekenland
Griekenland is niet alleen een berucht doorvoerland van drugs, er worden ook steeds meer verslavende genotsmiddelen verhandeld en geconsumeerd. Tevens telt Griekenland elk jaar een groot aantal drugsdoden, voornamelijk gebruikers van heroïne en synthetische drugs. De regering richt zich voornamelijk op preventie.
Ook moeten gebruikers en bezitters van kleine hoeveelheden drugs verplicht afkicken. Grieken in het bezit van grote hoeveelheden kunnen maximaal levenslang krijgen. Drugshandel wordt als een internationaal misdrijf beschouwd, waardoor Grieken die in andere landen dealen, in het vaderland ook strafbaar zijn.
Oostenrijk
In Oostenrijk wordt formeel geen onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs. Drugsgebruik is in de wet niet direct verboden, maar wel indirect door het verbod op bezit van kleine hoeveelheden drugs voor persoonlijk gebruik. De straffen op drugsbezit zijn afhankelijk van de hoeveelheid drugs en het doel van het bezit: drugs voor eigen gebruik of drugs voor de verkoop. De drugsbezitters die dealen, worden door de Oostenrijkse justitie ook verdeeld in twee groepen. Diegenen die dealen uit winstbejag worden zwaarder gestraft dan degenen die handelen om hun eigen verslaving te onderhouden. Oostenrijkers spreken pas over dealen als het om grote hoeveelheden drugs gaat.
België
Gebruik van softdrugs is in België binnenkort niet langer strafbaar. De nieuwe Belgische drugswet maakt onderscheid tussen soft- en harddrugs. België is hiermee het tweede EU-land dat het bezit van kleine hoeveelheden cannabis uit de criminele sfeer haalt. In België komen er geen shops voor de verkoop van softdrugs, maar het kweken van cannabisplanten voor eigen gebruik is wel toegestaan. Het land is altijd een tegenstander geweest van de Nederlandse coffeeshops, mede omdat het veel last heeft ondervonden van de in- en doorvoer van cannabis. De nadruk van het nieuwe Belgische drugsbeleid ligt niet op legalisering van softdrugsgebruik, maar op preventie en hulpverlening.
Zweden
Sinds 1977 probeert de Zweedse overheid de samenleving drugsvrij te maken door zowel de vraag naar als het aanbod van drugs te reduceren. Het drugsbeleid is niet zozeer gericht op het arresteren van gebruikers, maar op het, al dan niet vrijwillig, laten afkicken van verslaafden. De rechter mag junks voor zes maanden gedwongen laten opnemen. Spuitomruil en methadonverstrekking zijn in de ogen van de Zweden tegenstrijdig met het streven naar een drugsvrije samenleving. Toch zijn er vier methadonprogramma's. Verslaafden die meedoen aan deze programma's moeten aan zware eisen voldoen. Ze moeten de intentie hebben uiteindelijk een einde te maken aan hun verslaving.
Ierland
Behalve een aanzienlijk heroïneprobleem heeft met name de omgeving van Dublin te maken met een groeiend cocaïneprobleem. De bestrijding van drugsgebruik in Ierland heeft daarom sinds de jaren negentig politieke prioriteit gekregen. Ierland is in 1996 begonnen met het verstrekken van methadon aan verslaafden. Dit gebeurt door geregistreerde huisartsen. De methadonverstrekking maakt deel uit van de 'National Drugs Strategy'. Dit beleid richt zich op preventie van drugsgebruik en het verbeteren van de levensomstandigheden van junks. Speciale aandacht is er voor jongeren en de drugsproblemen in achterstandswijken. De meeste drugs in Ierland komen uit Nederland.