Overzicht eerdere
afleveringen
BEATRIX (60)
PORTRET
AGENDA
HOFHOUDING
KAMERHEREN
KABINET
BESCHERMVROUW
GEZIN
HAASSE EN VAN AGT
OP BEZOEK
KERSTTOESPRAKEN
BEELDHOUWER
FEEST
KONINGINNEDAG
LINKS
|
Kersttoespraken
De jaarlijkse kersttoespraak die Beatrix sinds 1980 op
eerste kerstdag houdt, is haar meest persoonlijke boodschap aan de
natie. Aanvankelijk besloeg de tekst nauwelijks een half A4-tje, maar
inmiddels is de rede vier keer zo lang geworden. In haar toespraken
staat Beatrix stil bij belangrijke problemen van het afgelopen jaar. Bij
herlezing van de toespraken valt op dat bepaalde thema's vaak
terugkeren:
Hebzucht In 1988 noemde Beatrix ,,overvloed en hebzucht'' als
bedreigingen voor de natuurlijke omgeving van de mens en in 1989 zei ze
na de val van de Muur dat ,,wij nu in de eerste plaats onze hebzucht
moeten leren beheersen''. In 1991 wees zij erop dat ,,onze culturele
verworvenheden'' onder meer te danken zijn ,,aan het inperken van
eigendunk en hebzucht''. In 1997 sprak de koningin waarschuwende woorden
over verrijking: ,,Verrijking, uitsluitend betrokken op geld en goed,
roept een schaduwbeeld op van inhaligheid: het naar zich toe halen wat
iemand eigenlijk niet toekomt ten koste van een ander of zelfs van de
hele gemeenschap (...) Weliswaar kan toename van welvaart en bezit
persoonlijke levensvreugde vergroten, maar daarmee is de kwaliteit van
de samenleving nog niet gegarandeerd.'' De zucht naar méér
is voor de koningin nauw verbonden met de ,,dreigende milieucrisis''en
de ,,te hoog opgedreven consumptiecultuur'', problemen die eveneens
vaker opduiken in haar kerstboodschappen.
Normen en waarden
Vooral in de tweede helft van haar achttienjarige koningschap heeft de
koningin gehamerd op het belang van normen en waarden. In 1989, na de
val van de Muur, zei ze dat ,,alleen een leiderschap dat uitgaat van
morele normen die gericht zijn op het belang van de mensheid als geheel
(...) de betrekkingen tussen staten humaner [kan] maken''. En: ,,Wat wij
nodig hebben is een moraal voor de langere duur.'' Ook in 1994 kwam ze
terug op ,,de normen die het menselijk bestaan waardigheid geven'',
terwijl gemeenschapszin in 1995 opnieuw het overkoepelende thema was:
,,Noch door de markt met zijn waardenstelsel uitgedrukt in geld, noch
door regelingen van de overheid kan de kwaliteit van het bestaan
voldoende worden verzekerd.''
Herdenken
In 1984 noemde ze de moed en plichtsbetrachting van Willem de Zwijger,
wiens vierhonderdjarige sterfdag werd herdacht, als voorbeeld. In 1985,
toen werd herdacht dat de Tweede Wereldoorlog veertig jaar geleden was
afgelopen, greep Beatrix de gelegenheid aan om te spreken over het
belang van herdenken voor jong en oud: ,,Herdenken houdt ons betrokken
bij het verleden, door de generaties heen. Jongeren willen het verleden,
waaruit ook hun generatie voortkomt, niet ontkennen. Zij vragen
wèl het recht op een eigen beleving daarvan.''
In 1994 wijdde Beatrix opnieuw een groot deel van haar toespraak aan het
herdenken van de oorlog: ,,Herdenken is meer dan het verwerken van eigen
leed; het betekent ook een opdracht voor de samenleving als geheel stil
te staan bij de waarden waarvoor velen toen hun leven gaven.'' De
discussie over het gedrag van Nederlanders in de oorlog bleek niet aan
haar voorbijgegaan te zijn: ,,Het scherpe beeld van 'goed' en 'fout' dat
nu zo dikwijls ons oordeel over de oorlog bepaalt, berust op wijsheid
achteraf.''
Armoede
In haar toespraak van 1984 beschreef de koningin hoe Jezus zich in zijn
leven altijd vereenzelvigde ,,met, wat de Bijbel noemt, 'de minsten'
onder de mensen''. Daar ging ze op verder. ,,De keuze voor 'de minsten'
is vaak moeilijk (...). Toch blijft de boodschap duidelijk: het leven
van de meer bevoorrechten krijgt pas werkelijk waarde, als het verbonden
wordt met dat van de minst bedeelden.'' Op dit thema kwam ze terug in
1987, het jaar dat in het teken stond van de daklozen. ,,Dakloos zijn is
onverdraaglijk en onaanvaardbaar. Tegen niemand mogen we zeggen dat er
voor hem geen plaats is. Geen mens mogen we buiten laten staan.'' In
1993 memoreerde ze opnieuw ,,de onaanvaardbare tegenstellingen tussen
rijk en arm''.
|
NRC
Webpagina's
29 januari 1998
|