NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 BEATRIX (60)
 PORTRET
 AGENDA
 HOFHOUDING
 KAMERHEREN
 KABINET
 BESCHERMVROUW
 GEZIN
 HAASSE EN VAN AGT
 OP BEZOEK
 KERSTTOESPRAKEN
 BEELDHOUWER
 FEEST
 KONINGINNEDAG
 LINKS

Hella Haasse | Dries van Agt

'Een stadhouder-nieuwe-stijl'

Door Hella S. Haasse

De schrijfster Hella S. Haasse werkte tweemaal mee aan een Beatrix-portret: voor een boek over de prinses, die in 1956 achttien jaar werd, en voor een televisiefilm over de koningin, die in 1988 haar vijftigste verjaardag vierde. Zowel voor het boek als voor de film sprak Hella Haasse uitvoerig met de prinses/koningin. Hoe herinnert mevrouw Haasse (op 2 februari 80 jaar) zich deze gesprekken? Zoals vele Nederlanders die koningin Beatrix 'zonder entourage' hebben ontmoet, wil zij daarover liever niets zeggen. Wel biedt zij aan 'enkele gedachten' op te schrijven. ,,Dan kan ik er beter over nadenken.'' Zij schrijft:

'Hoe koningin Beatrix werkelijk is, blijft, denk ik, verborgen voor iedereen die niet tot haar allernaaste omgeving behoort. De noodzaak tot die terughoudendheid zit als vanzelfsprekend vast aan haar positie. Zij kan zich geen direct onbevangen reageren, geen openhartigheid over haar opvattingen en denkbeelden veroorloven. Zij weet zich, bij spreken in het openbaar, vermoedelijk vaak door velerlei scrupules verplicht tot het gebruik van onaanvechtbare algemeenheden, ook daar waar zij zich graag wat pittiger en oorspronkelijker had uitgedrukt. Altijd moet zij bedacht zijn op interpretaties die misverstanden of controversen kunnen veroorzaken. Maar aan haar oprechte betrokkenheid bij actuele maatschappelijke en levensbeschouwelijke kwesties valt niet te twijfelen.

Meer dan haar lief kan zijn, is zij, waar het haar imago betreft, aangewezen op discretie, goodwill en begrip van anderen. Tegen onvolledige of opzettelijk vertekende, 'gekleurde' informatie en wrede of smakeloze persiflages kan zij zich niet verdedigen. Zij heeft geen andere toevlucht dan een zo streng mogelijk gehandhaafde privacy.

Alleen van haar ambtsuitoefening en representatieve savoir faire als staatshoofd kunnen wij, buitenstaanders, ons een beeld vormen. Zij vervult, voor iedereen waarneembaar, de buitengewoon moeilijke en ondankbare taak van constitutioneel vorst in een land met republikeinse tradities. Zij doet dat uiterst plichtsgetrouw, energiek en deskundig en ook - zo lijkt het - met nuchterheid en relativerend zelfinzicht.

De omstandigheden eisen van haar dat zij een overkoepelend symbool belichaamt. Dat kan niet zonder een bepaalde mate van stilering en afstandelijkheid. Juist het feit dat zij voorzichtig omgaat met haar onmiskenbare kwaliteiten van hartelijke uitstraling, spontaniteit en gevoel voor humor, dat wil zeggen met eigenschappen die haar 'mediageniek' maken en haar populariteit zouden kunnen vergroten, verdient respect. Door die gewetensvolle opvatting kunnen haar zelfbeheersing en beginselvastheid een accent krijgen dat hier en daar als autoritair en eigenzinnig wordt ervaren. Men kan zich echter afvragen of haar houding niet veeleer berust op afkeer van een oneigenlijk effect, dat de wezenlijke inhoud van haar optreden zou vertroebelen.

Ook wie zich geen monarchist of 'Oranjeklant' voelt, kan het nut en de betekenis inzien van een Oranje, die als een 'stadhouder-nieuwe-stijl' waardig de natie vertegenwoordigt en met kennis van zaken boven de partijen staat.'

'Speurend als een buizerd'

A.A.M. VAN AGT
Politici worden niet geacht te spreken over de inhoud van hun ontmoetingen met de koningin. Maar hoe opereert zij, in het algemeen gesproken? Wat is 'de stijl van de leider'? Oud-premier mr. A.A.M. van Agt zegt ,,liever geen vragen'' te beantwoorden. Wel biedt hij aan ,,een enkele notie'' op te schrijven. Hij schrijft: 'Juliana Regina heb ik ruim zes jaar als minister van Justitie gediend, nadien nog eens twee jaar als minister-president. In die laatste functie heb ik vervolgens, andermaal twee jaar, de Kroon mogen dienen in de verpersoonlijking van koningin Beatrix.

Wat voorop in mijn herinnering staat, is hoe geëngageerd beiden waren in staatszaken. Schrander, ijverig en zeer betrokken verdiepten zij zich, allebei, in nagenoeg alle kwesties waarmee de regering van doen krijgt of die zich lijken aan te dienen. Als minister bezocht ik de koningin ongeveer elke twee maanden (soms frequenter natuurlijk, wanneer zich een urgente en belangrijke kwestie voordeed, zoals de Lockheed-affaire). Als minister-president vervoegde ik mij wekelijks bij het staatshoofd.

Je deed het niet op je akkertje, een ontspannen uurtje was het nooit. Altijd moest je goed bij de les blijven, want beide koninginnen wilden vaak het naadje van de kous weten. Met evasieve verhalen kwam je er niet. Pittige vragen kon je - als je niet alle gegevens paraat had - niet in een mist van woorden ontvluchten. Want beide vorstinnen waren niet alleen kwiek van geest, maar hadden bovendien een fenomenaal geheugen. Zo ben ik weleens verstrikt geraakt in een confrontatie met wat ik - naar de koningin zich opperbest herinnerde - blijkbaar over dezelfde aangelegenheid in een eerder gesprek had beweerd.

Koningin Beatrix zette de sporen nog dieper in mijn flank. Ze hield nauwkeurig boek van alle conversatie over staatszaken en - penibeler nog - bleek ook precies te weten wat er in die aantekenboekjes stond, ook wanneer het al een hele poos geleden was dat dezelfde kwestie aan de orde was geweest.

Verschillen waren er ook. Koningin Juliana was, in de jaren dat ik voor haar werkte, al op gevorderde leeftijd en begon ten slotte wat moe te worden, na zo'n drie decenniën de last van het koningschap te hebben gedragen.

Maar haar dochter bleek een vat vol vitaliteit - als een atleet die na een grondige voorbereiding tot in alle vezels gespannen aan de startlijn staat. De jonge koningin werkte gedreven, van haar mateloze kracht het opperste vergend. Alleen het perfecte was haar goed genoeg - het is al vaak gezegd. Zij werkte uiterst systematisch, hoog in het luchtruim als een speurende buizerd ontging haar op de bodem beneden geen enkel detail.

Koningin Juliana was soms heel geëmotioneerd, met name wanneer zij ongemoeid gelaten onrecht zag of nodeloos veroorzaakt leed. Haar dochter leek wat zakelijker van aard maar de ontvankelijke en onbevangen waarnemer zag versluierde emoties als gedaanten achter een wajangscherm.

Twee formidabele vorstinnen, twee Godsgeschenken voor de natie.'

NRC Webpagina's
29 januari 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) JANUARI 1998