HOLLAND FESTIVAL
RECENSIES
SUPERMARKT OF AVANTGARDE?
AUS DEUTSCHLAND
MARIA AUSTRIA
MATS EK
WARRE BORGMANS
"AH HUMBUG!"
|
HOLLAND FESTIVAL 1997
Champagne zorgt voor vrolijke sfeer in Carré
Door PIETER KOTTMAN
Voorstelling: Holland Festival. Een
midzomernachtsdroom naar William Shakespeare op muziek van Felix
Mendelssohn Bartholdy. Door Nederlands Kamerkoor, ad hoc-formatie
acteurs in regie Ger Thijs, Orkest van de Achttiende Eeuw o.l.v. Frans
Brüggen. Gezien: 31 mei, in Carré, Amsterdam.
Controverse hoort bij de opening van festivals, of het nu om de
filmfestivals in Rotterdam of Cannes gaat of om het Holland Festival.
Over de vraag of beproefde kwaliteit, spektakel of dwars experiment het
spits moet afbijten valt eindeloos te redekavelen. Het antwoord doet er
nauwelijks toe: minstens zozeer als de tevredenheid of ontgoocheling
hoort de discussie bij de folklore. Geen betere opening dan het
evenement dat rumoer veroorzaakt.
Deed Een midzomernachtsdroom, de openingsvoorstelling van nota bene de
vijftigste, jubileumeditie van het Holland Festival dat? Helaas: nee. Al
varieerde het oordeel van 'waardeloos' tot 'onwaardig', meewarigheid
overheerste in de reacties op het feest met door sponsors betaalde
hapjes en drank na afloop. En niet ten onrechte.
Als festivaldirecteur Jan van Vlijmen dirigent John Eliot Gardiner of
regisseur Peter Brook had uitgenodigd om de als 'semi-concertante of
semi-theatrale presentatie' omschreven voorstelling te realiseren, dan
was er van het idee misschien iets terecht gekomen. De eerste heeft meer
dan eens bewezen concertante uitvoeringen met groot succes minimaal te
kunnen ensceneren, de tweede heeft het patent op de arte povere in het
theater. Regisseur Ger Thijs, tevens artistiek leider van Het Nationale
Toneel, heeft in het verleden weliswaar uitstekend theater gemaakt van
Couperus en Henry James, maar het illustreren van muziek vereist toch
een ander soort expertise.
Zijn bewerking van Shakespeares stuk tot acht cruciale scènes
oogt op papier misschien adequaat genoeg (al is het de vraag of
toeschouwers die het verhaal niet kenden het volgen konden) maar in de
praktijk was de enscenering eerder een stoorzender dan een aanvulling
van Mendelssohns muziek, uitgevoerd door het onvolprezen Orkest van de
Achttiende Eeuw onder leiding van Frans Brüggen. Depaukenist die
vóor ieder roffeltje met zijn oor tegen de vliezen zijn
instrumenten stemde, bood een heel wat boeiender schouwspel dan de
acteurs, onder wie coryfeeën als Hans Dagelet, Catherine ten
Bruggencate, Gijs Scholten van Aschat en Han Kerckhoffs, hoe goed de
laatste als de in een ezel veranderde Spoel ook balkte.
Houterig theater van tussen de schuifdeuren maakten ze ervan, een indruk
die nog versterkt werd door de beslissing hen uit meegevoerde
tekstboekjes te laten voorlezen.
Dat is een stijl die de illusie moet doorbreken en zonder twijfel
verwijst naar het door de 'handwerkslieden' uitgevoerde toneelstukje in
Shakespeares stuk, maar dan nog is het ongelukkig dat een onderdeel het
geheel bepaalt, waardoor bovendien het specifieke karakter van dat
onderdeel verloren gaat.
Ironisch genoeg was juist het tegendeel van het doorbreken van de
illusie het hoogtepunt van deze opening. Toen op het toneel het
huwelijksfeest aan het hof van Athene werd ingezet, werd door het
uitreiken van een glas champagne aan het voltallige publiek in het tot
de nok gevulde Carré iedere toeschouwer genodigde van hertog
Theseus. Daarna werd het zowaar een vrolijke boel, het a-morfe
geroezemoes in de zaal bleek een heel wat betere begeleiding van het
rustig doorspelende orkest dan het knullige Jan Klaassen-spel in de
piste. Waar sponsors niet goed voor zijn.
NRC Handelsblad, 2 juni 1997
|
NRC Webpagina's
2 juni 1997
|