HOLLAND FESTIVAL
SUPERMARKT OF AVANTGARDE?
AUS DEUTSCHLAND
MARIA AUSTRIA
MATS EK
WARRE BORGMANS
"AH HUMBUG!"
|
BAH! HUMBUG!
door Paul Steenhuis
Er is alle aanleiding om de directeur van het vijftigste
Holland Festival, de componist Jan van Vlijmen, de hand te schudden en
te zeggen: gefeliciteerd. Wat heeft u een mooi jubileumprogramma
samengesteld.
Immers, voorstellingen als Kagels opera Aus Deutschland, een
compleet Vermeulen-retrospectief en een overzicht van het werk van
choreograaf Mats Ek zijn op voorhand al de moeite waard te noemen.
Een verslaggeefster van de Vpro-Gids had de euvele moed Van
Vlijmen zo positief gestemd te benaderen. Zij heeft hem, blijkens haar
verslag in de gids van deze week, willen feliciteren met zijn
programmering.
,,Bah! Humbug!'' luidde, kort samengevat, zijn antwoord.
Nu moet een leider van een evenement als het Holland Festival natuurlijk
op zijn daden, dat wil zeggen zijn programmering, beoordeeld worden, en
niet op zijn woorden. Maar aangezien Van Vlijmen de laatste paar jaar -
hij is sinds 1991 directeur van het Holland Festival, en houdt er dit
jaar mee op - zich allengs mopperender, zuchtender en knorriger is gaan
uiten over zijn festival en zijn Holland, is de verleiding groot om hem
te ontmaskeren als een kunst- Scrooge.
Immers, de legendarische vrek Ebenezer Scrooge uit het kerstverhaal A
Christmas Carol van Charles Dickens antwoordde op alles "Bah!
Humbug!' - zelfs toen zijn neef hem "vrolijk kerstfeest' wenste. De
commentaren van Van Vlijmen komen de laatste tijd doorgaans neer op
hetzelfde.
En net als bij Scrooge lijken aanhoudende geldzorgen bij Van Vlijmen de
bron te zijn van zijn zwartgallige visie. Toen hij in 1991 aantrad als
directeur van het Holland Festival kreeg hij te maken met een tekort op
de begroting van 4,5 miljoen gulden. Aan hem de taak die schulden weg te
werken, en tegelijk steeds een spetterend Holland Festival te
organiseren. ,,Het inlopen van schulden heeft onevenredig veel aandacht
gevraagd,'' aldus Van Vlijmen in het vraaggesprek. Hij moest bij het
bedrijfsleven bedelen om geld, en als dat dan op het laatste moment los
kwam was het eigenlijk te laat: ,,Daardoor heb ik dingen laten vallen,
die ik achteraf gerust had kunnen programmeren,'' stelt hij spijtig
vast. Vandaar ook dat hij "meer ontevreden' dan tevreden terugkijkt op
zijn festivaltijd.
Dat het, financiëel gezien, blijkbaar allemaal wel meeviel, vermocht
hem niet op te monteren. Integendeel: bij de aanhoudende zorg om geld
kwam een dubbele desillusie, over de kunst en over het Nederlandse
publiek. Al eerder, midden jaren tachtig, had Van Vlijmen als intendant
van de Nederlandse Opera vergeefs om meer geld en meer kwaliteit
gevraagd, en stapte op. Als directeur van het Holland Festival vroeg hij
opnieuw en a fortiori vergeefs om geld en kwaliteit. Want niet
alleen schoof de overheid te weinig, ook de kunst liet het nu afweten:
,,Er is al jaren geen grote vernieuwing in de kunst. Er is geen nieuwe
avant-garde. Ik begrijp best dat het programma van het Holland Festival
de afgelopen tien jaar in dat opzicht als onbevredigend werd ervaren,
maar er zat nauwelijks meer in,'' schreef hij vorig jaar in de
Volkskrant. Die lijn zet hij nu door. Het Concertgebouworkest heeft
"een duf progammaatje', van de orkesten gaat "bitter weinig uit'. Dat er
componisten zijn die niets meer zien in het serialisme, vindt hij
"idioot' - het is allemaal "Bah! Humbug!' En dan hebben we het nog niet
eens over het publiek. Hooguit 500 van de 700.000 Amsterdammers is in
moderne muziek geïnteresseerd, vertelt hij in de Vpro- Gids.
Ja, hoe kun je in zo'n omgeving een cultureel festival organiseren
dat überhaupt iets voorstelt? Niets dan ellende is het.
Paarlen voor de zwijnen, dat hele festival.
Laten we hopen dat de directeur op de laatste avond van het Holland
Festival door drie geesten bezocht wordt. Anders loopt het somber af.
|
NRC Webpagina's
30 mei 1997
|