HOLLAND FESTIVAL
SUPERMARKT OF AVANTGARDE?
AUS DEUTSCHLAND
MARIA AUSTRIA
MATS EK
WARRE BORGMANS
"AH HUMBUG!"
|
WAAR IS DIE VLEUGEL GEBLEVEN?
Mauricio Kagel zoekt de confrontatie met de Duitse
cultuur
In zijn opera "Aus Deutschland" zoekt componist Mauricio Kagel
Duitsland in haar schitterendste verschijning en in haar meest duistere
gestalte. Kagel bereidde, samen met regisseur Herbert Wernicke en
dirigent Reinbert de Leeuw, de voorstelling voor in het Zwitserse Basel.
door door Emile Wennekes
Zo'n tweehonderd vleugels liggen in de foyer van het
Theater Basel, meters hoog opgetast in één
gezichtsbepalende warrelklomp. Het Das Eismeer van schilder
Caspar David Friedrich lijkt in megaproporties te zijn nagebouwd, maar
dan met muziekinstrumenten in plaats van kruiende ijsschotsen. Wekenlang
wordt er al gerepeteerd in deze stortberg van klavieren die het decor
vormt voor Aus Deutschland, een "liederenopera' van de
Argentijns-Duitse componist Mauricio Kagel. Tijdens het Holland Festival
zal dit werk voor het eerst sinds zijn première, ruim vijftien
jaar geleden, weer geënsceneerd worden opgevoerd. Voor de nieuwe
enscenering tekent een van de belangrijkste regisseurs van dit moment:
de Duitser Herbert Wernicke. Na Zemlenski's Kreidekreis (1986),
Blauwbaards burcht van Bartók (1988/1991) en Theo
Loevendie's Esmée (1995), is dit de vierde enscenering van
Wernicke die in ons land te zien is.
Wernicke's decorontwerp bij Aus Deutschland telt zoveel vleugels,
dat tijdens de repetities aanvankelijk niet eens wordt opgemerkt dat er
één ontbreekt. Als de zanger die de rol van Schubert
vertolkt achter zijn klavier wil plaatsnemen, tast hij plotseling in het
niets. Eigenmachtig optreden van de decorbouwers stuurt de repetitie
korte tijd in de war. ,,Hé, wo ist denn der Flügel?''
De Kammersänger roept: ,,Verrek, ik voelde me de hele tijd al wat
gedesoriënteerd.'' Een derde solist vult aan: ,,Op de vierde
verdieping werd ik daarnet bijna omvergelopen door een paar kerels die
een vleugel door de gangen zeulden.'' Verbijstering alom. Een
regie-assistent trekt een sprintje naar de werkplaats elders in het
gebouw en even later wordt het gevaarte binnengedragen en weer bevestigd
tussen de overige vleugels in het decor.
Aus Deutschland is de enigszins provocerende titel van een
avondvullende compositie die de nu 65-jarige Mauricio Kagel in 1981
voltooide. Het is geen opera in conventionele zin, meer een
aaneenschakeling van losse taferelen. Elk van de zevenentwintig
scènes vertelt een eigen verhaal, meest ontleend aan een
romantisch klavierlied. Grommend verjagen de honden de Leiermann uit
Schuberts Winterreise. Eén van de beide grenadieren die van
Frankrijk naar Rusland trokken, vindt in een vleugel zijn laatste
rustplaats, en Der Tod brengt ook op het toneel Das
Mädchen genadeloos om hals.
Van een doorlopende handeling is in Aus Deutschland geen sprake.
Wel is de Duitse cultuur, met de romantiek als referentiepunt, het
overkoepelende thema. Als personages treden dichters op als Goethe en
Hölderlin. Ook wordt Schubert ten tonele gevoerd, samen met de
figuren die hij in zijn liederen bezingt. Als genaturaliseerde Duitser
is de Duitse cultuur grotendeels Kagels eigen cultuur geworden; als
geboren Argentijn legt hij een zekere distantie aan de dag; als jood zal
hij ambivalente gevoelens ten opzichte van de Duitse geschiedenis
blijven koesteren. Aus Deutschland belicht de Duitse cultuur dan
ook zowel in haar schitterendste verschijningsvorm als in haar meest
duistere gestalte. Bij Schubert is het "Wandern' nog een onschuldig
esthetisch genoegen. Waar de romantische natuurbeleving ook toe kan
leiden, tonen de Wandervogel, de fanatici die de ziekte van de
Hitlerjugend al in zich droegen. Kagel is een grootmeester in het
hanteren van zulke radicale associaties.
Heinrich Heine
<3> De titel Aus Deutschland refereert aan Heine's satirische
epos Deutschland, ein Wintermärchen (1844) en ook het motto
is ontleend aan een gedicht van Heine: "Denk ich an Deutschland in
der Nacht, Dann bin ich um den Schlaf gebracht...' - Wanneer ik aan
Duitsland denk is het gedaan met mijn nachtrust. Nog concreter verwijst
de titel naar De l'Allemagne (1810) van de Zwitsers- Franse
schrijfster Madame de Staël, die in dit essay een sterk
geromantiseerd beeld geeft van het Duitsland uit haar tijd. ,,De Duitse
cultuur oefende in de negentiende eeuw een enorme aantrekkingskracht uit
op de omringende landen, op Frankrijk in het bijzonder'', zegt regisseur
Herbert Wernicke. ,,Je zou kunnen spreken van een ware Germanomanie, met
Goethe als het stralende middelpunt. Op het Faust-thema werden opera's
gecomponeerd door bijvoorbeeld Berlioz en Gounod.''
Duitsland heeft zijn laars veelvuldig op Frans grondgebied gezet, maar
aan het slot van Aus Deutschland - en dat is waarschijnlijk
positief te interpreteren - beminnen de thema's van de
Marseillaise en het Deutschlandlied elkaar voorzichtig en
efemeer. Dit is het enige moment in de opera waar Kagel bestaande muziek
citeert. Het libretto destilleerde hij daarentegen uit ongeveer
vijfenzeventig liedteksten van romantische dichters. Kagel smeedde deze
citaten aaneen en voorzag ze van zijn eigen muziek. Door deze werkwijze
verwijst hij als vanzelf naar eerdere zettingen van de gekozen teksten.
Want wie hoort niet de Mignon-liederen van Beethoven, Schubert, Schumann
of Wolf meezingen bij een regel als "Nur wer die Sehnsucht kennt, Wei,
was ich leide! '
Kagel kwam in 1957 van Argentinië naar Duitsland. Daar verwierf hij
met origineel bezette composities die vaak leentjebuur speelden bij
andere kunstvormen al snel een leidende positie in het muziekleven. De
bezettingen van Kagels composities zijn vaak weinig traditioneel:
tuinslangen, muntstukken, glazen, autotoeters, zelfgewrochte
orkestmachines - je kunt het zo gek niet verzinnen, voor Kagel kan ieder
objet trouvé fungeren als klankcorpus.
In de jaren tachtig verkreeg Kagel de Duitse nationaliteit. Hij was naar
Duitsland gekomen, zo zei hij bij die gelegenheid, omdat hij zijn innige
relatie met Bach, Haydn, Mozart, Schubert en Brahms in hun geboorteland
wilde intensiveren. Een kniesoor die tegenwerpt dat niet al deze
componisten Duitsers waren. Tot Duitsland behoort voor Kagel elk
Duitstalig land. Dat verklaart waarom in Aus Deutschland een
Wener als Franz Schubert een sleutelpersonage kan zijn. Maar meer nog
dan over Schubert, gaat de opera over Heine. Volgens Albrecht Puhlmann,
dramaturg en directeur van het Theater Basel, is er een duidelijke
geestverwantschap tussen Heine en Kagel. Puhlmann: ,, Zowel Kagel als
Heine zijn van joodse komaf en lijden onder Duitsland; tegelijkertijd
worden zij er echter heftig door aangetrokken. Heine hanteert
romantische topoi, hij maar ironiseert ze, en dat is precies wat Kagel
doet.''
De Dood is zo'n romantisch thema. Magere Hein is goed vertegenwoordigd in
Aus Deutschland. Hij kent geen genade voor het jonge meisje dat
niet sterven wil, maar aan de romantische doodsdrift van de jongeling
geeft de knekelman geen gehoor. Rustig poetst hij zijn zeis, hooghartige
blikken werpend op de smachtende knaap. Kagels ironie heeft echter ook
een bloedserieuze keerzijde. Grotesk is het moment dat Schubert in
Aus Deutschland de blues zingt: The song of the prison
tomb. Kagel bedoelt daarmee het venster op de wereld wagenwijd open
te zetten. Terwijl de romantici voor ons hun meest intieme gevoelens
ontboezemen, wordt aan de andere kant van de aardbol de individuele
identiteit van de negerslaaf vermorzeld.
"Vergiftet sind meine Lieder', zegt Schubert met van Heinrich
Heine geleende woorden als hij voor het eerst opkomt. Puhlmann ziet
hierin Kagels kritiek op het liedrecital, zoals dit door toedoen van
mensen als Dietrich Fischer- Dieskau een ongekend hoge vlucht nam. ,,Er
is niets saaiers dan zo'n liederenavond. Daar komt bij dat de inhoud van
de liederen al in de vorige eeuw werd misbruikt voor politieke
doeleinden. Goethe en Beethoven zouden een bewijs zijn voor de
superioriteit van de Duitse cultuur, en ver verheven zijn boven andere
culturen. Interessant is in dit opzicht het slotbeeld van Kagels opera,
dat ontstaan is uit een silhouettekening van Otto Böhler. Daarin zie
je collega-componisten Schubert huldigen, maar dat rijtje bestaat uit
louter componisten die in de Duitse ideologie pasten. Joodse musici als
Mendelssohn ontbreken ten enenmale. En dat wil Kagel ons nog eens
inwrijven.''
Reprises
Aus Deutschland is een co-productie van het Holland Festival, de
Wiener Festwochen en het Theater Basel. Het initiatief ging uit van Jan
van Vlijmen, de scheidend festivaldirecteur en dirigent Reinbert de
Leeuw. Zij benaderden Wernicke voor de enscenering. De voorstelling
wordt voorbereid in Zwitserland. Het Theater Basel beschikt, in
tegenstelling tot het Holland Festival, over eigen decorwerkplaatsen en
repetitieruimten. Bovendien woont Wernicke sinds 1990 in Basel en zijn
alle solisten op de een of andere wijze verbonden aan het Theater Basel.
Bij de productie zijn twee koren en twee orkesten betrokken: het
Sinfonieorchester Basel en het Chor des Theater Basel, geleid door
Jürg Henneberger. Zij zullen Aus Deutschland in oktober en
november twaalf keer opvoeren in Basel. In Amsterdam, waar op 12 juni in
Carré de première plaatsvindt en de twee reprises, zullen
het Schönberg Ensemble en het Nederlands Kamerkoor onder leiding
van Reinbert de Leeuw aantreden. Aansluitend reizen zij door naar
Oostenrijk om de productie nog twee keer te begeleiden tijdens de Wiener
Festwochen. De solisten zijn overal dezelfde.
Hoewel de Zwitsers pas volgend seizoen voor het voetlicht hoeven te
treden, zijn zij het juist die in Basel al weken lang met de solisten
repeteren. Sommige leden van het lokale koor mokken in de wandelgangen
over deze voor hen nogal ondankbare werkwijze; het buitenlandse
tourneetje wordt hen door de neus geboord. Wernicke kan hen slechts
troosten met het feit dat zij de meeste voorstellingen zullen spelen. De
Kageliaanse ironie van het feit dat Aus Deutschland in
verschillende landen te zien is, behalve nu juist in Duitsland zelf,
ontgaat hen.
Tijdens de eerste gezamenlijke repetitiedag van koor en orkest straalt
regisseur Wernicke gezag uit. Iedereen groet hèm. Hij antwoordt
meestal met een licht neigen van het hoofd. Het draait om de muziek, die
ochtend. Op de band zwaait krakend een deur open. Het vrouwenkoor
neuriet, ijle flageoletten twinkeleren door de ruimte, vergezeld van
orgeltonen, buisklokken en omfloerst koper. Gezeten op de trap van de
foyer kijkt Wernicke vooral: naar directeur Puhlmann, die zich
goed geluimd van de lange trapleuning laat glijden. Naar de solisten die
hij slechts nu en dan een summiere aanwijzing geeft.
Het orkest zit vóór en naast het decor; de koorleden zijn
door Wernicke gepositioneerd als toeschouwers in de zaal. Dat het koor
geen scenische rol vervult, is het gevolg van het werken met twee koren.
Hierdoor is de regie in eerste plaats toegesneden op de solisten. Dat
dit een krachtig theaterbeeld geenszins in de weg hoeft te staan, bewees
Wernicke onlangs nog in Parijs, waar hij in zijn enscenering van
Schönbergs Moses und Aron voor een vergelijkbare benadering
koos, vertelt Reinbert de Leeuw.
,,Het sterke van Wernicke is, dat hij uit de muziek dramatiseert. Niet
alleen het Bühnenbild bestaat uit muziek, namelijk uit de
vleugels, maar je ziet ook alles. Er wordt geen gebruik gemaakt
van een orkestbak; er wordt niet, zoals in de regieaanwijzing staat,
achter de coulissen gespeeld. Deze scenische opvoering heeft alles te
maken met de concertante uitvoeringen van Aus Deutschland die wij
in 1985 en 1987 hebben gedaan. Ik ben altijd bang geweest voor een
enscenering, en heb zelfs gedacht dat dit stuk nooit meer
geënsceneerd zou moeten worden, juist omdat de muziek van Kagel zo
ongelooflijk subtiel is. De muziek vertelt het verhaal, en die muziek
heeft het in zich om ondergesneeuwd te raken door de beelden. Dat
gebeurde bij de première in Berlijn, waar het visuele geweld de
muziek overdonderde.''
In plaats van de overdaad aan decorwisselingen die de Berlijnse
enscenering van Aus Deutschland in 1981 kenmerkte koos Wernicke
voor één meerduidig toneelbeeld dat verwijst naar de
verschillende thema's uit Kagels opera. In de piano's uit het decor is
de burgerlijke muziekcultuur als romantische kunstvorm tot een
allegorisch beeld bevroren. Tegelijk is het de Trümmerhaufen
- de puinhoop - die de nazi's overal in Europa nalieten. Met dit ene
decor wijkt hij doelbewust af van Kagels regieaanwijzingen, waarin deze
voor elke scène een verandering van de achtergrond suggereert. Die
aanwijzingen noteerde de componist evenwel pas nà de Berlijnse
enscenering, op dringend verzoek van de uitgever. Kagel, een door de wol
geverfd theatermaker, betuigt zich enthousiast over Wernicke's
benadering. ,,Ik vind zijn ideeën zeer interessant, zeer complex en
vooral heel theatraal", zei hij eerder in deze krant. ,,Maar ik bemoei
me er verder niet mee.''
Ruimhartig
Kagel toont zich ruimhartig als er met kracht van argumenten van zijn
opvattingen wordt afgeweken. Hij kon zich eveneens vinden in de
omstandigheid dat Reinbert de Leeuw bij zijn concertante uitvoeringen
van Aus Deutschland in de jaren tachtig niet alleen de volgorde
van de scènes wijzigde, maar zelfs enkele scènes schrapte
omdat deze dermate theatraal van karakter waren, dat zij hun raison
d'être verloren bij een louter muzikale uitvoering. Wernicke
heeft deze wisselingen en coupures overgenomen, met uitzondering van de
scène van de Kartenlegerin, die hij weer invoegde.
De Kartenlegerin is een van de rollen die actrice Desirée Meiser,
de echtgenote van Wernicke, op zich neemt. Meiser moet eenheid brengen
in de verzameling losse beelden waar Aus Deutschland uit bestaat.
Zij zal, als vertelster en in de andere rollen waarin ze reciteert,
zingt en acteert, voortdurend te zien zijn en de handeling mede bepalen.
Meiser zit achter een vleugel met daarop tal van vanitas-symbolen: een
schedel, een zandloper, een pistool, stapels (prenten)boeken, een
opgezette buizerd. ,,Ik probeer een beeld te vinden voor een figuur die
permanent aanwezig is, zonder dat zij penetrant wordt of de handeling
teveel verdubbelt. Ik probeer subtiel tegenspel te bieden of slechts een
tableau neer te zetten. Soms houd ik mij slapend, als in Goya's ets
De slaap der rede brengt monsters voort.''
In details wordt afgeweken van Kagels partituur. Zo spreekt Meiser een
enkele keer tekstfragmenten uit die in het origineel door een ander
gesproken worden. Countertenor Kai Wessel heeft de ligging van zijn
partij in overleg met Kagel ("wij zijn buren') aangepast aan zijn eigen
stemomvang. Eén van de meest ontroerende momenten uit Aus
Deutschland is het duet van Wessel met Meiser. Als de androgyne
Mignon zingt Wessel, in een wit gewaad en amper verstaanbaar door de
minuscule mondharmonica waarin hij zijn woorden blaast, een verstild
hymnisch lied. Een aangrijpend dramatisch crescendo volgt - Meiser reikt
hem het pistool aan waarmee hij zich van het leven berooft.
Bij het repeteren van deze scène is Wernicke beduidend actiever
dan een dag eerder bij de koor- en orkestrepetitie. Onafgebroken rokend
zit hij aan een tafel met een team van medewerkers. De asbak voor hem,
circa tien centimeter hoog, vertoont na een halve dag repeteren een
zelfde soort Trümmerlandschaft als het decor voor hem. Er
wordt nog volop gesleuteld aan de regie en het decor is evenmin
voltooid. Het model van de Dom van Keulen moet bijvoorbeeld nog worden
gemonteerd. De Keulse Dom is een romantisch symbool bij uitstek, want
hoewel met de bouw al werd begonnen in de middeleeuwen werd hij pas in de
negentiende eeuw voltooid. Keulen - het is de woonplaats van Kagel.
Keulen - het is de stad aan de Rijn, weer zo'n romantisch element:
,,Denk aan Heine's Lorelei, denk aan Wagners Rheingold,
denk aan Schumann die zich in de Rijn wierp, denk aan Schumanns
liedcyclus Dichterliebe, denk aan zijn Rheinische-
Symphonie'', zegt Wernicke in een spervuur van associaties. ,,Aus
Deutschland is een caleidoscoop die tal van thema's met oneindig
veel variatie weerspiegelt. Het is Duitslands mooiste droom en
nachtmerrie tegelijk.''
Aus Deutschland van Mauricio Kagel in een regie van Herbert
Wernicke. Solisten: Desirée Meiser, Mary Angel, Christoph
Homberger, Kai Wessel e.a. Schönberg Ensemble & Nederlands
Kamerkoor o.l.v. Reinbert de Leeuw. Koninklijk Theater Carré,
Amsterdam: 12, 13, 14/6. Rechtstreekse radio-uitzending.: 12 juni 20.15
uur Radio 4. Tv-registratie: 30 juni 19.30 uur NPS-Ned. 3.
|
NRC Webpagina's
30 mei 1997
|