HOLLAND FESTIVAL
SUPERMARKT OF AVANTGARDE?
AUS DEUTSCHLAND
MARIA AUSTRIA
MATS EK
WARRE BORGMANS
"AH HUMBUG!"
|
DE TRIOMFBLIK VAN MARIA CALLAS
Maria Austria's perfecte oog voor entourage
Een speelgoedbeertje voor een operadiva, de cellokoffer van
Rostropovitsj: fotografe Maria Austria had een perfect oog voor zulke
details. Tijdens het Holland Festival is een tentoonstelling te zien van
haar werk. ,, Wat deze tentoonstelling zo goed laat zien, is hoe groots
haar afgeleide blik was, haar oog voor de entourage van het theater.''
door Bas Heijne
Een cellokoffer, losjes vastgehouden door een man, die
begroet wordt door een vrouw met een handtas aan haar arm. Hun hoofden
zie je niet, ze vallen buiten het kader van de foto. Je hebt geen idee
wat ze tegen elkaar zeggen. Het is de koffer die je blik trekt. De
aandacht van zijn eigenaar is even op iets anders gericht, even is er
niemand die op de koffer let. Alleen de fotograaf heeft oog voor zijn
stille aanwezigheid. Anders dan de handtas aan de vrouwenarm houdt de
koffer er een eigen leven op na.
De foto is gemaakt door de bekende theaterfotografe Maria Austria
(1915-1975) , bij de aankomst van Mstislav Rostropovitsj op Schiphol, in
de zomer van 1964. De Russische cellist gaf een recital in de
Amsterdamse Westerkerk, in het kader van het Holland Festival. Ook
daarvan is een foto opgenomen in de kleine tentoonstelling die het Maria
Austria Instituut heeft samengesteld met foto's uit de eerste vijftig
jaar van het festival; daarop zie je Rostropovitsj mèt zijn
instrument, geconcentreerd spelend, zijn ronde, deegachtige gezicht naar
de camera gericht. Een mooie foto, maar het is de foto van zijn koffer op
Schiphol waarnaar je blijft kijken.
Waarom? Maria Austria (ze vormde een maatschap met haar echtgenoot Henk
Jonker en Aart Klein) maakte talloze foto's van theater, muziek en
operavoortstellingen, maar wat deze jubileumtentoonstelling zo goed laat
zien, is hoe groots haar afgeleide blik was, haar oog voor de
entourage van het theater. Niet de voorstelling wordt vastgelegd, maar
de mensen die de voorstelling maken. Dat gaat verder dan een kijkje
achter de coulissen, deze foto's zijn veel meer dan sfeerbeelden rondom
het podium. Je ziet zangers, musici, toneelspelers aan het werk,
één stap of meer verwijderd van wat een voorstelling of
optreden zal worden, halverwege hun metamorfose in hun kunst. Je ziet de
dirigent Bruno Maderna in overleg met de volledig opgetuigde Franse
zanger Michel Sénéchal, tijdens wat een de generale
repetitie moet zijn geweest van Rameau's opera Platée, de
hoofden van Luciano Berio en Cathy Berberian in discussie, een
zelfbewuste foto van de jonge Pavarotti en Giacomo Aragall tijdens een
repetitie van Bellini's I Capuleti e i Montecchi. Of Austria
brengt het moment ná de metamorfose in beeld: het voldane,
genietende gezicht van de Spaanse mezzo Teresa Berganza na haar recital,
de achteloze triomfblik van Maria Callas na haar optreden in het
Concertgebouw (1959), naast de bijna tastbare verering van fans Lord en
Lady Harewood en festivaldirecteur Peter Diamand, een doos chocolade van
banketbakker Pott onder zijn arm (die hij de afgeslankte diva vast de
hele avond niet heeft durven geven.)
Speelgoedbeertje
En de blik van Austria en de haren reikte nog verder: ook het publiek
speelt op sommige van deze foto's een vitale rol. Je ziet de blije
bewondering van de fans die Benjamin Britten in 1949 bij de
artiesteningang van het Concertgebouw opwachten, waar hij zijn eigen
Spring Symphony heeft gedirigeerd. Er is een foto van een La Scala-diva
die bestormd door uitgelaten vrouwelijke fans, van wie er een een
eigengehaakt speelgoedbeertje zal gaan aanbieden aan haar idool.
Dat beertje, die doos bonbons, de stevige handtassen van de dames en die
koffer van Rostropovitsj; dat zijn de details op deze foto's die
ontroeren, omdat ze hebben vastgelegd wat verdwenen is. Kunst heet
tijdloos te zijn, maar niets is zo vergangelijk als de voorstelling, het
optreden, de uitvoering. Het sublieme moment gaat voorbij, niets blijft.
Kunst blijft, maar uitvoerende kunstenaars worden oud en gaan dood. Mooi
emblematisch heeft Austria die tragiek gevangen in een foto van een
ongenaakbaar Grieks toneelmasker op een stoel, een grote kop met een
eeuwig tragische open mond. Hij werd gemaakt tijdens een repetitie van
Euripides' Iphigeneia; daarachter, een beetje onscherp, zie je
twee menselijke figuren die herkenbaar in 1951 thuishoren, een van hen
een vrouw met de onvermijdelijke handtas.
Het zijn kunstwerken, deze foto's. Ze verbeelden het tijdelijke van het
theater, de inspanningen die mensen zich getroosten om een kunstwerk tot
leven te wekken. Hoe groot hun kracht is, blijkt uit de bijna magische
aantrekking die ervanuit gaat: hoe graag had je niet zelf dat
vereeuwigde moment meegemaakt, zo ongeveer als Woody Allens
alomtegenwoordige personage Zelig uit de gelijknamige film. Je wil in de
zaal zitten terwijl Joan Sutherland en Huguette Tourangeau Händels
Rodelinda repeteren, de hautaine blik van Elizabeth Schwarzkopf
over je hoofd heen zien gaan tijdens een receptie, en achter Stravinsky
en Robert Craft zitten tijdens de repetitie van Oedipus Rex.
Graag had je de cello van Rostropovitsj naar de auto gedragen.
De tentoonstelling Holland Festival Foto's, met werk van
Maria Austria, Aart Klein, Henk Jonker en Jaap Pieper, is tijdens het
Holland Festival te zien op de begane grond van de nieuwe vleugel van
het Concertgebouw te Amsterdam.
|
NRC Webpagina's
30 mei 1997
|