U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 HOLLAND FESTIVAL

 SUPERMARKT OF AVANTGARDE?

 AUS DEUTSCHLAND

 MARIA AUSTRIA

 MATS EK

 WARRE BORGMANS

 "AH HUMBUG!"

DE TRIOMFBLIK VAN MARIA CALLAS

Maria Austria's perfecte oog voor entourage

Een speelgoedbeertje voor een operadiva, de cellokoffer van Rostropovitsj: fotografe Maria Austria had een perfect oog voor zulke details. Tijdens het Holland Festival is een tentoonstelling te zien van haar werk. ,, Wat deze tentoonstelling zo goed laat zien, is hoe groots haar afgeleide blik was, haar oog voor de entourage van het theater.''

door Bas Heijne
Een cellokoffer, losjes vastgehouden door een man, die begroet wordt door een vrouw met een handtas aan haar arm. Hun hoofden zie je niet, ze vallen buiten het kader van de foto. Je hebt geen idee wat ze tegen elkaar zeggen. Het is de koffer die je blik trekt. De aandacht van zijn eigenaar is even op iets anders gericht, even is er niemand die op de koffer let. Alleen de fotograaf heeft oog voor zijn stille aanwezigheid. Anders dan de handtas aan de vrouwenarm houdt de koffer er een eigen leven op na.

De foto is gemaakt door de bekende theaterfotografe Maria Austria (1915-1975) , bij de aankomst van Mstislav Rostropovitsj op Schiphol, in de zomer van 1964. De Russische cellist gaf een recital in de Amsterdamse Westerkerk, in het kader van het Holland Festival. Ook daarvan is een foto opgenomen in de kleine tentoonstelling die het Maria Austria Instituut heeft samengesteld met foto's uit de eerste vijftig jaar van het festival; daarop zie je Rostropovitsj mèt zijn instrument, geconcentreerd spelend, zijn ronde, deegachtige gezicht naar de camera gericht. Een mooie foto, maar het is de foto van zijn koffer op Schiphol waarnaar je blijft kijken.

Waarom? Maria Austria (ze vormde een maatschap met haar echtgenoot Henk Jonker en Aart Klein) maakte talloze foto's van theater, muziek en operavoortstellingen, maar wat deze jubileumtentoonstelling zo goed laat zien, is hoe groots haar afgeleide blik was, haar oog voor de entourage van het theater. Niet de voorstelling wordt vastgelegd, maar de mensen die de voorstelling maken. Dat gaat verder dan een kijkje achter de coulissen, deze foto's zijn veel meer dan sfeerbeelden rondom het podium. Je ziet zangers, musici, toneelspelers aan het werk, één stap of meer verwijderd van wat een voorstelling of optreden zal worden, halverwege hun metamorfose in hun kunst. Je ziet de dirigent Bruno Maderna in overleg met de volledig opgetuigde Franse zanger Michel Sénéchal, tijdens wat een de generale repetitie moet zijn geweest van Rameau's opera Platée, de hoofden van Luciano Berio en Cathy Berberian in discussie, een zelfbewuste foto van de jonge Pavarotti en Giacomo Aragall tijdens een repetitie van Bellini's I Capuleti e i Montecchi. Of Austria brengt het moment ná de metamorfose in beeld: het voldane, genietende gezicht van de Spaanse mezzo Teresa Berganza na haar recital, de achteloze triomfblik van Maria Callas na haar optreden in het Concertgebouw (1959), naast de bijna tastbare verering van fans Lord en Lady Harewood en festivaldirecteur Peter Diamand, een doos chocolade van banketbakker Pott onder zijn arm (die hij de afgeslankte diva vast de hele avond niet heeft durven geven.)

Speelgoedbeertje

En de blik van Austria en de haren reikte nog verder: ook het publiek speelt op sommige van deze foto's een vitale rol. Je ziet de blije bewondering van de fans die Benjamin Britten in 1949 bij de artiesteningang van het Concertgebouw opwachten, waar hij zijn eigen Spring Symphony heeft gedirigeerd. Er is een foto van een La Scala-diva die bestormd door uitgelaten vrouwelijke fans, van wie er een een eigengehaakt speelgoedbeertje zal gaan aanbieden aan haar idool.

Dat beertje, die doos bonbons, de stevige handtassen van de dames en die koffer van Rostropovitsj; dat zijn de details op deze foto's die ontroeren, omdat ze hebben vastgelegd wat verdwenen is. Kunst heet tijdloos te zijn, maar niets is zo vergangelijk als de voorstelling, het optreden, de uitvoering. Het sublieme moment gaat voorbij, niets blijft. Kunst blijft, maar uitvoerende kunstenaars worden oud en gaan dood. Mooi emblematisch heeft Austria die tragiek gevangen in een foto van een ongenaakbaar Grieks toneelmasker op een stoel, een grote kop met een eeuwig tragische open mond. Hij werd gemaakt tijdens een repetitie van Euripides' Iphigeneia; daarachter, een beetje onscherp, zie je twee menselijke figuren die herkenbaar in 1951 thuishoren, een van hen een vrouw met de onvermijdelijke handtas.

Het zijn kunstwerken, deze foto's. Ze verbeelden het tijdelijke van het theater, de inspanningen die mensen zich getroosten om een kunstwerk tot leven te wekken. Hoe groot hun kracht is, blijkt uit de bijna magische aantrekking die ervanuit gaat: hoe graag had je niet zelf dat vereeuwigde moment meegemaakt, zo ongeveer als Woody Allens alomtegenwoordige personage Zelig uit de gelijknamige film. Je wil in de zaal zitten terwijl Joan Sutherland en Huguette Tourangeau Händels Rodelinda repeteren, de hautaine blik van Elizabeth Schwarzkopf over je hoofd heen zien gaan tijdens een receptie, en achter Stravinsky en Robert Craft zitten tijdens de repetitie van Oedipus Rex. Graag had je de cello van Rostropovitsj naar de auto gedragen.

De tentoonstelling Holland Festival Foto's, met werk van Maria Austria, Aart Klein, Henk Jonker en Jaap Pieper, is tijdens het Holland Festival te zien op de begane grond van de nieuwe vleugel van het Concertgebouw te Amsterdam.

NRC Webpagina's
30 mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)