U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 HOLLAND FESTIVAL

 SUPERMARKT OF AVANTGARDE?

 AUS DEUTSCHLAND

 MARIA AUSTRIA

 MATS EK

 WARRE BORGMANS

 "AH HUMBUG!"

CULTUURSUPERMARKT OF AVANT-GARDEFEEST?

Holland Festival: 50 jaar spraakmakend

Hoewel het publiek niet meer bij kassa's kampeert om kaartjes te bemachtigen, heeft het Holland Festival nog altijd een stimulerende functie. En spraakmakend is het festival ook, sinds de oprichting in 1948.

door Kasper Jansen
Het Holland Festival, dat dit jaar vijftig jaar bestaat, is al een halve eeuw lang met voorsprong het meest be sproken en omstreden onderdeel van het Nederlandse kunstbeleid. Was er voor andere, veel kostbaarder kunst instellingen, maar zoveel intense publieke belangstelling!

De subsidiebedragen die het Holland Festival krijgt, behoren tot de laagste die in de wereld aan zulk soort evenementen worden besteed, maar de hoeveelheden kunst, buitenlands prestige en binnenlands rumoer die het schaarse overheidsgeld heeft op geleverd zijn fenomenaal. Altijd is er kritiek. En meestal wordt nostalgisch herinnerd aan het glorievolle verleden van het Holland Festival. Toen scheen altijd de zon! En elke avond was er een optreden van Maria Callas!

Telkens opnieuw is niet alleen de programmering van het Holland Festival ter discussie gesteld, maar ook het bestaansrecht van het festival werd vaak betwijfeld. Nog vorig jaar stelde het Amsterdamse D66-raadslid Robbers voor het festival na de vijftigste editie "feestelijk' op te heffen. Daar mee zou Amsterdam de subsidie van 1 miljoen gulden besparen. Wel rekende het raadslid erop de vrijkomende rijkssubsidie van drie miljoen voor Amsterdam te behouden. Internationaal belangrijke kunstfestivals in Salzburg, Edinburg, Avignon en Berlijn, pleitten voor het instandhouden van het zo belangrijke Holland Festi val.

Hoewel de opheffing niet doorging, ziet prins Claus zich aan de vooravond van het vijftig-jarig jubileum nog ge noodzaakt zijn eretitel van "beschermheer" van het Holland Festival reële in houd geven door in het programmaboek voor de openingsvoorstelling morgenavond krachtig voor het festi val op te komen: ,,Ik ben van mening dat juist het Holland Festival met zijn vaak baanbrekende, moderne en veelzijdige karakter voor ons kunstleven behouden dient te blijven. Vernieuwing is steeds weer de grote kracht van het Holland Festival geweest; zonder te ver vooruit te galopperen en het publiek achter zich te laten.''

Prins Claus heeft daarin goeddeels gelijk. Wel kan men afdingen op het door de prins gesuggereerde beeld van algemene publieke instemming. Het verwerven van permanente ovaties van immer uitverkochte zalen is niet het hoogste doel van een festival, in ie der geval niet van het Holland Festi val. Dat heeft niet alleen gestreefd naar het voorspelbare hoogste niveau door het engageren van sterkunste naars, maar programmeerde vanaf 1948 ook veel eigentijdse kunst, we reldpremières en avant-gardisme. Dat resulteerde voor een groot publiek via de VPRO-tv in de festivalo pening met Elly, of the beroemde stuk (1980) van Wim T. Schippers en Gied Jaspers (titelrol: Guikje Roethof, nu Tweede Kamerlid voor D66), de door Freek de Jonge gepresenteerde Carré- produkties De Noodzaak van.... (1981) en de Aanvallen van uitersten (1983) van Moniek Toebosch.

Armelijk

De ontwikkeling van het Holland Festival weerspiegelde in grote lijnen de culturele en maatschappelijke ontwikkelingen. Het festival begon in een armelijke naoorlogse tijd, waarin een enorme belangstelling bestond voor de kunst. Tot ver in de jaren vijftig werd nachtenlang voor de kassa's ge kampeerd om kaartjes te bemachtigen.

Het festival groeide uit tot een door de overheid krachtig ingezet instrument van de cultuurpolitiek, die de kunst tot in alle uithoeken van het land wilde verspreiden. De kwantiteit werd tenslotte enorm en door ook langlopende tentoonstellingen in het programma op te nemen duurde het festival ("Een al te gulle gastheer" schreef deze krant) soms officieel het hele kalenderjaar.

Toen de cultuur ook in de kleinste stadjes vanzelfsprekend was geworden en de regio zelf wilde bepalen wat daar te beleven zou zijn, trok het ingekrompen Holland Festival zich uiteindelijk geheel terug op Amsterdam, juist de stad met het grootste en meest gevarieerde kunstaanbod. Aanvankelijk waren er op het Leidseplein nog drukbezochte kaartjesmarkten, maar die zijn al lang verdwenen. In Amster dam werd het festival de laatste jaren een bijna marginaal verschijnsel, vol gens sommigen zelfs overbodig. Het Holland Festival volgde niet al leen de ontwikkelingen, maar gaf ook zelf belangrijke aanzetten tot verande ringen op cultureel-maatschappelijk gebied. Het nog altijd opvallendste voorbeeld is Reconstructie (1969), met als ondertitel "een moraliteit". Een collectief van vijf componisten (Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Misha Mengelberg, Peter Schat, Jan van Vlijmen) en twee librettisten (Hugo Claus en Harry Mulisch) richtte in een decor van architect Carel Weeber een reusachtig standbeeld op voor de revolutionair Che Guevara, met een ma chinegeweer in de handen.

Tegen het eind van het Provo-tijd perk was Reconstructie in de rellerige stad Amsterdam een daad van thea[-] trale en belerende actie tegen de geves tigde orde in de rest van de kapitalisti sche wereld. Die was al in gevaar sinds mei 1968. De voorstelling van Reconstructie vond dan ook niet plaats in een "bourgeois'-omgeving als de Stads schouwburg maar in het "volkse' Car ré.

Het door de staat gesubsidieerde linkse evenenement was fel omstre den. De Telegraaf kwam in verzet, in de Tweede Kamer werden vragen ge steld aan Marga Klompé, cultuurmi nister in het kabinet-De Jong, waar Luns minister van Buitenlandse zaken was. Klompé liet het Holland Festival begaan.

Reconstructie was in de zomer van 1969 een keerpunt in het geschiedenis van het Holland Festival èn in het Hollandse kunstleven. Het verschafte de componisten een basis die in novem ber van dat jaar als Notenkrakers het Concertgebouworkest wilden dwin gen om naast Bernard Haitink een vaste positie voor de moderne muziek te verschaffen aan Bruno Maderna, de dirigent van Reconstructie. Dat lukte niet, maar leidde wel tot de vorming van de internationaal unieke Nederlandse ensemblecultuur.

Maderna was ook de dirigent van Labyrinth (1966) van Peter Schat - een eerste "Gesamtkunstwerk" van tal van kunstenaars. De violist Lodewijk de Boer schreef het libretto, de toneel maker Peter Oosthoek regisseerde, de architect Aldo van Eyck ontwierp de decors, Albert Seelen droeg film bij, de danser Koert Stuyf zorgde voor de choreografie en naast de zangers traden acteurs op: Ank van der Moer, Ko van Dijk, Henk van Ulsen.

Dat brede, multidisciplinaire karakter van Labyrinth was symbolisch voor het Holland Festival als geheel. Het festival was in de jaren '40 en '50 vooral een gezamenlijk project van het complete Nederlandse kunstleven: de orkesten, de opera-, toneel- en dansgezelschappen. De komst van beroemde buitenlandse artiesten, zoals Kathleen Ferrier, Elisabeth Schwarzkopf, Benjamin Britten en Igor Stravinsky en de gastoptredens van gezelschappen, zoals de Scala van Milaan, het Royal Court Theatre, het Théâtre Nationale Populaire, het Sad ler's Wells Ballet, het New York City Ballet, het Grand Ballet de Monte Carlo van markies De Cuevas, betekende extra luxe.

Supermarkt

Het festival werd in de jaren '60 en '70 een "culturele supermarkt" voor ieder een: naast de moderne wereldpremiè res van opera's van Haydn, De Perzen in de regie van Erik Vos, het optreden van dirigenten als Carlo Maria Giuli ni, Eugene Ormandy, Herbert von Karajan en Pierre Boulez, waren er populaire en nonconformistische af delingen. Het Misha Mengelberg Kwartet, het trio Pim Jacobs met Rita Reys en Willem Breuker traden op, Adèle Bloemendaal zong de wereld première van Malle Babbe (1970), men kon naar het Metropole Orkest, Ge rard Cox en Neerlands Hoop in Bange Dagen (1972). En er was "niet-wester se' kunst uit Afrika, Azië, Australië, Zuid-Amerika.

Inmiddels heeft het reguliere Ne derlandse kunstleven in omvang en kwaliteit allang een permanent festi valkarakter. Op alle gebieden van kunst zijn er gespecialiseerde festivals.

Veel van waar het nu om gaat in het Nederlandse kunstleven is op de een of andere manier terug te voeren op het Holland Festival.Optredens van het Glasgow Citizens Theatre van Ro bert David MacDonald, van de Schaubühne am Halleschen Ufer van Peter Stein, van het Schauspielhaus Bochum van Claus Peymann met Die Herrmannsschlacht, van het Tanztheater Wuppertal van Pina Bausch hebben op toneel en dans in ons land een blijvende invloed gehad.

Op muzikaal gebied heeft het festi val een voortrekkersrol gehad met de komst van Benjamin Britten, Igor Stravinsky, Karlheinz Stockhausen, Luciano Berio, Bruno Maderna, Luigi Nono, Mauricio Kagel, Sofia Goebaidoelina en Galina Oestwolskaja. De afgelopen jaren tijdens het bewind van Jan van Vlijmen waren er tal van succesvolle premières van kleinere ope ra's. En dankzij de opzienbarende half-scènische Mozartuitvoeringen in het Amsterdamse Concertgebouw met een onvergetelijke Don Giovanni op tv zullen we ons de Van Vlijmen-jaren herinneren als "de Gardiner-jaren.' Na zo'n rijke historie is het verbazingwekkend dat de afgelopen paar jaar de stemming rond het Holland Festival zo radicaal is omgeslagen. Van Vlijmen had financiële tekorten geërfd en toen die waren afbetaald kon er eigenlijk weinig meer. De directeur leek getroffen door een depressie over vermeende stilstand in de internationale kunst, waardoor er volgens hem zelfs voor het Holland Festival geen voortrekkersrol meer mogelijk was. Het langdurige en moeizame zoe ken naar een opvolger liep parallel aan een ongerichte herbezinning op de functie van het Holland Festival in een snel veranderend cultureel klimaat. Moest het festival eerst een nieuw profiel formuleren en daarbij een artistiek leider zoeken of zou men eerst een ge dreven directeur benoemen, die ver volgens zijn eigen beleid zou bepalen? Tenslotte werd de theatermaker Ivo van Hove benoemd. Hij zal het Holland Festival vernieuwen door de theaterprogrammering tot de ruggen graat te maken. Daaromheen krijgen de andere kunstuitingen hun plaats, ,,in nieuwe volumes, frequenties en programmatische verbanden''. Hoe, dat is nog volstrekt onduidelijk. En daarom is het gelukkig nu al span nend, dat vernieuwde en ongetwijfeld weer spraakmakende Holland Festival.

Het Holland Festival begint op 31 mei. Kaarten voor de voorstellingen zijn te koop bij de kassa's van de theaters, de AUB-ticketshop en de VVV-bespreekbureaus. Telefonisch bestellen kan bij de kassa's van de theaters en de AUB Uitlijn: 020-6211211.

Op de website van het Amsterdams Uit Buro vindt u het gehele programma: www.aub.nl/extra/hf

NRC Webpagina's
30 mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)