IDFA 1995

IDFA besluit met uitreiking Ivens Award aan Depardon

Door onze kunstredactie
AMSTERDAM, 15 DEC. De Joris Ivens Award van het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) is gisteren op de slotavond van de achtste editie toegekend aan de film Délits flagrants van de Franse regisseur Raymond Depardon. Het juryrapport noemde dit slot van een drieluik over Parijse instituties (ambulancediensten, politie, justitie), die aan de zelfkant van een wereldstad opereren, "op vele niveaus opmerkelijk' en "in adembenemende mate cinematografisch oprecht'. Depardons documentaire zal vanaf 4 januari in Nederland in roulatie gaan.

Ook werd de speciale juryprijs toegekend aan de korte Amerikaanse film Picasso Would Have Made a Glorious Waiter van regisseur Jonathan Schell. De in opdracht van een exclusief cateringbedrijf vervaardigde film laat obers op hoog niveau aan het werk zien en onthult de kunstzinnige dubbelfuncties die sommigen van hen bekleden.

De publieksprijzen van IDFA 1995 kwamen terecht bij de film Anne Frank Remembered van de Brit Jon Blair en bij de Franse videodocumentaire My Vote Is My Secret, Chroniques Sudafricaines 1994 van de regisseurs Henderson, Mokoena en Rundle. Een nieuwe prijs, de Zilveren Wolf, werd uitgereikt aan de Israelische regisseur Amit Goren van de video-documentaire 6 open, 21 closed. De avond daarvoor was de winnende videofilm al uitgezonden door de NPS-televisie, sponsor van de prijs.

Het bezoek aan IDFA 1995 vertoonde wederom een lichte groei, van 36.000 naar 38.000 bezette stoelen, maar sluit af met een tekort van rond de 100.000 gulden wegens tegenvallende sponsorinkomsten.


Zoektocht naar het bekende

Jury geeft voorkeur aan vertoners boven vertellers

Door onze redacteur BAS BLOKKER
AMSTERDAM, 13 DEC. Er zijn twee soorten documentairemakers: de vertellers en de vertoners. En sinds gisteren weten we dat de jury van het International Documentary Filmfestival Amsterdam de tweede soort prefereert. Dat bleek bij de bekendmaking van de drie films die strijden om de Joris Ivens Award, die morgenavond wordt uitgereikt.

Twee van deze drie documentaires heb ik bekeken, Délits flagrants en Labendig. Ze zijn louter gemaakt om iets te vertonen dat nooit eerder is vertoond. De makers, respectievelijk Raymond Depardon en Hannes Schönemann, hebben de werkelijkheid die ze met hun camera vastlegden, destijds even onbevangen ondergaan als de festivalbezoeker deze week. Over Claire Simon, die de derde voorgedragen film maakte, Coûte que coûte, kan ik niet oordelen.

Délits flagrants, vorige week op deze plaats besproken, is nauwelijks meer dan een camera, neergezet in het kantoor van de officier van justitie in Parijs en maar kijken wat er gebeurt. Het resultaat is spectaculair, al was het maar omdat je daar nooit bijzit. Natuurlijk heeft Depardon gekozen, gemonteerd en weggelaten. Maar zijn toch voornamelijk registrerende stijl laat beter zien wat er mis is in het rechtssysteem van een beschaafde democratie, dan wanneer een commentaarstem me ervan had proberen te overtuigen.

Het verschil tussen vertoners en vertellers werd duidelijk tijdens de discussie Behind bars van gisteravond. Vier filmmakers spraken over hun documentaires, die alle vier gevangenissen op een of andere manier tot onderwerp hebben. De Israelische regisseur Amit Goren (6 open, 21 closed) en de Nederlanders Jaap van Hoewijk (Procedure 769 - the witnesses to an execution) en Roel van Dalen (Veroordeeld: getrouwd) zijn vertoners, ontdekkers. De Duitser Uli Kick probeert vooral iets te zéggen met zijn film Todorov - ein - Gangsterfilm.

Kick wil, zei hij, met zijn film bewijzen dat de gevangene Todorov in 1971 geen moord heeft gepleegd. Hij schudde verbijsterd het hoofd toen hij Van Hoewijk hoorde verklaren dat zijn film, over getuigen bij de executie van een ter dood veroordeelde, géén boodschap wilde overbrengen. Nee, Van Hoewijk wilde juist een film maken die niet zei of je voor of tegen de doodstraf moet zijn.

Het ging de drie "vertoners' erom te ontdekken wat ze in de gevangenis of van de executie-getuigen zouden zien en horen. Kick, die geen toestemming had gekregen om in de gevangenis van München te filmen, bouwde in de studio een cel na, waarin hij Todorov na diens vrijlating interviewde. Zo wordt filmen zoeken naar de middelen om te vertellen wat je al weet. Goren vroeg zich af: ,,Waarom zou je dan nog de moeite nemen een film te maken?''

Ook Labendig (plat-Duits voor "levendig') is een vertonersfilm. Schönemann filmde in een oud klooster waar psychiatrische pati-enten worden verpleegd. Er komt geen commentaar aan te pas om te zeggen waar we zijn, geen boventitels met namen. Namen hoor je als de mensen elkaar aanspreken. Dat de kliniek Dobbertin heet, vertellen ze als het zo uitkomt en wat ze doen en dromen en denken, daar gaat de hele, schitterende film over.

Tot slot mag niet onvermeld blijven dat Sibylle Schönemann als jurylid kennelijk geen moeite had de film van haar ex-echtgenoot Hannes voor te dragen voor de Joris Ivens Award.


Festivaldebat over ethiek in de film

Door onze redacteur BAS BLOKKER
AMSTERDAM, 12 DEC. De vraag was of de makers van Dood op verzoek, Afscheid en Near Death zelf een filmploeg toestemming zouden geven hun laatste uren te filmen. De twee Nederlanders aarzelden even, besloten toen van wel. Het zou wel van de filmmaker afhangen, zeiden ze. ,,Of die integer is.'' De gelauwerde Amerikaanse documentarist Frederick Wiseman moest er niets van hebben: ,,Omdat ik precies weet hoe filmmakers zijn.'' Integriteit heeft niets met de kwaliteit van een film te maken, volgens de 85- jarige filmer.

De maker van Near Death is zijn laatste uren aanmerkelijk dichter genaderd dan zijn tafelgenoten, maar in het verloop van de discussie over ethiek en de film, gisteren tijdens het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA), bleek het verschil van inzicht fundamenteler. De vervangers voor de afwezige Nederlandse filmers Maarten Nederhorst (Dood op verzoek, over euthanasie) en Ton Koole (Afscheid, over het stervensproces) bleven hameren op de bedoelingen van de maker. Daaraan moet je afmeten of een film "deugt' of "niet deugt'. De vrouw van Ton Koole vond bijvoorbeeld de sterfscène in Dood op verzoek dubieus, omdat daar eerder gedraaide, serene beelden doorheen waren gemonteerd. Mocht je dat wel doen? IKON-directeur Lejo Schenk verdedigde de film van zijn omroep aldus: ,,Deze beelden ondersteunen de intentie van de filmmaker.''

Wiseman zette resoluut een streep door de discussie: ,,Je hoeft helemaal niet integer te zijn.'' Dat zegt volgens hem niets over de kwaliteit van de film. ,,Ik kan mensen toch niet dwingen mijn film ethisch verantwoord te vinden. Ik kan alleen goede scènes maken.'' Het effect daarvan is het enige criterium voor een goede film.

De Nederlandse documentaire Daders, die gisteravond op het festival zijn première beleefde, zal ongetwijfeld voor morele opschudding zorgen. Hans Otten interviewde drie mannen die hun (pleeg-)dochter seksueel hebben misbruikt, zijn veroordeeld en inmiddels weer vrij rondlopen. Bij de voorstelling klonken veel ongemakkelijke kuchjes en geschuif. Effectief is de film zeker. De vaders _ van wie alleen de licht- vervormde stemmen zijn te horen, tussen soms wel èrg esthetische beelden van lege interieurs en alledaagse taferelen _ vertellen bijna een uur lang alle details van hun daden, vermengd met goedpraterij en spijtbetuigingen.

Vooral één stem begin je te haten; die van de vader die zijn dochter anaal "nam' en die, toen ze was gaan huilen en hij terugtrok, zag dat ze bloedde, haar ,,netjes schoongemaakt'' heeft. De toon van "niks aan de hand, ik ben een leuke pipa geweest' is dan haast niet meer te harden. ,,Alleen de daders zelf komen aan het woord'', zegt Hans Otten in een begeleidend schrijven. Maar dat is niet waar. De film toont kort het verhoor van een van de daders in de rechtszaal. Ze keren enkele malen terug, net als je zou kunnen beginnen te denken dat incest zonder pijn en verdriet valt te plegen _ volgens de "ergste' vader huilde zijn dochter van blijdschap toen hij haar ontmaagde.

Enkel en alleen de ,,obsessie van de incestdaders'' durfde Otten misschien niet aan. Vreesde hij dat zijn goede bedoelingen in twijfel zouden worden getrokken? Hoe dan ook, de korte "weerwoorden' van de rechter zijn zeer doeltreffend _ ze bewijzen scherp dat er wel degelijk pijn en verdriet en ellende is aangericht _ en dus terecht in de film opgenomen. ,,Je manipuleert altijd'', zei Wiseman gisteren. En dat is niets om je voor te schamen.


Regisseuse zoekt financiers voor Woodstock II-film

Door HANS BEEREKAMP
AMSTERDAM, 11 DEC. Barbara Kopple, de New-Yorkse regisseur van twee met een Oscar onderscheiden documentaires, is een bijzondere gast van het achtste International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA). In navolging van onder meer Frederick Wiseman, de gebroeders Taviani en Bert Haanstra selecteerde ze op verzoek van IDFA haar tien favoriete documentaires, die door het festival deze week vertoond worden.

Het vooral tot de "direct cinema' behorende rijtje is niet zo verrassend. In plaats van een toelichting op haar keuze besloot Kopple dan ook gisteravond onaangekondigd iets veel spannenders te doen: op video toonde ze in het openbaar 35 minuten ongemonteerd materiaal uit vele honderden uren, die ze vorig jaar opnam voor en tijdens het Woodstockfestival 1994. De tweede Woodstockfilm zal in tegenstelling tot de eerste (geregisseerd door Mike Wadleigh in 1969) geen concertfilm worden. Kopple concentreerde zich op de achtergronden, zoals de weerstand van de omwonenden tegen de komst van duizenden ontaarde druggebruikers, het permanente hippiedom van de organisatoren van beide festivals en de beweegredenen van "Generation X'. Ook filmde ze ten kantore van de aanvankelijk het project ondersteunende mediaconcern Polygram besprekingen over de hoeveelheid benodigde condooms, interviewde alle optredende artiesten met uitzondering van Bob Dylan en plaatste twee zogenaamde "time-lapse"- camera's op het terrein die vier maanden lang onafgebroken de verandering in het landschap registreerden.

Het in Amsterdam aan de openbaarheid prijsgegeven materiaal is fascinerend, benadrukt de eerder in chaos dan in ideologieën gelovende instelling van de tweede Woodstockgeneratie en laat bij voorbeeld een halfnaakt meisje uitroepen dat ze hoopt dat haar kinderen het "cool" zullen vinden dat hun moeder in Woodstock was. Daar zouden de fans van Joplin en Hendrix toch nooit aan gedacht hebben. Verbijsterend is de conclusie van Kopple dat niemand de montage van haar materiaal lijkt te willen financieren, terwijl de eerste Woodstock-film nog steeds de meest lucratieve documentaire aller tijden is.

Door het uitvallen van enkele Franse documentaires ten gevolge van de staking kreeg IDFA ruimte in het programma om surprisefilms te vertonen. Zo is dinsdagmiddag om half vier de verrassende videodocumentaire van Hedda van Gennep Zorgvlied, een begraafplaats aan de Amstel ingelast, die een paar weken geleden op de lokale Amsterdamse zender AT5 te zien was en te laat ingeschreven was voor officiële selectie door het festival. In een ontroerende, persoonlijke stijl portretteert Van Gennep de rustplaats van Annie Schmidt, Ischa Meijer en haar man Rob, maar bovenal de liefde en zorg van de vaste bezoekers en van de doodgravers. Een vrouw die een plekje voor zichzelf zoekt, wordt met eindeloos geduld van boom naar boom geleid, een jongetje dat zijn opa net begraven heeft bekent dat hij het ook heel spannend vond en het geluid van vliegtuigen lijkt steeds te verwijzen naar de nabijheid van de hemel. Een mooi ding, die documentaire, die vooral liefde voor het leven en respect voor een verguisd ambacht overbrengt.


Oude tv-reportages beter dan nieuwe documentaire

Door HANS BEEREKAMP
AMSTERDAM, 9 DEC. Het verschil tussen een (televisie)reportage en een documentaire is niet haarscherp te maken, zo blijkt opnieuw tijdens het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA). Haiti _ Coup de Grace van de Amerikaan Rudi Stern balanceert bij voorbeeld op het randje; de film, die de recente geschiedenis van de Caraïbische republiek vertelt en vooral de ambivalente Amerikaanse houding ten aanzien van president Aristide tijdens diens ballingschap onder de loep neemt, is niet objectief en informatief genoeg voor een goede tv-reportage, maar mist ook de persoonlijkheid van de IDFA-openingsfilm Haiti. Untitled van Jörgen Leth, die bewust feitelijkheden buiten beschouwing laat.

Het toppunt van ironie ten opzichte van de moeizame verhouding tussen reportage en documentaire is wel de Nederlandse film 30 mei 1969 - Gridu di un pueblo van John Leerdam, de zoon van een Surinaamse politieman op Curaçao. In zijn nieuwsgierigheid naar de ware toedracht van de aan revolutie grenzende onlusten in Willemstad in 1969, stuitte Leerdam in het NOB-archief op materiaal, dat de actualiteitenrubrieken van de Nederlandse televisie verzamelden over de interventie van Nederlandse mariniers om de gevestigde orde te redden. Dat materiaal uit Brandpunt, Achter het Nieuws en AVRO's Televizier is, ook naar huidige maatstaven, voortreffelijk: onpartijdig, onthullend en met gevoel voor "cinéma vérité' gedraaid. Leerdams documentaire bestaat voor meer dan de helft uit dat archiefmateriaal en zijn nieuwe opnamen, die niet geheel overtuigend een brug trachten te slaan naar de huidige situatie in de Nederlandse Antillen, kunnen er niet in de schaduw van staan. Zo krijgt het begrip "documentaire' wel een heel merkwaardige invulling.

Een andere Nederlandse wereldpremière, Gevangen op Java van Jan van den Berg, bedient zich wel degelijk van alle middelen die bij een "moderne' documentaire horen. Variaties op leven en werk van de journalist Willem Walraven (1887-1943), die scherpe opmerkingen noteerde over de koloniale samenleving van Nederlands-Indië en die een proces wegens vermeende NSB-sympathieën aan zijn broek kreeg, worden weergegeven door archiefbeelden, teksten en zelfs stukjes speelfilm, waarin Gerard Thoolen de hoofdpersoon verbeeldt. Ook filmde Van den Berg in het huidige Indonesië Poncke Princen (ook beschuldigd van landverraad) en Duco van Weerlee (ook een Nederlandse journalist). Die ongelijksoortige referenties leveren een overvolle, grotendeels onsamenhangende en kennelijk weinig doordachte film op. Walraven verdient een betere documentaire dan deze smakelijk ogende, maar inconsistente nasi rames.


Portret van Duitse Nico vol pikante wetenswaardigheden

Door onze redacteur HANS BEEREKAMP
AMSTERDAM, 8 DEC. Wanneer een film al op veel festivals bekroond is, dan wordt het voor een volgend evenement minder interessant zo'n gedoodverfde prijswinnaar in de competitie op te nemen. Om die reden verbande de achtste editie van het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) de al op talloze festivals, waaronder die van Rotterdam en Utrecht onderscheiden compilatiedocumentaire Moeder Dao de Schildpadgelijkende van Vincent Monnikendam terecht naar de sectie "Highlights of the Lowlands', een informatieprogramma met recente Nederlandse documentaires. Ook de hoofdprijswinnaar van het documentairefestival van Marseille, Nico Icon van de Duitse regisseuse Susan Ofteringer, belandde in een informatieve nevensectie, "Reflecting Images'.

Toch is het biografische portret van de Duitse zangeres, fotomodel en cultfiguur Nico, een van de hoogtepunten van dit festival: een ook in de vormgeving originele en vernieuwende beeldcollage boordevol pikante wetenswaardigheden, zoals in het interview met de moeder van Alain Delon, die de zoon van hem en Nico opvoedde totdat deze bij zijn moeder ging wonen en onder haar invloed ook aan de heroïne verslaafd raakte.

Wel in competitie is de al wat oudere Franse documentaire Délits flagrants van Raymond Depardon, hoewel dezelfde titel al aangekondigd stond voor de editie van vorig jaar. Ten onrechte is dit schitterend eenvoudige document over "heterdaadjes', Parijse verdachten tijdens hun voorgeleiding aan de officier van justitie, op maar weinig festivals in de prijzen gevallen. Depardon, een gelauwerd fotograaf en een grootmeester van de "cinéma vérité', maakte van deze intense, statische observaties van soms draaiende en liegende, dan weer schuldbewust stamelende kleine criminelen een fraai documentair essay over macht en onmacht, over waarheid en verdichting.

Het hoogtepunt van dit weekeinde is de wereldpremière van Niek Koppens De slag in de Javazee, een voornamelijk uit "talking heads' en _ omdat er geen authentiek filmmateriaal bestond _ aan vergelijkbare situaties ontleende archiefbeelden bestaand verslag van het laatste grote militaire treffen uit onze nationale geschiedenis (februari 1942). Koppen interesseert zich niet voor een feitelijke analyse van het moment dat Indië feitelijk verloren ging aan de Aziaten, legt niet uit waarom de zeeslag niet te winnen viel en stipt zelfs niet meer dan terloops de oorsprong van Karel Doormans woorden "Ik val aan, volg mij' aan. Wel is het een uit de mond van vijftig overlevenden (Nederlanders en geallieerden, maar ook Japanners) opgetekende poging tot emotionele archeologie van militairen in doodsnood. Bij de bioscooppremière, die waarschijnlijk al volgende week plaats vindt, komen we er uitgebreid op terug.

De slag in de Javazee, za 21u, Alfa 2; Nico Icon, za 12u, City 2; Délits flagrants, zo 20u Alfa 1.


IDFA in teken van tegenstellingen

Door onze redacteur HANS BEEREKAMP
AMSTERDAM, 7 DEC. Als de achtste editie van het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) vanavond officieel wordt geopend met de wereldpremière van Jörgen Leths Haïti. Uden titel/Haïti Untitled, is het festival feitelijk al een dag bezig. De reden van deze ongebruikelijke gang van zaken is dat gisteravond in Tuschinski de nieuwe James-Bondfilm GoldenEye een galapremière beleefde en dat het Pathé-bioscoopconcern niet vond dat op dezelfde avond in een van zijn andere zalen ook een ander feestje plaats kon vinden.

Binnen de grenzen van het IDFA blijkt het wel mogelijk totaal tegengestelde films tegenover elkaar te zetten. Zo zijn er morgenavond tegelijkertijd in de naast elkaar gelegen zalen Alfa 1 en Alfa 2 de premières van de competitiefilms Fiddlefest _ Roberta Guaspari-Tzavaras and her East Harlem Violin Project van Allan Miller en Fisiologija Roeskoi zjizni/ Fysiologie van het Russische leven van Igor Alimpijev. Beide behoren tot al jarenlang in het IDFA-programma vertegenwoordigde tradities. De eerste, Amerikaanse documentaire is van het soort dat ook de keuzeheren van de Oscars graag zien: een typische sociaal bewogen "feelgood-movie", die de muzikale vreugde van From Mao to Mozart _ Isaac Stern in China kruist met de boodschap dat gedepriveerde Amerikaanse schoolkinderen met trots en gevoel van eigenwaarde geïndoctrineerd dienen te worden. De violiste en muziekpedagoge Guaspari-Tzavaras selecteert daarom door loting op drie New-Yorkse basisscholen jonge deelnemers aan haar vioolproject, die door hard werken en bevlogen training bevrediging ervaren in het musiceren. Als de besten van hen aan het slot van de film op het podium van de Carnegie Hall optreden in gezelschap van onder meer Isaac Stern en Itzhak Perlman, moeten niet alleen hun ouders, maar ook filmkijkers die niet van steen zijn een traantje wegpinken. Een ordinaire vraag als wie al die violen betaalt, past niet in deze documentaire traditie

De Rus Igor Alimpijev was een paar jaar geleden op het Amsterdamse festival met zijn film Afrikanskaja ochod/ Afrikaanse jacht, een compilatie van archiefmateriaal uit de Afrikaanse savannen en een aan die beelden gerelateerde analyse van de wreedheid van het Sovjet-systeem. Alimpijev wil door intelligente associaties eerder het denken dan het voelen van de toeschouwer stimuleren, hetgeen onverwachte poëzie overigens niet uitsluit. Dit keer verzamelde hij beelden uit leven en werk van de Russische geleerde Ivan Petrovitsj Pavlov (1849- 1936), de grondlegger van de op de geconditioneerde reflex gebaseerde, behaviouristische psychologie. De beelden van op het geluid van een bel kwijlende hondjes in een experimenteel tuigje en opgehangen kikkers zijn al curieus en prikkelend, maar door de associatie met gedrilde massa's en de pogingen van Stalin om Pavlov in te lijven bij zijn eigen gedachtengoed, leveren ze een scherpzinnig politiek commentaar. De merkwaardige beelden, die uit een aflevering van de Filmmuseumserie Cinema Perdu zouden kunnen stammen, zorgen vanzelf voor ontroering en huivering.

Als ik zou moeten kiezen tussen beide documentaires, is de klinische presentatie van een afschuwelijke wereldbeschouwing me liever dan de hommage aan een weldenkende en beschaafde maatschappijopvatting. Maar beide soorten documentaires vonden terecht een plaatsje in de competitie om de Joris Ivens Award.

Fiddlefest, vrijdag Alfa 1, 20u30; Fisiologija Roeskoi zjizni, vrijdag Alfa 2, 20u15.


Politieke en individuele documenten in Amsterdam

Groot en klein heldendom op achtste Documentaire Festival

Door onze redacteur HANS BEEREKAMP
AMSTERDAM, 6 DEC. Volgens directeur Ally Derks is bijna de helft van de recente documentaires die ze bekeek voor selectie in de achtste editie van het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) te kenschetsen als "portretfilms'. Kennelijk richten documentairemakers zich aan het einde van de eerste filmeeuw minder op de macrokosmos van de te verbeteren wereld, zoals sinds Grierson en Ivens gebruikelijk, dan op de microkosmos van het individu.

Enige nuancering in die tweedeling tussen "politieke documentaires' en "individuele documenten' is wel geboden. Allereerst laat de typering "portretfilm' ruimte voor een brede variatie in vormen en benaderingen. Ze omvat biografieën, zelfportretten, observaties van het dagelijks leven van marginale figuren, groepsportretten, historische reconstructies en staaltjes "cinéma vérité'. Er gaapt een diepe kloof tussen de door een degelijke research geschraagde, conventioneel vormgegeven complete documentaire Anne Frank Remembered van de Engelsman Jon Blair, en de meditatieve eenvoud van het Zweedse Gubben i stugan/The Old Man in the Cottage van Nina Hedenius. Blair dient met het opgraven van toch nog onbekende aspecten uit het korte leven van het bekendste slachtoffer van de jodenvervolging vooral de geschiedschrijving en verheldert die door talloze menselijke details en hebbelijkheden, alsmede groot en klein heldendom in het volle licht te zetten. De opmerking van een buurvrouw dat over de hoofdpersoon als klein kind gezegd werd: ,,God weet alles, maar Anne weet alles beter'', vermenselijkt de legende en maakt het drama daardoor groter.

Hedenius portretteert geen legendarische martelaar, maar een anonieme oude boswachter gedurende vier seizoenen in een hutje aan de bosrand. De humane factor is een gegeven, dat juist gerelativeerd wordt door de overweldigende, veelal stille permanente aanwezigheid van de natuur. Wie zo eenzaam en in harmonie leeft, ontwikkelt vanzelf een levenshouding, die niet toelaat een druppel water of een enkele koffieboon te verspillen. De film heeft niets met psychologie te maken, laat staan met geschiedenis of politiek, maar alles met Zen. Hedenius zorgt voor een imposante, louterende kijkervaring en een hoogtepunt in het festival.

Er zijn ook altijd documentaristen geweest die het persoonlijke en het politieke verbonden in een individueel engagement. De Franse documentarist Chris. Marker, die nooit in het openbaar, laat staan in een van zijn films, verschijnt, bouwde bij voorbeeld aan een zeer interessant oeuvre, waarvan enkele films zijn opgenomen in een mini-retrospectief als onderdeel van het aan Frankrijk gewijde landenprogramma van dit jaar. In Markers films zijn katten minstens zo belangrijk als Marx. Tegen de nucleaire vernietiging waarschuwt hij al dertig jaar. De politiek-correcte geste van IDFA om enkele films over atoomproeven toe te voegen aan het programma, als boetedoening voor de nadruk op Frankrijk in de overige selectie, is dan ook bijna een belediging van de onafhankelijkheid van mensen als Marker. Ook geeft die beslissing aan dat IDFA nog niet zo ver is in de ontwikkeling van politiek naar menselijkheid als de meeste documentairemakers van dit moment.

"Gubben i stugan' draait morgen om 16u in de Grolschzaal van het Nederlands Filmmuseum. Markers "Si j'avais quatre dromadaires' en "Le tombeau d'Alexandre' zijn morgen om 20u30 en 22u15 te zien in de Grolsch-zaal van het Nederlands Filmmuseum.

0
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
v
w
z
extra
do 7
vr 8
za 9
zo 10
ma 11
di 12
wo 13
do 14
info
kassa
spons
idfa
plein
java
leth
crumb
frans
ivens
archief