TECHNOLEASE
NIEUWS &
ACHTERGRONDEN
DISCUSSIE & OPINIE
KAMERSTUKKEN
Artikelen:
1997
1996
1995
1994
|
1996
20 december - 30
oktober 1996
4 oktober - 23
januari 1996
22 - 18 januari 1996
DATUM: 22 Januari 1996
PAGINA: eco 17
KOP: Rabobank lijdt geen schade door Fokker
AUTEUR: Door onze financiële redactie
TEKST: ROTTERDAM, 22 JAN. De Rabobank, die twee jaar geleden
voor vele honderden miljoen guldens eigenaar werd van een pakket
patenten van Fokker, zal geen schade lijden wanneer Fokker onverhoopt
uitstel van betaling zal krijgen. Dat heeft een woordvoerder van de
bank meegedeeld. ,,Wij maken ons geen zorgen.''
De Rabobank kocht in 1994 een serie patenten van Fokker, waarbij de
vliegtuigmaatschappij een broodnodige injectie van contant geld kreeg en
de Rabobank een lucratieve fiscale aftrekpost. Fokker ontving per saldo
zo'n 420 miljoen gulden. De bank verhuurde de patenten vervolgens weer
aan Fokker. De Rabobank mag de patenten alleen verkopen met goedkeuring
van het Nederlands Instituut voor Luchtvaartontwikkeling en Ruimtevaart
(NIVR). Daimler-Benz heeft volgens de Rabo-woordvoerder geen recht van
eerste koop. De transactie, een zogeheten technolease constructie die
de Rabobank eerder met Philips had gedaan, was toentertijd met veel
geheimzinnigheid omgeven. De Rabobank wil ook nu geen openheid van
zaken geven over de details van de verkoop. Naar verluidt zijn de
patenten ondergebracht in een aparte onderneming, de Brainspin Lease &
Finance BV, waarover twee directeuren van de Rabobank de directie
voeren. De Rabobank mag de gekochte patenten over een periode van vijf
jaar afschrijven. Deze afschrijvingen mogen van de belastingdienst ten
laste van de fiscale winst worden gebracht. Voor de Rabobank, een van
de meest winstgevende Nederlandse bedrijven, was dat een zeer
aantrekkelijke constructie. Volgens een woordvoerder van de Rabobank
wordt deze fiscale aftrekpost niet benvloed door een mogelijke
surséance van betaling van Fokker. Als de vliegtuigbouwer niet
meer kan betalen derft de Rabo naar zijn zeggen ook geen inkomsten als
er geen huurpenningen meer worden betaald. De leaseverplichtingen van
Fokker zijn bij de transactie al verrekend met de aankoopprijs, zegt een
Rabo-woordvoerder.
DATUM: 18 Januari 1996
PAGINA: eco 21
KOP: Buitenwacht betwijfelt nut Fokker-steun
TEKST: Bestuur en personeel van Fokker maken zich sterk voor
behoud van de noodlijdende vliegtuigbouwer, gesteund door direct
betrokken vakbonden, werkgeversorganisaties en onderwijsinstellingen.
Onafhankelijke deskundigen betwijfelen echter in meerderheid het nut van
een extra kapitaalinjectie door de overheid.
Prof. Flip de Kam: absurde ambitie Mr. Flip de Kam, hoogleraar
economie van de publieke sector aan de Rijksuniversiteit van Groningen,
vindt dat de staat ,,absoluut niet'' meer geld in Fokker moet steken.
,,Ik houd niet van overheden die een bedrijf van de ene crisis naar de
andere slepen. Het is met goed geld naar kwaad geld gooien. Dat
bedrijf zit structureel zó moeilijk. Het is gewoon te klein. De
groeimarkten worden door Azië en de Verenigde Staten ontwikkeld;
binnen Europa kunnen de vliegtuigbouwers alleen als blok overeind
blijven.'' De Kam wijst erop dat Fokker al steun van de overheid heeft
gehad doordat zij de technolease-constructie met de Rabobank fiscaal
tolereerde. ,,Nu zou ook nog eens een 800 miljoen gulden
ontwikkelingskrediet kwijtgescholden kunnen worden. Bij Fokker werken
acht- of negenduizend mensen. Als de Nederlandse staat nu nog eens 1 of
2 miljard gulden in dat bedrijf steekt, heb je gelijk het duurste
werkgelegenheidsplan sinds RSV - een bedrijf waar de problemen trouwens
dezelfde achtergrond hadden. Ook daar leefde de absurde ambitie mee
voorop te willen lopen in een sector waar Nederland niets meer te zoeken
had. Het is net als in die Afrikaanse staatjes, waar koste wat kost een
luchtvaartmaatschappij met een Boeing 747 in stand wordt gehouden om mee
te blijven tellen.'' Nederland moet zich, aldus De Kam, niet blindstaren
op de technologie van Fokker. ,,Als we iets nodig hebben, kun je het
kopen of namaken. We zijn beter in andere economische sectoren. Met
een miljard gulden voor steun of stimulering kun je veel nuttiger dingen
doen voor de Nederlandse economie.'' Frans Swartouw: gebakken peren
Frans Swartouw, twaalf jaar topman van Fokker: ,,Ik heb indertijd, drie
jaar geleden, bezwaar aangetekend tegen de diversificatiepolitiek van
DASA. Ik ben een core of the business man. Je hebt een vak, of je hebt
het niet. En als je een vak hebt, dan moet je daarvan houden. Je
produceert olie, maakt auto's, containers, margarine of vliegtuigen.
Het is òf-òf, niet èn-èn. Ik vind dat
Daimler, die een prima autofabrikant is, zich in de n vijftig jaar
geleden.'' Swarttouw: ,,Ik heb een ontzettende hekel aan conglomeraten.
Mijn vader zei al: schoenmaker, houd je bij je leest. Zo is het. Dan
heb je het hele verhaal. De Duitsers zitten zelf in de zorgen. Ze
verdienen een bende geld aan vrachtwagens en auto's en ze dragen het
geld wat ze daarmee verdienen af aan Fremdkörper. Dat hebben ze nu
kennelijk zelf ook in de gaten.'' Dr. H.W de Jong: tegen extra steun
Prof.dr. H.W. de Jong, emeritus hoogleraar economie aan de
Universiteit van Amsterdam, is tegen een extra steunoperatie voor
Fokker. ,,De vooruitzichten op de wereldmarkt zijn dermate slecht dat
het waarschijnlijk niet bij één geldinjectie zal blijven.
Bovendien: we kunnen best leven zonder vliegtuigbouw.'' Hij wijst op de
Zwitsers, die vliegtuigen noch vrachtauto's maken maar wel het hoogste
inkomen per wereldburger hebben. Volgens De Jong heeft de Nederlandse
overheid er verkeerd aan gedaan een minderheidsbelang in Fokker te
houden. ,,Nederland had het hele pakket voor een goede prijs van de
hand moeten doen. Dan waren we nu van het probleem af geweest en hadden
we geen gezeur gehad.'' Dat de overheid een vinger in de pap wilde
houden berustte op onnodige argwaan, aldus De Jong. ,,DASA moest zijn
sporen nog verdienen in de vliegtuigbouw. Het viel absoluut niet te
verwachten dat de Duitsers Fokker zouden ontmantelen.'' De hoogleraar
bedrijfskunde is een verklaard tegenstander van overheidssteun voor
ondernemingen die zichzelf niet kunnen bedruipen. Van dit generale
principe wil hij alleen in uitzonderlijke omstandigheden afwijken.
,,Financiële injecties waren direct na de twee wereldoorlogen wel
op hun plaats.'' De Jong ziet voor Fokker geen rol meer weggelegd op de
mondiale markt voor regionale vliegtuigen. ,,Voor Fokker liggen de
kaarten heel slecht.'' De grote groei is uit de markt; bij een matige
vraag is de concurrentie sterk toegenomen. Waren in dit segment van de
vliegtuigbouw in het begin van de jaren tachtig nog slechts drie
aanbieders, nu zijn dat er ruim tien. Deze concurrenten hebben de
produktietijd ook nog eens drastisch verkort. ,,Door deze wanverhouding
is sprake van een prijzenslag, vliegtuigen worden voor veel minder dan
de gangbare kostprijs verkocht.'' Een Boeing 737 kostte circa 28,5
miljoen dollar, het nieuwe type dat de Amerikaanse vliegtuigbouwer op
de markt wil brengen zal nog maar 20 miljoen kosten. ,,Een gevolg van
een enorme rationaliseringsslag.'' De Jong vindt een extra
overheidsbijdrage van een miljard gulden - het bedrag dat Daimler zou
verlangen - ,,een hoge investering per werknemer''. Het argument dat
steun nodig is om met Fokker hoogwaardige technologie binnen de
landsgrenzen te houden telt niet, aldus De Jong. ,,Ze zullen best goede
technologie in handen hebben. Maar waarom moeten we zoveel geld in
technologie steken?. Een onderneming moet toegevoegde waarde hebben,
dan blijft-ie bestaan. Aan technologische paradepaardjes heb je niets
als ze niet winstgevend zijn. Laat dat soort avonturen maar over aan de
Amerikanen en aan de Japanners.'' De Jong betreurt het verlies van
duizenden arbeidsplaatsen als Fokker tenondergaat, maar hij is
optimistisch over het perspectief voor betrokken werknemers. ,,De regio
Amsterdam is economisch breed gespreid. Je mag verwachten dat de meeste
Fokker-mensen een goed heenkomen vinden. Dat is bij DAF uiteindelijk
ook gebeurd.'' Voor Fokker is wellicht nog een toekomst weggelegd als
,,uitgebreid ingenieursbureau'', dat expertise uitvoert naar landen die
over goedkope arbeidskrachten beschikken, zoals Indonesië en
Thailand. ,,Daar kunnen vliegtuigen goedkoper worden gemaakt. We
zullen ons moeten aanpassen aan wereldeconomische ontwikkelingen.''
Prof.dr. Roobeek: essentiële functie ,,Ik vind dat De Jong een
veel te kwantitatieve benadering kiest in het afwijzen van een extra
financiële injectie voor Fokker'', zegt prof. dr. A.J.M.
Roobeek, hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de Universiteit van
Amsterdam. Zij vindt dat de staat het noodlijdende concern de helpende
hand moet bieden. ,,Fokker draagt bij aan het Nederlanse imago en de
kennisexport. We kunnen het niet alleen hebben van kaas en bloemen.''
Volgens Roobeek vervult Fokker een essentiële functie in het
Nederlandseluchtvaartcluster metKLM en Schiphol. Wegvallen van de
vliegtuigbouwer zou 'dramatische gevolgen' hebben. ,,Dat moet de reden
zijn om Fokker te behouden. Maar aan een hoogwaardige technologisch
cluster hangt een prijskaartje; die prijs moet de Nederlandse
samenleving opbrengen.'' Roobeek plaatst wel kritische kanttekeningen
bij de samenwerking binnen dit cluster. ,,Die is er nauwelijks.
Wanneer de overheid met extra geld over de brug komt, zou daaraan de
voorwaarde moeten worden verbonden dat de samenwerking structureel wordt
verbeterd.'' Die samenwerking komt nu niet van de grond omdat er alleen
maar oog is voor ,,glimmende vogels''. Bij Fokker, KLM, Schiphol,
hogescholen en universiteiten is volgens haar veel kennis die niet
voldoende wordt benut. ,,Er wordt te weinig gedaan met de hoogwaardigde
output van de kennisinstituten'', meent Roobeek. De aerodynamica noemt
ze als voorbeeld: ,,Nederland heeft geweldig veel kennis op dit terrein.
Een bedrijf als Nike (sportschoenen en -kleding) zou daar veel baat bij
kunnen hebben. Maar deze kennis wordt niet te gelde gemaakt.'' Koos
Andriessen: Fokker van belang ,,Ik wil mijn opvolger niet voor de voeten
lopen'', zegt voormalig minister Koos Andriessen van economische zaken.
,,Ik heb in het verleden meermalen gewezen op het grote belang van
Fokker voor de Nederlandse economie. Ik heb geen zin in een herhaling
van zetten.'' Drs. A. de Man: nog perspectief De Rotterdamse
bedrijfseconoom drs. A. de Man ziet nog perspectief voor Fokker. In
zijn proefschrift 'Concurreren door organiseren', waarop hij op 25
januari promoveert, bekijkt hij de lopende reorganisatie van Fokker.
Volgens hem is de reorganisatie bij Fokker effectief. De kosten zijn
omlaag gebracht, terwijl de firma bij de produktie flexibel opereert.
,,Dat betekent dat Fokker bij het verwachte aantrekken van de
vliegtuigmarkt sneller zal kunnen reageren dan zijn concurrenten'', zo
concludeert De Man in zijn proefschrift. Samen met Boeing is Fokker de
eerste vliegtuigfabrikant die het zogeheten 'just-in-time' systeem
implementeert, dat overigens in de autoindustrie al jaren gebruikelijk
is. De wijze waarop Fokker dit systeem heeft ingevoerd is echter
origineel, vooral omdat het bedrijf de relatie met de leveranciers op
een bijzondere manier moest vormgeven. Omdat invoering van een dergelijk
nieuw systeem een lange voorbereiding vergt, versterkt het de positie
van Fokker tegenover de concurrenten nog meer. Concurrenten kunnen de
snellere en meer flexibele manier van werken immers niet gauw overnemen,
aldus De Man. Kommer Damen: zuinigheid nodig Topman Kommer Damen van
Damen Shipyards Group in Gorinchem staat zeer gereserveerd tegenover een
reddingsplan voor Fokker, waarmee ruim een miljard gulden
gemeenschapsgeld is gemoeid. ,,Het gaat natuurlijk om zeer
substantiële bedragen, terwijl de overheid zuinig op z'n geld moet
zijn''. Damen, die zijn werf in de jaren tachtig succesvol door de
malaise in de scheepsbouw wist te loodsen, zegt niet te kunnen
beoordelen wat het lange termijn perspectief voor Fokker is. ,,Is dat
perspectief er niet of onvoldoende, dan mag je van de overheid geen
grote steunbedragen verwachten''. Fokker heeft op de wereldmarkt een
structurele achterstand: ,,Relatief hoge produktiekosten, terwijl de
schaal van het bedrijf beperkt is.'' Damen vraagt zich af of de
Nederlandse vliegtuigbouwer al niet eerder de mogelijkheid had moeten
onderzoeken om arbeidsintensieve onderdelen uit te besteden aan
'goedkope' landen. ,,Wij hebben eind jaren zeventig arbeidsintensieve
rompdelen uitbesteed aan Oost-Europa, Cuba. Wij houden ons hier vooral
met assemblage bezig. Dat biedt ons nu enorme voordelen in de
internationale concurrentieslag.'' Elders wordt in kringen van
scheepsbouwers terughoudend gereageerd op de vraag of Fokker extra geld
moet krijgen. De directie van de Vereniging Nederlandse Scheepsbouw
Industrie (VNSI), die de belangen behartigt van de bedrijfstak, voelt er
weinig voor om een uitspraak te doen. ,,We weten niet hoe Fokker er voor
staat, we kennen het dossier niet. Je moet er voor oppassen om in
borrelpraat te vervallen''. De directeur van een grote scheepswerf wil
anoniem - ,,het onderwerp Fokker is zo hachelijk'' - kwijt dat wat hem
betreft de grens ligt bij de ruim 800 miljoen gulden die minister Wijers
aan ontwikkelingskredieten wil kwijtschelden. ,,Steun is aan de
scheepsbouw beter besteed dan aan Fokker. Onze marktpositie is op de
lange termijn beter'', aldus de scheepsbouwer.
|
NRC Webpagina's
februari 1997
|