TECHNOLEASE
NIEUWS &
ACHTERGRONDEN
DISCUSSIE & OPINIE
KAMERSTUKKEN
Artikelen:
1997
1996
1995
1994
|
1994
14 december - 30 augustus 1994
27 augustus -12
juli 1994
DATUM: 14 December 1994
PAGINA: eco 17
KOP: Jobstijding Fokker komt als mokerslag voor
financiers
AUTEUR: Door onze redacteuren BEN GREIF en MARC
SERNÉ
TEKST: ROTTERDAM, 14 DEC. De mededeling dat Fokker over 1994 een
verlies zal lijden van bijna een half miljard gulden is als een
mokerslag aangekomen in de financiële wereld. De mededeling staat
haaks op de uitlatingen van bestursoneelsbestand moeten worden
ingegrepen; er zullen veel meer banen verdwijnen dan de ,,enkele
honderden'' die al zijn aangekondigd. De Nederlandse vliegtuigproducent,
sinds voorjaar '93 voor 51 procent in handen van het Duitse lucht- en
ruimtevaartconcern Dasa, dreigt ondanks herhaalde kapitaalinjecties, af
te glijden naar de zoveelste crisissituatie. Veel ingewijden
voorspellen nu reeds dat Fokker en Dasa over enkele maanden opnieuw bij
de Nederlandse overheid op de stoep zullen staan met een steunaanvraag.
Dasa en de Nederlandse overheid hebben dit jaar Fokker, o.a. via de
zogenoemde technolease-constructie, een kapitaal- en
liquiditeitsinjectie van ruim een miljard gulden toegediend. Zonder dat
infuus was de vliegtuigbouwer deze zomer al aan geldgebrek bezweken. De
400 miljoen gulden die Fokker via de technolease-constructie binnenkreeg
van de Nederlandse overheid (fiscus) is door het nieuwe verlies al weer
ruimschoots opgesoupeerd. Nu wordt in rap tempo de 600 miljoen gulden
verbruikt die Dasa tegelijkertijd fourneerde in de vorm van
achtergestelde in aandelen converteerbare leningen. Fokker lijdt op dit
moment volgens waarnemers een verlies van maar liefst circa 2 miljoen
gulden per dag. Indien die situatie zou voortduren is over ruim een
half jaar het nieuw verworven vermogen weer volledig weggesmolten. De
hamvraag luidt dan: wie reikt Fokker straks nog de helpende hand? De
Nederlandse staat voelt daar vrijwel zeker niets voor en bij Dasa, dat
in eigen huis al genoeg problemen heeft, zal ook langzamerhand de grens
zijn bereikt. Een ander scenario is dat Dasa-topman Jürgen
Schrempp, als hij dit voorjaar bij Daimler Benz de voorzittershamer
overneemt van de vertrekkende Edzard Reuter, niet zal aarzelen diep te
snijden om de verliezen bij Fokker en de rest van de lucht- en
ruimtevaartactiviteiten te stoppen. Fokker schermt ook ditmaal weer met
orders die op komst zijn. Maar feit is dat veel te weinig vliegtuigen
worden verkocht en als ze al worden verkocht dan ver beneden de prijs
die ze zouden moeten opbrengen. Het bedrijf had gehoopt deze maand een
nieuw strategisch plan op tafel te leggen. Omstreeks deze tijd had ook
de operatie moeten zijn afgerond om het leasen van vliegtuigen extern te
financieren. Daarbij zouden Debis, een divisie van Daimler Benz,
Fokkers partners Rolls Royce (motoren), Deutsche Airbus (rompen) en
Shorts (vleugels) en Nederlandse en Duitse banken een rol spelen.
Fokker zegt dat deze operatie vertraging heeft opgelopen tot eind april
'95 maerst kwetsbaar en mist de vliegtuigbouwer een essentieel
verkoopinstrument. Steeds meer luchtvaartmaatschappijen geven namelijk
de voorkeur aan leasen boven kopen van toestellen. Fokker heeft
bovendien het nadeel dat het in tegenstelling tot zijn concurrenten,
vrijwel niet kan beschikken over ondersteuning bij de
exportfinanciering. Het grote verlies van Fokker op dit moment ontstaat
behalve door de slechte verkoopprijzen (die bovendien nog eens in
dollars worden berekend, waarvan Fokker de koersdaling het laatste jaar
onvoldoende heeft afgedekt) en het gebrek aan verkopen door de te kleine
schaal waarop het bedrijf sinds begin dit jaar opereert. De produktie
is inmiddels teruggebracht van 80 naar 40 vliegtuigen per jaar. De
vertrokken topman E.J. Nederkoorn ging destijds in zijn rapport 'De
toekomst van Fokker' uit van een minimum schaalgrootte van 60 toestellen
per jaar. Bij een produktie-omvang van 40 vliegtuigen lukt het nooit om
de beoogde kostenverlaging van circa 30 procent te bereiken. Het hele
produktieapparaat is ingesteld op 80 toestellen. Die kosten gaan,
ondanks de saneringen, voor een groot deel door en de totale kosten
moeten over een kleiner aantal toestellen worden uitgesmeerd. Dat heeft
precies het tegenovergestelde effect op de kosten per vliegtuig dan
beoogd. Bij de toeleveranciers, die tot lagere kostprijzen worden
gedwongen, geldt precies hetzelfde verhaal. Daarmee is de cirkel rond:
Fokker-vliegtuigen blijven nog steeds veel te duur voor de markt, die op
zichzelf wel licht aantrekt.
DATUM: 28 oktober 1994
PAGINA: eco 11
KOP: 'Technolease-deal in strijd met wet'
TEKST: ROTTERDAM, 28 OKT. De zogenoemde technolease-constructie
is in strijd met de wet. Dat schrijft mr. B. Nieskens-Isphording,
universitair hoofddocent aan de KUB in Tilburg, deze week in het
Nederlands Juristenblad.
Bij technolease verkoopt een bedrijf zijn technologische kennis eerst en
huurt die vervolgens terug. Deze constructie is een creatie van
oud-minister Andriessen van economische zaken en is met instemming van
het vorige kabinet twee keer toegepast, in transacties tussen Philips
en Fokker en de Rabobank. Het voordeel voor de betrokken bedrijven is
dat zij hun immateriële activa kunnen gebruiken voor het versterken
van hun vermogenspositie. Zonder toepassing van een dergelijke
constructie is dit bij de gangbare boekhoudkundige regels nauwelijks
mogelijk. Bovendien hoeven deze bedrijven over de verkoopopbrengt
nauwelijks belasting te betalen. Winsten strepen zij weg tegen de
verliezen van de afgelopen jaren. De bank loopt weinig risico. De
aankoop is gekoppeld aan een langlopend exclusief huurcontract.
Bovendien kan de bank op de investering jaarlijks fors afschrijven. Ook
hierdoor loopt de fiscus belastingopbrengsten mis. Per saldo kan de
technolease-constructie de staat veel geld kosten. Om oneigenlijke
toepassing te voorkomen heeft staatssecretaris Vermeend onlangs criteria
vastgesteld. De belastinginspecteur moet in de gaten houden of de hele
constructie niet overwegend wordt aangegaan omwille van besparing van
belasting. Volgens Nieskens is een dergelijke vorm van
ongedifferentieerde staatssteun op grond van het Burgerlijk Wetboek
nietig. Wanneer het niet in de bedoeling ligt de nieuwe eigenaar echt
eigenaar te maken, komt er geen geldige overeenkomst tot stand. De bank
mag namelijk de activa niet aan derden verkopen of aan een andere
genteresseerden in gebruik geven. De bedoelingen van betrokken partijen
gaan volgens Nieskens dan ook zozeer in tegen doel en strekking van de
wet, dat in haar ogen van wetsontduiking is te spreken. Ook ontbreekt
het volgens haar aan een geldige titel voor de overdracht. Volgens de
wet is er geen titel voor geldige overdracht indien een rechtshandeling
de strekking mist het goed na de overdracht in het vermogen van de
verkrijger te doen vallen. De strekking van de overeenkomst is volgens
haar niet de goederen in het vermogen van de verkrijger te doen vallen,
maar krijgt de bank alleen het etiket van tijdelijk eigenaar opgeplakt.
Dit is in strijd met de wet. Volgens Nieskens biedt deze constatering de
staat de mogelijkheid in de toekomst technolease alsnog te weigeren.
Dat zal in zo'n situatie, zo meent zij, het bedrijfsleven zeker een
procedure waard zijn. De rechter kijgt dan de kans om een definitief
oordeel over de geldigheid van technolease te vellen. (ANP)
DATUM: 28 September 1994
PAGINA: eco 19
OPMERKINGEN: Foto: Ben van Schaik: ,,Wat de publiciteit betreft, wordt
Fokker een heel saai bedrijf.'' (Foto NRC Handelsblad/Vincent
Mentzel)
KOP: 'Fokker moet in 1996 resultaten behalen'
AUTEUR: Door BEN GREIF en MARC SERNÉ
TEKST: Hij kan zich na vijf maanden nog oprecht verbazen over de
opgewonden aandacht voor Fokker in de media. Ook binnen het huidige
bestuur wordt wel eens 'een robbertje gevochten', maar in tegenstelling
tot voorheen ligt het nieuws daarover 'niet meer op straat'. Wat dat
betreft wordt Fokker, als het aan hem ligt, zo snel mogelijk een 'hele
saaie onderneming'. Maar wel een die weer winst maakt. Topman Ben van
Schaik viert vandaag in soberheid Fokkers 75-jarig bestaan. Van
uitbundigheid is geen sprake, dat is niet te rijmen met de resultaten en
de recente saneringen.
Ben van Schaik werd bij Mercedes Benz als manager gevormd door 'met zijn
voeten in de modder' een verkooporganisatie op te zetten in Oost-Europa.
Als eerstverantwoordelijke voor de truckdivisie in Europa zorgde hij
voor een jaaromzet van 12 miljard D-mark binnen het Daimler-concern.
Bedragen die de omvang van een relatief kleinschalige onderneming als
Fokker ver overstijgen. Niettemin kan Van Schaik (50) zich vijf maanden
na zijn aantreden als topman bij de vliegtuigfabriek nog oprecht
verbazen over de opwinding die het gevolg was van het koningsdrama dat
zich binnen het bedrijf heeft afgespeeld. Van Schaiks voorganger, de
begin dit jaar door de raad van commissarissen naar huis gestuurde
bestuursvoorzitter Erik Jan Nederkoorn, en zijn collega Reinder van
Duinen communiceerden in de laatste fase van dat drama niet eens meer
rechtstreeks met elkaar. Een machtsstrijd die werd uitgevochten over de
rug van het personeel dat binnen twee jaar met drie zware ontslag-rondes
werd geconfronteerd. ,,Het was Peyton Place'', zegt de nieuwe topman.
,,Het had in mijn optiek ook weinig meer van doen met het leiden van
een bedrijf. De zaak was gelukkig al opgeruimd toen ik hier binnenkwam.
We hebben een nieuw bestuur van zes mensen dat zich unaniem heeft
gecommitteerd aan het grote doel om van Fokker zo snel mogelijk weer een
onderneming te maken die zwarte cijfers schrijft. Het zal mij niet
overkomen dat ik hier door de gang met mijn collega's lig te
rollebollen. Zo'n verhaal schrijft natuurlijk lekkerder dan dat we
morgen tien vliegtuigen verkopen. Maar ik heb een collega van u al
gewaarschuwd: Fokker wordt wat dat betreft een heel saai bedrijf.'' Wat
opvalt is Van Schaiks nuchterheid. Hier zit geen ondernemer vermomd als
veredelde pr-functionaris die de zaak fraaier voorstelt dan ze is. Van
Schaik erkent ruiterlijk dat Fokker vandaag zijn 75-jarig jubileum niet
had kunnen vieren als er deze zomer geen overeenstemming zou zijn
gekomen met Dasa en de Nederlandse overheid over de financiele
herstructurering. Dat plan bestond onder andere uit het verkopen (en
onmiddellijk terughuren) van Fokkers technologische kennis aan de
Rabobank (de zogenoemde technolease), een injectie van 600 miljoen
gulden nieuw kapitaal door Dasa en het besluit om de op de eigen balans
prijkende leasevliegtuigen - een kleine miljard gulden - onder te
brengen in een nog op te richten leasemaatschappij. ,,Zonder die hele
operatie had dit gesprek niet eens plaatsgevonden'', erkent Van Schaik
zonder omwegen. De grote vraag is nu natuurlijk: haalt Fokker de
volgende 75 jaar? Van Schaik: ,,Daar wil ik heel duidelijk over zijn.
Als we doorgaan op de manier zoals in de eerste helft van dit jaar, is
het antwoord 'nee'. Fokker zal het alleen redden als we alle
maatregelen die wij hebben gepland, ook echt uitvoeren. Wij hebben ons
stevig verplicht om in 1996 weer zwarte cijfers te schrijven. Zelfs
voor 1995 verwachten we - en dan hebben we zeer realistisch gerekend -
dat het verlies duidelijk kleiner zal zijn. Er moeten twee dingen
veranderen: de markt moet in beweging komen. Dat zien we op dit moment
gebeuren. En in de tweede plaats moeten we zorgen dat de kosten op een
niveau komen waarbij we weer geld kunnen verdienen. Een groot deel moet
daarbij komen van onze toeleveranciers. Die combinatie moet er toe
leiden dat we weer winst kunnen maken.'' En wat als het allemaal toch
niet lukt? ,,Dan ontstaat een situatie die onze grootaandeelhouder en
de raad van commissarissen niet kunnen accepteren. Daar wil ik heel
eerlijk over zijn. Dasa en moederconcern Daimler-Benz hebben veel
geduld. Daimler-Benz is een onderneming met een lange-termijnvisie en
een lange-termijnstrategie. Maar het is geen stichting.'' Niettemin
klinkt in rapporten van financiële analisten steeds frequenter dat
Fokker voor Dasa een miskoop is. Van Schaik: ,,Eerst wordt Dasa
afgeschilderd als een uitbuiter die Fokker leegrooft, die de
kroonjuwelen steelt. En nu hoor ik niets anders of Dasa het zich wel
kan veroorloven dit bedrijf te trekken. Let wel: dat gebeurt allemaal
binnen één jaar.'' De publieke opinie mag dan twijfels
hebben, volgens Van Schaik zijn er op dit moment ,,geen signalen dat
Dasa ingrijpt en de autoriteit van Fokker ter discussie stelt''. ,,Maar
we moeten er wel voor zorgen dat we de resultaten gaan behalen die we
met Dasa hebben afgesproken. Als we daar niet in zouden geloven dan zou
ik aan de aandeelhouders maar één advies moeten geven. U
kunt zelf wel invullen hoe dat advies zou luiden.'' Een oud-Fokkerman
omschrijft Van Schaik als ,,een man zonder dubbele agenda''. Bij Fokker
wekt zo'n eigenschap blijkbaar al verbazing. ,,We moeten de zaak
natuurlijk niet overdrijven'', meent Van Schaik. ,,Ik zie hier veel
overeenkomsten met Mercedes Benz. Dezelfde hang naar emotionele dingen
bij de produktie: iedereen is in de eerste plaats gespitst op kwaliteit,
op het beste van het beste. Leuk allemaal, maar de markt, de klant,
betaalt voor die toeters en bellen geen cent méér.
Luchtvaartmaatschappijen zijn sinds de recessie uitsluitend
genteresseerd in de kosten van een vliegtuin het produktiepersoneel door
de recente ontslagrondes enigszins scheefgegroeid. Het leidinggevend
personeel moet nog ongeveer met ongeveer 70 man worden ingekrompen.
Daar hangt echter een fors prijskaartje aan omdat het om mensen met
relatief hoge salarissen gaat. Bovendien kun je niet te veel gaan
outsourcen. Fokker zal als zelfstandig vliegtuigbouwer zijn kennis
moeten koesteren. Zelfs in een situatie als nu dat 70 procent van de
toegevoegde waarde van de gebouwde toestellen van buiten komt en 30
procent van Fokker. Maar wij beheren wel de technische programma's.''
Van Schaik is exact op de hoogte van de strategie die Dasa-voorzitter en
toekomstig Daimler-topman Jürgen Schrempp met Fokker voor ogen
staat. Beiden zijn afkomstig uit de truckdivisie van Mercedes Benz en
oude bekenden van elkaar. ,,Natuurlijk is er een strategie'', beaamt
Van Schaik. ,,Wat Fokker betreft bestaat die uit het feit dat deze
onderneming het centrum vormt van de regionale vliegtuigindustrie binnen
Dasa.'' Van Schaik gelooft daarbij niet in de theorie dat Fokker een
soort 'wisselgeld' zou kunnen vormen in de plannen van Dasa-voorzitter
Jürgen Schrempp voor een Europese luchtvaartindustrie met Deutsche
Aeospace in een leidende rol. Dasa maakt met het Franse
Aérospatiale, British Aerospace haik. ,,Domweg omdat de
produkten van Fokker en BAe elkaar niet aanvullen. Je praat in feite
over dezelfde modellen en dezelfde produkten. Er wordt onderling wel
door iedereen met iedereen gepraat. Dat is gebruik in deze wereld.
Maar een Angelsaksiche oplossing was van het begin af aan al niet goed
geweest voor Fokker. Zelfs al had British Aerospace indertijd het geld
gehad om Fokker over te nemen dan had BAe nooit het geduld met Fokker
gehad dat Dasa nu wel heeft. Dat is ook een kenmerk van het
Angelsaksich handelen, de shareholders value is er anders dan in het
oosten.'' Een stelling die hij beslist bestrijdt is dat Fokker door de
grote verliezen - ruim 650 miljoen gulden in anderhalf jaar - en door
alle gekrakeel van de afgelopen jaren in de markt een verliezers-imago
heeft gekregen waardoor klanten het vertrouwen hebben verloren en grote
opdrachten zijn uitgebleven. Van Schaik: ,,De vliegtuigmarkt kent op
dit moment geen winnaars. De hele vliegtuigindustrie is brutaal
verrast door de diepte van de recessie. Grote orders zijn er
überhaupt niet gekomen, bij niemand. Maar de teneur dat Fokker
zijn tijd verslapen zou hebben, is niet terecht. Je kunt je natuurlijk
wel afvragen of het verstandig is geweest in het verleden om een
produktie-apparaat voor honderd vliegtuigen per jaar te realiseren.
Maar dat is een ander verhaal.'' ,,Wij hebben geen grote orders
binnengehaald, maar we zijn daar ook niet van afhankelijk. Net als
Boeing spreiden wij onze orders veel meer en zijn daardoor ook minder
kwetsbaar. Het enige dat telt is het aantal vliegtuigen dat we hebben
verkocht. Tot nu toe hebben we dit jaar 40 vaste orders geboekt. En
daarmee zitten we zeer goed op schema omdat we voor 1994 zijn uitgegaan
van een produktie van 45 toestellen. En dat was een zeer realistische
planning. Ik heb er een broertje aan dood om zeer ambitieuze plannen op
stellen. Je kunt applaus krijgen als je een keer je plan haalt, maar je
krijgt alleen maar frustratie als het vijf keer niet lukt.'' Ook al is
in de planning geen rekening gehouden met grote opdrachten, er hangt nog
steeds wel een aantal omvangrijke orders boven de markt. Een daarvan is
die van het Scandinavische SAS dat op grote schaal oude DC-9's en
Fokker-28's moet vervangen. Fokker moet bij SAS opboksen tegen grote
concurrent McDonnell Douglas die de Scandinaviërs graag zou zien
als launching customer voor de nu nog alleen op papier bestaande MD-95.
Van Schaik bezweert dat Fokkers kansen bij SAS nog niet zijn verkeken.
Hij erkent dat het voor Fokker belangrijk is om met SAS tot zaken te
komen, al was het maar om de MD-95 van de markt te houden, maar hij
trekt wel een streep: de prijs van de vliegtuigen moet acceptabel zijn.
Van Schaik: ,,De prijsdruk is in de vliegtuigmarkt nog niet verdwenen.
Eerder dit jaar hebben we nee gezegd tegen een order van drie
Fokker-70's voor Lufthansa City Line omdat we de prijs te laag vonden.
Het grote gevaar is dat je met een negatieve cashflow komt te zitten.''
De buitenwacht betwijfelt sterk of Fokker de komende jaren genoeg winst
zal maken om een potje van circa 900 miljoen te vormen om de
ontwikkeling van een nieuwe generatie jetliners te kunnen betalen, een
ontwikkeling die nodig is wil Fokker überhaupt kunnen overleven na
het aflopen van de huidige vliegtuigprogramma's. Van Schaik beaamt dat
het geld voor zo'n toekomstproject er waarschijnlijk niet zal zijn.
,,Maar al zou je het wel hebben dan nog is het de vraag of het
verstandig is zoiets alleen te doen.'' Om die reden heeft Fokker samen
met Dasa en Deutsche Airbus een studieproject - FA-X genoemd - opgezet
om de haalbaarheid te bekijken van een nieuw straalvliegtuig. Van
Schaik: ,,We gaan in grote lijnen uit van een toestel voor 120 of 130
passagiers. Het idee van een verlengde versie van de Fokker 100 hebben
we definitief verlaten. Je moet niet een nieuw vliegtuig ontwikkelen
alleen om dat nieuwe vliegtuig. Het kost miljarden en dan moet je zeker
weten dat het produkt de klant voordelen brengt en dat het ons in staat
stelt die miljarden terug te verdienen.'' Fokker streeft er naar in 1998
het go ahead-signaal te kunnen geven voor het nieuwe jetliner-project.
Technisch zou het toestel dan in het jaar 2002 kunnen vliegen maar
Fokker en Dasa willen de lancering bewust nog een stukje naar achteren
schuiven en denken aan 2005. Daarmee willen ze vermijden dat de FA-X
teveel wordt beschouwd als een opvolger van de F100 en de F70.
Laatstgenoemd vliegtuig wordt immers pas vandaag officieel gelanceerd.
Van Schaik: ,,Maar voordat we de klinknagels van het nieuwe toestel
ontwerpen, gaan we eerst zeer uitgebreid de haalbaarheid onderzoeken via
een business opportunity-study, we gaan begroten wat de produktiekosten
mogen zijn, we brengen de behoefte van de markt in kaart en we
onderzoeken welke partners we kunnen vinden. We streven naar partners
die willen delen in het risico én in de winst van het hele
project. Je moet dan niet alleen denken aan motorenfabrikanten maar ook
aan toeleveranciers in bij voorbeeld Aziatische landen.'' Een actuele
zaak binnen Fokker blijft de zorgelijke situatie op de markt voor
propellervliegtuigen. Zowel Mehdorn (hoofd vliegtuigdivisie Dasa) als
Schrempp hebben zich in het verleden sceptisch uitgelaten over de
turboprop-activiteiten van Fokker. Er zijn te veel aanbieders in een te
kleine markt. De Fokker 50 en 60, maar meer nog een nieuw te
ontwikkelen vliegtuig in dit segment, zou in de Duitse optiek door een
aantal Europese fabrikanten gezamenlijk moeten worden uitgevoerd.
,,Laat ik één zaak duidelijk vooropstellen: we willen het
programma met de Fokker 50 en 60 absoluut niet killen'', neemt Van
Schaik de discussie over. ,,Wat zouden onze klanten die een dergelijk
toestel hebben aangeschaft, daar wel niet van denken? Dit 'werkpaard'
moet zijn evenbeeld in de luchtvaartindustrie nog vinden. De optie om
de markt op te gaan met een turboprop met een aantal potentiële
partners zie ik op dit moment niet direct zitten. Dan blijft er maar
één optie over. Een dezer dagen moet de raad van bestuur
van Dasa zich er over buigen. Maar het staat vast dat we met het
programma van de Fokker 50/60 doorgaan. Zonder alliantie.''
DATUM: 10 September 1994
PAGINA: eco 17
OPMERKINGEN: Foto: De Amsterdamse beurs reageerde rustig op de
halfjaarcijfers: de goede winstresultaten waren al eerder in de koersen
verdisconteerd. (Foto Flip Fransen); Grafiek: 1. Nederlandse
beursfondsen handel en industrie 1992-1994; 2. Prognose
winstontwikkeling van Europese beursondernemingen; 3. Halfjaarcijfers
beursfondsen handel en industrie
KOP: De paradox van winstherstel en tegenvallend
loonstrookje
AUTEUR: Door WABE VAN ENK
TEKST: Wie zijn oor te luisteren legt op de effectenbeurs hoort
de champagnekurken knallen, maar wie op loonstroken tuurt denkt dat
Nederland in een crisis verkeert. Massaal zijn de winstverwachtingen
van grote bedrijven in Nederland naar boven bijgesteld. Terwijl hun
winsten stijgen, brengen de beursondernemingen de personeelskosten
omlaag.
Een klassiek conflict tussen arbeid en kapitaal lijkt op de loer te
liggen: hoeveel winst moeten bedrijven maken voordat er hogere lonen en
meer banen komen? De werkelijkheid is na Marx ingewikkelder dan alleen
een belangenconflict tussen arbeid en kapitaal. De tamelijk eenzijdige
structuur van de Nederlandse economie, met weinig unieke produkten,
maakt dat succes in belangrijke mate mate afhankelijk is geworden van
loonmatiging. De halfjaarcijfers van de ondernemingen op de beurs laten
een spectaculair herstel zien. Het crisisgevoel is geweken. Dat gevoel
was overigens wel degelijk terecht: uit CBS-cijfers van gisteren blijkt
dat de rentabiliteit van de 3500 grotere ondernemingen in Nederland de
afgelopen tien jaar nog niet op zo'n laag niveau heeft gelegen. Maar
analisten maakten begin dit jaar al gewag van fors herstel. Eind
januari stegen de koersen al tot recordhoogte. Menigeen hief de
waarschuwende vinger: na de halfjaarcijfers zou een crash komen. De
koersen liepen weer terug, maar de halfjaarcijfers vielen niet tegen.
De winsten vielen nog hoger uit dan de al sterk opgeschroefde
prognoses. Macro-economisch tekent zich, zij het bescheidener, herstel
af: een economische groei over het eerste halfjaar van twee procent. En
bovendien, de consumenten geloven er weer in: 2,2 procent groei in hun
bestedingen. Maar het winstherstel is niet terug te vinden op de
loonstrook. Het Centraal Planbureau dat de plannen van het kabinet
doorrekende, voorspelt de komende vier jaren in het gunstigste geval
koopkrachtbehoud (voor modaal) en in het ongunstigste geval een
koopkrachtverlies van 8 procent (bejaarden met 30 mille pensioen). De
ontwikkelingen op de beurs zijn nu bijna omgekeerd gekoppeld aan de
Nederlandse inkomensontwikkeling. De beursfondsen danken de gestegen
winsten vooral aan de toegenomen buitenlandse handel, die weer kon
ontstaan door matiging in Nederland. Bovendien wordt het beeld
opgefleurd doordat drie grote verliezers van vorig jaar - Hoogovens, KNP
BT en Nedlloyd - mede dank zij herstructureringen in de zwarte cijfers
kwamen. Vorig jaar deden voor Hoogovens nog faillissementsscenario's de
ronde, vorig jaar schrokken de aandeelhouders nog van de cijfers van
het uit nood ontstane papierconcern KNP BT en de parel van een decennium
geleden, Nedlloyd, leek alle glans te hebben verloren. Nu zijn ze
terug. De beurs zou de beurs niet zijn wanneer er ook niet een paar
tegenvallers waren: Fokker, Bols Wessanen en Cap Volmac. Fokker is een
bedrijf dat uitsluitend nog leeft bij de gratie van de Duitse moeder
Dasa en de vindingrijkheid van de Rabobank, die met een ingenieuze
technolease Fokker aan middelen en zichzelf aan belastingvoordelen heeft
geholpen. Bij Bols Wessanen wreekt zich dat de fusie van vorig jaar
meer was ingegeven door nationalistische dan door bedrijfsmatige
motieven: Bols valt in de drankensector tussen servet en tafellaken,
daar voegt een fusie van Wessanen tot nu toe weinig aan toe. Bij Cap
Volmac vormt de tegenvaller de zoveelste in rij: het destijds zo fraai
presterende bedrijf slaagt er al jaren niet in om zich aan te passen aan
de markt. Tegenover de paar tegenvallers staan series meevallers. Het
Parijse onderzoeksbureau 'Associés en Finance' verzamelt alle
voorspellingen van de zeven belangrijkste bureaus voor aandelen-analyse
in Nederland. De analisten blijken steeds hogere winstprognoses voor
volgend jaar af te geven, daarmee geven ze aan dat het winstherstel zich
zal voortzetten. Bij Nederlandse bedrijven tenminste, andere Europese
landen blijven achter. De top 5 van bedrijven waarin de afgelopen
maanden de verwachtingen naar boven werden bijgesteld waren DSM,
Hoogovens, Norit, Akzo Nobel en KLM. Alleen voor de farmaceutische
industrie zijn de prognoses lager geworden. De wereldwijde bezuiniging
op de medische zorg doet de perspectieven afnemen. Alleen de
farma-divisie van Akzo Nobel die 'de pil' produceert treft de malaise
niet. Het meest opvallende herstel van de Nederlandse bedrijven is
afkomstig van de zogenoemde cyclische fondsen, de bedrijven die
meedansen op de conjunctuurgolven. Zowel bij Akzo Nobel als bij DSM
gaven de bestuurders aan zelf overvallen te zijn door de hoogte van die
golven. Koninklijke Olie profiteerde ook van die chemie, maar daar
stonden lagere olieprijzen tegenover. De resultaten die de bekende mix
van Shell opleverde, stemden beleggers overigens tot enthousiasme door
de balansverbetering. Philips wordt weer geheel op handen van beleggers
gedragen. De beleggers zagen weliswaar het netto resultaat bijna
halveren, maar dat kwam alleen omdat vorig jaar tafelzilver in de vorm
van de Japanse joint venture met Matsushita voor ruim 1,1 miljard gulden
was verkocht. De winstcijfers van Philips zijn slechts een vage
afspiegeling van de werkelijke positieverbetering. Natuurlijk, Philips
spint garen bij de aantrekkende consumentenmarkt en de markt voor
halfgeleiders, maar wat de Brit Eustace op zijn financiële afdeling
heeft bereikt, grenst aan het ongelooflijke. De Brit saneerde vorig
jaar 5 miljard gulden aan schulden weg, waardoor Philips nu jaarlijks
zo'n 400 miljoen gulden 'bespaart' zonder er iets voor te hoeven doen.
De blauwe zwaan KLM leek zich even te ontpoppen als een lelijk eendje.
Na een zwaar verliesgevend 92/93 (gebroken boekjaar) werd over 93/94 291
miljoen gulden bespaard op pensioenafdrachten van het personeel. Zonder
dat extraatje zou KLM vorig jaar opnieuw verlies hebben geleden. De
pensioenbeheerders vinden dat het fonds inmiddels voldoende is
uitgekleed, maar de KLM-directie wil ook een lopende jaar een
pension-holiday. KLM liet over het eerste kwartaal een goed
winstherstel zien, maar mede dankzij het schrappen van 2000 banen. De
analisten hadden vorig jaar al voorspeld dat de 'havenfondsen' uit het
dal zouden klimmen. Pakhoed en Van Ommeren zaten in de upswing. Ook
Nedlloyd had heel wat peptalk in het rond gestrooid over op handen
zijnde verbeteringen, maar het eerste half jaar onder Berndsen was nog
niet om naar huis te schrijven: zijn eerste presentatie van de
halfjaarcijfers kwam Nedlloyd op een straf te staan: de beurskoers
daalde. Nieuwkomer KPN hield zich uiteraard goed aan zijn beloften. Ook
de uitgevers Reed Elsevier en Wolters Kluwer presteerden volgens bekend
concept: span de verwachtingen voor de winstgroei hoog en zorg
vervolgens dat de winstgroei nog iets hoger is. Jarenlang was in dit
gezelschap VNU het stiefkindje, maar inmiddels heeft de Haarlemse
uitgever een enorme koersrally ingezet. Ook de 'provincie' roert zich:
de koning van de regionale bladen, Wegener, realiseerde groeicijfers per
aandeel die zelfs fractioneel hoger lagen dan die van de grote twee,
Elsevier en Wolters. Unilevers groeicijfers (bedrijfsresultaat plus 6
procent) waren wat lager dan gemiddeld (circa 18 procent voor de grote
bedrijven exclusief Philips en Shell), maar ook deze konden rekenen op
een redelijk onthaal. Unilever staat bekend om zijn stabiele
winststijging en dat betekent automatisch ook minder positieve
uitslagen. Unilever kon echter beleggers duidelijk maken dat het de
overhead beter onder controle heeft dan de grote rivalen Nestlé
en BSN. In de financiële sector draait het ook voor een deel ook om
het terugdringen van de overheadkosten. ABN Amro, Aegon, ING en Fortis
lieten allemaal dubbele groeicijfers zien voor bedrijfsresultaat en
winst, terwijl vooral in Nederland de personeelsaantallen terugliepen.
De banken en verzekeraars maakten duidelijk dat met het schrappen van
arbeidsplaatsen geld valt te verdienen. Die trend is ook in de handel
en industrie zichtbaar. De grote bedrijven (exclusief de Koninklijke en
Philips) gaven in het afgelopen halfjaar 100 miljoen gulden minder uit
aan lonen, salarissen en sociale lasten dan in het eerste halfjaar
1993, ondanks het feit dat er aanzienlijk meer werd omgezet: 122 miljard
tegen 116 miljard gulden. Die loonkosten spelen niet alleen bij het
paarse kabinet maar ook bij de werkgevers een belangrijke rol. Uit een
enquête van het NCW in maart blijkt dat 40 procent van de
ondernemers activiteiten naar het buitenland wil verplaatsen, omdat de
loonkosten hier te hoog zouden zijn. Dat lijkt haaks te staan op de
uitkomsten van The World Competitiveness Report dat het World Economic
Forum deze week presenteerde, waarin Nederland in de top figureert.
Maar in deze uitkomst spelen ook heel andere factoren dan loonkosten een
rol. Nederland concurreert vooral met verre van unieke bulkgoederen op
de wereldmarkt. Een bedrijf als Gist Brocades is daarvan een voorbeeld.
Het produceert onder meer antibiotica waar in de hele wereld
één prijs in dollars geldt. Wanneer één
fabrikant met succes in een lage-lonenland als India de kosten per
eenheid produkt naar beneden weet te brengen, dienen de anderen te
volgen, graag of niet. In een analyse van de Nederlandse bedrijven
schetst ABN Amro-bestuurder drs. Th.A.J. Meys twee typen markten:
één die zo sterk in ontwikkeling is dat met autonome groei
een sterke winststijging is te boeken en één waar
winstgroei vooral door acquisities en strategische concepten te
bereiken is. Alle Nederlandse parels die die topposities bekleden
(Shell, Philips, Unilever, Akzo Nobel en Heineken) zitten in die tweede
categorie. Daarnaast heeft Nederland in de laatste categorie ook nog
veel bedrijven die geen topposities bekleden, maar wel op de wereldmarkt
actief zijn. Het enorme herstel dat zich in het afgelopen half jaar
voorgedaan heeft, dankten deze bedrijven - bij voorbeeld DSM en Nutricia
- aan het kostenvoordeel, behaald door forse saneringen. Het herstel
van dit soort bedrijven is natuurlijk kwetsbaar voor elke vorm van
kostenstijging. Wat Meys mist zijn veel Nederlandse bedrijven die in de
echte groeimarkten zitten. Hij noemt Van der Ende's amusementsindustrie
Endemol, KPN en ingenieursbureau Heidemij. Ook ziet hij kansen voor
Reed Elsevier en Polygram die volgens hem misschien kunnen doorgroeien
naar het segment toppositie in groeimarkt. Bedrijven in groeimarkten
zullen veel minder gevoelig zijn voor fluctuaties in de loonkosten.
Sommige economen leggen dan ook de nadruk op het verbeteren van de
structuur van de Nederlandse economie, waardoor er meer 'groeibedrijven'
komen die voor hun resultaat minder afhankelijk zijn van loonmatiging.
Prof. dr. E. Bomhoff heeft in NRC Handelsblad geageerd tegen
voortdurende loonmatiging: ,,Het land met de meeste loonmatiging ging
tegelijkertijd het hardst achteruit in de welvaart.'' Meys zegt in zijn
met prof. dr. A. van der Zwan geschreven brochure 'Ondernemend
Nederland in perspectief': ,,Toekomst voor het behoud van hoogwaardige
werkgelegenheid ligt niet bij kostenleiderschap maar bij
kwaliteitsleiderschap.'' Meys en Bomhoff onderstrepen met hun betoog dat
loonmatiging de zo noodzakelijke economische structuurverbetering
afremt. Dat beeld verdient nuance. Ook typisch traditionele
bedrijfstakken als staal en chemie proberen razendsnel met
specialistische produkten hun positie te verbijzonderen. Aan de andere
kant is gebleken dat sommige sectoren die in het verleden het etiket
'groeisector' kregen opgeplakt, in de praktijk die verwachtingen niet
waarmaakten. Automatisering is daarvan een sterk voorbeeld, met in het
afgelopen halfjaar nog weer eens een bevestiging van Cap Volmac, maar
ook biotechnologie verdient volgens één van de
belangrijkere Nederlandse bedrijven in die sector, Gist Brocades,
kritische beschouwing. Veel onderzoek in de biotechnologie heeft
onvoldoende rendement opgeleverd. De Nederlandse economische structuur
geeft aan dat veel geteerd wordt op oude roem. De grote bedrijven
dateren allemaal van voor de oorlog. Het winstherstel in het eerste
halfjaar was vooral te zien bij de traditionele sectoren. De
na-oorlogse generatie heeft in Nederland eigenlijk slechts
één nieuwe multinational opgebouwd en dat is Frits
Goldschmeding met uitzendconcern Randstad. Maar dit bedrijf meldt dan
ook, behalve een winststijging in het eerste halfjaar met 32 procent,
tegelijk dat het de vacatures nauwelijks kan vervullen. Randstad begint
dit weekend een campagne om 400 mensen aan te trekken, die
uitzendkrachten moeten selecteren. Bij een nooit vertoond herstel,
zoals DSM en Akzo Nobel het noemen, hoort volgens Goldschmeding een bij
zijn bedrijf nooit vertoonde aanwas van personeel.
DATUM: 06 September 1994
PAGINA: eco 15
KOP: Nog geen onderzoek EU naar Fokker
AUTEUR: Door een onzer redacteuren
TEKST: ROTTERDAM, 6 SEPT. De Europese Commissie stelt nog geen
formeel onderzoek in naar de vraag in hoeverre de Nederlandse staat
betrokken is bij de steunoperatie aan vliegtuigfabrikant Fokker. Wel
heeft de Commissie eind juli in Den Haag een verzoek om nadere
informatie gedaan. Goed genformeerde kringen in Brussel verwachten
evenmin als het ministerie van economische zaken dat dit tot problemen
voor Fokker zal leiden.
Gisteren werd bekend dat Fokkers concurrent British Aerospace (BAe) wil
dat de Europese Commissie de financiële injectie van
één miljard gulden aan Fokker onderzoekt. Fokkers
grootaandeelhouder Dasa verschaft 600 miljoen gulden. De rest (ruim 400
miljoen gulden) krijgt Fokker binnen door een zogenoemde
technolease-constructie met de Rabobank. Daarbij verkoopt Fokker zijn
kennis aan de Rabo om deze onmiddellijk weer terug te huren. British
Aerospace vindt dat vooral die technolease-constructie Fokker een
,,oneerlijk concurrentievoordeel'' verschaft. Het ministerie van
Economische Zaken is niet erg onder de indruk van de bezwaren van BAe.
Volgens een woordvoerder is er contact geweest met een onderdeel van de
Europese Commissie. ,,Er is toen een aantal informatieve vragen
gesteld. Dat is bij dit soort operaties zeer gebruikelijk'', aldus de
woordvoerder, ,,Ik denk niet dat we grote Brusselse problemen krijgen.''
De technoleaseconstructie is een privaatrechtelijke transactie tussen
de Rabobank en Fokker, zo constateert hij. Wel zitten er ,,fiscale
aspecten aan'', maar alles valt binnen het kader van de fiscale
wetgeving. Ook Fokker zelf zegt niets te vrezen vanuit Brussel. ,,Van
geen kant is hard te maken dat het hier om een douceurtje voor Fokker
gaat'', aldus een woordvoerder. De Europese Commissie wil met name
weten of de Nederlandse overheid speciale toestemming heeft moeten
verlenen voor de technolease-transactie. In dat geval zou het
belastingvoordeel dat de Rabo bij de constructie geniet als het
verstrekken van financieel voordeel kunnen worden aangemerkt. Maar goed
genformeerde kringen in Brussel verwachten niet dat het zover komt. Zij
wijzen erop dat ook de technolease-overeenkomst tussen Philips en de
Rabo vorig jaar niet tot problemen met Brussel heeft geleid. De
Europese Commissie veronderstelde dat er banden bestonden tussen de
Nederlandse overheid en de Rabobank. Daartoe heeft zij onder andere de
statuten van de Rabobank opgevraagd. BAe concurreert met Fokker op de
markt voor toestellen voor de middellange afstand en
propellervliegtuigen. Maar tegelijk zijn al gesprekken gevoerd met
Fokker-grootaandeelhouder Dasa en het Franse Aérospatiale over
mogelijke samenwerking. De bezwaren die de Britse fabrikant maakt tegen
de financiële steun aan Fokker maken volgens de Nederlandse
fabrikant waarschijnlijk deel uit van het onderhandelingsspel.
DATUM: 05 September 1994
PAGINA: eco 10
KOP: Britten willen in Brussel steun Fokker
aanvechten
AUTEUR: Door een onzer redacteuren
TEKST: ROTTERDAM, 5 SEPT. Het Britse lucht- en
ruimtevaartconcern British Aerospace (BAe) wil bij de Europese Commissie
een recente kapitaalinjectie van 1 miljard gulden voor Fokker
aanvechten. British Aerospace vindt dat Fokker met het nieuwe kapitaal
oneerlijke concurrentie kan bedrijven op de door overcapaciteit
geplaagde markt van propellervliegtuigen.
Dit meldt de Britse zakenkrant Financial Times. BAe wilde het bericht
vanochtend niet officieel bevestigen. De Nederlandse vliegtuigbouwer,
die over de eerste zes maanden van 1994 een verlies van 196 miljoen
gulden bekendmaakte, was dit voorjaar volgens financiële analisten
technisch failliet. Een kapitaalinjectie van een miljard, opgebracht
door moeder Dasa en de Rabobank, hield het bedrijf op de been. Voor de
zogeheten technolease-constructie met de Rabobank, waarbij Fokker voor
400 miljoen gulden zijn technische kennis verkocht en meteen weer
terughuurde, was de medewerking van de Nederlandse overheid nodig. De
Rabobank kan de afschrijving op de aanschaf in mindering brengen op haar
winst. British Aerospace vindt de Nederlandse overheidsbemoeienis een
onverteerbare zaak en wil dat Brussel de overeenkomst verbiedt. Het
noodlijdende Fokker krijgt volgens BAe door de kapitaalverschaffing op
oneerlijke wijze de gelegenheid de recessie uit te zitten. Volgens
optimistische verwachtingen zal de vliegtuigmarkt in 1996 weer
aantrekken. De kritiek van British Aerospace op de steun aan Fokker is
opmerkelijk omdat BAe al maanden in bespreking is met Fokker-moeder Dasa
om een oplossing te vinden voor de nood onder de Europese fabrikanten
van propeller- en kleinere straalvliegtuigen voor de korte afstand.
Dasa-topman Jürgen Schrempp en zijn BAe-collega Dick Evans vinden
dat er slechts één fabrikant voor regionale
propellervliegtuigen in Europa moet komen. Daarvoor is ook het Franse
Aérospatiale benaderd. Als voorbeeld voor zo'n gezamenlijke
onderneming dient Airbus, waarin British Aerospace, Dasa,
Aérospatiale en het Spaanse Casa samenwerken in de bouw van grote
vliegtuigen voor de lange afstand. Bij Fokker, waarvan topman Ben van
Schaik vanochtend op de internationale luchtvaarttentoonstelling van
Farnborough rondliep, was niemand bereikbaar voor commentaar.
DATUM: 30 Augustus 1994
PAGINA: eco 13
KOP: Rabo ziet volop kansen technolease
AUTEUR: Door onze financiële redactie
TEKST: ROTTERDAM, 30 AUG. De Rabobank ziet nog mogelijkheden
voor tientallen Nederlandse bedrijven voor de zogenoemde technolease.
De voorwaarden die staatssecretaris Vermeend vrijdag presenteerde, maken
deze constructie niet onmogelijk, zo heeft de Rabobank desgevraagd
bevestigd.
Insiders menen zelfs dat Vermeend lang niet ver genoeg is gegaan met
zijn voorwaarden om technolease te beperken. Door het verkopen van
technologische kennis uit het buitenland aan Nederlandse banken zouden
die banken grote fiscale aftrekposten kunnen creëren. Eén
van de architecten van deze constructie, drs. W.J. Kolff, hoofd
directoraat corporate finance van de Rabo, heeft echter gezegd dat de
Rabobank niet aan dergelijke internationale buitenlandse transacties zal
meewerken. Kolff wil alleen meedoen wanneer er een Nederlandse
economisch belang mee wordt gediend. Tot nu toe hebben alleen Fokker en
Philips van de zogenoemde technolease- constructie gebruik gemaakt.
Ex-minister Andriessen van Economische Zaken verklaarde dit weekend voor
de VPRO-radio dat Fokker zonder deze constructie, waardoor het Rijk
tientallen miljoenen belasting misliep, failliet zou zijn gegaan en
Philips zijn investeringen in de chipfabriek in Nijmegen niet gedaan zou
hebben. Andriessen verklaarde zelf bedenker te zijn van de constructie.
,,Bij Daf heb ik gezegd: je zou die kennis eigenlijk in een pakket
moeten doen en dan verkopen.'' De Rabobank heeft dat idee bij Philips
opgepakt: net zoals vaak gebeurt bij gebouwen, inventaris en auto's (de
materiële activa) kocht Rabo immateriële activa
(technologische kennis) van Philips. De aardigheid is dat een bedrijf
zoals Fokker, dat in problemen verkeert en geen normaal krediet kan
krijgen, hiermee financiële armslag krijgt, hoewel net zoals bij
een gewoon krediet de som in termijnen terugbetaald moet worden. Voor
de Rabobank is de fiscale kant lucratief. Door het kopen van de nog
verliesgevende investeringen in technologische kennis creërt de
bank aftrekposten. Voor de Rabo is deze aftrekpost extra aantrekkelijk,
omdat deze bank verhoudingsgewijs het meeste belasting betaalt. ING
betaalde in het eerste half jaar over elke gulden 28 cent belasting, ABN
Amro 31 cent en Rabo 33 cent. De Rabo zegt blij te zijn dat Vermeend is
gekomen met aanvullende eisen voor de technolease om 'wildgroei' te
voorkomen. Vermeend wijst erop dat de constructie meer aandacht behoeft
dan bij verkoop en terughuur van bij voorbeeld een auto, omdat een
bedrijf dan geen exclusief gebruiksrecht claimt. Bij technolease is dat
anders. Zo zou Philips niet willen dat Sony met de technologische
kennis aan de haal zou gaan. ,,Dit roept de vraag op naar de overgang
van het economische belang'', aldus Vermeend. Hij eist dan ook een
reële overdacht van het eigendom. Vermeend wil ook dat de duur van
de leaseperiode korter moet zijn dan de verwachte levensduur van de know
how. Volgens de Rabo is over deze voorwaarde nog discussie nodig, omdat
dit niet consequent is. Voor de lease van bij voorbeeld auto's geldt
die voorwaarde niet. Volgens de Rabo is technolease interessant voor
enige tientallen bedrijven in Nederland met compensabele verliezen en
een pakket hoogwaardige technologie. Bij enkele octrooien, merken of
auteursrechten is de constructie volgens de Rabobank moeilijk te
realiseren.
>> Lees
verder
|
NRC Webpagina's
februari 1997
|