Taken
De Algemene Rekenkamer is een Hoog College van Staat.
Net als de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, de Raad van State en de
Nationale Ombudsman. Een Hoog College van Staat is formeel onafhankelijk
van de regering. De Rekenkamer mag zelf uitmaken wat zij naast haar
wettelijke verplichtingen en binnen haar pakket van taken en bevoegheden
onderzoekt.
College
Aan het hoofd van de Rekenkamer staat een college van drie personen: een
president en twee andere leden. Zij worden bij Koninklijk Besluit voor
het leven benoemd en zijn gewoonlijk lid van een politieke partij, alle
drie van een andere. De benoemingsprocedure verloopt als volgt. Nadat
een sollicitatieprocedure is opengesteld, voeren de zittende leden van
de Rekenkamer en de secretaris (de hoogste ambtenaar) gesprekken met
kandidaten en maken een selectie. Daarna maakt het college een openbare
aanbevelingslijst met zes kandidaten, die naar de Tweede Kamer wordt
gestuurd. De commissie voor de rijksuitgaven van de Tweede Kamer voert
vervolgens gesprekken met de kandidaten. Zij doet een openbare
aanbeveling van drie kandidaten, met een volgorde van voorkeur. De
Tweede Kamer maakt vervolgens een voordracht van drie kandidaten. De
Kamer is daarbij niet gebonden aan de namen die op de aanbevelingslijst
van het college stonden. Normaal gesproken wordt de kandidaat benoemd
die op de eerste plaats van de voordracht staat. Daarna is de benoeming
van de president aan de orde, te kiezen uit de drie collegeleden. Deze
benoeming is formeel alleen een zaak van het kabinet. Na een voordracht
van de minister van Binnenlandse Zaken neemt het kabinet een besluit
hierover.
Rechtmatigheidsonderzoek
In de grondwet staat dat de Algemene Rekenkamer de uitgaven en de
ontvangsten van het rijk moet controleren, waarmee een bedrag van meer
dan 500 miljard gulden per jaar is gemoeid. Het narekenen van deze
inkomsten en uitgaven heet `rechtmatigheidsonderzoek'. In de praktijk
rekent de Rekenkamer lang niet alles na, maar ziet zij erop toe of de
accountantsdiensten van de ministeries goed functioneren.
Doelmatigheidsonderzoek
De Rekenkamer controleert meer dan alleen de vraag of uitgaven en
ontvangsten boekhoudkundig correct zijn verwerkt. In de zogenoemde
`doelmatigheidsonderzoeken' gaat de Rekenkamer na of de uitvoering van
het beleid beantwoordt aan het doel, dus of er geen geld wordt verspild.
Deze taak is in toenemende mate belangrijk geworden. In het vandaag
verschenen rapport 1999-2004: positionering en prioriteiten kondigt het
college aan dat de Rekenkamer haar onderzoeken naar doelmatigheid verder
zal intensiveren. Voorgenomen onderzoeken betreffen onder meer de zorg
voor Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen, computers
in het onderwijs, het geneesmiddelenbeleid en individuele huursubsidie.
Werkterrein
Omdat de Rekenkamer de besteding van rijksgelden controleert, vormen de
ministeries het belangrijkste werkterrein. Maar een onderzoek kan zich
ook uitstrekken over instellingen en bedrijven, voorzover zij,
bijvoorbeeld via subsidies, financiele banden met het rijk hebben. Ook
zelfstandige bestuursorganisaties (zoals universiteiten of
uitvoeringsorganen in de sociale zekerheid) kunnen aan een onderzoek
door de Rekenkamer worden onderworpen. De Rekenkamer duidt deze
organisaties aan als RWT's: met het rijk verbonden rechtspersonen met
een wettelijke taak. Het college vindt dat het nog te weinig inzicht
heeft in het financieel beheer en de rechtmatigheid van uitgaven van
deze RWT's en wil daaraan de komende jaren meer aandacht besteden. De
Rekenkamer heeft geen bevoegdheden ten opzichte van provincies en
gemeenten. Het college is er wel voorstander van dat het ook bij deze
lagere overheden kan controleren hoe het geld van ministeries wordt
besteed en heeft een verzoek hiertoe bij de regering en het parlement
ingediend.
|