En de gevolgen, daar gaan wij niet over
Onderzoeken van de Rekenkamer werken
meestal preventief en heilzaam. Maar niet altijd zorgen ze voor een
doorbraak.
DAT NEDERLANDSE SOLDATEN op vredesmissie tegenwoordig een landkaart
meekrijgen van het gebied waar hun missie zich voltrekt, mag in de ogen
van eenieder logisch lijken. Er was echter een onderzoek van de Algemene
Rekenkamer voor nodig om Defensie zo ver te krijgen.
De Rekenkamer stelde het vast, bespaarde het leger op die manier vele
manuren en tientallen verdwaalde soldaten, maar kreeg hoon in plaats van
lof. Negatief ingestelde cijferfetisjisten waren het. Saaie kantoorlui
die in hun drang naar kritiek de werkelijkheid uit het oog waren
verloren.
Bij de Rekenkamer kennen ze de kritiek en halen ze er hun schouders bij
op. Volgens voormalig voorzitter van de Rekenkamer F. Kordes
functioneert de Rekenkamer juist extra goed als er na een onderzoek een
zwarte piet wordt toegespeeld. ,,Niet dat we het erom doen, maar het
helpt zeker om de onderzoekers te motiveren als politiek en pers veel
aandacht aan een onderzoek besteden. Als er een storm van kritiek volgt
op onze bevindingen, weten we dat we op de goede weg zitten.'' Doel is
nu eenmaal de Nederlandse samenleving te behoeden voor onrechtmatig of
ondoelmatig uitgeven van overheidsgeld.
De rapportages die de Rekenkamer over haar onderzoeken naar buiten
brengt, doen regelmatig een hoop stof opwaaien. Dat gold zeker voor het
onderzoek naar de staatssteun aan grote ondernemingen, ook wel het
Technolease-dossier genoemd. Net zoals voor de rapportage over de
groeiciijfers van Schiphol. En, alweer wat langer geleden, ook voor de
paspoort-affaire en het onderzoek naar de Sociale Verzekerings Raad
(SVR). Deze laatste twee rapportages kostten zelfs het politieke hoofd
van een aantal bewindslieden.
De gevolgen van een Rekenkamer-rapportage kunnen dus verstrekkend zijn.
Effecten van de rapporten kunnen op verschillende manieren aan het licht
komen.
Allereerst kan een onderzoek een preventieve werking hebben. Als de
Rekenkamer aankondigt een bepaald beleidsterrein te onderzoeken, kan een
bewindsman zich een hoop ellende besparen. In ongeveer eenderde van de
gevallen worden door de gecontroleerde instantie gedurende het
onderzoeksproces al verbeteringen ingevoerd.
Goed voorbeeld is het onderzoek naar de APK-keuringen. Tijdens dat
onderzoek kwam toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat Jorritsma
met maar liefst vijf nieuwe regelingen die de kritiek van de Rekenkamer
grotendeels ondervingen. Prima vinden ze dat, bij de Rekenkamer. ,,Als
een minister slim is, kan hij tijdens het jaar dat wij onderzoek doen
naar zijn ministerie een heleboel wijzigen. Eigenlijk is het
verbazingwekkend dat we nog zoveel kritiek moeten leveren'', zegt een
woordvoerder van het instituut.
Gezien de status van het instituut wordt kritiek vaak zeer serieus
genomen. Als tijdens een onderzoek al geen verbeteringen zijn ingevoerd,
gebeurt dat meestal naderhand. Voor publicatie mogen bewindslieden in
rapporten altijd reageren op de bevindingen van het instituut.
Deze reacties varieren. Vaak onderschrijven de ministers de conclusies
geheel of gedeeltelijk. Vaak ook leggen zij de kritiek van de Rekenkamer
naast zich neer. In ieder geval beloven ze vaak om iets te doen aan de
door de Rekenkamer geconstateerde manco's. Of dat ook werkelijk gebeurt,
kan de Rekenkamer overigens pas controleren als zij hetzelfde instituut
opnieuw aan een onderzoek onderwerpt, zoals bij de Centrale Recherche
Informatie is gebeurd.
Voormalig Rekenkamer-voorzitter F. Kordes over het eerste onderzoek naar
de informatieverschaffing door de CRI dat in 1985 gepubliceerd werd:
,,De CRI was destijds een sterk verouderde organisatie. Er waren nog
geen computers, dus zo makkelijk als het nu zou moeten gaan, was het
toen niet. De gevolgen van dat rapport waren zacht gezegd niet plezierig
voor de toenmalige minister van Justitie. Aan de andere kant: omdat de
Rekenkamer had aangetoond dat het allemaal niet zo vlotjes verliep bij
de CRI kreeg hij wel extra geld van het kabinet om de boel eens grondig
te reorganiseren.''
Maar om nou te zeggen dat dat onderzoek daadwerkelijk voor een doorbraak
heeft gezorgd. Nog tweemaal deed de Rekenkamer op eigen initiatief
onderzoek naar de informatieoverdracht bij de CRI uit. En nog twee maal
bleek dat de instelling nagenoeg niets deed om aan de vraag van de
korpsen tegemoet te komen. De laatste rapportage dateert van september
vorig jaar, de voorlaatste uit 1987.
Juist wegens de gevolgen van de rapportages heeft de Rekenkamer over het
algemeen weinig moeite met het verzamelen van informatie. Ambtenaren van
te onderzoeken departementen zijn regelmatig bereid voor de volle
honderd procent mee te werken. ,,Vaak zijn zij zelf al jarenlang
geconfronteerd met het niet of niet goed functioneren van een bepaald
deel van hun ministerie. Voor hen is ons onderzoek ook een soort
uitlaatklep'', zegt Kordes.
Dat de Rekenkamer soms niet op volledige medewerking mag rekenen, toont
de rel rond de aanschaf van Mondriaans nooit voltooide schilderij
Victory Boogie Woogie. De Tweede Kamer kreeg uiteindelijk in een debat
voor elkaar wat de Rekenkamer niet was gelukt: ze bemachtigde een kopie
van een strikt vertrouwelijke brief van minister Zalm aan De Nederlandse
Bank-directeur N. Wellink over het omstreden schilderij.
De Rekenkamer had de brief nodig voor het onderzoek naar een gift van
110 miljoen gulden door De Nederlandse Bank aan de stichting Nationaal
Fonds Kunstbezit. De Rekenkamer-onderzoekers mochten de brief wel lezen,
maar geen aantekeningen of een kopie maken. Politiek gezien een logische
reactie van een minister die wist dat hij over de schreef was gegaan.
Vaak wordt de Rekenkamer verweten politieke spelletjes te spelen. Kordes
wijst die beschuldiging beslist van de hand. ,,We spelen geen politieke
spelletjes. Als bijvoorbeeld minister Zalm de wet overtreedt, wat hij
bij de aanschaf van de Victory Boogie Woogie onmiskenbaar heeft gedaan,
stellen wij dat aan de kaak. Niets meer, niets minder. En de gevolgen,
daar gaan wij niet over.''
Kordes erkent dat de Rekenkamer voor sommige politici een blok aan het
been is. ,,Soms vinden ze het lastig dat we met kritiek komen. Zijn ze
net zelf bezig orde op zaken te stellen bijvoorbeeld. Maar bedenk wel,
we zijn een noodzakelijk blok aan het been.''
|