In deze statistieken zijn de Nederlandse alleenstaanden op twee verschillende manieren geteld: als individu en als huishouden. Bij de huishoudens gaat het om particuliere huishoudens; de mensen die in bijvoorbeeld inrichtingen (bejaardentehuizen en dergelijke) verblijven, behoren hier niet toe.

In de kaart die per gemeente het aandeel van vrouwelijke alleenstaanden als percentage van alle alleenstaanden laat zien, gaat het om individuen.

In enkele gevallen zijn de huishoudens van alleenstaanden vergeleken met huishoudens van paren. Paren zijn in dit geval: samenwonende of getrouwde paren zonder kinderen.

Klik op onderstaande plaatjes voor een grafisch overzicht

Alleenstaanden hebben per persoon minder kamers dan paren

Huishoudens van alleenstaanden besteden minder geld aan duurzame consumptiegoederen

Alleenstaanden leven vaak van minimum inkomen