|
RELATIES DEMOGRAFIE CIJFERS VERSIEREN RELATIEBEMIDDELING CONSUMEREN GEZINSLOBBY PORTRETTEN ALLEENGAANDE AANTREKKING ORGANISATIES |
Alleengaande Je zou denken dat alleenstaande altijd al is gebruikt voor ‘ongetrouwd, iemand die er alleen voorstaat'. Maar dat is niet zo. In oude teksten lezen we over alleen staande huizen, bomen en meubels. Over dingen dus, niet over mensen. De alleenstaande mens is pas in 1950 voor het eerst in Van Dale opgetekend. Waarom alleenstaande er toen opeens een betekenis bijkreeg, is niet bekend. Misschien vond men vrijgezel en ongehuwde indertijd te stigmatiserend. Zeker is dat alleenstaande aanvankelijk vooral in overheidsstukken werd gebruikt. Zo publiceerde W.C. Blomberg in 1956 het rapport Woontoestand en woonwensen van 3.009 alleenstaande vrouwen in Amsterdam. En in 1962 kwam G. Kruse met zijn Onderzoek naar enkele levensomstandigheden van alleenstaande bejaarden boven 70 jaar in de Noord-Jordaan. Zeker is ook dat alleenstaande op een gegeven moment door sommigen als stigmatiserend werd ervaren. Het klonk zo alleen. Zo eenzaam en verlaten. Bijna zielig gewoon. Het was, in een tijdsgewricht dat er steeds meer alleenstaanden kwamen, niet meer het goede woord. En dus werd alleengaande uitgevonden. Alleengaande is een eufemisme. Het is een doekje tegen het bloeden. Het is een woord dat zegt: ik ben wel alleen, maar ik heb het reuze naar mijn zin, ook als ik het niet naar mijn zin heb. Reken maar! Ook alleengaande lijkt te zijn ontstaan in ambtelijke kringen. Het is in 1984 voor het eerst gesignaleerd, in de titel van het rapport De positie van oudere werkloze ‘alleengaande' Turken en Marokkanen. Na de alleengaande Turken en Marokkanen kwamen de alleengaande autochtonen. Zij gingen zonder partner met vakantie, en ook dat werd onderzocht. Lees bijvoorbeeld Alleen op vakantie: een onderzoek naar de problematiek van de alleengaande vakantieganger uit 1989. Onder Nederlandse uitgevers geldt de regel: als de groep groot genoeg is, krijgt zij haar eigen tijdschrift, want hoe meer mensen er zijn die zo'n blad kopen, hoe meer geld het oplevert. Dat geldt ook voor alleengaanden. En dus verscheen in 1991 Single, een glimmend, kleurrijk blad dat de alleengaande een hart onder de riem wilde steken, in 1995 gevolgd door Uniek: het tijdschrift voor de alleengaande. In 1998 kwam De single-krant: krant voor alleengaand Nederland (ondertitel ‘maandelijks periodiek voor de actieve single') op de markt. Alleengaande is inmiddels zo vaak voor ‘alleenstaande' gebruikt, dat het onlangs is opgenomen in de Grote Van Dale. Samen met single. Vrijgezel wordt ook nog volop gebruikt, maar dat heeft een iets andere lading gekregen. De vrijgezel is een jonge hond. Hij of zij is maar tijdelijk single. De vrijgezel is op weg naar partner, huwelijk, LAT of anderszins. Om uiteindelijk toch als alleengaande over te blijven, want zo gaan die dingen. EWOUD SANDERS |
NRC Webpagina's 4 januari 2001
|
Bovenkant pagina |
|