Oosting wil dat politiek schuldigen
aanwijst
'Raad en Kamer kunnen aan de slag'
Oud-ombudsman Marten Oosting
leidde het onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede. De eerste
bestuurder is al opgestapt. Maar dat is niet genoeg, "er moet een
kentering komen".
Door onze redacteur HARM VAN DEN BERG
ROTTERDAM, 2 MAART. "Al het materiaal ligt nu op tafel om de
gemeenteraad en de Tweede Kamer te laten doen wat nodig is."
Marten Oosting spreekt gedecideerd, bij hem is geen twijfel waar te
nemen of het zware onderzoek wel goed is uitgevoerd, of het ook heeft
opgeleverd waarvoor het was bedoeld.
Tussen twee afspraken door, 'smorgens bij de EO-radio, 's middags in
Enschede, neemt Oosting in een etablissement in het centrum van Zeist de
tijd om vragen over zijn rapport te beantwoorden.
"Het is mij iets te gemakkelijk om alles op te hangen aan het opstappen
van een bestuurder. Als dat nou het enige is dat we kunnen bereiken met
deze studies, dat zou toch wel erg armoedig zijn. Er moet veel meer
gebeuren, we zullen een kentering in de samenleving moeten
bewerkstelligen."
Er zijn mensen die hopen en verwachten dat het vertrouwen in de
politiek herwonnen wordt als verantwoordelijke bestuurders hun ontslag
aanbieden.
"Ik onderschat absoluut niet het gewicht van zo'n beslissing. Een
personele wisseling kan ook zeker betekenis hebben. Maar echt vertrouwen
win je als overheid door lessen te leren. Andersom is het niet zo dat
wij geen schuldigen aanwijzen. Ik vind dat we zeer ver strekkende
uitspraken doen die allemaal een behoorlijk morele lading hebben. We
hebben bewust geen hoofdschuldige willen aanwijzen. Dat is geen lafheid,
de commissie kan er ook niks aan doen dat hier zovelen tekortgeschoten
zijn. Laten we wel wezen, het is voor een deel ook vermaak geworden om
een politicus te zien vertrekken."
U vindt dat anderen nu de schuldigen maar moeten aanpakken?
"Het is niet anders, maar het begrip schuld kan hier op verschillende
manieren worden ingevuld. Heeft een slordige milieuvergunning de
explosie veroorzaakt? Waar is het causaal verband? In ieder geval komt
de strafrechter in het geweer. En als het gaat om aansprakelijkheid voor
schade van burgers, zal de burgerlijke rechter aangesproken worden. Maar
het spreekt vanzelf dat ik ook de afgelopen maanden enkele malen heb
gedacht: hoe is het mogelijk?"
Er is dus volgens de commissie meer nodig om een ramp als deze, een
cafébrand in Volendam, straks misschien een ongeval met een
chloortrein, te voorkomen. U zei zelfs dat de veiligheid van de burgers
bij de overheid niet in goede handen is.
"Ik heb het begrip culturele revolutie gebruikt. Begrijp goed, ik wil
niet terug naar de 19de eeuw, maar met z'n allen moeten we weer het
besef krijgen dat de overheid er is om een streep te trekken. Er zijn
regels en je mag dan ook verwachten dat we ons daaraan houden. Dat
betekent dus dat er meer toezicht zal moeten komen op de naleving. We
hebben normen om ze te beschermen, de veiligheid moet gewaarborgd zijn,
op alle terreinen. En dan mag het niet gebeuren dat in een gemeente de
controlerende ambtenaar wordt gecorrigeerd door een wethouder als hij
een dwarsliggende ondernemer tot de orde heeft geroepen. Dat is erosie.
Er mogen ook geen opvallende verschillen tussen gemeenten zijn. Iedereen
moet weten: zo doen we het in Nederland".
Als Nationale Ombudsman hebt u ruim ervaring opgedaan met de
overheid...
"In die periode kreeg ik een sterk vertekend beeld. Er kwamen immers
uitsluitend klachten en dan denk je al gauw dat de overheid niet deugt.
En dat is met deze ramp dan in verbijsterende mate het geval. Maar ik
heb als Ombudsman geen grammetje frustratie opgelopen. Mijn ervaring kon
ik gebruiken om dit ingewikkelde onderzoek goed op te zetten."
Op alle niveaus heeft men gefaald. Het was geen onderwerp, wie wil
er nou de minister van Vuurwerk zijn?
"Het is wel heel gevaarlijk spul. We maken daarom vooral het
milieubureau van Defensie ernstige verwijten, dat is ernstig
tekortgeschoten. Tegen de minister zeg ik: je kunt zo'n dienst niet
korten en tegelijk de taken uitbreiden."
De commissie heeft in dit onderzoek nauw samengewerkt met justitie.
Was dat voor beide partijen geen risico? Liep u elkaar niet in de weg?
"Het was inderdaad voor het eerst dat een onderzoekscommissie samenwerkt
met een rechercheteam. Om alles helder te houden, is er een convenant
gesloten tussen de commissie, de procureurs-generaal en de politie. We
hebben als partijen elkaars onafhankelijkheid gerespecteerd, ik heb
niets gemerkt van competitie. Als de recherche iemand wilde spreken die
ook op onze lijst stond, zeiden we: nou vooruit, zij vandaag, gaan wij
morgen. Verklaringen die zijn afgelegd bij de recherche hebben we alleen
gebruikt als de verdachte daar zijn toestemming voor had gegeven. De
overeenkomst gaf ons ook de beschikking over de justitiële
onderzoeken van TNO en het Forensisch Instituut. Wat mij betreft is het
prima verlopen".
Met de departementale inspecties ging het minder goed. Zaten zij de
commissie niet flink dwars met hun eigen onderzoeken?
"Dat is inderdaad niet goed gelopen. Daarom staat er ook iets over in
het eindrapport (Op bladzijde 15 staat een alinea over de vertraging die
het onderzoek door de inspecties had opgelopen, als gevolg waarvan de
commissie haar plan van aanpak moest bijstellen, red.). Toen eenmaal
duidelijk was dat de inspecties veel later zouden komen, heb ik daarover
een paar kritische opmerkingen gemaakt bij minister De Vries. Ik vond
dat wij ons onderzoek niet afhankelijk konden maken van het schema dat
de inspecties hanteerden."
En daarna kwam er nog eens een rapport over het negeren van een
onderzoek naar de ontploffing van de vuurwerkfabriek in Culemborg...
"Dat was inderdaad een soort toegift. Geheel onverwacht voor ons. Het is
waar, zoiets geeft verwarring, dat is ook in Enschede gebleken. Mensen
begonnen zich toch af te vragen waar de commissie nu eigenlijk mee bezig
was. Over de inhoud van die rapporten zeg ik niks, ons onderzoeksrapport
is veel breder."
Hebben de vuurwerkbazen nog iets in petto of geven de rapporten ons
alles wat we moeten weten? U kon per slot van rekening de getuigen niet
onder ede horen.
"Nee, ik verwacht niet dat er nog een verrassing naar boven komt. Een
parlementaire enquête is overbodig, die zal niks toevoegen aan wat
er allemaal aan feiten en waarnemingen is verzameld door de commissie.
Dat is ook dankzij de samenwerking met justitie. En mensen kunnen ook
onder ede liegen. Ik heb eigenlijk het gevoel dat we veel meer te horen
hebben gekregen dan wanneer alles onder ede was gegaan, dat betrokkenen
openhartiger waren."