U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Ramp Enschede

Nieuws

Logboek

Onderzoek

Feiten

Slachtoffers

S.E. Fireworks

Vuurwerk en veiligheid

Reageer

Links

Overheid negeerde opslag vuurwerk

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 20 FEBR. De rijksoverheid heeft in de jaren na de ontploffing in de vuurwerkfabriek van Culemborg op geen enkele manier extra aandacht besteed aan de opslag van dit explosief materiaal. Bij het ongeluk in februari 1991 kwamen twee mensen om en werd grote schade aangericht in de wijde omgeving.

De nalatigheid blijkt uit een rapport dat minister De Vries (Binnenlandse Zaken) mede namens de ministers van VROM, Verkeer en Waterstaat, Sociale Zaken en Werkgelegenheid gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het kabinet zal later een officieel standpunt bepalen over de conclusies van het onderzoek. De kritiek op het handelen van de rijksoverheid komt een week voordat de commissie-Oosting haar conclusies bekend maakt over de vuurwerkramp in Enschede, mei vorig jaar. Hierbij kwamen 21 mensen om. Oosting en zijn commissie kregen de opdracht de toedracht te onderzoeken en daarbij ook de rol van de overheden te betrekken.

Het ongeluk in Culemborg leverde diverse (wetenschappelijke) studies op, onder meer door het Prins Mauritslaboratorium van TNO, gevolgd door een lange lijst van aanbevelingen. Die hadden onder meer betrekking op de in acht te nemen onderlinge afstanden, de wijze van opslaan van vuurwerk, de indeling in gevarenklassen, de manier van werken en de te gebruiken kleding. Op de diverse departementen werd daar niet of nauwelijks aandacht aan besteed. Een van de conclusies over de gang van zaken na de ontploffing in Culemborg luidt: "de aanbevelingen uit de vervaardigde onderzoeksrapporten zijn vervolgens binnen de rijksoverheid onvoldoende gecommuniceerd en hebben niet geleid tot substantiële wijziging van het beleid". De 'deskundige' commissie Preventie van Rampen door gevaarlijke stoffen (CPR) wijdde er nog wel enkele vergaderingen aan, maar, zoals in het rapport wordt vastgesteld, "niemand van de CPR-leden heeft vanuit zijn eigen betrokkenheid met vuurwerk, explosieven of iets dergelijks begin negentiger jaren enige activiteit ontplooid om het onderwerp meer aandacht te geven". En bij de diverse inspecties zag men geen aanleiding voor "een structurele intensivering van het toezicht".

De studie naar het effect van de aanbevelingen over 'Culemborg' is uitgevoerd door vier inspecties: Brandweerzorg en Rampenbestrijding van Binnenlandse Zaken, Milieuhygiene van VROM, Arbeidsinspectie van Sociale Zaken en de Rijksverkeersinspectie van Verkeer en Waterstaat. "Ingevolge de procedure van hoor en wederhoor is het concept-rapport voorgelegd aan de betrokken departementen", aldus minister De Vries.

NRC Webpagina's
20 februari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad