Schoon schip
"VEILIGHEID KENT geen
compromis, laten we het met zijn allen een topprioriteit maken." Dat
zegt minister De Vries (Binnenlandse Zaken) in reactie op de rapportage
van acht rijksinspecties over de vuurwerkramp in Enschede. De bewindsman
maakt zich zorgen over de geloofwaardigheid van de overheid. Er dient
een einde te komen aan de bestuurlijke gedoogcultuur als het gaat om
gevaarsobjecten. De Vries: "Laten we de komende maanden proberen schoon
schip te maken."
Wat men ook van de overheid mag zeggen, zij heeft al voor Enschede - en
Volendam - onderkend dat er sprake is van een handhavingstekort in
diverse geledingen van het bestuursapparaat. In 1998 publiceerde een
commissie onder voorzitterschap van de hoogleraar Michiels op verzoek
van het eerste kabinet-Kok een rapport over dit vraagstuk onder de
snedige titel Handhaven op niveau. Vlak voor Enschede verscheen het
kabinetsstandpunt. Pas in de nazomer werd dat met de Tweede Kamer
besproken. Het betreft dan ook "een nogal ingewikkelde materie", zoals
minister Korthals (Justitie) ter verdediging van het tijdsverloop
opmerkte.
Schoon schip maken is kortom eenvoudiger gezegd dan gedaan. "Het
kabinetsstandpunt inspireert niet tot daadkracht", aldus de
bestuursrechtdeskundige Vermeer van de Groningse universiteit. Voor een
belangrijk deel is dat een klassieke kwestie van capaciteitsgebrek,
mensen en middelen. Dat zijn dingen waar De Vries cum suis op korte
termijn iets aan kan doen. Maar er is ook een gebrek aan bestuurlijke
aandacht. Geheel vreemd is dat niet. Er is een duidelijk verschil met de
strafrechtelijke handhaving van voorschriften, zoals de landelijke
officier van justitie voor het milieu vorig jaar uitlegde op de
opiniepagina van deze krant: "Voor ons is een bedrijf verdachte, voor de
gemeente belanghebbende." Ook het publiek staat tweeslachtig tegenover
het inlopen van handhavingstekorten. Als dat de ander betreft is het al
gauw te weinig, als het de eigen speelruimte raakt is het al gauw te
veel.
DAT IS NATUURLIJK geen reden zich neer te leggen bij schrikbarende
tekortkomingen zoals in het geval van Enschede nu worden gesignaleerd.
Minister De Vries en zijn collega's zullen met wat meer moeten komen dan
het kabinetsstandpunt Handhaven op niveau. Want dat is in de woorden van
Vermeer nogal "braaf". Typerend is dat de discussie zich al direct
toespitste op de bestuurlijke boete, die het gat met de strafrechtelijke
handhaving moet overbruggen. Het gaat daarbij primair om "de kleine
ergernissen van de lokale veiligheid", zoals het kabinet het uitdrukte.
Het gaat er om een nieuw Enschede en Volendam te voorkomen. Dat vraagt
niet alleen het "offensief handhavingsbeleid" waartoe het kabinet zich
heeft verplicht, maar vooral een strategisch handhavingsbeleid. Daarin
moet niet zozeer de kleine ergernis, maar het bestuurlijk tekort
centraal staan. De makkelijke weg is allerlei toezichthouders boetes te
laten opleggen voor kleine milieuovertredingen als het dumpen van afval
of vissen zonder vergunning. Daarvoor is al een stimuleringstraject
begonnen. Maar waar is de prikkel dat bestuurders intussen een
vuurwerkfabriek midden in een woonwijk niet jarenlang links laten
liggen?