Onderzoek inspectie:
Etiket op vuurwerk deugt niet
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 11 DEC. Bij alle
vuurwerkbedrijven die grote voorraden professioneel vuurwerk opslaan,
ligt vuurwerk dat zwaarder is dan de etiketten op de verpakking
aangeven.
Minister Pronk (VROM) schrijft dit aan de Tweede Kamer, op basis van een
onderzoek van de Inspectie Milieuhygiëne.
Niet meer dan zeventien procent van al het opgeslagen vuurwerk in
vijftien onderzochte bedrijven blijkt juist geclassificeerd te zijn. Bij
elf van de vijftien bedrijven trof de inspectie vuurwerk van de zwaarste
categorie (1.1) aan, dat in alle gevallen onjuist geclassificeerd bleek.
Bij twaalf van de vijftien bedrijven is of wordt het onjuist
geclassificeerde vuurwerk opgeborgen in munitie-opslagplaatsen van het
ministerie van Defensie.
De Inspectie Milieuhygiëne begon in september met een onderzoek
naar 46 bedrijven in Nederland die meer dan 100.000 kilo vuurwerk
opslaan en die meer dan 10.000 kilo hebben liggen in de buurt van
woonhuizen. Het onderzoek vloeit voort uit de feiten die door de
vuurwerkramp in Enschede aan het licht zijn gekomen. Vuurwerk uit
containers die bestemd waren voor rampbedrijf S.E. Fireworks is eerder
dit jaar op last van justitie onderzocht. Daarbij bleek dat de etiketten
op de verpakking van professioneel vuurwerk - met name voorzover
afkomstig uit China - vaak een lichtere categorie aangaf (1.4) dan het
vuurwerk zelf rechtvaardigde.
Van de 46 onderzochte bedrijven hadden er vijftien professioneel
vuurwerk opgeslagen. Bij deze vijftien bedrijven bleek 63 procent van
het aanwezige vuurwerk onjuist geclassificeerd. "Vrijwel in alle
gevallen geeft de aangetroffen etikettering op het vuurwerk de lichtste
klasse-indeling aan (klasse 1.4)", schrijft de minister in zijn brief
aan de Kamer.
Voor de beoordeling van twintig procent van het vuurwerk zijn nadere
tests nodig, aldus onderzoeksbureau TNO. Voor het uitvoeren van
classificatietesten zal TNO moeten uitwijken naar het buitenland. In
Nederland werden dergelijke testen tot nog toe oogluikend toegestaan op
schietterreinen van Defensie, zo verklaarde vorige week TNO-onderzoeker
Kodde tegenover de rechter-commissaris in Den Haag. Kodde werd daar
gehoord in het kader van een civiele procedure van slachtoffers van de
vuurwerkramp. Na de ramp, zei Kodde, zijn die testen in Nederland
verboden. TNO heeft onlangs voor het OM in Almelo, dat de vuurwerkramp
onderzoekt, een test uitgevoerd in Duitsland. Kodde verklaarde vorige
week ook al dat hij sinds de ramp "zeer veel" stukken verkeerd
geclassificeerd vuurwerk in handen had gekregen.