Vuurwerkramp: het cijferwerk is nu begonnen
Slachtoffers van de vuurwerkramp
kunnen een begin maken met een onderzoek naar de aansprakelijkheid voor
geleden schade.
Door onze redacteur BAS BLOKKER
ROTTERDAM, 12 OKT. En de hondenbrokken? Wie betaalt de hondenbrokken?
"We vechten op alle fronten", zegt D. Hartman van de Belangenvereniging
slachtoffers vuurwerkramp in Enschede. Dus ook op het front van de
hondenbrokken. Er zijn, zegt Hartman, mensen die op 13 mei halsoverkop
hun huis moesten evacueren, geen tijd hadden om het voer van de hond
mee te nemen, en dat dus extra moesten kopen. Toen ze, soms weken
later, hun huis weer in mochten, waren de oorspronkelijke brokken
natuurlijk niet meer eetbaar. Hetzelfde geldt voor de mensen die met hun
blote baby ("het was bloedheet weer die dag") het gebied uitrenden en
dus nieuwe kleertjes moesten kopen. Allemaal schade van de
vuurwerkramp, vindt de vereniging. Ze legt die gevallen ook voor aan
het college van B en W, maar die zeggen volgens Hartman: 'Wij begrijpen
niet waar u het over heeft.'De materiële schade van de vuurwerkramp
die Enschede trof, is becijferd op 1,1 miljard gulden. Er is een
complete woonwijk verwoest, met woningen, bedrijven, ateliers, auto's,
alles wat erin stond. De dag na de ramp heeft premier Kok beloofd dat
niemand financieel aan de ramp mocht onderdoor gaan.
Daartoe zijn in eerste instantie noodkredieten verstrekt. Aan
particulieren via de stadsbank van lening. Aan ondernemers via de Kamer
van Koophandel en het vakverbond voor het midden- en kleinbedrijf MKB.
In tweede instantie is de gemeente begonnen min of meer definitieve
regelingen uit te werken. Zo hebben de particulieren eind vorige maand
te horen gekregen dat zij dat noodkrediet niet hoeven terug te betalen.
Voor ondernemers wordt de regeling in november verwacht, aldus een
woordvoerder van de gemeente. "Sinds de Watersnoodramp van 1953 is er
niet meer zo'n omvangrijke ondernemersregeling gemaakt." Zo'n
vijfhonderd ondernemers, groot en klein, hebben naar schatting
vierhonderd miljoen aan schade geleden. Zestig procent daarvan hebben
de verzekeraars voor hun rekening genomen. Over de rest wordt nog
onderhandeld tussen rijk, gemeente en verzekeraars verenigd in de
commissie-Van Lidth de Jeude.
Van de overige zevenhonderd miljoen gulden schade voor particulieren is
ook meer dan de helft gedekt door de verzekeraars. En categorie voor
categorie ('opruimkosten', 'cascoschade' 'buitengewone onkosten')
regelt de gemeente de financiële afwikkeling met de slachtoffers.
Volgens Hartman komen de mensen in het kerngebied er relatief goed
vanaf. De meeste aanmerkingen komen van bewoners van de 'buitenste
ring'. Die hebben meer moeite om de gemeente er bijvoorbeeld van te
overtuigen dat hun huis wellicht in waarde is gedaald door de
vuurwerkramp. En dat hondenbrokken en babykleertjes een buitengewone
onkostenpost vormen.
Uitgangspunt voor de gemeente is dat de schadevergoeding "wel betaalbaar
moet blijven" , aldus de woordvoerder. "Maar misschien wordt alles nu
wel doorkruist. Voor de rechtbank in Den Haag is namelijk een nieuw
front geopend. De rechter bepaalde gisteren dat de slachtoffers kunnen
beginnen met hun civiele procedure voor de vergoeding van letselschade.
De letselschade, schat advocaat M. de Witte, bedraagt nog eens
vijfhonderd miljoen gulden. Maar wat volgens hem wel eens belangrijker
zou kunnen zijn, is de houding van de verzekeringsmaatschappijen als de
rechter oordeelt dat de overheid (rijk, provincie of gemeente)
aansprakelijk is voor de geleden schade. De Witte: Dan hebben wij een
mooi pad gebaand voor de verzekeraars om alsnog verhaal te halen bij de
overheid."
Een woordvoerder van het Verbond van Nederlandse Verzekeraars zegt
beslist dat zo'n actie voor brandverzekeraars niet de gewoonte is. De
zorgverzekeraars zijn daar nog niet uit. De slachtoffers, ondernemers
en particulieren, wel. Zij hebben zich massaal aangesloten bij de
procedures die de letselschadeadvocaten aanspannen. De gemeente heeft
voor hen het inschrijfgeld van vijftig gulden per persoon betaald.