Politiechef en OM: onderzoek vergt meer
tijd
'Geen springstof bij vuurwerkramp'
Het onderzoek naar de
vuurwerkramp in Enschede gaat sommige critici te traag. De politie legt
uit waarom dat niet zo is.
Door onze redacteur BAS BLOKKER
ALMELO, 6 SEPT. Af en toe brandde het op zijn tong. Politiechef Rik de
Boer heeft zoveel verdraaiingen, indianenverhalen, hele en halve
leugens gehoord over de vuurwerkramp in Enschede, dat hij zich soms
moest bedwingen om ze onweersproken te laten. Maar "een publieke
reactie was niet in het belang van de waarheidsvinding", zegt hij nu
koeltjes.
In de kranten en op televisie zijn verschillende verdachten in de zaak-
Fireworks uitvoerig aan het woord geweest. Zo heeft een van de
directeuren van S.E. Fireworks, Rudi Bakker, een- en andermaal
verklaard dat wat op 13 mei bij zijn bedrijf ontplofte, geen vuurwerk
kan zijn geweest. Er moet volgens hem springstof hebben gelegen - en
dan wel een springstof die 'anderen' er hebben neergelegd en waar hij
geen weet van had.
"Het was geen springstof." Daar is dan toch het weerwoord van Rik de
Boer (37). De leider van het rechercheteam dat de ramp onderzoekt, zit
met persofficier van justitie Peter van Kesteren (43) in diens
kamertje in het gerechtsgebouw van Almelo. Ze hebben net uitgelegd dat
vanaf de dag na de ramp duizend monsters in het gebied zijn
veiliggesteld. En dat er op dit moment nog 25 onderzoeken naar die
monsters lopen. Maar dat van die springstof weten ze nu al "met aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid". De Boer: "De onderzoekers
hebben ons gezegd dat er geen springstof is gevonden in de sporen die
wij hebben aangedragen. Deze ontploffing kan gewoon worden verklaard uit
de hoeveelheid vuurwerk die bij Fireworks was opgeslagen. Dat durf ik
aan de rechter voor te leggen."
Zover is het nog niet. Het eind van het onderzoek is nog niet in zicht.
Er zal nog maanden moeten worden gewerkt. "Als ik het proces-verbaal in
het jaar 2000 op de bus kan doen, moet ik tevreden zijn", zegt De Boer
met enige gne. Van Kesteren: "We hebben vooraf de keuze gemaakt dat we
de waarheid boven tafel willen krijgen. Natuurlijk wil een officier van
justitie dat altijd. Maar in een gewone zaak beperkt hij zich na
verloop van tijd tot het meestbelovende spoor in een zaak en kijkt hij
niet meer naar de zijsporen. Hier kunnen wij ons dat niet veroorloven."
De gang van zaken rond de Bijlmerramp, die na zes jaar alsnog tot een
parlementaire enquête leidde, heeft geleerd dat je bij zo'n
calamiteit álle sporen moet volgen. "Als mensen over drie jaar
een nieuwe vraag stellen, mogen wij niet zeggen dat we die over het
hoofd hebben gezien", aldus Van Kesteren.
Gevolg is wel dat het onderzoek na bijna vier maanden nog bijna even
breed is als in de eerste weken. "We volgen zes of zeven sporen", aldus
De Boer. Als een verklaring die uit de verhoren naar voren komt, nieuw
licht op de feiten werpt - en er zijn nu 800 mensen verhoord, nog
exclusief de 1.500 mensen die zijn gehoord in het kader van het
zogeheten 'gewondenonderzoek' - begint het onderzoeksteam, inmiddels 55
man sterk, het hele dossier weer van voren af aan door te kammen.
Het onderzoek legt een groot beslag op de capaciteit van het Almelose OM
en van de Twentse recherche. Maar het college van procureurs-generaal
heeft het OM carte blanche gegeven om de waarheid boven tafel te
krijgen. In dat opzicht hoeft Van Kesteren zich dus geen zorgen te
maken.
Toch is de druk op de onderzoekers groot. Het publiek wil zo snel
mogelijk weten wat er is misgegaan en wie daarvoor verantwoordelijk is.
De vroegere Nationale Ombudsman N. Oosting, voorzitter van de
onafhankelijke commissie die de ramp onderzoekt, leverde vorige week
openlijk kritiek op de trage voortgang van de onderzoeken van de acht
rijksinspecties die elk vanuit hun expertise de ramp bekijken. "Oosting
heeft ons ook al laten weten dat het hem te langzaam gaat", zegt Van
Kesteren: "Hij is de verpersoonlijking van de maatschappelijke druk",
zegt De Boer met een lachje.
De vertraging zit niet in de verhoren, zegt De Boer, en ook de verlening
van omstreden milieuvergunning aan S.E. Fireworks is nu wel afdoende
onderzocht. Wat overblijft is het technisch onderzoek, waarbij nog
voortdurend nieuwe hypothesen worden onderzocht. Bovendien is het
financieel-administratieve deel van het onderzoek onder meer
afhankelijk van de medewerking van China. Daar staat de fabriek die het
grootste deel van het vuurwerk voor S.E. Fireworks produceerde. Twee
weken na de ramp, op 27 mei, heeft justitie een rechtshulpverzoek
ingediend bij de Chinese overheid. Die heeft daar nog niet inhoudelijk
op gereageerd.
De Boer tempert ook alvast de verwachtingen over de uitkomst van de
rechtszaak, wanneer die ook volgt. "Er komt van ons niet
één simpele verklaring", voorspelt De Boer. "Geen kwestie
van dat één of twee mannetjes de hele schuld zullen
krijgen. Het zal een veelkleurig palet zijn van schuld en
verantwoordelijkheid. En na de uitspraak zullen nog jaren juridische
discussies woeden."
De Boer: "Ons doel is de feitelijke reconstructie. Dat de volgorde van
de gebeurtenissen onomstotelijk komt vast te staan. Mijn doemscenario
is dat een Twentse burger over een jaar nog altijd met drie
verschillende verklaringen voor deze ramp zit."