U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Ramp Enschede

Nieuws

Logboek

Onderzoek

Feiten

Slachtoffers

S.E. Fireworks

Vuurwerk en veiligheid

Reageer

Links

Politiechef en OM: onderzoek vergt meer tijd

'Geen springstof bij vuurwerkramp'


Het onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede gaat sommige critici te traag. De politie legt uit waarom dat niet zo is.

Door onze redacteur BAS BLOKKER

ALMELO, 6 SEPT. Af en toe brandde het op zijn tong. Politiechef Rik de Boer heeft zoveel verdraaiingen, indianenverhalen, hele en halve leugens gehoord over de vuurwerkramp in Enschede, dat hij zich soms moest bedwingen om ze onweersproken te laten. Maar "een publieke reactie was niet in het belang van de waarheidsvinding", zegt hij nu koeltjes.

In de kranten en op televisie zijn verschillende verdachten in de zaak- Fireworks uitvoerig aan het woord geweest. Zo heeft een van de directeuren van S.E. Fireworks, Rudi Bakker, een- en andermaal verklaard dat wat op 13 mei bij zijn bedrijf ontplofte, geen vuurwerk kan zijn geweest. Er moet volgens hem springstof hebben gelegen - en dan wel een springstof die 'anderen' er hebben neergelegd en waar hij geen weet van had.

"Het was geen springstof." Daar is dan toch het weerwoord van Rik de Boer (37). De leider van het rechercheteam dat de ramp onderzoekt, zit met persofficier van justitie Peter van Kesteren (43) in diens kamertje in het gerechtsgebouw van Almelo. Ze hebben net uitgelegd dat vanaf de dag na de ramp duizend monsters in het gebied zijn veiliggesteld. En dat er op dit moment nog 25 onderzoeken naar die monsters lopen. Maar dat van die springstof weten ze nu al "met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid". De Boer: "De onderzoekers hebben ons gezegd dat er geen springstof is gevonden in de sporen die wij hebben aangedragen. Deze ontploffing kan gewoon worden verklaard uit de hoeveelheid vuurwerk die bij Fireworks was opgeslagen. Dat durf ik aan de rechter voor te leggen."

Zover is het nog niet. Het eind van het onderzoek is nog niet in zicht. Er zal nog maanden moeten worden gewerkt. "Als ik het proces-verbaal in het jaar 2000 op de bus kan doen, moet ik tevreden zijn", zegt De Boer met enige gne. Van Kesteren: "We hebben vooraf de keuze gemaakt dat we de waarheid boven tafel willen krijgen. Natuurlijk wil een officier van justitie dat altijd. Maar in een gewone zaak beperkt hij zich na verloop van tijd tot het meestbelovende spoor in een zaak en kijkt hij niet meer naar de zijsporen. Hier kunnen wij ons dat niet veroorloven."

De gang van zaken rond de Bijlmerramp, die na zes jaar alsnog tot een parlementaire enquête leidde, heeft geleerd dat je bij zo'n calamiteit álle sporen moet volgen. "Als mensen over drie jaar een nieuwe vraag stellen, mogen wij niet zeggen dat we die over het hoofd hebben gezien", aldus Van Kesteren.

Gevolg is wel dat het onderzoek na bijna vier maanden nog bijna even breed is als in de eerste weken. "We volgen zes of zeven sporen", aldus De Boer. Als een verklaring die uit de verhoren naar voren komt, nieuw licht op de feiten werpt - en er zijn nu 800 mensen verhoord, nog exclusief de 1.500 mensen die zijn gehoord in het kader van het zogeheten 'gewondenonderzoek' - begint het onderzoeksteam, inmiddels 55 man sterk, het hele dossier weer van voren af aan door te kammen.

Het onderzoek legt een groot beslag op de capaciteit van het Almelose OM en van de Twentse recherche. Maar het college van procureurs-generaal heeft het OM carte blanche gegeven om de waarheid boven tafel te krijgen. In dat opzicht hoeft Van Kesteren zich dus geen zorgen te maken.

Toch is de druk op de onderzoekers groot. Het publiek wil zo snel mogelijk weten wat er is misgegaan en wie daarvoor verantwoordelijk is. De vroegere Nationale Ombudsman N. Oosting, voorzitter van de onafhankelijke commissie die de ramp onderzoekt, leverde vorige week openlijk kritiek op de trage voortgang van de onderzoeken van de acht rijksinspecties die elk vanuit hun expertise de ramp bekijken. "Oosting heeft ons ook al laten weten dat het hem te langzaam gaat", zegt Van Kesteren: "Hij is de verpersoonlijking van de maatschappelijke druk", zegt De Boer met een lachje.

De vertraging zit niet in de verhoren, zegt De Boer, en ook de verlening van omstreden milieuvergunning aan S.E. Fireworks is nu wel afdoende onderzocht. Wat overblijft is het technisch onderzoek, waarbij nog voortdurend nieuwe hypothesen worden onderzocht. Bovendien is het financieel-administratieve deel van het onderzoek onder meer afhankelijk van de medewerking van China. Daar staat de fabriek die het grootste deel van het vuurwerk voor S.E. Fireworks produceerde. Twee weken na de ramp, op 27 mei, heeft justitie een rechtshulpverzoek ingediend bij de Chinese overheid. Die heeft daar nog niet inhoudelijk op gereageerd.

De Boer tempert ook alvast de verwachtingen over de uitkomst van de rechtszaak, wanneer die ook volgt. "Er komt van ons niet één simpele verklaring", voorspelt De Boer. "Geen kwestie van dat één of twee mannetjes de hele schuld zullen krijgen. Het zal een veelkleurig palet zijn van schuld en verantwoordelijkheid. En na de uitspraak zullen nog jaren juridische discussies woeden."

De Boer: "Ons doel is de feitelijke reconstructie. Dat de volgorde van de gebeurtenissen onomstotelijk komt vast te staan. Mijn doemscenario is dat een Twentse burger over een jaar nog altijd met drie verschillende verklaringen voor deze ramp zit."

NRC Webpagina's
6 september 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad