U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Ramp Enschede

Nieuws

Logboek

Onderzoek

Feiten

Slachtoffers

S.E. Fireworks

Vuurwerk en veiligheid

Reageer

Links

Oostings onderzoek naar ramp in Enschede gaat velen te snel


De commissie die de vuurwerkramp in Enschede onderzoekt, maakte een vliegende start, maar haalt de deadline niet. Voorzitter Oosting is daar niet blij mee.

Door onze correspondent ANDRÉ RITSEMA

ENSCHEDE, 1 SEPT. Het is aan zijn goedlachse aard misschien niet direct af te lezen, maar voorzitter M. Oosting van de commissie Onderzoek Vuurwerkramp is bepaald niet van plan zich de les te laten lezen of zich af te laten leiden. Hij wil zo snel mogelijk met zijn eindrapport over de vuurwerkramp in Enschede naar buiten treden, en wie daarin dwars wil liggen, heeft per direct een probleem met de voorzitter.

Het is aan het publiek niet te verkopen, zegt hij, dat "we lang wachten met ons definitieve verslag" over de vuurwerkramp in Enschede en de nasleep ervan. "Hoe sneller we daarmee komen, hoe beter het is om de deuk te herstellen die de mensen hebben opgelopen." Daarom ook heeft hij zich woensdag bij minister De Vries (Binnenlandse Zaken) beklaagd over de trage werkwijze van drie van de acht rijksinspecties (die elk met een eigen deelrapport moeten komen). Ook de inspecties, zegt Oosting, moeten meer haast maken. "Ik vind het onverteerbaar dat ze nog niets hebben. Terwijl ze eind juli al zouden publiceren."

Drie maanden is de commissie nu bezig. In die tijd is een 'kernteam' geformeerd, zijn deskundigen gezocht en gehoord, alle stukken en vergunningen gelezen, is er geluisterd naar verhalen van getroffenen en vergaderd met politici, ambtenaren, brandweer, openbaar ministerie. Maar het echte veldwerk moet in feite nog beginnen. "We gaan nu zo'n beetje beginnen met het horen van de getuigen, de betrokkenen." Na dat veldwerk volgt het "oogstwerk", zoals Oosting het noemt: het opstellen van het eindrapport.

Oosting liet bij zijn installatie op 26 mei weten dat het onafhankelijke onderzoek integraal en diepgravend zal zijn. Hij doet onderzoek naar vijf facetten van de ramp: de oorzaak, de vergunningen, de rampbestrijding, de gezondheid en de praktische hulpverlening. Wat dat laatste betreft: morgen krijgen alle bewoners en bedrijven uit het rampgebied een enquête in huis, waarop ze kunnen aangeven hoe die hulpverlening ervaren is. "We willen iedereen de kans geven zich te uiten."

Hij merkt dat zijn drang naar snelheid niet altijd wordt gewaardeerd. Zowel bij het openbaar ministerie als bij de politie is men wel eens trager. "Dan zeggen ze: die vergadering komt nu niet uit, kan dat volgende week niet? Nee, zegt ik dan, dat kan volgende week niet." Dergelijke obstakels ruimt Oosting het liefst zo snel mogelijk uit de weg. Brede lach op het gezicht: "Zo hebben we ook een soort aanjaagfunctie voor politie en justitie."

Kern van het rapport vormt het onderzoek naar de oorzaak van de ramp. In opdracht van het OM is ook TNO bezig met een dergelijk onderzoek. De commissie moet op dat rapport wachten. "We zullen de conclusies vergelijken met onze conclusies en indien noodzakelijk door onze deskundigen een contra-expertise laten uitvoeren." Oosting kan niet zeggen of de oorzaak van de ramp überhaupt te achterhalen is. "We zullen steeds meer hypotheses elimineren. Maar of we er uiteindelijk eentje overhouden, is nu nog niet te zeggen." En wat als TNO met een ander oorzaak komt dan de commissie? "Dan heeft één van tweeën een fout gemaakt. En dan moeten we bekijken hoe dat komt en wat we eraan kunnen doen." In de eindrapportage komen ondubbelzinnige conclusies, met name ook over de verantwoordelijkheden van toezichthouders, ambtenaren en bestuurders. Oosting zal zelf niet zeggen wie het veld moet ruimen, maar zal als dat nodig mocht blijken te zijn met naam en toenaam opschrijven wie zijn verantwoordelijkheden niet of onvoldoende heeft genomen. "Die mensen weten dan zelf wel wat ze te doen staat." Een analyse van de rol van de gemeente Enschede als vergunningverlener dient ook, aldus Oosting, om lessen te kunnen trekken. "Daar kunnen we allemaal wat van leren. Hoe zou het toezicht moeten zijn, het zit het met de taakverdeling, hoe is dit beleidsveld georganiseerd." Oosting voelt de "tijdsdruk die op de commissie ligt". "Je wilt snel rapporteren, maar je wilt ook nauwgezet te werk gaan. Dat is lastig. Ik geloof evenwel dat we daar goed mee omgaan. We hebben een vliegende start gemaakt en liggen wat ons eigen werk betreft goed op koers." Oosting wil het rapport voor de jaarwisseling af hebben.

NRC Webpagina's
1 september 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad