In opslag ligt vaak te zwaar vuurwerk
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 24 AUG. Brandweer- en
politiekorpsen moeten er in hun rampenscenario's rekening mee houden dat
in vuurwerkopslagplaatsen geregeld veel zwaarder vuurwerk ligt dan
waarvoor een vergunning is afgegeven.
Bedrijven blijken frequent te sjoemelen met etiketten om meer op
voorraad te kunnen hebben dan is toegestaan. De directeur-generaal voor
Openbare Orde en Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken,
A.H.C. Annink, heeft de gemeenten daarover een brief geschreven. Het
departement is over het gesjoemel op de hoogte gesteld door het Openbaar
Ministerie. Een woordvoerder van Binnenlandse Zaken: "Het is natuurlijk
in eerste instantie een zaak van het OM en van VROM, maar het is logisch
dat de directeur-generaal zijn eigen verantwoordelijkheid neemt en het
verstandig vond om de gemeenten te informeren."
Annink schrijft in de brief dat het Openbaar Ministerie bij het
onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede, waarbij op 13 mei achttien
mensen omkwamen, heeft ontdekt dat er sprake is "van (frequent en
bewust) verkeerd labelen van de verpakkingen van vuurwerk".
"Op pakken vuurwerk van bijvoorbeeld categorie 1.3 of zwaarder wordt in
de praktijk een label de lichtere categorie 1.4 aangebracht om de
volgens de vergunning toegestane hoeveelheid, niet zichtbaar, te
overschrijden", zo staat in de brief. De hulpverleningsdiensten moeten
er dus rekening mee houden dat hun rampenscenario's niet voldoen, omdat
de risico's omtrent vuurwerk groter kunnen zijn dan uit de vergunning
valt af te leiden. De brief is het eerste resultaat van een van de
onderzoeken van de inspecties Milieuhygiëne en Ruimtelijke Ordening
van het ministerie van VROM, dat op 14 juli aan het OM heeft
gerapporteerd.
Secretaris H. Kapel van de Federatie Vuurwerkhandel Nederland (FVN) zegt
dat er "a priori" niks mis met de opslag van vuurwerk. Volgens hem wil
de overheid "de Zwarte Piet wegspelen" en "het eigen straatje
schoonvegen".