Voorarrest verlengd
Directeuren Fireworks blijven in cel
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 14 JULI. De
directeuren van het Enschedese vuurwerkbedrijf SE Fireworks blijven
voorlopig in de cel. Vanochtend heeft de raadkamer van de Almelose
rechtbank besloten de voorlopige hechtenis van de twee directeuren met
dertig dagen te verlengen.
Aan de bezwaren van de advocaten daartegen is de rechtbank
voorbijgegaan. Dit is wel de laatste verlenging van het voorarrest. Na
afloop hiervan moet een zitting volgen. De verwachting bij justitie en
politie is dat het een zogeheten pro-forma zitting wordt, omdat het
onderzoek nog enkele maanden in beslag neemt.
De vijf werknemers en oproepkrachten van SE Fireworks die dinsdag werden
aangehouden wegens de illegale verkoop van vuurwerk, zijn vrij. Zij
hebben allen een bekentenis afgelegd.
Fireworks-directeuren R. Bakker en W. Pater zijn en blijven verdacht van
overtreding van de milieuregels. Op 13 mei ontplofte hun vuurwerkopslag.
Vierhonderd huizen werden daarbij verwoest, 21 mensen kwamen om het
leven. Justitie vermoedt dat de situatie op het bedrijfsterrein heeft
bijgedragen tot de explosie. In dat verband wordt ook de handelwijze
onderzocht van de verschillende overheidsinstanties die vergunningen
voor de inrichting hebben afgegeven en gecontroleerd.
Bij de laatste vordering tot verlenging van het voorarrest heeft het OM
een nieuwe verdenking aan de rechtbank voorgelegd: "illegale verkoop
van consumenten- en professioneel vuurwerk aan particulieren". Het
vuurwerk dat in beslag is genomen bij de arrestatie van de verdachte
(ex-)werknemers, kan volgens justitie afkomstig zijn uit de voorraad
van SE Fireworks. Onderzocht wordt dan ook of de directeuren op de
hoogte waren van de handel van hun (voormalige) personeel.
Het OM heeft inmiddels laten weten dat beide directeuren niet "in direct
verband kunnen worden gebracht met het ontstaan van de eerste brand op
het bedrijfsterrein". Dat betekent dat zij in ieder geval niet op het
terrein aanwezig waren toen de brand ontstond. Het is onduidelijk of er
wel werknemers of oproepkrachten aanwezig waren. Een werknemer heeft
tegenover de politie verklaard dat hij voor de brand op het terrein is
geweest en dat er toen niets aan de hand was. Zijn eerste verklaring
over het tijdstip waarop hij op het terrein was, heeft de werknemer na
nadere vragen van de politie bijgesteld. Ruim een uur voor het ontstaan
van de eerste brand is hij van het terrein gegaan, zo luidt nu zijn
verklaring. Deze werknemer hoort niet bij de gearresteerden, hij is ook
geen verdachte in de zaak, alleen getuige. Vorige week is hij onder ede
verhoord door de rechter-commissaris.