U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Ramp Enschede

Nieuws

Logboek

Onderzoek

Feiten

Slachtoffers

S.E. Fireworks

Vuurwerk en veiligheid

Reageer

Links

Het munitiedepot wordt elke dag gestofzuigd


De vuurwerkramp in Enschede heeft de publieke gevoeligheid voor bijvoorbeeld opslagplaatsen van munitie vergroot. Gisteren nam Defensie de pers mee op excursie door de grootste munitieopslag bij Assen.

Door RONALD ROVERS

VEENHUIZEN, 30 JUNI. Op twintig minuten van Assen ligt het munitiecomplex Veenhuizen in het Drentse landschap verborgen. Hier bevindt zich de grootste munitieopslag van de Koninklijke Landmacht, hoewel die voor een incidentele voorbijganger door de bomen volledig aan het zicht wordt onttrokken.

Langs de eenentwintig kilometer wegdek op het terrein liggen 191 bunkers gevuld met landmijnen en antitankraketten. Over de exacte inhoud worden geen mededelingen gedaan. "We doen niet geheimzinnig, maar reclame maken we nu ook weer niet", gniffelt luitenant-kolonel J. van Rijckevorsel, hoofd afdeling Fysieke Distributie en Onderhoud bij het Landelijk Bevoorradingsbedrijf Koninklijke Landmacht.

Sinds het einde van de koude oorlog bezuinigt en reorganiseert het Nederlandse leger. Daaraan ontsnappen ook de munitiedepots niet. Het aantal munitiecomplexen gaat terug van maar liefst vierenzeventig naar vijf (Veenhuizen, Coevorden, Staphorst, Ruinen en het Duitse Seedorf). De munitievoorraad wordt tot een derde teruggebracht, een reductie met enkele tienduizenden tonnen.

De landmacht is er veel aan gelegen dat de buitenwacht een goed idee krijgt van de zorgvuldigheid waarmee men te werk gaat. Na de ramp in Enschede werd Defensie geconfronteerd met talloze vragen over de veiligheid van hun munitiecomplexen. "Dat is alleen maar goed", zegt luitenant-kolonel H. Morsink, hoofd Legervoorlichting. "Zo blijven we scherp. Ook hier kunnen fouten worden gemaakt." Veenhuizen is het enige complex waar zowel opslag als bewerking van munitie plaatsvindt. Om geruchten over gevaarlijke situaties op het complex te voorkomen, heeft de landmacht besloten de pers eenmalig achter de hekken te laten kijken.

Naast een stafgebouw, een kantine en een groot aantal depots, is op het terrein een 'munitietechnische werkplaats' gebouwd. Daar wordt munitie periodiek gekeurd of omgebouwd van 'scherpe' munitie tot oefenmateriaal. "Soms zitten er weigeraars tussen de handgranaten", zegt Van Rijckevorsel. "Dan moet hier die hele lading worden getest. We doen bijvoorbeeld een levensloopsimulatie. Dan proberen we na te bootsen wat zo'n voorraad allemaal ondergaat door de jaren. Een kistje granaten valt van een vrachtauto of ligt jaren in depots opgeslagen. We willen weten welke gevolgen dat heeft voor het materiaal."

In de werkplaats bevinden zich achttien 'cellen' waartussen twintig centimeter dikke muren zijn geplaatst. Via een lopende band die door alle cellen loopt, worden de granaten binnengebracht waarna in elke cel een onderdeel van de granaat wordt verwijderd. Het meest riskante werk gebeurt in de laatste cel. Daar wordt de ontsteker uit de granaat gehaald. Dat wordt dan ook niet door mensenhanden gedaan. Via een camera is te zien hoe een grijparm de ontsteker optilt en opzij legt. "We willen hiermee vaststellen of het ontstekingsmechanisme nog van goede kwaliteit is. Bijvoorbeeld of de veer die het slaghoedje eruit wipt, nog strak genoeg is. Als die granaat ontploft, hoort u alleen de plof", verzekert luitenant-kolonel H. Ketelaar van de Koninklijke Marechaussee. "We zitten hier in betonnen kooien. De vloeren zijn glad zodat stof makkelijk te verwijderen is. Er wordt hier elke dag gestofzuigd." Ook Morsink heeft vertrouwen in de werkwijze van Defensie: "Met opslag is nog nooit iets mis gegaan. Het ministerie heeft geen reden te bezuinigen op beveiliging".

Naast het testen van oude voorraden worden op het complex munitie- overschotten verwerkt tot oefenmateriaal. Halverwege de jaren zestig werden die overschotten nogal eens op volle zee overboord gegooid, zegt Morsink. Dat is tegenwoordig anders. "Nu wordt munitie in het buitenland verkocht via het ministerie van Buitenlandse Zaken. Niet aan particulieren overigens. Of het wordt 'gedemilitariseerd' via een bedrijf in Luxemburg dat zorg draagt voor vernietiging van de munitie."

Bij de opening van de munitiewerkplaats in 1998 werden omwonenden uitgenodigd om hun nieuwe buren te komen inspecteren. "Die weten wat hier gebeurt", zegt Van Rijckevorsel terwijl we bezig zijn op het terrein te verdwalen op zoek naar een bepaalde bunker. "Ik ken hier de weg ook niet", zegt Ketelaar. "We werken samen met de gemeentebrandweer", vervolgt Van Rijckevorsel niettemin onverstoorbaar. "Als hier iets gebeurt krijgen zij direct te zien wat in de depots ligt opgeslagen. Maar ze hebben wel geheimhoudingsplicht."

NRC Webpagina's
30 juni 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad