Europese Commissie Met profielen van de commissieleden en gedragsregels
Europees Parlement
| Europarlement ontlaadt zijn frustraties Door onze correspondent BEN VAN DER VELDEN
Vanavond houdt het Europees Parlement het finale debat over een motie van wantrouwen tegen de Europese Commissie. Donderdag wordt gestemd. De kans is klein dat de motie de vereiste tweederde meerderheid haalt, maar de Commissie zal wel verzwakt uit de strijd komen. Het is niet uitgesloten dat een gewone meerderheid van het parlement zich tegen de Commissie uitspreekt. De motie van wantrouwen is het eindpunt van een kettingreactie die begon toen de Europese Commissie in juli vorig jaar de justitie in Luxemburg inschakelde wegens fraude bij het programma voor humanitaire noodhulp Echo. Een hoge Europese ambtenaar werd in verband met deze zaak geschorst. In september bleek bovendien dat de Franse Eurocommissaris Cresson een met haar bevriende tandarts een Europees contract voor aidsonderzoek had bezorgd. In het Europees Parlement wordt de ernst van het onderzoek van de tandarts ernstig betwijfeld. Deze zaken stimuleerden de kritiek binnen het parlement op de Commissie wegens slecht financieel beheer, traagheid bij de aanpak van frauderende ambtenaren en vriendjespolitiek. Het parlement had zich eerder al geergerd aan fraude bij de toekenning van een contract voor de beveiliging van de gebouwen van de Commissie, die in 1997 werd onthuld in de Belgische krant De Morgen. Onderzoek door de antifraudedienst van de Commissie leidde ertoe dat vorig jaar zomer disciplinaire maatregelen tegen Europese ambtenaren werden genomen en de zaak werd overgedragen aan de Belgische justitie. De Belgische onderzoeksrechter is sinds november vorig jaar bezig met een onderzoek tegen zes Europese ambtenaren, een voormalig ambtenaar en een externe medewerker. In 1990 al kwam een Europarlementarier met beschuldigingen over fraude bij de dienst van toerisme van de Commissie. Nadat in 1996 de Europese Rekenkamer de kritiek nog eens had herhaald, begon de Commissie een grootscheeps onderzoek. Deze zaak werd ten slotte overgedragen aan de justitie van Belgie, Frankrijk en Griekenland. Vorig jaar juli stuurde de Commissie een laatste rapport over de affaire aan het parlement en werd een reorganisatie van de dienst toerisme voltooid. De Commissie ontkent de juistheid van beschuldigingen over fraude bij een programma voor steun aan landen in het Middellandse Zeegebied, bij een programma voor beroepsopleidingen en bij het hulpprogramma voor nucleaire veiligheid in Oost-Europa. De beschuldigingen berusten voor een belangrijk deel op rapporten van de Europese Rekenkamer. Maar de Commissie ontkent niet dat er bij al deze programma's sprake was slecht beheer. Dat wordt geweten aan de explosie van taken die de vorige Commissie onder Delors kreeg toegeschoven zonder dat het ambtenarenkorps werd uitgebreid. Hoewel Commissie-voorzitter Santer Eurocommissaris Cresson verdedigt met het argument dat zij niet van fraude beschuldigd kan worden, heeft hij wel toegegeven dat er verandering moet komen in de gebruikelijke Brusselse vriendjespolitiek. Het parlement heeft in het bijzonder kritiek op de samenstelling van de kabinetten van de Eurocommissarissen. Zo'n kabinet bestaat meestal uit door een Eurocommissaris zelf uitgekozen landgenoten, dikwijls geen Europees ambtenaar. Dat is ook het geval bij het kabinet van de Nederlandse Eurocommissaris Van den Broek, waar onder anderen prins Constantijn werkt. De Belgische Eurocommissaris Van Miert heeft een uitzonderlijk internationaal samengesteld kabinet. Voordat een Commissaris aftreedt, gebeurt het vaak dat hij kabinetsleden nog snel een functie hoog in de Brusselse ambtelijke hierarchie bezorgt. De Commissie heeft het parlement toegezegd een gedragscode te zullen maken voor het benoemen van kabinetsmedewerkers. Binnen de Commissie zelf is de kritiek over al te persoonlijke relaties tussen Eurocommissarissen en ambtenaren toegenomen onder druk van Scandinavische Commissieleden. Die laten binnenskamers horen dat de benoeming van politieke vrienden, zoals de Franse Eurocommissaris Cresson gewoon is te doen, in hun eigen land onaanvaardbaar is. Zij erkennen echter dat Cresson - socialistisch premier onder president Mitterrand - zich niet anders gedraagt dan zij altijd in Frankrijk gewoon is geweest. Ze vinden dat ze binnen de Commissie een weg moeten vinden tussen de uiteenlopende tradities van noordelijke en zuidelijke lidstaten van de EU. Het ongenoegen over al deze zaken leidde ertoe dat binnen de commissie voor begrotingscontrole van het Europees Parlement eind vorig jaar een sterke neiging ontstond om de Commissie geen kwijting te verstrekken over het uitvoeren van de begroting over 1996. Dat zou een politiek gebaar van afkeuring zijn, zonder praktische gevolgen. Om de stemming ten nadele van de Commissie op te voeren, wierpen de Groenen begin december de Nederlandse Europees ambtenaar Paul van Buitenen in de strijd. Die maakte een rapport voor het parlement waarin hij de reeds bekende gevallen van fraude van commentaar voorzag, gevallen van mogelijke vriendjespolitiek signaleerde en documentatie verstrekte over mogelijke fraude bij het programma voor beroepsopleidingen Leonardo da Vinci. Vooral dat laatste is hem door de Europese Commissie - aan wie hij zijn bevindingen eerder had gemeld - ernstig kwalijk genomen. Hij zou door deze openbaarmaking een justitieel onderzoek hebben bemoeilijkt. Het Europees Parlement besloot uiteindelijk de kwijting niet te verlenen. Dat gebeurde nadat het parlement zich getergd had getoond door de opstelling van de Commissie. Die had het parlement uitgedaagd weigering van kwijting te laten volgen door een motie van wantrouwen. De socialistische fractievoorzitster Green diende zo'n motie in, met de bedoeling om de christen-democraten (in omvang de tweede partij) te dwingen de Commissie vrijuit te laten gaan. Ze nam aan dat de christen-democraten die stap niet zouden nemen. De Commissie besloot Van Buitenen op 16 december te schorsen, maar maakte dit niet publiek. Zo kregen de Groenen vorige week opnieuw de kans de discussie aan te jagen door de schorsing van Van Buitenen bekend te maken. Dat leidde tot grote verontwaardiging bij het parlement. Toch wordt verwacht dat het parlement zeer verdeeld zal stemmen. De Commissie zegt gewoon door te zullen werken als meer dan 50 procent van het parlement - maar niet de vereiste tweederde meerderheid - de motie steunt.
| NRC Webpagina's |
Bovenkant pagina |