Crisis Europese Commissie
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 


Crisis Europese Commissie

Opvolging

Reacties op crisis

Ontslag Commissie

Aanloop tot crisis

Rapport

S c h a k e l s
Europese Commissie
Met profielen van de commissieleden en gedragsregels

Europese Unie

Europees Parlement
Benoemde het comité van wijzen


Het gelijk van de Europese Rekenkamer


Jarenlang drong de Europese Rekenkamer aan op verbetering van het financieel beheer bij de Europese Commissie. De Nederlander Middelhoek kon mede uit eigen werk putten toen hij als voorzitter van het comité van wijzen een oordeel moest vellen.

Door onze correspondent BEN VAN DER VELDEN

BRUSSEL, 17 MAART. Toen de Europese Commissie onder voorzitterschap van Jacques Santer in 1995 aan het werk ging, was de Nederlander André Middelhoek nog voorzitter van de Europese Rekenkamer. Hij schreef de Finse Eurocommissaris Erkki Liikanen, verantwoordelijk voor de begroting, dadelijk een brief met adviezen voor een dringende hervorming van het financiële beheer bij de Europese Commissie. De Europese Rekenkamer had al jaren tegen de klippen opgebokst met het signaleren van misstanden bij de financiële controle en het management van de Commissie.

Afgelopen maandagnacht besloot de Europese Commissie ontslag te nemen naar aanleiding van een rapport van een comité van vijf wijzen, waartoe twee voormalige voorzitters van de Europese Rekenkamer behoren, André Middelhoek en de Fransman Pierre Lelong. Bij het opstellen van dat rapport heeft de ervaring van deze Rekenkamervoorzitters dat structurele hervormingen bij het financieel beheer van de Commissie niet of zeer traag tot stand komen, een belangrijke rol gespeeld. Die ervaring is te herkennen in de laatste passages van het rapport, die gisteren leidden tot zeer geërgerde reacties van de demissionaire Commissie-voorzitter Santer en van Eurocommissarissen als de Nederlander Hans van den Broek.

Daar wordt geconstateerd dat de Commissie niet beschikt over een eenvoudige financiële procedure om individuele verantwoordelijkheid voor onregelmatigheden of fraude vast te stellen. Bovendien stelt het comité van wijzen vast dat het moeilijk is om onder de leden van de Commissie iemand te vinden met ook maar het geringste verantwoordelijkheidsgevoel.

Middelhoek schreef Liikanen in 1995 dat het systeem om te controleren of een besluit over uitgaven volgens de regels is, niet voldoet. Hij bepleitte om achteraf te controleren of uitgaven juist en nuttig geweest zijn. Naar aanleiding van dit advies ging Liikanen de financiële regelgeving hervormen. Eind 1995 toonde de Rekenkamer zich enthousiast over zijn plannen. In het jaarverslag meldde de Rekenkamer onder voorzitterschap van Middelhoek: ,,De Kamer is verheugd over dit programma voor verbetering van het financieel beheer en vindt de eerste stappen die hiertoe binnen de diensten van de Commissie zijn gezet, hoopgevend, ofschoon zij toegeeft dat een bijzondere, collectieve cultuur niet van de ene op de andere dag kan worden gewijzigd.'' Vervolgens verliep de reorganisatie bij de Commissie toch trager dan de huidige Rekenkamer had gewenst. Zij kreeg bij die kritiek steun van het Europees Parlement en reageerde vorig jaar enthousiast met het besluit niet langer een keer per jaar een verslag uit te brengen, maar regelmatig met publicaties te komen. Liikanen verdedigde zich onlangs tegen de kritiek: ,,Je kunt bij reorganisaties in dit huis niet zeggen: alles wat jullie tot nu toe deden, was fout en alles wat ik zeg, is goed. We moeten stap voor stap in de richting gaan van een goed gecontroleerd begrotingssysteem.''

Financiële controle achteraf wordt in Zuid-Europa meestal niet toegepast. Een oordeel over de effectiviteit van uitgaven vinden Rekenkamers daar te politiek. De Europese Commissie past op dit ogenblik een mengvorm toe van controle vooraf en achteraf. Liikanen was van plan later dit jaar een definitieve keuze te maken met een nieuw financieel reglement. De Commissie loopt met het financieel beheer zo'n 15 jaar achter op Nederland, dat de controle in de jaren '80 verbeterde. Aanleiding was het RSV-schandaal, waardoor toenmalig VVD- minister Van Aardenne 'beschadigd' raakte.

De wijze van controle is ook een permanent onderwerp van discussie tussen Noord- en Zuid-Europese leden van de Rekenkamer zelf. Het huidige Nederlandse lid van de Rekenkamer, Maarten Engwirda, erkende dan ook de rapporten van de Rekenkamer van wisselende kwaliteit zijn. Zo publiceerde de Rekenkamer vorig najaar een zeer kritisch rapport over uitgaven voor de verbetering van de veiligheid van kerncentrales in Oost-Europa, waarvoor commissaris Van den Broek verantwoordelijk is. Het comité van wijzen hoorde Van den Broek nog eens over deze zaak en concludeerde maandag in haar rapport dat er geen gronden zijn om te beweren dat bij deze uitgaven sprake is van fraude of ernstige onregelmatigheden.

36,7 miljoen ECU voor toerisme

Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 17 MAART. Het toerisme-dossier is een voorbeeld van de 'alledaagse' fraude die het comité van wijzen bij de Europese Commissie heeft geconstateerd.

In 1989 besloten Europese politici dat het goed zou zijn om toerisme- beleid op elkaar af te stemmen. Hoe zou dat beter kunnen dan door het uitroepen van een Europees 'Jaar van het Toerisme'?

In 1990 was het zo ver. De raad van ministers stelde 5 miljoen ECU beschikbaar (een ECU was toen ongeveer 2,20 gulden) en nog eens 0,8 miljoen voor administratiekosten. Daarnaast werd 7,5 miljoen vrijgemaakt voor onderzoek naat toerisme. Later kwam er nog veel meer geld bij: ruim 1,7 miljoen voor promotie van Europa in landen buiten de Unie en tussen 1993 en 1995 nog eens 21,7 miljoen voor een 'actie-programma voor verbetering van het toerisme'.

Nu, tien jaar later, lopen er 76 juridische onderzoeken tegen toeristische organisaties en individuen, die op een oneerlijke manier zouden hebben geprofiteerd van subsidiegelden.

Waarschuwingen van gesjoemel werden door de verantwoordelijke Eurocommissaris keer op keer in de wind geslagen. Ook een klacht, in juni 1992, over het hoofd van de 'Toerisme Eenheid' bleef onbeantwoord. Volgens die klacht zou het hoofd eigenmachtig subsidie hebben uitgedeeld aan een dubieus bedrijf. Een onderzoekscommissie van het Europese Parlement concludeerde een paar maanden later dat dit geval niet op zichzelf stond, maar dat er sprake was van structurele, ongecontroleerde verstrekking van subsidies.

Toch werd de Commissie pas in 1993 wakkergeschud. Er volgde een intern onderzoek, dat uiteindelijk slechts leidde tot overplaatsing van het hoofd van de toerisme-eenheid. Hij zou jarenlang subsidie hebben gegeven aan bedrijven waarbij hijzelf, direct als manager of indirect via zijn partner en zijn moeder, betrokken was.

Het comité van wijzen concludeert dat de (hele) Commissie te traag heeft gereageerd en te weinig heeft gedaan om alle misstanden boven tafel te krijgen. Het is volgens het rapport misgegaan doordat vanaf het begin onduidelijk was wat er precies met het geld moest gebeuren. Ook was er onvoldoende mankracht was om het project uit te voeren.

NRC Webpagina's
17 MAART 1999

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MAART 1999