Crisis Europese Commissie
Opvolging
Reacties op crisis
Ontslag Commissie
Aanloop tot crisis
Rapport
S c h a k e l s
Europese Commissie Met profielen van de commissieleden en gedragsregels
Europese Unie
Europees Parlement Benoemde het comité van wijzen
|
Oordeel ‘comité van wijzen'
Door onze correspondenten
BRUSSEL, 16 MAART. Het comité van onafhankelijke deskundigen dat gisteravond zijn rapport over de Europese Commissie heeft gepresenteerd, is ingesteld op initiatief van het Europees Parlement. Het comité, dat in mei een tweede rapport zal uitbrengen over het functioneren van de ambtelijke leiding bij de Commissie, staat onder voorzitterschap van de Nederlander André Middelhoek, oud-voorzitter van de Europese Rekenkamer. De andere vier ‘wijzen' zijn: Inga-Britt Ahlenius (auditeur-generaal bij Zweedse rekenkamer), de Spanjaard Juan Antonio Carillo Salcedo (oud-lid van het Europees Hof van de Mensenrechten), Pierre Lelong (voorzitter van de Franse rekenkamer) en de Belgische hoogleraar Walter van Gerven (voormalig advocaat-generaal bij het Europees Hof van Justitie).
In zijn algemeenheid trekken de deskundigen de volgende conclusies:
Er zijn geen bewijzen gevonden van directe betrokkenheid van commissarissen bij fraude.
bulletEr zijn wel affaires waarin individuele commissarissen of de Commissie als college verantwoordelijkheid dragen voor fraude, onregelmatigheden of slecht beheer.
De Commissie heeft de controle verloren over het ambtelijk apparaat.
Binnen de Commissie heerst een cultuur om zich te verschuilen achter de hiërarchische structuur. ,,Het is moeilijk geworden iemand te vinden die ook maar het minste idee van het dragen van verantwoordelijkheid heeft.''
Over de verschillende commissarissen maakt het comité de volgende opmerkingen.
Cresson (Onderzoek en Onderwijs): Hoewel ze op de hoogte was van ernstige onregelmatigheden bij het onderwijsprogramma Leonardo, heeft ze daar jarenlang niets tegen ondernomen. Zij heeft zich schuldig gemaakt aan vriendjespolitiek door een bevriende tandarts in te schakelen voor aidsonderzoek; de prestatie van de man waren ,,kwalitatief en kwantitatief'' ver onder de maat, terwijl hij vooral als persoonlijk medewerker van Cresson optrad, en ,,waarschijnlijk op een wijze die niet veel te maken had met de Europese activiteiten van de commissaris''.
Marin (Middellandse-Zeebeleid): Hij heeft niet snel genoeg gereageerd op de ontdekking van onregelmatigheden bij een hulpprogramma voor landen in zijn regio.
Santer (Commissie-voorzitter): Hij en zijn kabinet hebben niet snel genoeg gereageerd op problemen bij de dienst die instaat voor de beveiling van de commissie.
Wulf-Matthies (Regionaal beleid): Ze heeft niet de juiste procedure gevolgd bij het aantrekken van een bevriend jurist als haar juridisch adviseur.
Liikanen (Budget): Beschuldiging aan het adres van zijn echtgenote, die een contract van de Commissie in de wacht zou hebben gesleept, is ongegrond. Liikanens partner leidt een professioneel leven, ,,waarlijk onafhankelijk van dat van haar echtgenoot''.
Pinheiro (Afrikaanse landen). Ook de beschuldigingen aan zijn echtgenote, die voor de Commissie werkte als nationaal expert, zijn ongegrond. Dat een zwager van Pinheiro een post bekleedt in zijn kabinet, is in beginsel niet verkeerd, maar het comité vindt toch dat het beter was geweest als Pinheiro zijn zwager niet in dienst had genomen.
| NRC Webpagina's 16 MAART 1999 |