U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Lux

Profiel

Boeken

Cultureel Supplement

Wetenschap en Onderwijs

Zaterdags Bijvoegsel

Magazine

Met oude schrijvers op pad

Welk een heerlijk land!


Het reisdagboek Nederland in den goeden ouden tijd van Jacob van Lennep heeft, dankzij het boek en de televisieserie van Geert Mak, een bekende klank gekregen. Maar er waren in het verleden meer wandelaars die Nederland op boeiende wijze beschreven. Een van hen is dominee Craandijk (1834-1912), die welbeschouwd veel meer van de natuur hield dan de nu zo gevierde Van Lennep.

GERRIT JAN ZWIER

Op wandeltochtjes neem ik in mijn rugzak graag proza mee van dominee J. Craandijk. Niet de loodzware delen van Wandelingen door Nederland, die tussen 1875 en 1884 verschenen, maar kopietjes van een paar bladzijden. Stuit je in de Achterhoek op de Berkel, dan is het een mooi moment om er de dominee even op na te lezen: "Minacht de Berkel niet! In hare eenvoudigheid is zij een zegen voor het gewest, waarvan zij een der sieraden is. Voor den Mississippi zou de graafschap te klein zijn; voor de Berkel heeft zij ruimte genoeg."

In zijn tijd was Craandijk, die in Rotterdam op de kansel stond, een gevierd auteur. Zijn zevendelige serie wandelboeken werd meer dan eens herdrukt. Kennelijk herkenden zijn lezers de nostalgische blik waarmee de dominee om zich heen keek. Ja, de drijfveer achter zijn tochten was juist het gevoel dat er steeds meer moois verloren ging. Met zijn boeken wilde hij een monument oprichten voor 'verdwijnend Nederland', zoals hij in de inleiding schrijft. Vergelijken we Craandijk met de nu zo gevierde Van Lennep dan lijkt het alsof het de laatste moeite kost om belangstelling voor natuur en landschap op te brengen. Zelfs de onmetelijke Drentse heidevelden laten hem koud; akkers had deze arme provincie nodig, geen woeste gronden. Van Lennep en zijn reisgenoot Dirk van Hogendorp maakten in feite een 'Grand Tour', een educatieve reis, bedoeld om de zonen van edelen en gezeten burgers klaar te stomen voor hun toekomstige plaats in de maatschappij. De reis ging anno 1823 echter niet naar Frankrijk en Italië, zoals in de zeventiende en achttiende eeuw, maar door Nederland. De twee vrienden werden allerminst door romantische gevoelens gedreven; zij hadden een zakelijk doel voor ogen: van notabelen hoopten ze verstandige dingen te horen over de 'mentaliteit' van het Nederlandse volk. Daar hadden ze dagwandelingen van soms vijftig kilometer voor over.

Met zijn nostalgie staat Craandijk dicht bij de hedendaagse wandelaar die ook vaak met een gevoel van verlies om zich heen kijkt. Oude wandelclubs, zoals het socialistische NIVON (Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk) hebben gezelschap gekregen van een modern leger voetreizigers. Dat zwermt graag uit over de Lange- Afstand-Wandelpaden (LAW's) waarvan er nu ruim dertig zijn. Het Pieterpad (Pieterburen-Maastricht) is het oudste; het Marskramerpad II (Deventer-Amersfoort) het jongste. 'De paden op, de lanen in, vooruit met flinke pas!' zijn regels die tegenwoordig weer met overgave worden gezongen. Maar al die wandelaars zal het niet ontgaan hoeveel moeite het de makers van een LAW gekost heeft om de route via plukjes bos, een plakje hei, een slingerend beekje en een restje oud cultuurland te laten lopen; je hoort haast de zucht van verlichting waarmee ze het voetvolk de paden van een landgoed opsturen.

De wandelaar die puur voor zijn genoegen op stap gaat, mag dan een product zijn van welvaart en vrije tijd, hij is ook een erfgenaam van de Romantiek. Wat hij zoekt, is de intimiteit van de natuur en het oude landschap. "Wandelen is zowel een activiteit als een kunst", zegt filosoof Ton Lemaire (in Wandelenderwijs). De kunst is volgens hem om "zich opgenomen te voelen in de totaliteit van de wereld." Dat is het streven van de ware romanticus, opgaan in de natuur, ermee versmelten.

Even terug naar Drenthe. Wie deze streek te voet wil leren kennen, komt bij Craandijk beter aan zijn trekken dan bij Van Lennep. "Zeg niet dat de heide eentonig is en een togt door haar gebied niet anders dan vervelend kan zijn!" schrijft Craandijk. Het klinkt haast of hij Van Lennep op de vingers tikt (niet echt, want diens reisboek werd pas in 1942 gepubliceerd). En hij vervolgt: "Daar is in de onmetelijke ruimte, die ons omgeeft, in de ongestoorde stilte, die er heerscht, in de ongerepte reinheid der natuur, die er bewaard bleef, iets aangrijpends en toch iets onuitsprekelijk liefelijks tevens." Zo'n zinnetje zou niet misstaan in het LAW-gidsje over het Drenthepad. Vanuit Gieten, een 'Drentsch dorp in zondagskleed', volgt Craandijk de kronkelweg naar Eext. Van Lennep spreekt slechts van een 'gering, toch teekenachtig gehucht'. Craandijk maakt er meer werk van; hij is gevoeliger voor sfeer en ziet meer details. Hij heeft het over verstrooide huizen en schuren, overhangende daken, een schaapskooi, zandwegen en met keien bestrate paden die zich verliezen in het groen en in het vrije veld. "Schilderijen zijn het, waar wij ons wenden." Anno 2001 heeft Eext nog veel van zijn oude charme bewaard. De met eiken beplante brinken en zelfs de (opgelapte) schaapskooi herinneren aan de goede oude tijd.

Craandijk bleef het liefst binnen de landsgrenzen. Waarom spoedden al die mensen zich met de trein het land uit? vroeg hij zich af. Men kende het eigen land niet eens! Hij heeft een hekel aan mensen die de Zwitserse Alpen hoger aanslaan dan onze duinen en die de Berkel tegen de Mississippi wegstrepen: " Wij willen ronddolen onder de eiken en bosschen en het watersprankje zien glinsteren door het mos, zonder te vragen of Amerika ook kloeker wouden en de Amazone ook breeder wateren heeft."

Wat dat betreft, lijkt Craandijk op de grote natuurvriend Jac.P. Thijsse. "Maar al te veel Nederlanders beseffen nog niet in welk heerlijk land zij leven", stelde Thijsse in 1937 vast. Hij riep de stedelingen op het natuurschoon met eigen eigen te aanschouwen. Want hoe groter de natuurkennis, hoe groter het natuurgenot.

Ook Thijsse was een bevlogen wandelaar. Zelfs op zeventigjarige leeftijd maakte hij nog dagtochten van veertig kilometer. "Te voet heeft hij ons land, dat hij hartstochtelijk liefheeft, in alle delen doorkruist", schrijft zijn leerling Jan Strijbos. Hij schrok er niet voor terug zijn geliefde Texel in één dag rond te lopen, een afstand van zestig kilometer. In zijn beroemde Verkade-album over dit eiland raadt hij de lezer echter aan zich niet te haasten en de wandeling over twee dagen te verdelen. Niet de naam van Craandijk, maar die van Thijsse valt geregeld in de LAW-gidsjes. Daar zijn verschillende redenen voor. In de eerste plaats schreef hij met aanstekelijk plezier over de natuur en het landschap van zijn vaderland. Altijd was er wel iets wat hem met vreugde vervulde - een veldmuisje, een bloeiende hazelaar of een ploeterende mestkever. In de tweede plaats beschreef hij Nederland op een moment dat het landschap nog niet van alle kanten bedreigd werd door industrie en vervuiling. Hoe vaak heb ik natuurbeschermers niet horen zeggen dat Nederland in de tijd van Thijsse op zijn mooist was. De nu zeldzame kievitsbloem liet haar kopje nog in de uiterwaarden hangen en de otter was nog niet uitgestorven.

De wandelstaf van Craandijk was tevens een aanwijsstok. Voortdurend trakteert hij de lezer op historische uiteenzettingen en beschouwingen over landhuizen en heerlijkheden. Wat dat betreft laten zijn boeken zich lezen als een breedvoerige reisgids. Het zijn echter de weelderige natuurbeschrijvingen, met hun zachte en soms wat luidere negentiende- eeuwse galm, die de charme van zijn verhalen bepalen. "Hier wordt de voet niet moede en het oog niet verzadigd van wie hart heeft voor het bosch met zijn heilige stilte, met zijn rijk en eigenaardig leven van veldbloem en heiplant, van vogel en insect", schrijft hij over het Friese Beetsterzwaag. Helaas is de weg naar dit adellijke dorp toe een ware beproeving - men reist dan door een kaal 'kievitenland' dat "rijker aan verveling dan aan natuurschoon is". Winderige vlakten en dijken zijn meestal niet aan Craandijk besteed. Zo vindt hij de Betuwe, met haar kronkelige wegen, een plek die de geest niet verkwikt. De soms bitse toon van Jacob van Lennep ontbreekt evenwel in Craandijks wandelverhalen. Hij is allereerst een bosmens. De Veluwe kan daarom op zijn goede humeur rekenen. Vanuit Putten wil hij zijn pad zoeken door een 'landschap vol poëzie en herinneringen'. De wandelaar hoort een open oog en een open hart voor de natuur te hebben; hij moet niet klagen over vermoeienissen en tevreden zijn met een maaltje pannenkoeken (zonder stroop) en een beker putwater. En ach, hij moet het waarderen dat de dorpelingen hem de juiste route proberen te wijzen, al sturen ze hem voortdurend het bos in: "Een eindje regtuit, bij een boschje regtsom, bij een walletje langs, over een kampje bouwland, dan linksom, regtsom, enzovoort."

INFORMATIE

Op Padbeurs, 9 t/m 11 febr. Nederlands Congres Centrum, Churchillplein 10, Den Haag. Vr 9 febr 12-19u, za/zo 10-17u. ANWB Infonummer: 0800- 0503. Toegang ƒ18, 50. Tweedagenkaart ƒ28,50. CJP en Pas 65+ ƒ16. Kinderen tot 12 jr ƒ6.

Gerrit Jan Zwier signeert zijn nieuwe reisboek 'Al dwalend' (over Noordelijke gebieden) tijdens de Op Pad Beurs bij de SNP-stand. Internet: www.oppad.nl

In de reeks Geografische Routes van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap verschenen: 'In de voetsporen van Jacob van Lennep' en 'In de voetsporen van Jacobus Craandijk'. De laatste route loopt van busstation Wageningen naar Doorwerth. De totale lengte van de wandeling is 21 kilometer. De route wordt toegelicht aan de hand van citaten van de wandelende dominee. Daarnaast staat beschreven wat de wandelaar tegenwoordig kan waarnemen. De fysisch-geografische inleiding geeft inzicht in de ontstaansgeschiedenis van het landschap. De gids omvat 48 pagina's, waaronder 2 historische en 2 recente kaarten en veel illustraties. Bestellen door ƒ19,50 over te maken op giro 13315 t.n.v. het KNAG te Utrecht o.v.v. resp. 'GR1' of 'GR3' en volledig adres. www.knag.nl

NRC Webpagina's
8 FEBRUARI 2001


ARCHIEF AGENDA 

 VOORKEUR: 


FILM 
MUZIEK  
THEATER 
MUSEA 
GALERIE 

Wijnspreekuur
Wijnspreekuur 


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad