U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Regering Israel

Dossier Midden-Oosten - BBC

Ministerie Buitenlandse Zaken, Israel

Regering Libanon

Hezbollah

Palestijnse Nationale Autoriteit


Ondanks geruzie, één tegen Israël


Yasser Arafat is een jood, zeggen veel Palestijnen in Oost-Jeruzalem, heel verbitterd. Hun dagelijks leven is grondig verstoord. Angst heerst overal.

Door onze correspondent JORIS LUYENDIJK
JERUZALEM, 14 OKT. Er wordt dezer dagen heel wat afgeruzied tussen de Palestijnen die binnen de ommuurde stad van Oost-Jeruzalem wonen. Maar de onenigheid gaat niet over politiek, want daarover lijkt vrijwel unanimiteit te heersen. Een hele vrijdagavond praten rond de Via Dolorosa levert vrijwel onveranderd dezelfde meningen op over de 'tweede intifada', zoals de onlusten in Israël en de Palestijnse gebieden, die inmiddels zestien dagen duren, heten.

Zoals: Arafat is een jood en levert ons uit aan de Israëliers. De strijd gaat door. Onderhandelen met Israël is tijdverlies want dat land begrijpt maar één ding, namelijk geweld. Kijk maar naar Hezbollah in Libanon.

De ruzies bij de Palestijnen spelen zich af binnen de families, door irritaties en geldgebrek. "M'n vrouw, m'n zoontje en ik worden er allemaal gek van", zegt de 40-jarige Mounir die net drie cornetto's komt kopen in het kruideniertje De Toewijding. "De hele dag zitten we op elkaars lip, en maar televisie kijken. Nog een geluk dat we nu een satelliet hebben. In ieder geval veel keus."

Mounir is ingenieur bij de Palestijnse autoriteiten in Ramallah. Hij is al twee weken niet naar z'n werk geweest, uit angst te worden doodgeschoten door Israëlische soldaten. "Eén dag heb ik mijn zoon naar school durven sturen", zegt Mounir, "maar ik houd hem toch liever thuis; het is gewoon te gevaarlijk." Hij wijst naar een kleurenposter met daarop een jongeman tegen de achtergrond van de voor moslims heilige al-Aqsa-moskee in Oost-Jeruzalem. Het is de 23-jarige Osama Mohammed Adam Djedda, voorheen employé in het casino van Jericho.

Tijdens de onlusten op 9 oktober ging deze Osama met zijn broer bloed geven bij een Palestijns ziekenhuis. Osama was eerder aan de beurt, en zou buiten wachten op zijn broer. Toen deze klaar was, kon hij Osama nergens vinden. Omstanders legden uit dat Osama in allerijl weer terug het ziekenhuis was ingereden, nu naar de intensive care met een naar later bleek dodelijke Israëlische kogel in zijn rug. Mounir zegt met zijn blik op de poster: "Dat was dus mijn buurjongen."

In de nauwe, overdekte straat komt een luid lachende groep toeristen langs, gevolgd door een patrouille Israëlische soldaten, voetballende Palestijnse jongetjes en een enkele, haastig lopende orthodoxe jood met pijpenkrullen. Alle winkels zijn al uren dicht, velen zijn niet eens opengeweest. Bakker Mohammed, een man van in de dertig, ziet het gelaten aan: "Stenen tegen kogels... wat denken we wel? Messen moeten we gebruiken. We praten al zeven jaar met ze, en wat is er gebeurd? De Westelijke Jordaanoever en Gaza staan vol joodse nederzettingen." Dus de 'tweede intifada' gaat door? Mohammed schudt van nee: "Arafat tekent dadelijk het zoveelste akkoord met de Israëliers. Hij speelt een spelletje met ons. Weet je nog dat hij dreigde met het uitroepen van een onafhankelijke Palestijnse staat? Dat ging niet door, en wat heeft hij ervoor teruggekregen? Allemaal bedrog. En nu wil Arafat een onderzoek naar de lynchpartij van die twee Israëlische soldaten in Ramallah... Maar wie gaat er de moord op onze honderd doden onderzoeken? Arafat is een cliënt van de zionisten."

Mohammed wordt onderbroken door zijn buurman, restauranthouder Ahmed, die brood komt kopen. "Hoe de onlusten ons leven beïnvloeden", herhaalt hij de vraag schamperend. "Kijk maar naar deze zak!" Hij gebaart naar een plastic tas met zo'n 20 pita-broodjes. "Vroeger kwam ik hier tien keer per dag voor een volle zak, nu verkoop ik op een dag misschien tien maaltijden. Geen toeristen meer, geen Palestijnen uit de Westoever, en de mensen hier hebben ook geen cent meer." Ahmed kucht en zegt dat dit in plaats van een vredesproces een 'knechtingsproces' is, twee woorden die in het Arabisch erg op elkaar lijken.

"Ik zal je uitleggen hoe het hier gaat sinds het vredesproces", zegt even later Samir, die net uit Amerika op vakantie is bij familie. "De economie is verwoest. Israël heeft een miljoen Russen, Ethiopiërs en Roemenen geïmporteerd, zogenaamd joden, die onze banen hebben ingepikt. Westerse toeristen komen hier nog nauwelijks. Als Palestijn verdien je tegenwoordig omgerekend 250 dollar per maand, terwijl de huur van een appartement hier 400 dollar is. Dat betekent dat getrouwde mannen met hun vrouw en kinderen weer intrekken bij hun ouders, en hun vader moeten gaan helpen in de zaak. Jongemannen kunnen helemaal niet meer trouwen en blijven thuis wonen, vaak met z'n drieën op een kamer."

Niet trouwen leidt direct tot enorme seksuele frustraties, want in de ommuurde stad is de sociale controle absoluut en zijn clandestiene afspraakjes voor buitenechtelijke seks vrijwel onmogelijk. Daarbij komen dan nog de dagelijkse vernederingen waaraan Palestijnen worden onderworpen bij Israëlische controleposten.

"Dat is dus hun leven", vat Samir samen. "Sterven van schaamte en honger, of een heroïsche dood voor je vaderland. Voor die keus zien de jongens zich gesteld." Het is ook het motto van de zelfmoordcommando's van de fundamentalistische terreurbeweging Hamas: Als ik niet mag kiezen hoe ik leef, dan kies ik hoe ik sterf.

"Ken je Muhammed Durra", valt een jongen enthousiast het gesprek in. Hij bedoelt de 12-jarige Mohammed Durra, een naam die Arabieren inmiddels van Marokko tot Irak op de lippen ligt bestorven. Ook de Palestijnse televisiekanalen, zowel die van de staat als de commerciële, herhalen keer op keer de beelden van hoe Mohammed tegen een muurtje bescherming zocht bij zijn vader, en toen door Israelische troepen werd doodgeschoten. De vader raakte zwaar gewond en moest drie kwartier wachten op verzorging.

"Maar weet je wie de dapperste Palestijn is", vraagt de jongen. "Dat is de moeder van Mohammed Durra." Hij glimlacht: "Laatst was ze weer op televisie. Een en al rust, vol trots dat haar Mohammed een bijdrage mocht leveren aan de bevrijding van ons volk. En wat ze toen zei maakt haar grootser dan alle anderen: ze is ook bereid haar andere zoon te geven."


Zie ook:

Israël valt doelen Palestijnen aan (13 oktober 2000)
Nationalisten halen hun gelijk (13 oktober 2000)
Raketaanval Israël op Palestijnen (12 oktober 2000)
'Opstand redt Arafat van binnenlandse woede' (12 oktober 2000)
'Ze durven niks zolang we hun soldaten hebben' (11 oktober 2000)
Israel verlengt ultimatum aan Palestijnen (10 oktober 2000)
Premier Israel stelt Arafat ultimatum (9 oktober 2000)
'Beperkte oorlog' dreigt in Israel (7 oktober 2000)
Politie in Jeruzalem uit zicht Palestijnen (6 oktober 2000)
Barak blijft weg bij nieuw overleg Arafat (5 oktober 2000)
Staakt-het-vuren Israel, Palestijnen (3 oktober 2000)
Weer oproep tot bestand in Israel (2 oktober 2000)

NRC Webpagina's
14 OKTOBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad