|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Justitie Met informatie over het vreemdelingenbeleid Immigratie- en Naturalisatiedienst
|
Harde lijn IND dupeert lakse legalen
DEN HAAG, 5 JAN. Soms is de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) mild. Toen vorig jaar in een asielzoekerscentrum een baby te vondeling werd gelegd, streek de IND met de hand over zijn hart. Het kind had geen status en was dus illegaal. Om daarin verandering te brengen diende het een 'machtiging tot voorlopig verblijf' (mvv) te hebben. Sinds de wijziging van de Vreemdelingenwet in 1998 om immigranten op de bonnefooi te weren, wordt zo'n mvv echter louter in land van herkomst verstrekt. De baby moest terug. Maar waarheen? Na diepgaand beraad besloot de IND de hardheidsclausule voor 'zeer bijzondere gevallen' toe te passen. De baby kreeg ter plaatse zijn mvv. De IND probeert dergelijke precedenten zoveel mogelijk te voorkomen en heeft daartoe een harde beleidslijn uitgevaardigd. Tot 11 december 1998 kregen vreemdelingen maximaal een half jaar respijt voor de jaarlijkse verlenging van hun verblijfsvergunning. Sindsdien stelt de IND een te laat ingediend verzoek tot 'voortgezet verblijf' direct 'buiten behandeling'. De vreemdeling wordt dan bejegend als een immigrant die voor het eerst in zijn leven toelating in Nederland vraagt. Te laat is te laat. De schuld ligt bij de buitenlander. Hij had, door advertenties in kranten te lezen, moeten weten waar hij aan toe is. Deze strikte uitleg staat volgens de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACV) haaks op het doel van de wet en de intenties van de staatssecretarissen Schmitz en Cohen. Beide bewindslieden van Justitie hebben bij de behandeling in het parlement namelijk toegezegd dat het 'mvv-vereiste' niet van toepassing zou zijn op reeds legaal in Nederland verblijvende buitenlanders. Daardoor gerustgesteld trok een aantal Kamerleden amendementen in die dit nader zouden vastleggen. De IND is echter zijn eigen interpretatie blijven volgen. In theorie had mr. B. Olivier (lid van de adviescommissie die Cohen vorige week heeft aangeraden de beleidslijn van vóór december '98 te herstellen) daarvoor al eerder gewaarschuwd. Voordat het wetsvoorstel van kracht werd, had hij in een lezing een fictieve casus gepresenteerd. Een Turkse man is vier jaar getrouwd met een Nederlandse. Zij zorgt voor de kinderen. Hij werkt. Maar dan vergeet de man tijdig zijn verblijfsvergunning te verlengen. "Gewoon dom!", aldus Olivier. De IND toont echter geen mededogen. De legale Turk moet terug naar Ankara om een mvv aan te vragen. Maar die krijgt hij niet zomaar. Zijn Hollandse vrouw heeft immers geen middelen van bestaan en kan derhalve niet garant staan. Zijn werkgever ontslaat hem ondertussen wegens afwezigheid. De behandeling van een verzoek tot eerste toelating duurt zeker negen maanden. Waarna de ooit legale Turk ook zelf geen bron van inkomsten meer heeft en in een doodlopende straat belandt. Deze casus is minder hilarisch dan hij lijkt. De ACV baseert haar advies aan de staatssecretaris op zestien vergelijkbare gevallen van vergeetachtigheid waarop een "onevenredige sanctie" is gevolgd. Zo kreeg ze de zaak voorgeschoteld van een vrouw uit Burkino Faso die hier meer dan vijf jaar met haar Nederlandse echtgenoot en hun beider kind woonde. Lang genoeg voor een naturalisatieverzoek. Met haar gezin ging ze naar Afrika om de noodzakelijke papieren te regelen. Bij terugkeer vond ze de formulieren van de vreemdelingendienst op de mat, maar vergat die op de bus te doen. Dat niets haar naturalisatieverzoek in de weg stond, vond de IND geen argument de hardheidsclausule van toepassing te verklaren. Ook de behandeling van een 25-jarige Surinaamse economiestudent kon volgens de de ACV niet door de beugel. De jongen woonde hier al negen jaar legaal. Hij had nooit het Nederlanderschap aangevraagd, omdat hij van zijn ouders de kosten (circa 500 gulden) zelf moest betalen. Toen hij vergat zijn verblijf te verlengen, moest hij terug naar Suriname. In Paramaribo werd hem echter een mvv geweigerd omdat hij als student geen vast inkomen genoot. Hoeveel legale vreemdelingen vorig jaar om zulke redenen naar hun land van herkomst zijn teruggestuurd is onbekend. Volgens Olivier zijn het er "veel meer" dan de zestien dossiers die hij onder ogen heeft gekregen. De IND had eind vorig jaar aan de Tweede Kamer moeten rapporteren. Dat lukte niet en de IND mocht haar eigen wettelijke termijn wel overschrijden. Hoeveel bezwaarschriften er inmiddels tegen een afwijzende beslissing zijn ingediend, weet de IND ook niet. Politiekorpsen gaan op eigen wijze met het beleid van de IND om. Veel vreemdelingendiensten zien het nut er niet van in, aldus een woordvoerder van de politie in Rotterdam. De strikte regels van de IND kosten veel tijd en geld. Een dossier moet opniew worden beoordeeld, terwijl de status van de legale vreemdelingen (getrouwd, inkomen, geen strafblad) niet is veranderd. Sommige korpsen passen daar een mouw aan door het dossier van een lakse buitenlander zodanig te antedateren dat hij niet meer te laat is. Andere korpsen (Amsterdam) zijn uit ergernis 'roomser dan de paus'. Om rompslomp te voorkomen, proberen zij simpele dossiers wel via persoonlijke contacten bovenop de ambtelijke stapels te krijgen. Hetzelfde verschil in benadering doet zich voor bij de rechterlijke macht. Tot nu toe heeft de rechter in tenminste drie gevallen uitspraak gedaan in procedures die nalatige vreemdelingen tegen de staat hadden aangespannen. De rechter in Zwolle besliste drie maanden geleden dat de advertentie en de per gewone post verzonden brief voldoende waren. In Amsterdam daarentegen werden buitenlanders tweemaal in het gelijk gesteld, omdat zij volgens de rechter onvoldoende waren gewaarschuwd voor de gevolgen van hun nonchalance.
De ACV ondersteunt nu deze laatste visie. Het beleid van de IND "mist
verbindende kracht". Dit is geen rechterlijke uitspraak. De ACV is een
adviescollege van juristen en geïnteresseerde burgers. Maar als
Cohen de ACV volgt - de kans daarop bestaat omdat het een 'algemeen
advies' betreft - erkent hij dat de IND zonder wettelijke basis heeft
geopereerd.
Werkelijkheid voor illegalen anders dan de wet (4 december 1999)
|
NRC Webpagina's
5 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |