U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   S P O R T
 
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Swimnews Online

Trainer, vriend en opportunist

Door Mark Hoogstad
In Istanbul zoekt Jacco Verhaeren het elke ochtend hogerop. Tijdens de series klautert hij steevast tot bijna bovenop de springtoren, vanwaar hij een goed uitzicht heeft op het wedstrijdbad in het Ataköy Olympic Pool Stadium. Nee, hij voelt zich niet verheven boven de menigte. Maar: "Ik zit niet graag tussen andere mensen. Die stellen vragen en maken opmerkingen. Ik wil rust aan mijn hoofd zodra ik naar een wedstrijd zit te kijken."

Verhaeren heeft in Istanbul 'een luizenbaan'. Zijn pupillen, de zeven zwemmers van PSV uit Eindhoven, zijn zo in vorm dat hij hen nauwelijks nog iets hoeft in te fluisteren. Lachend: "Het is in veel gevallen praten om het praten, meer niet. Het werk is in de voorbereiding gedaan. Hier weet nagenoeg iedereen wat hij of zij moet doen. Ik vertel ze eigenlijk niets nieuws. Het is alleen goed om ze vlak voor de start nog even op een paar details te wijzen. Aan drie woorden heb ik meestal genoeg."

De voormalige CIOS-student is nu zes jaar in dienst van PSV. De fijne kneepjes van het vak leerde hij in Maastricht van Ronald Gaastra, de huidige bondscoach van België. Al meermalen is Verhaeren bestempeld als de wonderdokter, de heelmeester of, nog fraaier, de goeroe van het Nederlandse zwemmen. Het zijn kreten waar de 30-jarige trainer, zelf ooit een matig zwemmer, zijn schouders over ophaalt. Hij houdt zich liever bij de realiteit: in Istanbul kwamen tot dusverre acht van de negen Nederlandse medailles op naam van zwemmers die hij dagelijks kneedt in zwembad De Tongelreep in Eindhoven. Verhaeren, grijnzend: "Ja, ik ben hier ook een beetje winnaar."

Met vier gouden medailles is Pieter van den Hoogenband het goudhaantje van de Nederlandse ploeg. Verrast over het glansrijke optreden van zijn 21-jarige pupil is Verhaeren niet. "Pieter onderkent zijn kwaliteiten al jaren. Alleen gaat hij nu volwassen om met zijn mogelijkheden. Hij weet: ik ben de snelste en die anderen moeten van verdomd goeden huize komen om mij te verslaan. Hij raakt bijvoorbeeld niet meer van de kook door een mindere start of een slecht keerpunt. Pieter weet nu dat hij op basis van zijn snelheid en zijn souplesse alsnog kan winnen."

En toch: Nederlands grootste talent etaleert voor het eerst sinds de Olympische Spelen in Atlanta (1996) zijn exceptionele gaven op een groot internationaal toernooi. Verhaeren is de eerste om dat te erkennen. "Hij zwemt eindelijk zoals hij moet. Pieter laat hier zien dat het tijd kost om volwassen races te zwemmen. Twee of drie kan iedereen bij wijze van spreken worden. Winnen is een ander verhaal. Winnen moet je leren. Dat gaat niet van vandaag op morgen. Marcel Wouda is daar een goed voorbeeld van. Hoe lang draait die al wel niet mee? Pas twee jaar geleden bij de EK in Sevilla brak hij definitief door."

Zelf is Verhaeren ook veranderd. Riep hij nog niet zo lang geleden dat Van den Hoogenband "vast en zeker" een wereldrecord zou zwemmen op de 100 of 200 meter vrije slag, tegenwoordig legt hij meer nuance in zijn woorden. "Ik roep bijvoorbeeld niet meer: zilver stelt niets voor. Medailles winnen, of dat nou brons of zilver is, is niet eenvoudig, zo heb ik geleerd. Na de WK kortebaan (25 meter, red.) in Hongkong kwamen we terug met tien plakken, wat zeker voor Nederlandse begrippen een enorm aantal is. Alleen, en dat gevoel leefde heel sterk binnen de groep, de meeste droegen niet de kleur waarop we gerekend hadden. Nu zeg ik: ik ben blij met elke medaille."

Zijn bravoure is hij evenwel niet verloren. "Ik vind nog steeds dat wij de hele wereld aankunnen. Dat meen ik oprecht. Als ik dat niet zou denken, stopte ik nog liever vandaag dan morgen. Ik wil geen zwemmers trainen die voor de tweede plaats gaan. Worden ze tweede, nou goed, alla, dan weet ik tenminste dat ze er alles aan hebben gedaan om eerste te worden. En wat Pieter betreft: na Atlanta heb ik geroepen dat als die jongen geen wereldrecord zou zwemmen, ik het niet goed gedaan zou hebben. Die mening ben ik nog steeds toegedaan, alleen heb ik nu ook vrede met een overwinning of een goede tijd." Nog zo'n mooie oneliner uit het recente verleden: 'Ik wil de beste trainer ter wereld worden.' Hoogmoedswaanzin of realiteitszin? Voorlopig lijkt dat laatste het geval, want Verhaeren is hard op weg zijn doel te verwezenlijken. Niet voor niets wordt hij dezer dagen in Istanbul te pas en te onpas aangesproken door buitenlandse collega's. "Ze willen alles van me weten. Wat ik doe? Hoe ik het doe? Hoe vaak ik het doe? Train ik op kwaliteit of op kwantiteit? Noem maar op. Echt helpen kan ik ze niet, voorzover ik dat al zou willen natuurlijk. Ik werk op gevoel en dat laat mij zelden of nooit in de steek." Spijt van zijn grootspraak heeft Verhaeren niet. Integendeel zelfs. "Dat opportunisme heeft ons gebracht waar we nu zijn. 'Vlieg er maar in en dan zien we wel', dat is altijd mijn leidraad geweest. Ik was een van de eersten die durfden te roepen dat wij geen genoegen moesten nemen met een bijrol. Dat was een paar jaar geleden not done in Nederland. Eerst zien, dan geloven die sfeer hing er. Die bescheidenheid wilde ik doorbreken. Het is namelijk onzin om te veronderstellen dat wij op voorhand kansloos zijn tegen grote zwemnaties als Amerika en Australië."

Zijn emoties houdt Verhaeren doorgaans in bedwang. Zelden of nooit valt hij uit zijn rol na een race. "Ik moet verder met mijn zwemmers. Die zijn er niet bij gebaat als ik een potje ga zitten janken langs het water. Het is jammer voor ze als ze niet presteren, maar niet meer dan dat. Ik handel heel zakelijk, niet op basis van emotie. Die heb ik wel, maar hou ik zoveel mogelijk voor mezelf. De coach moet te allen tijde mentaal de sterkste zijn." Zijn relatie met zijn zwemmers is niettemin warm. Verhaeren is zowel vriend als trainer. Het kost hem ogenschijnlijk weinig moeite beide persoonlijkheden met elkaar te verenigen. "Het is een automatisme, waarbij mijn leeftijd in mijn voordeel spreekt. Het ligt ook niet zozeer aan mij als wel aan de zwemmers. Zij zijn zo volwassen dat ze zaken van elkaar kunnen scheiden. Veel coaches gaan autoritair te werk. Die nemen hun pupil bij de arm en laten ze pas los zodra het startblok in zicht komt. Zo wil én zo kan ik niet werken. Ik heb geen autoriteit nodig."

In Eindhoven lopen de zwemmers weg met de eigenzinnige Brabander. Zwemmen is een doodsaaie sport: baantjes trekken van de ene naar de andere kant, meer is het eigenlijk niet. Niemand die daar vrolijk van wordt, op een enkele fanaat na. Verhaeren slaagt er telkens opnieuw in variatie in zijn trainingsprogramma's aan te brengen. "Als je zwemmers niet weet te prikkelen, haken ze af of blijven ze stilstaan in hun ontwikkeling", is zijn vaste overtuiging. "Dat klinkt simpel, maar nog steeds zijn er maar weinig coaches die dat begrijpen."

Verhaeren is zeer in trek, zowel in binnen- als buitenland. Menig Nederlandse topzwemmer die niet bij PSV actief is, heeft al laten doorschemeren graag in Eindhoven te komen trainen. Verhaeren moest het gros teleurstellen. Alleen vlinderslagspecialist Joris Keizer (20) kreeg toestemming zich aan te sluiten. Verhaeren: "Joris is straks een potentiële medaillekandidaat op de Spelen, vandaar. Ik verkeer in de luxe-positie dat ik kieskeurig kan zijn. Dat moet ook wel, want met vijftien zwemmers is de groep nu eigenlijk al te groot." Zijn interesse reikt verder dan zwemmen. Regelmatig duikt Verhaeren op bij andere takken van sport. Zo is hij een frequent bezoeker van hockeyclub Den Bosch ("mede vanwege de gezelligheid en het biertje na afloop") en legt hij zijn oor zo nu en dan te luister bij andere coaches. "Waar ik vooral op let bij laten we zeggen een volleybalwedstrijd, zijn de sporters, de mensen in het veld. Hoe gedragen zij zich? Wie zit lekker in zijn vel en wie niet? Verder kijk ik natuurlijk hoe een coach reageert. Soms steek ik wat op, kleine dingen, maar meestal vergeet ik het weer."

Binnen zijn eigen sport steekt hij zelden of nooit zijn licht op. Zelfs Gennadi Turedski, trainer van meervoudig olympisch kampioen Alexander Popov en wereldkampioen Michael Klim, laat hem koud. "De hele zwemgemeenschap loopt met hem weg, ik niet. Die man geeft regelmatig clinics, waar ik ook wel eens voor uitgenodigd word. Daar bedank ik voor. Als ik hetzelfde ga doen als Turedski, gaan mijn zwemmers niet harder zwemmen."

Vanuit Nederland ving Verhaeren deze week geluiden op als zou het zwemmen "plotseling weer enorm leven". Het werd tijd, verzucht hij. "Want met alle respect, als ik zie hoeveel zendtijd SBS6 inruimt voor het voetbal uit de eerste divisie, dan denk ik: waarom in godsnaam? Telstar-Emmen, dat is geen niveau. Nou weet ik ook wel dat we het tij nu mee hebben: Tour de France net afgelopen, de voetbalcompetitie moet nog beginnen. Komkommertijd noemen jullie dat, geloof ik. Maar goed: de aandacht en de waardering die we nu krijgen, die verdienen we. Want we hebben het hier wel over een wereldsport, niet over korfbal of biljarten."

Volgend jaar oktober, na de Spelen in Sydney, loopt zijn contract af bij PSV. Nu al gaan stemmen op om zijn overeenkomst open te breken. Verhaeren voelt wel wat voor een commercieel avontuur naar het voorbeeld van de schaatsers. "Het zou een logische volgende stap zijn. Tegelijkertijd moet ik me afvragen of mijn trukendoos tegen die tijd niet uitgeput is. Of dat de zwemmers aan een ander gezicht toe zijn. Ik denk het niet, we zullen zien."


Zie ook:
Zilveren medaille geeft Vlieghuis weer zelfvertrouwen (30 juli 1999)

Dutch Dolphin zwemt naar de mooiste titel (29 juli 1999)

Titel bijnummer prikkelt Van den Hoogenband (28 juli 1999)

Gouden ploeg kent winnaars én verliezers (27 juli 1999)

NRC Webpagina's
31 JULI 1999



( a d v e r t e n t i e s )
WNF - Investeerin de natuur

Centraal Beheer - Vraag vrijblijven een offerte aan

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)