|
|
|
NIEUWSSELECTIE Homepage Marcel Wouda
|
Titel bijnummer prikkelt Van den Hoogenband
Door onze redacteur MARK HOOGSTAD
Van den Hoogenband breidde zijn medailletotaal op het EK gisteren uit tot twee, nadat hij maandag de estafetteploeg (4x100 vrij) naar de eerste plaats had geleid. Twee uit twee is geen gekke score, zo wist hij. "Daarmee kan je normaal gesproken thuis komen. Maar ik wil nog niet naar huis, want ik ben in staat om nog meer medailles te winnen." Aanleiding voor dat optimisme was zijn superbe voorstelling in de halve finales van de 100 meter vrije slag. Niet alleen won hij daarin het prestigeduel van meervoudig wereld- en olympisch kampioen Alexander Popov, tevens doorbrak Van den Hoogenband een barrière. "Eindelijk onder de 49", verzuchtte de 21-jarige Brabander na zijn Nederlands record van 48,74. Daarmee is hij nog slechts een halve seconde verwijderd van het onaantastbaar geachte wereldrecord (48,21) van Popov, de Rus die hij vorig jaar al twee keer versloeg tijdens de Mare Nostrum Tour. Van den Hoogenband verheugde zich na afloop op de dag van vandaag. Niet zozeer omdat hij dan opnieuw oog in oog met Popov zou staan. Nee, hij hoefde ditmaal ook niet voor dag en voor dauw uit de veren. "Eindelijk eens een ochtendje uitslapen en geen series", zei de student medicijnen die niet als ochtendmens te boek staat. Van den Hoogenband geldt als het grootste zwemtalent dat Nederland heeft voortgebracht. Maar sinds zijn glansrijke debuut op het hoogste niveau - twee vierde plaatsen bij de Olympische Spelen in Atlanta - moest hij bij grote toernooien genoegen nemen met een bijrol. Pas vorig najaar, bij de EK kortebaan (25 meter) in Sheffield, beklom hij de hoogste trede, na zijn zege op zijn favoriete nummer, de 200 meter vrije slag. Het rijpingsproces van Van den Hoogenband lijkt voltooid. Verdwenen lijkt de onbezonnen maar getalenteerde jongeling die, dwars tegen alle tactische voorschriften in, zijn wedstrijden va banque afraffelde. In Istanbul stond de eerste dagen een jongeman op de startblokken die zich door niets of niemand meer van de wijs laat brengen en zijn races tegenwoordig goed indeelt. Ja, hij wist het zelf maar al te goed. "Vroeger was het: gaan met die banaan en vooral niet nadenken. In Atlanta zwom ik als jong pikkie vanuit het niets een 49,1. Nu ben ik ouder en wijzer. Ik verdeel mijn krachten en heb daardoor in de slotfase nog wat over." Popov kan zich vandaag onsterfelijk maken met zijn vijfde opeenvolgende zege op de 100 meter vrij. Nooit eerder in de 73-jarige geschiedenis van de Europese kampioenschappen won iemand vijf titels op rij. Sinds zijn entree in het circuit, acht jaar geleden, duldt de eigenzinnige Rus met de fenomenale beentechniek geen tegenstand op de sprintafstanden. Niet op de 100 vrij, niet op de 50 vrij. Aan de heerschappij van Popov lijkt een einde te zijn gekomen. Vorig jaar dienden zich al tekenen van verval aan. Bij de WK langebaan in Perth moest hij op de 50 vrij zijn meerdere erkennen in de Amerikaan Bill Pilczuk. In Istanbul wankelt zijn imperium. Van den Hoogenband lijkt de aangewezen man om hem van de troon te stoten. Of speelde Popov gisteren toneel? Van den Hoogenband kon slechts gissen naar het antwoord. "Je weet het nooit met die gast. Gisteren hing-ie vlak voor de start weer een of ander flauwekulverhaal op. Vandaag lijkt-ie misschien een tikkeltje aangeslagen. Ik heb 'm nog nooit zo stil gezien, maar morgen staat-ie er gewoon weer. Dat tekent zijn klasse." Zelf hield de Rus zich op de vlakte. Vragen over zijn Nederlandse kwelgeest ging hij al helemaal uit de weg. "Wie ben je? Wat wil je weten? Oh, Nederlandse pers. Dan weet ik al wat je wil vragen. Maar ik heb geen tijd. Of ik bang ben? Waarom zou ik? Ik ben voor niemand bang." En weg was Popov. Via zijn hoofdsponsor liet Popov eerder al weten dat er volgens hem slechts twee zwemmers in aanmerking komen voor het goud op het koningsnummer van het langebaanzwemmen. "Iemand die nog nooit zo snel is geweest als de laatste tijd en iemand die zijn titel moet verdedigen. Die laatste dat ben ik." Zonder zijn naam te noemen was het duidelijk wie Popov vreesde: Van den Hoogenband. Die besefte op zijn beurt dat vandaag alle ogen op hem gericht zijn. Maar bevreesd voor de druk is hij niet. Hij heeft juist "prikkels van buiten" nodig voor een optimale prestatie. Zijn zelfvertrouwen kent geen grenzen meer. "Vandaag zwom ik nog niet eens volle bak. Een wereldrecord zit er niet in, maar ik kan nog veel harder." Van den Hoogenbands trainingsmaat bij PSV, sprinter Mark Veens, stelde gisteren teleur. "Mijn benen waren kapot", treurde hij na zijn twaalfde plaats in 50,39. Niettemin had Veens een verheugende mededeling in petto. "Ik zet mijn geld morgen op Pieter. Niet dat ik rijk ben en veel kan inzetten, maar toch. Hij gaat Popov verslaan, let maar op."
|
NRC Webpagina's
28 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |