U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 DOSSIER ZAÏRE

 INTRODUCTIE

 ACTUEEL

 NIEUWSOVERZICHT

 MOBUTU

 TIJDBALK

 GESCHIEDENIS & ACHTERGRONDEN

 KAARTEN

 FOTO'S

 LINKS

Nieuwsoverzicht

oktober 1996 | november 1996 | december 1996 | januari 1997 | februari 1997 | maart 1997 | april 1997 | actueel


Oorlogsgeweld in Oost-Zaïre treft brouwerij Heineken

AMSTERDAM, 31 OKT. Als gevolg van het oorlogsgeweld in Oost-Zaïre is de Heineken-brouwerij in de stad Bukavu stil komen te liggen. Een deel van de driehonderd werknemers, vooral Tutsi's, is geëvacueerd naar het noordelijker Goma. Met de achtergebleven werknemers heeft de bierbrouwer sinds dinsdag geen contact meer gehad. ,,Wij maken ons grote zorgen. Op dit moment kunnen we niets doen'', aldus een woordvoerder van Heineken gisteren. Ook een depot van de Heineken-dochter Bralima in Uvera, dichtbij Bukavu, is geheel ontruimd.

In het oosten van Zaïre zijn hevige gevechten uitgebroken tussen het regeringsleger en zogenoemde Banyamulenge-Tutsi's, waarbij het Rwandese regeringsleger betrokken is. Heineken heeft tevens in Burundi en Rwanda grote moeite om op de been te blijven. De grote brouwerij in de Burundese hoofdstad Bujumbura draait nog slechts op halve kracht. Een tweede, kleinere brouwerij in Gitaga ligt zo goed als stil. In Rwanda is een depot bij Cyangugu, dichtbij de grens met Zaïre, volledig ontruimd als gevolg van de gevechten. In Burundi kampt Heineken niet alleen met de gevolgen van het oorlogsgeweld, maar ook met de effecten van de boycot die de buurlanden hebben afgekondigd. De moutvoorraden van de Brarudi-brouwerij in Bujumbura zijn toereikend voor een produktie van hooguit vijf weken op halve kracht. De brouwerij kan nog eerder stilvallen, indien de onderneming geen stookolie meer krijgt. De verkoop van Amstel-bier in Burundi kwam al eerder stil te liggen door het ontbreken van etiketten. Het tweede merk Primus wordt alleen in Bujumbura verkocht, omdat de distributie buiten de hoofdstad is stilgelegd na de moord op vier chauffeurs vorige maand. Een tekort aan flessen dreigt Primus echter op te breken. ,,De situatie wordt steeds nijpender. Het gaat als een nachtkaars uit'', voorziet de Heineken-woordvoerder. Bij de Heineken-dochter in Burundi werken 1350 mensen. Heineken heeft historisch gezien sterke wortels in Afrika. De Nederlandse bierbrouwer kwam eerder dit jaar in opspraak toen bleek dat de Burundese Tutsi-soldaten voor hun loon grotendeels afhankelijk waren van de accijnzen die Heineken betaalt.(ANP)

Dwergstaatje Rwanda daagt reus Zaïre uit

Door onze correspondent KOERT LINDIJER

KIGALI, 31 OKT. De dreigende taal van Rwanda's 'sterke man' Paul Kagame gisteren tegen Zaïre, dat zijn land een oorlog met Zaïre niet uit de weg zal gaan, is geen bluf. Westerse diplomaten en militaire experts in de hoofdstad Kigali achten de strijdkrachten van het 'dwergstaatje' Rwanda in staat het leger van de gigant Zaïre te verslaan.

,,Als de Rwandese troepen de luchthavens van Bukavu en Goma bij een bliksemactie bezetten, kunnen de Zaïrese troepen geen versterkingen meer aanvoeren en zijn ze verloren'', voorspelt een diplomaat. Wegen van de Zaïrese hoofdstad Kinshasa naar het oosten bestaan niet. Drinken en plunderen blijkt de beste kwaliteit van de onder- of niet betaalde Zaïrese soldaten. Bij vorige conflicten in opstandige provincies legden de Zaïrese militairen altijd het loodje. Alleen door ingrijpen van buitenlandse troepen - zoals in de jaren zestig onder auspiciën van de Verenigde Naties en in de jaren zeventig en tachtig door Frankrijk en België - konden de Zaïrese strijdkrachten weer de overhand krijgen. Het Rwandese regeringsleger daarentegen gedraagt zich professioneel en gedisciplineerd. Noch Rwanda noch Zaïre beschikt over een noemenswaardige luchtmacht. Wapens stroomden de regio ruimschoots binnen in de afgelopen twee jaar. Zoals een naar Rwanda gevluchte Zaïrees zegt: ,,In Oost-Zaïre koop je kogels per kilo op de markt, tussen de kraampjes met groentes.'' De Hutu-milities en voormalige Rwandese regeringssoldaten namen bovendien bij hun vlucht in 1994 grote wapenarsenalen mee. Het conflict in Oost-Zaïre begon met de komst twee jaar geleden van de ruim één miljoen Rwandese Hutu-vluchtelingen, onder wie zich tienduizenden daders van de genocide in 1994 bevinden. ,,De vluchtelingenkampen werden militaire kazernes'', drukte Kagame het gisteren uit. Rwanda heeft de afgelopen maanden herhaaldelijk gedreigd zich het recht voor te behouden invallen in Zaïre te doen als reactie op gewapende aanvallen die vanuit de vluchtelingenkampen op West-Rwanda worden uitgevoerd. ,,Als ik in mijn gezicht word geslagen, dan denk ik eerst goed na, maar daarna zal ik terugslaan. Zaïre heeft een heel domme fout begaan'', zei de Rwandese vice-president en minister van Defensie Kagame gisterochtend in Kigali. ,,Moordenaars zouden niet de vrijheid mogen genieten die ze nu hebben. Als niemand anders helpt deze problemen op te lossen, zal ik dat alleen moeten doen.'' Kagame uitte gisteren zijn ergernis over de nadruk die de internationale media legt op het lot van de Hutu-vluchtelingen. ,,In 1994 gaf de wereldpers alle aandacht aan één miljoen vluchtelingen in Zaïre. Maar enkele weken ervoor waren één miljoen mensen afgeslacht in Rwanda.'' Extremisten onder de vluchtelingen exporteerden de ideologie van de genocide naar Zaïre. Zij voerden eerst een genocide uit in Rwanda, begin dit jaar opnieuw in Noord-Kivu. En nu willen ze hetzelfde doen met de Banyamulenge in Zuid-Kivu. Om vervolgens naar Rwanda terug te keren om hun onvolbrachte genocide af te maken. Kagame herhaalde dat de vluchtelingen ieder moment mogen terugkeren naar Rwanda. ,,Enkele maanden geleden kwamen tienduizenden Hutu-vluchtelingen terug uit Burundi en wij hebben er alles aan gedaan om ze goed op te vangen'', aldus de vice-president. Hulpverleners en diplomaten beamen dit. Eén procent van de teruggekeerde Hutu's uit Burundi werd gearresteerd op beschuldiging van deelname aan de genocide in 1994. Diplomaten in Kigali hopen dat de huidige crisis als positief effect zal hebben dat de vluchtelingen naar Rwanda terugkeren. ,,Westerse donoren geven iedere dag één miljoen dollar uit voor de vluchtelingen, waardoor ze blijven waar niemand ze wil hebben'', zegt een diplomaat. ,,De huidige tragedie kan de vluchtelingen uit hun slaap wekken, zodat ze nu wel moeten terugkeren.'' Achter de schermen wordt er druk gezocht naar een diplomatieke oplossing van het conflict, maar in Kigali acht men de kans daarop klein. Wie moet er met wie praten over wat? Niemand blijkt bijvoorbeeld te weten door wie de Banyamulenge-guerrillastrijders worden aangevoerd. Kennelijk hebben zich inmiddels ook andere opstandige Zaïrese groepen bij hen gevoegd en volgens sommige berichten eveneens gedeserteerde Zaïrese regeringssoldaten. Rond de Banyamulenge lijkt zich een losse alliantie te vormen van Zaïrese rebellengroepen. Eén van de groepen opstandelingen die zich zou hebben aangesloten, is al actief vanaf de jaren zestig in het gebied ten zuiden van de stad Uvira. Deze groep wordt geleid door Laurent Désiré Kabela die in 1964 de wapens opnam en sindsdien vecht voor de omverwerping van het regime van president Mobutu.

Felle strijd om vliegveld van Goma; Rebellen rukken op in Oost-Zaïre

GOMA, 31 OKT. Guerrillastrijders van de Banyamulenge (Tutsi's die al 200 jaar in Zaïre wonen) hebben vanmorgen de luchthaven van de OostZaïrese stad Goma aangevallen. Gisteren hadden ze de stad Bukavu veroverd. Zij zouden zijn geholpen door Rwandese troepen. Het was rond het middaguur onduidelijk of de Zaïrese regeringstroepen de controle over het vliegveld van Goma hadden moeten opgeven, zoals eerder door woordvoerders van de VN was gemeld. Goma is het centrum van de vluchtelingenhulp in Oost-Zaïre. De Banyamulenge hadden de luchthaven van Goma als doelwit gekozen, omdat het Zaïrese leger en hulporganisaties deze gebruikten voor de aanvoer van personeel en voorraden.

De gevechten om Goma begonnen rond half drie vannacht (plaatselijke tijd) en hadden plaats in de stad zelf en in de buurt van de naburige Rwandese grensplaats Gisenyi. Tutsi-rebellen en Zaïrese troepen bestookten elkaar met mortiergranaten en machinegeweren. Duizenden bewoners vluchten in de richting van de grens. Naar schatting 135.000 mensen, van wie 115.000 Rwandese Hutu-vluchtelingen en 20.000 Zaïrese burgers, zijn vannacht gevlucht voor gevechten in de buurt van het opvangkamp Kahindo, 60 kilometer ten noorden van Goma. Zij zouden op weg zijn naar het opvangkamp Mugunga bij Goma. Bij Bukavu, in de Zaïrese provincie Zuid-Kivu, zijn hulpverleners van de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties UNHCR vanmorgen in een hinderlaag gelopen toen zij de stad probeerden te verlaten. Bij de strijd gisteren om Bukavu kwam de rooms-katholieke aartsbisschop Christophe Munzihirwa Mwene Ngabo om het leven. Inwoners maakten via de radio melding van plunderingen en de aanwezigheid van Rwandese soldaten. De Rwandese vice-president en minister van Defensie, Paul Kagame, heeft gisteren toegegeven dat de Banyamulenge zijn getraind in Rwanda. Het gaat om 6.000 rebellen, die geboren waren in Zaïre en na hun militaire opleiding in Rwanda weer terugkeerden naar hun land. Een bevelhebber van het Rwandese leger gaf gisteren eveneens toe dat hij dinsdag troepen had gestuurd naar Zaïre om wraak te nemen op beschietingen vanuit Zaïre. Na de aanval waren ze volgens hem weer in Rwanda teruggekeerd. België heeft zich bereid verklaard als gastland te fungeren voor een conferentie met de regeringen van Zaïre en Rwanda over de crisis in Oost-Zaïre. Dat heeft de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Eric Derycke, gisteren aangekondigd in de senaatscommissie voor buitenlandse zaken. Eerder had de Franse president Chirac er bij leiders van Afrikaanse staten op aangedrongen een conferentie te houden over de snel verslechterende toestand in het Zaïrees-Rwandese grensgebied. (AFP, Reuter)

Tragedie in Afrika

30 OKT. OPNIEUW VOLTREKT ZICH een humanitaire ramp in Midden-Afrika. Twee jaar geleden vonden bij slachtpartijen in Rwanda door Hutu-extremisten onder Tutsi's en gematigde Hutu's ten minste een half miljoen mensen de dood. Nu zijn in Rwanda's buurland Zaïre honderdduizenden mensen, gevluchte Hutu's uit Rwanda en Burundi maar ook Zaïrezen zelf, op de vlucht geslagen voor de escalerende gevechten tussen Zaïrese Tutsi-rebellen (door Rwanda gesteund) en het regeringsleger van Zaïre.

De commissaris van de Europese Unie voor humanitaire zaken, Emma Bonino, waarschuwde gisteren dat het dodental van dit drama misschien nog hoger zal komen te liggen dan dat in 1994. In Genève heeft inmiddels een spoedvergadering plaatsgehad over het verlenen van humanitaire hulp aan de vluchtelingen. De crisis in Oost-Zaïre komt op een moment dat de wereld de gebeurtenissen in Rwanda en Burundi nauwelijks heeft verwerkt. Nog steeds verschijnen publikaties die op schrijnende wijze documenteren hoezeer de internationale gemeenschap in Rwanda is tekortgeschoten. Informatie uit Rwanda dat Hutu-extremisten moordpartijen beraamden onder hun tegenstanders, werd door het hoofdkwartier van de Verenigde Naties terzijde geschoven. De volkerenorganisatie weigerde om in de eerste dagen van de crisis, toen de moordmachine door snel en effectief ingrijpen wellicht nog gestopt had kunnen worden, haar militaire aanwezigheid in Rwanda te vergroten. Ze trok - tot woede van de meeste Afrikaanse landen - een groot deel van haar contingent terug. Gedurende de gehele Rwandese crisis was er steeds sprake van paniekingrepen. De internationale gemeenschap was niet in staat tot een coherent beleid en reageerde steeds op de laatste van de gebeurtenissen ter plekke. Ook bij het nieuwe drama in Oost-Zaïre is weer sprake van een paniekreactie. Op zijn minst een half jaar geleden was het al duidelijk wat er op komst was. Rwandese Hutu-extremisten in de Zaïrese kampen voerden toen hun aanvallen op doelen in Rwanda op en zetten Zaïrese Hutu's er toe aan een klopjacht op Tutsi's te beginnen. Binnen Rwanda drongen extremistische Tutsi's er toen al op aan de stamgenoten in Zaïre te hulp te schieten en de Rwandese Hutu's verder Zaïre in te jagen zodat ze geen bedreiging meer voor Rwanda zouden vormen. Kordaat optreden van de internationale gemeenschap zou de crisis in de kiem hebben gesmoord. Men kan daarbij denken aan zware druk op de Zairese autoriteiten om de extremisten in de kampen te ontwapenen, grotere aandrang op de vluchtelingen om naar Rwanda terug te keren en een beroep op de Tutsi-regering in Kigali om niet voor gewelddadige oplossingen te kiezen. CONFLICTEN IN AFRIKA zijn vaak al in een vroegtijdig stadium waar te nemen aan de hand van objectieve indicatoren: snelle bevolkingsgroei, druk op het grondgebruik, ineenstorting van de economie en toenemende etnische tegenstellingen. In het geval van Zaïre komt daar nog het politieke en bestuurlijke machtsvacuüm bij, waardoor dit land zelf aan een burgeroorlog ten prooi dreigt te vallen. Al deze aanwijzingen waren aanwezig in Oost-Zaïre (en in Rwanda), zelfs voordat de honderdduizenden Rwandese Hutu's in 1994 de grens met Zaïre overstaken. Vroegtijdige actie van de internationale gemeenschap had zowel in Rwanda als in Zaïre veel menselijk leed kunnen voorkomen. Humanitaire hulp is een laatste redmiddel, niet een beginpunt.

Rwanda dreigt met wraak tegen Zaïre

Door onze correspondent KOERT LINDIJER KIGALI, 30 OKT. Rwanda heeft Zaïre vanmorgen met gewapende acties bedreigd na de beschietingen aan de grens bij de Rwandese stad Cyangugu gistermiddag. Minister Pronk (Ontwikkelingssamenwerking) verwacht dat zaterdag in Arusha een vergadering wordt gehouden van Zaïre, Rwanda en hun buurlanden.

,,Als ik in mijn gezicht word geslagen, dan denk ik eerst goed na, maar daarna zal ik terugslaan. Zaïre heeft een heel domme fout begaan'', zei de Rwandese vice-president en minister van Defensie, Paul Kagame, vanochtend in Kigali. Volgens Kagame zijn het Zaïrese leger, de Hutu-milities en het voormalige Rwandese regeringsleger opgegaan in één moordend leger in Zaïre. ,,Moordenaars zouden niet de vrijheid mogen genieten die ze nu hebben. Als niemand anders helpt deze problemen op te lossen,zal ik dat alleen moeten doen'', aldus Kagame. Kagame ontkende opnieuw dat Rwandese troepen in Zaïre vechten. Maar hij toonde grote sympathie voor de zaak van de Banyamulenge. ,,De Banyamulenge hebben steun nodig van jullie journalisten, van ons allen. Er wordt een poging gedaan de Banyamulenge uit te roeien, zoals in 1994 in Rwanda één miljoen mensen werden vermoord. Gewapend verzet tegen mensen die anderen proberen uit te moorden, is gerechtvaardigd.'' Kagame erkende dat Banyamulenge uit zijn eigen leger zich mogelijk hebben aangesloten bij de rebellen in Zaïre. ,,Ik zou me welwillend opstellen als een soldaat naar me toekomt en zegt dat hij uit het Rwandese leger wil stappen om te gaan vechten met de rebellen in Zaïre. Uiteindelijk ben ik zelf ook een bevrijdingsstrijder. Maar het Rwandese regeringsleger is niet betrokken bij de gevechten in Zaïre. Het is Zaïre dat ons steeds meer bij de oorlog betrekt.'' Kagame ontkende dat er een Tutsi-samenzwering achter de gevechten zit met als doel een groter Tutsi-rijk te stichten in het gebied van de Grote Meren. Wel zal Rwanda op alle mogelijke manieren tegengaan dat Zaïrese Tutsi's als de Banyamulenge naar Rwanda worden uitgewezen. ,,We zullen niet toestaan dat Zaïre zijn bevolking naar Rwanda zal exporteren'', aldus Kagame. De Verenigde Naties hebben vandaag een speciale bemiddelaar aangesteld die het contact tussen Rwanda en Zaïre zou moeten herstellen. De keuze is gevallen op Raymond A.J. Chrétien, de Canadese ambassadeur in de Verenigde Staten en een neef van de Canadese premier. Onze Haagse redactie voegt hier aan toe: Minister Pronk (Ontwikkelingssamenwerking) verwacht dat er zaterdag in Arusha een vergadering wordt gehouden van Zaïre, Rwanda en hun buurlanden. Bovendien is de Organisatie van Afrikaanse Eenheid bezig de strijdende partijen bij elkaar te krijgen. Op drie niveaus - humanitair, politiek binnen Zaïre en politiek binnen de regio - moeten deze week de nodige activiteiten worden ontwikkeld, vindt Pronk. Gisteren is volgens de minister de Nederlandse ambassadeur in Kigali bij de Rwandese regering geweest om haar duidelijk te maken dat ,,ze het niet kunnen maken om te zeggen dat het louter een interne aangelegenheid is in Zaïre. Men is er natuurlijk bij betrokken.'' Vluchtelingen moeten, als zij terugkeren, aldus Pronk, beschermd worden door militairen en politie. Dat zouden Afrikanen moeten zijn die door het Westen worden betaald. Hij is voorstander van het Amerikaanse plan om tot de oprichting van een Afrikaanse crisismacht te komen. Pronk is somber over de situatie in Zaïre: ,,Dit is eigenlijk de kroniek van de aangekondigde dood van een natie. Er zijn talloze suggesties gedaan, men heeft het allemaal op zijn beloop gelaten. Het was bijna onafwendbaar, tenzij wij een jaar of twee geleden, toe de strijd in Rwanda losbarstte, echt effectieve maatregelen hadden genomen.

'Situatie Zaïre niet hopeloos'

Door een onzer redacteuren

OEGSTGEEST, 29 OKT. De vooraanstaande aartsbisschop Monsengwo van Kisangani, in het noordoosten van Zaïre, vindt dat het buitenland de ernst van het conflict in Oost-Zaïre overschat. Hij zegt ,,bezorgd'' te zijn over de situatie in het gebied, maar ,,niet pessimistisch''.

Monsengwo bracht gisteren een bezoek aan het hoofdkwartier van de rooms-katholieke organisatie Bilance (voorheen Vastenaktie/Cebemo) in Oegstgeest, voor overleg over hulpprogramma's van deze overkoepelende organisatie. De aartsbisschop was vijf jaar, van 1990 tot 1995, voorzitter van de Nationale Raad (HCR) van Zaïre, een raad van vooraanstaande burgers die fungeert als een soort grondwetgevend overgangsparlement. Monsengwo moest dit voorzitterschap opgeven toen een belangrijke politieke stroming in de raad, de Union Sacrée de l'Opposition Radicale (USORAS), hem vorig jaar wegstemde. De aartsbischop is echter nog steeds zeer populair onder de Zaïrese bevolking. Hij sprak gisteren op persoonlijke titel, los van zijn taken binnen de kerk en zijn voormalige politieke functie. Zaïre verkeert in een crisissituatie. Een half miljoen Rwandese en Burundese Hutu-vluchtelingen en Zaïrese burgers in de oostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu zijn op de vlucht geslagen voor het geweld tussen guerrillastrijders van de Banyamulenge (Tutsi's die al meer dan 200 jaar in Zaïre wonen) en het Zaïrese leger. De Zaïrese regering beschuldigt Rwanda ervan de Banyamulenge bij hun aanvallen op vluchtelingenkampen in Oost-Zaïre te steunen. Aartsbisschop Mongsengwo verwacht geen burgeroorlog in Oost-Zaïre. ,,Vergeet niet dat het conflict zich afspeelt in slechts één van de elf provincies van Zaïre, en dan nog ,,niet eens in de belangrijkste'', relativeert hij. De oplossing voor het probleem ligt volgens hem voor de hand. ,,De Hutu-vluchtelingen moeten terug naar Rwanda en Burundi'', stelt hij. ,,De internationale gemeenschap moet daarbij een rol spelen, omdat dit een conflict betreft dat de grenzen van Zaïre overschrijdt.'' Een ander probleem waarmee Zaïre kampt, is dat president Mobutu al geruime tijd in Zwitserland wordt behandeld voor prostaatkanker. Waarnemers vrezen dat Zaïre uiteen zal vallen als Mobutu sterft. Aartsbisschop Mongsengwo is het daar niet mee eens. De president heeft volgens hem veel minder macht dan in het buitenland wordt gedacht. ,,Mobutu heeft slechts een symbolische rol in de politiek, de regering bestuurt het land in werkelijkheid'', verklaart hij. ,,De bevolking trekt zijn eigen plan, met of zonder Mobutu. Er zal een democratische regering komen.''

Oost-Zaïre onder militair bestuur

KINSHASA, 29 OKT. De Zaïrese regering heeft vandaag de oostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu onder militair bestuur geplaatst. Hulporganisaties wanhopen over de gezondheidstoestand van de honderdduizenden vluchtelingen in het door gevechten geteisterde gebied.

De Europese ministers van Buitenlandse Zaken hebben gisteren opgeroepen tot een staakt-het-vuren in Oost-Zaïre. De Zaïrese televisie verspreidde vannacht een communiqué waaruit blijkt dat het burgerbestuur in Oost-Zaïre is vervangen door militaire gouverneurs. Het gebied is het toneel van gevechten en volksverhuizingen als gevolg van conflicten over de aanwezigheid van honderdduizenden Rwandese en Burundese Hutu's op Zaïrees grondgebied. Guerrillastrijders van de Banyamulenge (Tutsi's die al generaties lang in Zaïre wonen) voeren aanvallen uit op steden en vluchtelingenkampen. Zo'n 25.000 soldaten van het Zaïrese leger en leden van de presidentiële garde zijn in het strijdgebied samengetrokken. De sterkte van de Banyamulenge, volgens onbevestigde berichten gesteund door ruim 3.000 Rwandese en Burundese Tutsi-soldaten, wordt op 500 tot 2.000 manschappen geschat. Bij gevechten in Uvira (Zuid-Kivu), dat eind vorige week door de Tutsi-rebellen werd ingenomen, zijn honderden mensen gedood. De Banyamulenge zou ook Bukavu, de hoofdstad van Zuid-Kivu, verder omsingelen. De humanitaire toestand is volgens de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) ,,wanhopig''. Hulpverleners hebben geen contact meer met de 600.000 vluchtelingen in kampen bij Goma. Zonder drinkwater, voedsel en medische verzorging dreigen epidemische ziekten uit te breken. De VN zeiden naar schatting 580.000 Hutu-vluchtelingen in het oosten van Zaïre gedurende tien tot twintig dagen van levensmiddelen te kunnen voorzien. Gisteren begonnen de VN met het uitdelen van voedsel, om zo de vluchtelingen in de opvangkampen te houden. De Europese ministers van Buitenlandse Zaken hebben de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) verzocht zich in te spannen voor beëindiging van het conflict. België wil financiële en materiële hulp geven. Volgens minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) staat Nederland positief tegenover het plan, maar voelen andere Europese landen, waaronder Frankrijk, er niet voor. De ministers hebben op voorstel van België besloten volgend jaar verkiezingen in Zaïre financieel te steunen. Gevreesd wordt dat Zaïre zonder democratisering uiteenvalt na de dood van Mobutu, die ernstig ziek in Zwitserland verblijft. (AFP, AP, Reuter)

Massale vlucht uit Uvira; Noodtoestand van kracht in Oost-Zaïre

KINSHASA/ROME, 26 OKT. De Zaïrese regering heeft de noodtoestand uitgeroepen in de provincies Noord- en Zuid-Kivu in Oost-Zaïre. Een woordvoerder van de autoriteiten in Kinshasa maakte dit gisteren op televisie bekend. Volgens bronnen bij hulporganisaties hebben gisteren tienduizenden mensen in paniek de stad Uvira, die door Banyamulenge-guerrilastrijders wordt belegerd, verlaten. Volgens de Banyamulenge, die in Oost-Zaïre in een hevige strijd gewikkeld zijn met het Zaïrese leger, is Uvira inmiddels in hun handen gevallen.

De Hoge Commissaris voor vluchtelingen, Sadako Ogato, verklaarde afgelopen nacht in New York dat Uvira ,,vrijwel'' is ingenomen. Ze zei dat thans zo'n 220.000 vluchtelingen de VN-kampen in de buurt hebben verlaten en op zoek zijn naar een veilig heenkomen. Bij Uvira, dat in Zuid-Kivu aan het Tanganyika-meer ligt, laaide vorig weekeinde de strijd tussen de Banyamulenge (Tutsi's die al enige eeuwen in Zaïre wonen) en het Zaïrese regeringsleger op. Volgens internationale hulpwerkers in het gebied staat het vast dat de Banyamulenge het vliegveld van Uvira hebben veroverd. De Zaïrese soldaten die de stad verdedigden, zouden inmiddels - na Uvira geplunderd te hebben - op de vlucht zijn geslagen. Donderdagavond meldde een radioamateur in Uvira al dat hij zijn uitzendingen moest beëindigen omdat de Banyamulenge zijn wijk aanvielen. Een woordvoerder van de Banyamulenge zei gisteren in de hoofdstad van Rwanda, Kigali, dat het doel van hun strijd is om de Zaïrese president, Mobutu Sese Seko, te verjagen. Mobutu, bij wie prostaatkanker is geconstateerd, verblijft sinds half augustus in de Zwitserse stad Lausanne voor medische behandeling. Volgens bronnen in Zwitserland is de Zaïrese premier, Kenga wa Dondo, donderdagavond vanuit Brussel naar Lausanne gekomen om te overleggen met Mobutu over de situatie in Oost-Zaïre. Bukavu, de hoofdstad van de provincie Zuid-Kivu, wordt inmiddels nog steeds door de Banyamulenge belegerd. Op de persconferentie in Kigali, de hoofdstad van Rwanda, zei een woordvoerder van de Tutsi-guerrillastrijders dat de Banyamulenge Bukavu ,,snel'' willen innemen en vervolgens ,,een verbinding willen maken'' tussen hun troepen in Noord- en Zuid-Kivu. Het Wereld Voedsel Programma (WFP) van de VN gaat dit weekeinde per luchtbrug voedsel naar Bukavu en Goma (eveneens in Oost-Zaïre, bij de grens met Rwanda) over te brengen. Een woordvoerder van het WFP heeft dit gisteren in Rome bekendgemaakt. Volgens de woordvoerder is het door het oplaaien van de strijd in Oost-Zaïre niet meer mogelijk om voedsel over de weg naar Bukavu en Goma te vervoeren. Ten minste 75 vrachtauto's van het WFP zouden vast staan bij de grens tussen Zaïre en Oeganda. In Bukavu is er, aldus bronnen in de stad, nog maar voor vijf of zes dagen voedsel. Volgens onbevestigde berichten heeft het Zaïrese leger een aantal elite-eenheden naar het gebied overgebracht. De militairen van deze speciale eenheden zijn goed getraind en krijgen - in tegenstelling tot gewone soldaten - een goede wedde en zijn daardoor eerder bereid om te vechten dan soldaten van gewone eenheden. (AP, AFP, Reuter)

Kampen dicht, de vluchtelingen weg Door onze correspondent KOERT LINDIJER

NAIROBI, 28 OKT. Het doel van het steeds toenemende geweld in Oost-Zaïre wordt met het uur duidelijker: de ontruiming van alle kampen met Rwandese Hutu-vluchtelingen bij de grens. De vluchtelingen moeten terugkeren naar Rwanda of zij dienen zich verder landinwaarts in Zaïre te vestigen, waar zij geen bedreiging vormen voor Rwanda.

De Zaïrese Tutsi-rebellen, die het leeuwendeel van de huidige gewapende operaties uitvoeren, willen bovendien hun bij eerdere etnische zuiveringen gestolen land en bezittingen terug. Daarom vallen zij behalve vluchtelingenkampen ook Zaïrese dorpjes aan. Het kamp Kibumba, dat in de nacht van vrijdag op zaterdag werd beschoten, ligt op 300 meter van de Rwandese grens. Tegen internationale conventies in en met medewerking van hulporganisaties verblijven sinds twee jaar ruim één miljoen Rwandese Hutu-vluchtelingen in het grensgebied. Volgens internationale regels zouden zij enkele tientallen kilometers landinwaarts moeten zijn gevestigd. Twintigduizend Rwandese ex-regeringssoldaten en een geschatte tienduizend radicale Interahamwe-militieleden leven onder de vluchtelingen en gebruiken de kampen nu als uitvalsbases voor acties in Rwanda. In West-Rwanda kwam de afgelopen maanden een nieuwe cyclus van geweld op gang. Sinds mei voeren Rwandese Hutu-strijders aanvallen uit op Tutsi-overlevenden en -getuigen van de genocide in 1994. Deze Tutsi's in West-Rwanda leven als heel kleine minderheid onder de Hutu's. De plaatselijke Hutu-bevolking verleent de binnendringers steun, vrijwillig of onder dwang. Het door Tutsi's gedomineerde Rwandese regeringsleger opereert in West-Rwanda in een vijandige omgeving en kan geen passend antwoord vinden op deze militaire strategie. Het reageert na de guerrilla-aanvallen op soft targets met moorden op Hutu-burgers die het verdenkt van sympathie voor de rebellen. Een hoge VN-medewerker wees enkele maanden geleden Zaïre aan als hoofdschuldige, omdat het de Hutu-moordenaars van 1994 beschermt, hun onderdak geeft en helpt een nieuwe oorlog te beginnen: ,,De grootste bedreiging voor Rwanda komt van de vluchtelingenkampen aan de Zaïrese grens. Als daar geen oplossing voor komt, zal Rwanda in grote moeilijkheden komen.'' De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Warren Christopher, zei het tijdens een recent bezoek aan Afrika nog duidelijker: de kampen moeten dicht. Geconfronteerd met de gevaren vanuit de kampen heeft Rwanda het initiatief genomen. Het leidde de Zaïrese Tutsi's op en gaf hun wapens. Pagina 4: Rwanda coördineert acties Vervolgens liet het de Banyamulenge in de provincie Zuid-Kivu en de Banyarwanda-Tutsi's in Noord-Kivu tegelijkertijd de aanval openen. De acties worden gecoördineerd door Rwanda en er zijn steeds meer aanwijzingen dat ook Rwandese troepen zich in de strijd mengen. De Banyarwanda-Tutsi's werden vorig jaar in Noord-Kivu verdreven door gewapende Hutu-vluchtelingen uit de kampen. Zij nemen nu wraak door de kampen aan te vallen. Zij hebben een gemeenschappelijk doel met de Banyamulenge in Zuid-Kivu: ze eisen hun gestolen land en bezittingen terug, alsmede de Zaïrese nationaliteit. De Zaïrese Tutsi's leven soms al enkele generaties in het land. De Banyamulenge begonnen zich sinds 1797 te vestigen in het gebied rond Uvira en de Banyarwanda-Tutsi's sinds 1911. Ze zijn doorgaans ondernemend en meer succesvol dan de oorspronkelijke bevolking. Evenals in Rwanda en Burundi roepen de Tutsi's haat en nijd over zich af. Net als tijdens de genocide in 1994 in Rwanda proberen de plaatselijke machthebbers die gevoelens aan te wakkeren. Het radiostation van de Zaïrese stad Bukavu zond gisteren iedere 15 minuten de volgende boodschap uit van de gouverneur: ,,Wees alert! De Tutsi-moordenaars komen eraan. We moeten hen uitroeien!'' In het belegerde Bukavu lopen opgehitste jongeren rond met knuppels waarop spijkers zijn aangebracht. Dit wapen werd wijdverspreid gebruikt tijdens de genocide in Rwanda. Op sympathie van de oorspronkelijke Zaïrese bevolking hoeven de Tutsi-rebellen dus niet te rekenen. Bij etnische zuiveringen, waartoe werd aangemoedigd door Zaïrese politieke en militaire leiders in de Oost-Zaïrese steden in de afgelopen weken, werden systematisch Tutsi's het doelwit. Bewoners van Goma grepen Tutsi-vrouwen en schoren hen in het openbaar kaal. Er bestaat een kans op een genocide tegen de Tutsi's in Oost-Zaïre. Om dit te voorkomen proberen de rebellen zo snel mogelijk een zo groot mogelijk gebied te veroveren. De Zaïrese Tutsi-rebellen blijken goed geoefend en bewapend. Militaire experts verbazen zich erover hoe de Banyamulenge-rebellen in korte tijd niet alleen de laagvlakten van Rusizi hebben ingenomen maar tegelijkertijd de hoge bergen beklommen en het plateau veroverden. Hun tegenstanders zijn zwak. Het Zaïrese leger opereert chaotisch. Alleen een massale inzet van de speciale presidentiële troepen van Mobutu kan mogelijk nog een omslag teweeg brengen na de serie nederlagen. De één miljoen Rwandese vluchtelingen hebben geen neutrale rol gespeeld bij de conflicten in Oost-Zaïre. Duizenden militieleden en regeringssoldaten onder hen namen vorig jaar deel aan de etnische zuiveringen tegen Zaïrese Tutsi's en het is heel wel mogelijk dat zij nu ook meevechten aan de zijde van het Zaïrese leger. Rwanda heeft altijd met de mond beleden de vluchtelingen bij terugkeer te zullen verwelkomen. Er bestaat twijfel of dit gemeend is. Rwanda is al overbevolkt en er kunnen bij terugkeer conflicten ontstaan over eigendomsrechten op akkers die nu door anderen zijn ingenomen. Van systematische wraakacties tegen vluchtelingen blijkt echter geen sprake. Twee maanden geleden gooide Burundi tachtigduizend Rwandese Hutu's het land uit. Het merendeel werd zonder al te veel problemen opgenomen in de dorpsgemeenschappen.

Hulporganisaties trekken zich terug; Vluchtelingenstroom uit Oost-Zaïre groeit

BUKAVU/ GOMA, 28 OKT. De vluchtelingenstroom als gevolg van de etnische strijd in Oost-Zaïre is het afgelopen weekeinde aangezwollen tot meer dan een half miljoen mensen. Veel internationale hulporganisaties, onder andere van de VN, trekken zich uit het gebied terug. Eerdere plannen om via een luchtbrug voedsel naar de regio te brengen, werden afgelopen weekeinde afgeblazen uit veiligheidsoverwegingen.

In België is discussie ontstaan over de vraag of militair gentervenieerd moet worden in de voormalige kolonie Zaïre. De nieuwe vluchtelingenstroom kwam afgelopen zaterdag op gang na gewelddadige aanvallen van Banyamulenge-strijders (Tutsi's die al generaties lang in Zaïre wonen) op een opvangkamp in Kibumba, ten noordwesten van het Kivu-meer, en een soortgelijk kamp in Katalé. Die leidden tot een massale uittocht van Rwandese en Burundese Hutu-vluchtelingen en Zaïrese burgers. Volgens het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) kwamen bij de aanval op Kibumba vier vluchtelingen om het leven en raakten honderd anderen gewond. Bij de aanval op Katalé, 56 kilometer ten noorden van Goma, werd een Zaïrese soldaat gedood en vielen drie gewonden. Medewerkers van hulporganisaties en VN-diplomaten stellen Rwanda verantwoordelijk voor de aanval op het vluchtelingenkamp in Kibumba. De aanval, die plaatshad in de nacht van vrijdag op zaterdag, duurde negen uur en volgens een medewerker van een hulporganisatie zouden de Banyamulenge-strijders daarbij geholpen zijn door leden van het zevende Rwandese bataljon, dat zijn basis heeft in Kigali. De Rwandese autoriteiten ontkennen echter elke betrokkenheid bij de strijd in Oost-Zaïre. De Rwandese regering verklaarde vanochtend geen heil te zien in een regionale vredesconferentie om het conflict in Oost-Zaïre op te lossen, omdat Rwanda ,,geenszins betrokken is'' bij deze crisis. Het voorstel voor zo'n conferentie werd eind vorige week gedaan door de Verenigde Staten en kreeg vervolgens de steun van secretaris-generaal Boutros-Ghali van de Verenigde Naties. Behalve Zaïre en Rwanda zou ook Burundi daaraan deel moeten nemen. Gisteren werd melding gemaakt over een aanval op een derde, kleiner kamp, het zuidelijker gelegen vluchtelingenoord Panzi, in de buurt van Bukavu. Bukavu wordt nog steeds belegerd door milities van de Banyamulenge. De aanvallen op de vluchtelingenkampen zorgden voor hevige paniek onder de naar schatting 210.000 Rwandese en Burundese Hutu-vluchtelingen die daarin leefden. Zondag waren de kampen geheel verlaten. Alle bewoners waren gevlucht in de richting van Goma of terug naar Rwanda. Pagina 4: Discussie in België over interventie Volgens Paul Stromberg, de woordvoerder van de UNHCR in Kigali (Rwanda), kwamen gisteren 703 Rwandese vluchtelingen uit Kibumba aan in de Rwandese grensplaats Mutura, ten noorden van Gisenyi. Tegelijkertijd arriveerden daar 2.500 tot 3.000 Zaïrese burgers, die eveneens op de vlucht waren geslagen na de aanval op Kibumbi. Volgens de woordvoerder kwamen vanochtend naar schatting 110.000 vluchtelingen uit Kibumba aan in het Kamp Mugunga, dat eveneens is gesitueerd nabij Goma, maar verder ligt verwijderd van de grens met Rwanda. Hij zei dat ongeveer 20.000 Zaïrezen hun huizen hebben verlaten uit angst voor de gevechten ten noorden van Goma en worden opgevangen in Kanyaruchina en Mugunga. Minder dan honderd Rwandese vluchtelingen afkomstig uit de regio Bukavu kwamen zondag aan in het zuidwesten van Rwanda. De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN, Sadako Ogata, heeft de autoriteiten in Oost-Zaïre verzocht ,,humanitaire corridors'' te openen om alle vluchtelingen de kans te geven terug te keren naar Rwanda en Burundi. De VN zullen vandaag voedselrantsoenen voor 10 tot 20 dagen uitdelen aan het half miljoen vluchtelingen in Oost-Zaïre, als ,,de veiligheidsomstandigheden dat toelaten'', aldus een woordvoerder. Daarna zullen ook de laatste VN-hulpverleners het gebied verlaten. De UNHCR begon afgelopen zaterdag al zijn medewerkers in Bukavu, de zwaar belegerde hoofdstad van Zuid-Kivu, te evacueren. De VN zond gisteren twee vliegtuigen naar Bukavu om 128 personeelsleden en medewerkers van andere hulporganisaties te vervoeren. Vrijdag had de UNHCR al aangekondigd het ,,niet-essentiële personeel'' onder zijn medewerkers in Goma, de hoofdstad van Noord-Kivu, te zullen terugtrekken. De situatie in Goma was zondag rustig. De Zaïrese autoriteiten heropenden zondag de luchthaven, die zij enkele uren om onbekende redenen hadden gesloten. Hulporganisaties begonnen daarna met het evacueren van hun medewerkers. Het internationale Rode Kruis heeft echter bekend gemaakt dat het aanwezig zal blijven in Bukavu en in Goma. Onze correspondent in Brussel voegt hier aan toe: In België wordt thans discussie gevoerd of militair gentervenieerd moet worden in de voormalige kolonie Zaïre. Senator Jan van Erps van de regerende Christelijke Volkspartij (CVP) zei gisteren dat België para's zou moeten sturen ter versterking van het Zaïrese leger. Maar het ministerie van Buitenlandse Zaken verklaarde dat daarvan geen sprake kan zijn en dat België bij een eventuele internationale actie alleen financieel en logistiek zal bijdragen. België kampt nog altijd met het trauma van de moord in Rwanda op tien Belgische blauwhelmen, die in 1994 door regeringssoldaten werden omgebracht.

Corrupt Zaïre valt in snel tempo in stukken uiteen

Door onze correspondent KOERT LINDIJER

NAIROBI, 25 OKT. In een arme wijk van de Zaïrese hoofdstad Kinshasa gingen bewoners enkele weken geleden juichend de straat op. Zij hadden vernomen dat bij president Mobutu Sese Seko, onder behandeling in Zwitserland, een dodelijke vorm van prostaatkanker was geconstateerd.

De jubelende sfeer heeft inmiddels plaatsgemaakt voor een diep pessimisme in Kinshasa. Het ontstane machtsvacuüm boezemt iedere Zaïrees nu angst in. Als Mobutu niet levend terugkeert, dreigt er een machtsstrijd waarbij de eenheid van het land op het spel staat. Zaïre is het meest bizarre land van Afrika. President Mobutu staat aan het hoofd van Zaïre zonder het te regeren. Ministeries functioneren niet. De politieke klasse heeft ieder krediet bij de bevolking verspeeld. Het land begint uiteen te vallen in de facto autonome regio's waar politieke en militaire leiders naar eigen goeddunken handelen. Het economische beleid ontbeert iedere logica. Zaïre heeft geen staatsapparaat, alleen de presidentiële machtsmachine functioneert. Mobutu heerst over Zaïre alsof het zijn persoonlijke bezit betreft, zoals het gebied in de vorige eeuw privé-eigendom was van koning Leopold II van België. Hij laat tonnen van de nationale munteenheid drukken, waarmee hij goud en diamanten in het land opkoopt, die hij vervolgens in het buitenland omzet in harde dollars. Een klein en wisselend groepje van vertrouwelingen mag meeprofiteren en moet als tegenprestatie de positie van de president beschermen. Waar eens een staatsapparaat was, heerst nu anarchie. 'Ieder voor zich', lijkt het motto. Zaïrezen beschrijven de chaos als volgt: een ongeschreven artikel in de grondwet stelt dat iedere Zaïrees voor zichzelf mag en moet zorgen. Corruptie is dus allang geen vies woord meer. De onbetaalde soldaat vraagt de zakenman geld in ruil voor bescherming. Geeft de handelaar dit niet, dan wordt zijn zaak geplunderd door militairen. Zaïrese ambassades geven de duurste visa ter wereld uit. De diplomaten ontvangen al jarenlang geen salaris meer. Geboortebewijzen, handelscertificaten of rijbewijzen koop je in Kinshasa op straat van vervalsers. Om je kind op school te krijgen, koop je de leraar om. De corruptie is volledig genstitutionaliseerd. Een ambtenaar verdient, als hij krijgt uitbetaald, drie gulden per maand. Bij afwezigheid van de staat verleent de katholieke kerk een landelijke postdienst. Pagina 4: Zonder 'gids' Mobutu desintegreert Zaïre Het is alsof het traditionele recept van het Internationale Monetaire Fonds naar de letter wordt uitgevoerd. Het IMF eist een forse inkrimping van het staatsapparaat; in Zaïre is het vrijwel verdwenen. Werd in 1980 tachtig procent van de kinderen ingeënt, in 1993 was dat drie procent. Middeleeuwse ziektes als cholera en de pest keren terug. Het wegennet raakte volledig geërodeerd, driekwart is onbegaanbaar geworden. In 1973 ging 95 procent van de kinderen naar school, nu nog 50 procent. Het jaarlijkse Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking is teruggevallen van 377 dollar in 1956 tot 117 dollar in 1993. De inflatie op jaarbasis bedraagt duizenden procenten. Na 1990 kwam het verval in een versnelling. Frankrijk onder Mitterrand verordonneerde de méér-partijen democratie in Afrika en Mobutu gehoorzaamde. Hij ontbond de enige toegestane partij en binnen korte tijd waren er ruim driehonderd politieke partijen, waarvan sommige opgericht door Mobutu zelf. Met indirecte toestemming van de president sloeg het leger in 1991 en in 1993 aan het plunderen, de meeste buitenlanders verlieten het land en de ontwikkelingshulp droogde op. De chaos is compleet. De Grote Leider, de Gids, le Patron, de enige politicus die nog invloed uitoefent en het land bijeen kan houden, heeft het bewijs geleverd: Zaïre kan niet zonder hem. In 1990 beloofde Mobutu een interim-periode van één jaar tot aan vrije verkiezingen. Die zijn nu voor volgend jaar juli gepland. Of ze doorgaan, is onzeker. Enkele delen van het uitgestrekte land met zijn 45 miljoen inwoners hebben zich de facto aan het centrale gezag in Kinshasa onttrokken. Zakenlui en lokale politici in de zuidoostelijke regio Kasai introduceerden hun eigen munteenheid en bekostigen het onderwijs met inkomsten uit de plaatselijke diamantwinning. De zuidelijke regio Shaba, waar koper en kobalt worden gewonnen, stuurde in 1993 honderdduizend etnische Baluba's het gebied uit en streeft naar een federale staat. In de oostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu gingen de bestuurders net als in Shaba etnische tegenstellingen aanwakkeren. Mobutu laat deze desintegratie toe op één voorwaarde: hij eist een deel van de opbrengsten uit de ontginning van grondstoffen. Zo worden de autonome gebieden bijeengehouden door het patronagenetwerk van Mobutu. Zijn kundigheid om een delicate balans te behouden tussen rivaliserende clans, politici en politieke en militaire groepen blijft ongeëvenaard. Mobutu heeft geen natuurlijke opvolger. Vandaar de vrees voor zijn heengaan, zelfs onder degenen die hem het meest haten: na Mobutu volgt de zondvloed. Wanneer de Gids in de komende weken of maanden komt te overlijden, moet de voorzitter van het parlement hem volgens de grondwet opvolgen. Na het aftreden vorig jaar van de gerespecteerde bisschop Laurent Monsengwo heeft het parlement echter twee voorzitters: één van de oppositie en één van de groep Mobutu-partijen. In 1993 kwam de oppositieleider Etiënne Tshisikedi naar voren als alternatief voor Mobutu, maar na enkele splitsingen in de oppositie verloor hij aan invloed. Hij geniet aanhang in Kinshasa en wordt op handen gedragen in zijn geboortegebied Kasai, maar voor andere regio's is hij onaanvaardbaar. Mobutu begon zijn politieke loopbaan in de jaren zestig bij de strijdkrachten. Ook nu zal het leger de doorslag geven als er een machtsstijd ontstaat. De invloedrijkste legerleider is Kpama Baramoto Kata, die behoort tot Mobutu's stam, de Ngbandi. Baramotho zit in de diamant- en goudwinning en is niet gebaat bij een gewelddadige machtsstrijd. De verwachting - en hoop onder Westerse diplomaten - is dat hij de huidige burgerpremier Kengo wa Dondo zal steunen. Om Mobuto op te volgen, moet Kengo echter eerst de grondwet aanpassen. Volgens de constitutie moeten beide ouders van de president Zaïrees zijn. Kengo's vader was een jood uit Polen, zijn moeder een Tutsi uit Zaïre. Mobutu veracht Kengo, die hij onder Westerse druk benoemde. Kengo probeerde namelijk hervormingen door te voeren en enige orde aan te brengen in het corrupte financiële bestel van Zaïre.

25 Oktober 1996

Tutsi-rebellen slaan beleg voor Bukavu; Hevige gevechten in Zaïre

BUKAVU / BRUSSEL, 25 OKT. De Banyamulenge-guerrillastrijders in Oost-Zaïre, die in een hevige strijd met het Zaïrese leger zijn gewikkeld, hebben drie steden ingenomen en belegeren nu Bukavu, de hoofdstad van de provincie Zuid-Kivu. België, Frankrijk, de Europese Unie, de Verenigde Naties en de Verenigde Staten hebben een diplomatiek offensief gelanceerd om de crisis in Oost-Zaïre te beëindigen. Gisteren woedden hevige gevechten tussen de Tutsi-rebellen en het regeringsleger bij de grenzen met Rwanda en Burundi, in de provincie Zuid-Kivu en rondom de stad Goma in Noord-Kivu.

De Banyamulenge-strijders zeiden gisteren dat zij worden gesteund door drie andere Zaïrese groeperingen, die al sinds 1960 in conflict zijn met de regering. Het zou gaan om etnische Kasai en milities uit Shaba en Katanga. De Banyamulenge hebben woensdag drie steden, Kamanyala, Nyangezi en Bwegere ingenomen en bereikten gisteren Bukavu. In verwarring gebracht door de terreinwinst van de rebellen, hebben de Zaïrese troepen zich teruggetrokken van hun posities rond Bukavu en zijn gevlucht naar het zuiden. Naar schatting een kwart miljoen Rwandese en Burundese Hutu-vluchtelingen uit opvangkampen rond de zuidelijke plaats Uvira, waar het afgelopen weekeinde het conflict tussen de Banyamulenge-rebellen en het leger oplaaide, zijn richting Bukavu gevlucht. Het geweld dreigt hen nu echter in te halen. In afwachting van de komst van de rebellen, is in Bukavu de avondklok ingesteld. De Zaïrese premier, Kengo wa Dondo, was woensdag in Parijs en bracht gisteren een bliksembezoek aan België. Hij voerde daar besprekingen met premier Jean-Luc Dehaene en diverse diplomaten van de Europese Unie over de crisis in Oost-Zaïre. De Zaïrese premier beschuldigde het Rwandese leger ervan het gebied te zijn binnengevallen om steun te bieden aan de Banyamulenge. ,,Rwanda moet zich terugtrekken uit Zaïre. Zaïre zal zijn rechten verdedigen met alle middelen die het bezit'', aldus de premier. Zaïre heeft een klacht ingediend bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over de ,,externe agressie'' in zijn oostelijke regio. Rwanda ontkent echter dat het betrokken is bij de gevechten. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken riep de strijdende partijen in Zaïre gisteren op hun gevechten te staken en plaats te nemen om de onderhandelingstafel. De VN zullen vandaag een concreet voorstel doen voor een regionale vredesconferentie. De Vluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR) heeft vandaag hulp beloofd aan vluchtelingen in Zaïre die willen terugkeren naar Rwanda. Zij zullen worden ,,begeleid tot aan de plaats waar zij vandaan komen en hulp krijgen bij het terugvinden van hun woningen''. (AFP, Reuter)

DATUM: 24 Oktober 1996 PAGINA: bui 4 KOP: Zaïrese militairen trekken zich terug TEKST: Foto: NYANGEZE, 24 OKT. Zaïrese militairen op een bergpad bij Nyangeze in Oost-Zaïre. Het Zaïrese leger trekt zich terug van de frontlijn, 40 kilometer buiten Bukavu, nu guerrillastrijders van de Banyamulenge (Tutsi's die al meer dan 200 jaar in Zaïre wonen) terrein winnen in de provincie Zuid-Kivu. (Foto Reuter)

President van Zaïre viert luxe 'vakantie'

LAUSANNE, 24 OKT. De bezorgdheid over de gezondheid van de Zaïrese president, Mobutu Sese Seko, neemt toe, nu de strijd in het oosten van Zaïre zich uitbreidt. De 66-jarige, zieke president, die bekend staat als een van de rijkste mannen ter wereld, wordt omringd met geheimhouding en stille bewaking, twee Zwitserse specialiteiten. Hij wordt al twee maanden lang behandeld tegen kanker in het rustige, Zwitserse oord Lausanne, waar zijn bewegingen een nauwgezet bewaakt geheim zijn.

Terwijl bijna een kwart miljoen Rwandese en Burundese vluchtelingen op de vlucht is voor de gevechten tussen Zaïrese troepen en Tutsi-guerrillastrijders in de Oost-Zaïrese provincie Zuid-Kivu, heeft de lange afwezigheid van president Mobutu vrees gewekt voor wat er zal gebeuren met zijn grote, anarchistische land, indien hij sterft. Sinds hij op 22 augustus in het academisch ziekenhuis van Lausanne werd geopereerd wegens prostaatkanker, is president Mobutu met zijn entourage van meer dan twintig medewerkers en lijfwachten ondergedoken in het Beau-Rivage Palace, een van de exclusiefste hotels ter wereld. Als een mini-regering in ballingschap heeft president Mobutu een Zaïrese telefoniste genstalleerd in het glamoureuze, neo-Barokke hotel. Gevraagd naar zijn telefoongesprekken, antwoordt een receptionist: ,,Wij behandelen hun telefoongesprekken niet. Zij hebben hun eigen telefonist. Een Zaïrees.'' Het hotelpersoneel zegt dat het president Mobutu zelden ziet, maar dat zijn aanwezigheid overal voelbaar is in het Beau-Rivage, dat is gebouwd in 1861 en waar de Franse couturier Coco Chanel en de Engelse dichter Somerset Maugham hun vakanties doorbrachten. Een correspondent trof de Zaïrese lijfwachten van Mobutu gisteren aan terwijl zij met mobiele telefoons in hun handen door de gangen liepen. De president en zijn team - die door het hotelpersoneel ,,de delegatie'' worden genoemd - hebben aan elkaar grenzende suites in gebruik genomen op de bovenste verdieping. De prijzen daarvan lopen op tot 1.500 Zwitserse franken (ongeveer 1.100 gulden) per nacht. Zaïrese veiligheidsagenten zeggen dat de president op vakantie is in het nabijgelegen vakantieoord Interlaken in de bergen. Als president Mobutu, die bijna twee meter lang is, zich buiten waagt, laat hij zich volgens ooggetuigen omringen door twintig gewapende lijfwachten. Hij zou herkenbaar zijn aan zijn bontmuts van luipaardenvel. Er gaan geruchten dat hij een enkele keer wordt waargenomen in luxe restaurants in Lausanne en in het ziekenhuis. Op vragen over de gezondheidstoestand van president Mobutu antwoordt het ziekenhuispersoneel: ,,Geen commentaar. Dit is geheim.'' (Reuter)

België en VS willen bemiddelen in conflict; Tutsi-rebellen winnen terrein in Oost-Zaïre

Door onze correspondent

NAIROBI, 24 OKT. De rebellen van de Banyamulenge (Tutsi's die al generaties lang in Zaïre wonen) winnen terrein bij de gevechten in Oost-Zaïre. België en Amerika hebben hun diensten aangeboden om onderhandelingen op gang te brengen tussen Zaïre en Rwanda.

Tienduizenden vluchtelingen blijven Bukavu binnenstromen, waar hulpverleners waarschuwen voor grote voedseltekorten. Een Zaïrese legerofficier vertelde het persbureau Reuter dat de Banyamulenge-guerrillastrijders de plaatsen Kamanyala en Bwegere tussen Bukavu en Uvria hebben ingenomen. ,,Onze munitie raakte op'', aldus de legerofficier. Eerdere berichten spraken over vluchtende Zaïrese soldaten in het gebied. De Zaïrese regering blijft vanuit de hoofdstad Kinshasa intussen troepenversterkingen sturen. De ruim 200.000 Rwandese en Burundese Hutu-vluchtelingen die als gevolg van de gevechten rondtrekken in het gebied, blijken als dekking te fungeren voor de guerrillastrijders. De meeste vluchtenden proberen naar Bukavu te gaan, waar regeringstroepen militair materieel installeren om indien nodig de stad te kunnen verdedigen tegen de guerrillabeweging. De rebellen zouden volgens berichten vanochtend de stad op dertig kilometer zijn genaderd. Voedselhulp voor zowel de honderdduizenden vluchtelingen als ontheemde Zaïrezen kan het gebied niet bereiken door de gevechten. Hetzelfde geldt voor de noordelijker gelegen stad Goma, omdat daar Oeganda zijn grenzen heeft gesloten. In Goma viel gisterochtend kortstondig geweervuur te horen. Naar later bleek, was dit afkomstig van bandieten die met regeringssoldaten een ruzie uitvochten. De Verenigde Naties waarschuwden gisteren voor een ,,humanitaire tragedie'' in Oost-Zaïre met een zelfde omvang als de genocide in Rwanda in 1994. Hulpverleners in het gebied zeiden gisteren nog over voedselhulp voor enkele dagen te beschikken. België bood gisteren aan onderhandelingen op gang te brengen tussen Rwanda en Zaïre. Zaïre beschuldigde Rwanda er gisteren van een invasie uit te voeren in het oosten. Enkele Rwandese soldaten zouden bij Uvira krijgsgevangen zijn gemaakt. Rwanda ontkent echter iedere betrokkenheid bij de gevechten. Vanuit Burundi zouden Tutsi-militieleden zich aansluiten bij de Banyamulenge in Zuid-Kivu, Rwanda zou 1.700 reguliere troepen naar Noord-Kuvu hebben gestuurd. Zaïre is een voormalig Belgische kolonie en Rwanda en Burundi zijn beide ex-Belgische protectoraten. Amerika gaf gisteren zijn ambassadeurs in Kinshasa en Kigali opdracht te proberen een staakt-het-vuren te bewerkstelligen. Washington onderhoudt goede relaties met Rwanda; een tiental Amerikaanse militaire adviseurs assisteert het Rwandese leger. De Zaïrese staatsradio riep de bevolking gisteren op ruimhartig geld te doneren aan het leger, om de invasie vanuit Rwanda af te slaan. Vanaf zijn ziekbed in Zwitserland gaf president Mobutu zijn bevolking opdracht het vaderland te verdedigen. Rwanda's minister van Buitenlandse Zaken, Anastase Gasana, beschuldigde de internationale gemeenschap ervan toe te laten dat Tutsi's in Oost-Zaïre worden uitgemoord.

Humanitaire tragedie dreigt; Zaïre verwijt buurlanden inval in oosten

Door onze correspondent

NAIROBI, 23 OKT. Zaïre heeft Rwanda en Burundi beschuldigd het oosten van het land te zijn binnengevallen. Volgens onbevestigde berichten bevinden zich ongeveer 1.700 Rwandese of door Rwanda opgeleide soldaten in Oost-Zaïre. De Verenigde Naties waarschuwen voor een tragedie.

De gevechten in Oost-Zaïre gaan zowel in de provincie Noord-Kivu als in Zuid-Kivu onverminderd voort. Ten noorden van de stad Goma trekken voornamelijk plaatselijke bewoners weg. De aanvallen zouden voornamelijk gericht zijn tegen Zaïrese dorpjes. Hulpverleners spreken van een gecoördineerde operatie door strijders die in het weekeinde vanuit Rwanda binnenvielen. Het is onduidelijk of dit reguliere Rwandese soldaten zijn of Banyarwanda-Tutsi's uit Zaïre, die eerder dit jaar na etnische zuiveringen naar Rwanda vluchtten. Vele van deze Zaïrese Tutsi's uit Noord-Kivu kregen wapens en militaire training in Rwanda, waar het nationale leger voor het grootste deel uit Tutsi's bestaat. De aanvallen zouden plaatshebben rond de drie grootste vluchtelingenkampen bij Goma, waar 510.000 Rwandese Hutu's verblijven. Onbevestigde berichten vanuit Goma spreken ook van geweervuur in de stad zelf. Zaïrese ambtenaren zouden uit angst voor gewelddadigheden beginnen de stad te verlaten. Verder zuidwaarts arriveren bij Bukavu de eerste duizenden vluchtelingen van de ruim 200.000 kampbewoners die eerder deze week wegtrokken voor de gevechten bij Uvira. Dit betreffen zowel Burundese als Rwandese Hutu-vluchtelingen. In de vluchtelingenkampen rond Bukavu zelf is inmiddels echter ook paniek uitgebroken door de gevechten en enkele duizenden vluchtelingen hebben de wijk genomen. Een stroom van ruim een kwart miljoen vluchtelingen zwerft nu in Oost-Zaïre, het merendeel onbereikbaar voor hulpverlening. De meeste toegangswegen in en naar Oost-Zaïre zijn afgesloten. Hulpverleners zeggen nog over voedselhulp voor zes dagen te beschikken. Er zijn ook onbevestigde berichten als zouden sommige Zaïrese soldaten op de vlucht zijn, samen met de Hutu-vluchtelingen. Het Zaïrese leger blijft zijn troepen versterken met nieuwe soldaten uit de hoofdstad Kinshasa. In Bukavu installeerden Zaïrese soldaten zwaar militair geschut bij de grote kerk, gericht op het vlakbij gelegen Rwandese grensstadje Cyangugu. Vlakbij de grens tussen Zaïre en Burundi vielen Hutu-rebellen gisteren de Burundese provinciehoofdplaats Cibitoke aan. Bij een aanval op de weg van Cibitoke naar de Burundese hoofdstad Bujumbura werd tevens door rebellen de gouverneur van de provincie gedood. Vanuit het Zaïrese Uvira slaagden de VN er gistermiddag uiteindelijk in vijftig buitenlandse hulpverleners te evacueren. Twee eerdere pogingen om het land te verlaten, waren mislukt, mede omdat er hevig wordt gevochten in de omgeving van de landingsbaan bij Uvira. België raadde landgenoten in Oost-Zaïre gisteren aan het gebied onmiddellijk te verlaten. ,,De ongeveer 350 Belgen in deze provincie wordt aangeraden zich uiterst voorzichtig op te stellen en contact op te nemen met de ambassade in Kinshasa om te zien hoe het gebied te verlaten'', aldus een verklaring van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Brussel. Berichtgeving uit Oost-Zaïre wordt steeds moeilijker. De militaire autoriteiten hebben alle journalisten verklaard tot persona non grata. Twee journalisten van het persbureau Reuter werden in Bukavu door militairen een nacht opgesloten in de cel. De nieuwsvoorziening is uiterst karig geworden, ook al omdat hulpverleners hun kantoren niet meer durven te verlaten en verstoken blijven van informatie uit het veld. Eerder deze maand werd in Bukavu de Reuter-correspondent Mat Biggs bedreigd en mishandeld door Zaïrese militairen. De journalist, een rijzige Masai met spitse neus, werd voor een Banyamulenge-Tutsi aangezien. Hij werd gearresteerd en toen hij zijn intentie bekend maakte om in Oost-Zaïre te willen reizen, dreigde een Zaïrese commandant: ,,Dan prikken we je afgehakte hoofd op een stok langs de weg.'' Hieraan voegde hij met een verwijzing naar het notoire gedrag van het ongediciplineerde en onderbetaalde Zaïrese leger toe: ,,Sommigen van mijn soldaten gedragen zich nu eenmaal als beesten.''

Conflict breidt zich uit; Aanval van 'Rwandezen' in Oost-Zaïre

Door onze correspondent

NAIROBI, 22 OKT. De gevechten in de OostZaïrese provincie Zuid-Kivu hebben zich noordwaarts uitgebreid. Zwaar bewapende aanvallers, vermoedelijk afkomstig uit Rwanda, voerden naar nu pas bekend is geworden zondag bij Goma een operatie uit tegen een elite-eenheid van het Zaïrese leger.

Een hulpverlener sprak van een ,,omvangrijke inval vanuit Rwanda''. De invallers schoten met zware wapens bij het vluchtelingenkamp Katale op de speciale, door de VN-betaalde, eenheid van het Zaïrese leger die de kampen moet bewaken. De soldaten van deze eenheid zijn beter bewapend en opgeleid dan de reguliere Zaïrese troepen, die berucht zijn om hun losbandigheid. Er zouden talrijke gewonden zijn gevallen en één Zaïrese soldaat verloor het leven. Dat de aanvallers het durfden opnemen tegen de bestgetrainde Zaïrese troepen wijst er mogelijk op dat zij Rwandese soldaten waren. Rwanda ontkende gisteren opnieuw bij het conflict in Oost-Zaïre betrokken te zijn. Militaire bronnen in Bujumbura en Kigali zeggen echter dat zowel Rwanda als Burundi wel degelijk een hand heeft in de gevechten. De Zaïrese premier Kengo wa Dondo beschuldigde gisteren in London Rwanda ervan verantwoordelijk te zijn voor de explosieve situatie in het gebied van de Grote Meren. Rwanda op zijn beurt beschuldigt Zaïre er al sinds maanden van Rwandese Hutu-rebellen te steunen. In de provincie Zuid-Kivu gingen volgens een woordvoerder van het Zaïrese leger gisteren de gevechten met de Banyamulenge-Tutsi's onverminderd voort. Banyamulenge-guerrillastrijders hebben de hoofdweg van Uvira naar Bukavu afgesneden. Hulverleners meldden gisteren 68 doden door deze gevechten. Over het lot van de 220.000 Burundese en Rwandese Hutu-vluchtelingen die als gevolg van de gevechten hun kampen bij Uvira hebben verlaten, bestaat nog onduidelijkheid. Enkele honderden arriveerden gisteravond bij Bukavu, maar het meerendeel is nog zoek. Bij Bukavu verblijven al 300.000 Rwandese Hutu's in kampen. Vermoedelijk hebben vele vluchtelingen rond Uvira schuilplaatsen gezocht in nabijgelegen bananenplantages. Onduidelijk is nog of de kampen bij Uvira doelwit zijn geworden van aanvallers of dat de vluchtelingen in paniek wegtrekken wegens zwaar geweervuur in de omgeving. De laatste 53 buitenlandse hulpverleners, van wie zeven Nederlanders, probeerden gisteren tevergeefs Uvira te verlaten. Een nieuwe poging vanochtend mislukte toen de hulpverleners naar de luchthaven reden en werden tegengehouden door Zaïrese militairen. Op een vliegtuig van het Rode Kruis werd vorige week geschoten toen het bij Uvira wilde landen.

Hart van Afrika staat in brand

Door onze correspondent KOERT LINDIJER

NAIROBI, 22 OKT. De diepe wond die de genocide van 1994 in Rwanda achterliet is gaan etteren en verspreidt zich in de wijde omgeving. Aangewakkerd door politici en militairen proberen Hutu's en Tutsi's, samen met aan hen gelieerde tribale groepen, elkaar uit te moorden in Burundi en Oost-Zaïre. De nationale strijdkrachten en milities van Zaïre, Rwanda en Burundi leveren hun bijdrage aan de gevechten.

Wat na de Rwandese genocide lang werd gevreesd is bewaarheid geworden: het Gebied van de Grote Meren in het hartje van Afrika staat in brand. Ten minste veertig miljoen mensen uit verscheidene landen dreigen betrokken te raken bij de strijd. De conflicten met de Banyamulenge in Oost-Zaïre vormen de aanleiding tot de nieuwe grootschalige gevechten. Sinds 1797, onder de Rwandese Tutsi-koning Yuhi IV Gahindiro, trokken Tutsi's naar Oost-Zaïre, waar zij destijds deel uitmaakten van het grote Rwandese rijk. Ze gingen Banyamulenge heten naar de Mulenge-bergen rondom de huidige stad Uvira. Hun nazaten woonden nog rondom Uvira toen Zaïre in 1960 onafhankelijk werd. Ze kregen de Zaïrese nationaliteit, maar deze werd hun later weer ontnomen. De Banyamulenge zijn nu de inzet geworden van een machtsspel tussen de Zaïrese en Rwandese regeringen. De gewelddaden in Oost-Zaïre begonnen in 1994 na de vlucht van 1,5 miljoen Rwandese Hutu's, die zich langs de grens met Rwanda vestigden. Onder deze vluchtelingen bevinden zich 15.000 voormalige Rwandese regeringssoldaten (ex-Far) en duizenden Interahamwe-militieleden die verantwoordelijk waren voor de genocide in Rwanda. Na hun nederlaag begonnen zij met het materieel en het geld dat zij uit Rwanda hadden meegenomen een nieuwe strijd vanuit de vluchtelingenkampen. Ze infiltreerden in Rwanda, maar hun eerste prioriteit was het aanwakkeren van etnisch geweld in Oost-Zaïre zelf, met als doel daar een Hutu-land te vestigen. Oost-Zaïre is onderverdeeld in de provincies Noord- en Zuid-Kivu. In Noord-Kivu leven de Banyarwanda, een verzamelnaam voor Hutu's en Tutsi's die sinds 1911 uit economische redenen Rwanda verlieten. Onderling hadden deze Hutu's en Tutsi's weinig problemen in Noord-Kivu, wel vochten ze in 1993 gezamenlijk tegen de autochtone bevolking, waarbij tussen de vijf- en twintigduizend doden vielen. Met de komst van de 1,5 miljoen Rwandese Hutu-vluchtelingen in 1994 kreeg het conflict een geheel nieuwe dimensie. De Interahamwe en de ex-Far, veelal in samenwerking met Zaïrese soldaten, openden de aanval op de Tutsi's van de Banyarwanda en op een deel van de autochtone bevolking. De Tutsi's werden, net als in 1994 in Rwanda, in kerken gedreven en afgeslacht. Volgens een recent VN-rapport vielen de afgelopen twee jaar in Noord-Kivu bij deze gevechten zes- tot veertigduizend doden. Pag.4: Banyamulenge-Tutsi's zijn speelbal Zaïre en Rwanda De gouverneur van Noord-Kivu, Christophe Motomupenda, zei vorig jaar in een rede over de Tutsi's: ,,De keuze is uitwijzing of de dood.'' Zaïrese soldaten transporteerden de opgejaagde Tutsi's naar de Rwandese grens, namen hun Zaïrese identiteitskaarten af en gaven deze aan Hutu-vluchtelingen. De Hutu's van de Banyarwanda werden gedwongen partij te kiezen en zij organiseerden zich in hun eigen militante organisatie, Magrivi, en begonnen eveneens tegen de Tutsi's te vechten. Lokale tribale groepen als de Hunde verenigden zich op hun beurt in een eigen militie, de Maji Maji Ingilima, die zich richt tegen Hutu-vluchtelingen en tegen de Hutu's van de Banyarwanda. Met lede ogen had het door het Tutsi-leger gedomineerde regime in Rwanda de etnische zuiveringen tegen de Tutsi's in Noord-Kivu waargenomen. Toen in Zuid-Kivu een gelijksoortig conflict dreigde met de Banyamulenge-Tutsi's, besloten de Rwandese machthebbers dit keer niet lijdzaam af te wachten. Menig Banyamulenge had sinds 1990 aan de zijde van het Tutsi Rwandese Patriottische Front (RPF, nu het regeringsleger) meegevochten. De Rwandese machthebbers gingen de Banyamulenge bewapenen en mogelijk sturen ze nu ook Rwandese regeringssoldaten. Vanuit het door Tutsi's bestuurde Burundi vertrekken leden van Tutsi-milities om de Banyamulenge te versterken. Rwanda en Burundi, die beide vanuit Oost-Zaïre worden gedestabiliseerd door Hutu-strijders, hebben een stok gevonden om terug te slaan. De 1,5 miljoen Banyarwanda in Noord-Kivu en de 400.000 Banyamulenge in Zuid-Kivu zijn altijd een doorn in het oog van de 'orginele' bevolking geweest. Ze zijn ondernemend, leergierig en succesvol. Zaïrese politici buiten deze frictie uit. Soms proberen ze de Banyamulenge en Banyarwanda voor zich te winnen door hun de Zaïrese nationaliteit te geven. Vervolgens ontnemen ze hun deze weer, om zo steun te winnen van de 'orginele' bevolking. De acties tegen de Banyamulenge namen begin september een aanvang in en rond de stad Uvira. Zaïrese regeringssoldaten voerden operaties uit en volgens Amnesty International executeerden zij daarbij enkele tientallen Banyamulenge. In Uvira organiseerden politici en zakenlui demonstraties tegen de Banyamulenge. Opgehitste jongeren, sommigen wild zwaaiend met kapmessen, riepen leuzen als: 'Alle buitenlanders dienen het land te verlaten.' In de steden begonnen wraakacties tegen zakenlui, geestelijken en intellectuelen van de Banyamulenge, als gevolg waarvan nu geen enkele Banyamulenge meer te vinden valt in Bukavu, Uvira of Goma. Shweka Mutabazi, een hoge plaatselijke bestuurder, zegde regeringssoldaten toe dat zij alle door Banyamulenge ontruimde huizen voor zichzelf mochten confisqeren. Tenslotte gaf de vice-gouverneur van Zuid-Kivu, Lwasi Ngobo Lwabanji, eerder deze maand alle 400.000 Banymulenge één week om zich te melden in Zaïrese legerkampen, anders zouden zij als guerrillastrijders worden beschouwd. De opstand van de Banyamulenge was begonnen. De meeste Banyamulenge leven hoog op een plateau van de Mulenge-bergen, waar geen wegen zijn. Het slecht gedisciplineerde Zaïrese leger kan de guerrillastrijders daar nauwelijks verslaan. De Tutsi-milities uit Burundi die de Banyamulenge te hulp zijn gekomen, namen vermoedelijk anderhalve week geleden het initiatief om de vluchtelingenkampen met Burundese Hutu's in de Ruzizi-laagvlakten aan te vallen. De Burundese Hutu-rebellen in Zuid-Kivu gingen daarom eveneens tegen de Banyamulenge vechten. Na door Banyamulenge toegebrachte nederlagen plunderen Zaïrese troepen in de steden om hun frustratie te bekoelen en soms raken zij ook onderling slaags. De export van de Hutu-Tutsi rivaliteit van Rwanda en Burundi, de regionale competitie tussen Rwanda en Zaïre en het binnenlandse Zaïrese politieke machtsspel hebben geleid tot de huidige explosieve situatie. Het ontstane machtsvacuüm in Zaïre als gevolg van de medische behandeling die president Mobutu in Zwitserland ondergaat voor prostaatkanker, maakt de situatie nog gevaarlijker. Pogingen van de Zaïrese premier in de 1.500 kilometer verderop gelegen hoofdstad Kinshasa om de gemoederen te laten bedaren in Oost-Zaïre, hadden geen effect. Waarschijnlijk handelen de politieke en militaire leiders in het oosten van Zaïre naar eigen goeddunken. De afbrokkeling van Zaïre lijkt begonnen.

Kwart miljoen Hutu's ontvluchten kampen in Zaïre

BUKAVU, 21 OKT. Bijna een kwart miljoen Burundese en Rwandese Hutu-vluchtelingen in Oost-Zaïre zijn het afgelopen weekeinde uit hun opvangkampen gevlucht, nadat de strijd tussen het Zaïrese leger en Banyamulenge-rebellen (in Zaïre wonende Tutsi's) in de provincie Zuid-Kivu was verhevigd.

Waarnemers ter plaatse vrezen dat het etnische geweld in Oost-Zaïre zal ontaarden in een grensoorlog met Rwanda. Zaïre beschuldigt dit buurland ervan dat het de Banyamulenge in Zuid-Kivu heeft bewapend en eind september via Burundi naar Zaïre heeft gestuurd om de oostelijke regio te destabiliseren. Twee maanden geleden begon het Zaïrese leger met wraakacties tegen de Banyamulenge. De gewelddadigheden bereikten dit weekeinde een hoogtepunt. Vrijdag braken hevige gevechten uit tussen het Zaïrese leger en rebellen van de Banyamulenge. Het Zaïrese leger beschouwt het gebied als ,,in staat van oorlog''. De regering heeft tussen 4.000 en 5.000 man extra militairen naar Uvira gezonden om tegen de Banyamulenge te vechten. Bij de gewelddadigheden van vrijdag zijn volgens waarnemers ter plaatse ten minste 31 mensen om het leven gekomen, van wie 28 Zaïrese burgers en drie Banyamulenge. De regering van Zaïre spreekt van 25 doden. Het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) schat dat 250.000 vluchtelingen zich de afgelopen drie dagen naar het noorden van het land hebben begeven, in de richting van Bukavu, de hoofdstad van de provincie Zuid-Kivu. Volgens Paul Stromberg, de woordvoerder van de UNHCR voor het gebied van de Grote Meren, zijn alle twaalf vluchtelingenkampen in Uvira verlaten. ,,De wegen zijn geblokkeerd door de rebellen en alle dorpen zijn leeg. Zowel burgers als vluchtelingen zijn op weg naar de bergen. Er wordt aanhoudend strijd gevoerd rond Bwegera, halverwege Uvira en Bukavu'', aldus Stromberg. Volgens medewerkers van hulporganisaties werd er gisteravond ook nog hevig gevochten in Uvira zelf en zuidelijker. Vannacht zouden onbekende militairen uit Rwanda het land zijn binnengevallen en het regeringsleger nabij de plaats Goma hebben aangevallen. In Zaïre wonen naar schatting 1,1 miljoen vluchtelingen uit de buurlanden Burundi en Rwanda, van wie een kwart in opvangkampen in de provincie Zuid-Kivu. Pag.10: VN: humanitaire ramp dreigt bij Uvira Sinds begin september wordt de regio rond Uvira, nabij de grens met Burundi, geteisterd door gevechten tussen Banyamulenge-guerrillastrijders, gesteund door Rwanda, en het Zaïrese leger. De meeste Banyamulenge hebben de Zaïrese nationaliteit, maar worden regelmatig, als er politieke spanningen zijn, als zondebok gebruikt. De autoriteiten in het oosten van het land gaven twee weken geleden alle Banyamulenge opdracht zich binnen zes dagen in legerkampen te vestigen, anders zouden zij als opstandelingen worden beschouwd. Dit dreigement werd later ingetrokken, maar toen was de situatie in het gebied reeds geëscaleerd. Begin vorige week brak paniek uit in vluchtelingenkampen in Runingo, Kahanda en Kagunga, twintig kilometer ten noorden van Uvira, die zich vervolgens uitbreidde naar kampen in Lunvungi en Luberizi, nabij de grens met Rwanda. De vluchtelingen sloegen massaal op de vlucht voor het toenemende geweld in het gebied. ,,Toen zij zich in de kampen bevonden, waren zij in goede gezondheid. Maar als men ze niet kan bereiken, zou er uiteindelijk een humanitaire catastrofe kunnen plaatshebben'' waarschuwt Stromberg. De huidige paniek zou volgens hem ,,andere volksverhuizingen met zich mee kunnen brengen''. ,,Wij houden de grens met Rwanda in de gaten. Op dit moment zijn er nog geen vluchtelingen aangekomen'', aldus Stromberg gisteren. De UNHCR heeft sinds vrijdag zijn activiteiten in verscheidene kampen in het gebied gestaakt. Vandaag maakte het hoofd van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) vanuit Rwanda bekend dat de VN zijn begonnen personeel uit Oost-Zaïre te evacueren. (AFP, Reuter)

Gevechten in oosten van Zaïre

BUJUMBURA, 18 OKT. Het Zaïrese leger is sinds vannacht in gevecht met ,,infiltranten uit Burundi'', zo hebben bronnen binnen hulporganisaties telefonisch vanuit de plaats Uvira gemeld. De strijd heeft plaats in Oost-Zaïre, minder dan 30 kilometer ten noorden van Uvira.

Ziekenhuis Zaïre gijzelt vrouwen

KINSHASA, 16 OKT. In een ziekenhuis in de Zaïrese hoofdstad, Kinshasa, worden sinds enige tijd zeven vrouwen en hun acht pasgeboren baby's gevangengehouden omdat zij niet in staat zijn de rekening van hun bevalling te betalen. Volgens een dokter in het Koning Boudewijn ziekenhuis, dat in 1988 door België aan Zaïre werd geschonken, zijn de vrouwen de kliniek tussen de 40 en 120 Amerikaanse dollar schuldig. ,,We moeten wel geld krijgen omdat anders het ziekenhuis dicht moet'', aldus de dokter. In Zaïre is al sinds langere tijd sprake van een politieke anarchie waardoor ambtenaren hun toch al geringe salaris niet krijgen uitbetaald. In staatsziekenhuizen in de hoofdstad, Kinshasa, is het niet ongebruikelijk dat patiënten een televisiestoestel als borg moeten inleveren voordat ze worden behandeld. (Reuter)

Bestuurder Zaïre

KINSHASA, 15 OKT. Zaïre heeft de regionale bestuurder geschorst die de Banyamulenge (Tutsi's) in Oost-Zaïre vorige week sommeerde het land te laten. Het is echter niet zeker dat deze maatregel de uittocht van Tutsi's kan tegenhouden. De plaatsvervangend gouverneur van de provincie Zuid-Kivu, Lwasi Ngabo Lwabanji, gaf de naar schatting 200.000 Banyamulenge een week om het land te verlaten. Deze termijn liep vandaag af. (AP)

Hutu's vluchten na aanval op kamp Zaïre

BUJUMBURA, 14 OKT. Ongeveer 20.000 Hutu-vluchtelingen uit Rwanda en Burundi zijn gisteren hun opvangkamp in Oost-Zaïre ontvlucht, na een aanval door gewapende mannen, vermoedelijk Banyamulenge-rebellen (Tutsi's). Daarbij kwamen drie vluchtelingen om het leven en raakten negen anderen gewond.

De aanval op het kamp in Runingo, tien kilometer ten westen van de grens met Burundi, had plaats rond twee uur 's nachts plaatselijke tijd. In het kamp woonden meer dan 11.000 Burundese en 8.000 Rwandese vluchtelingen. ,,Ongeveer 20.000 vluchtelingen, bijna het hele kamp, vlucht uit Runingo naar kampen verder noordwaarts'', meldde een medewerker van een hulporganisatie. Vertegenwoordigers van de VN-vluchtelingenorganisatie bezoeken Runingo vandaag om zich op de hoogte te stellen van de situatie in het gebied. Inwoners van Runingo zeiden dat de aanval op het vluchtelingenkamp gisteren werd uitgevoerd door rebellen van de Banyamulenge, Tutsi's die de afgelopen maanden in conflict zijn geraakt met andere etnische groepen in Oost-Zaïre en met het Zaïrese leger. De regering van Zaïre heeft de Banyamulenge, die al generaties lang in het gebied wonen, het staatsburgerschap ontzegd en hen gesommeerd het land te verlaten. Volgens medewerkers van hulporganisaties in Kanshasa, de hoofdstad van Zaïre, telden de aanvallers ten minste honderd man en gebruikten zij zowel mortieren als licht geschut. Daarna zouden zij te voet zijn vertrokken naar een hooggelegen plateau boven de stad Uvira, waar de Banyamulenge zich verschuilen. Runingo is éen van de twaalf vluchtelingenkampen in de OostZaïrese provincie Zuid-Kivu, waar ongeveer 230.000 Burundese en Rwandese Hutu-vluchtelingen wonen. Regionale leiders klagen dat de vluchtelingenkampen, waarin veel Banyamulenge-rebellen verblijven, de regio destabiliseren. (AP, Reuter)

Aanval van Tutsi's op ziekenhuis in Zaïre

KINSHASA, 10 OKT. Rebellen van de Banyamulenge (Tutsi's die al 200 jaar in Oost-Zaïre wonen) hebben het afgelopen weekeinde 34 patiënten en zes personeelsleden van een ziekenhuis in de plaats Lemara vermoord. Dat heeft een arts, die de aanval ongedeerd wist te onvluchten, gisteren gemeld. Een functionaris van de Verenigde Naties heeft het bericht bevestigd.

Zondagnacht vielen honderd Banyamulenge een ziekenhuis aan in de plaats Lemara, ongeveer 60 kilometer ten zuiden van de Zaïrese grensstad Bukavu. ,,De Banyamulenge kwamen bij het ziekenhuis aan en openden het vuur. Ze doodden 28 patiënten in hun bedden, 34 patiënten in totaal, en vier broeders en twee artsen'', aldus dr. Aubin Mulaga. Volgens hem vielen de Banyamulenge-guerrillastrijders het ziekenhuis aan omdat daarin Hutu's werden verpleegd die gewond waren geraakt in confrontaties tussen het Zaïrese leger, de Banyamulenge en plaatselijke Zaïrese stammen. Bij recente gevechten tussen het Zaïrese leger en Banyamulenge-rebellen in de omgeving van de stad Uvira in Zuid-Kivu, zijn ten minste 6 doden en 25 gewonden gevallen. Dat hebben de regionale autoriteiten in Goma, de hoofdstad van de provincie Noord-Kivu, gisteren bekend gemaakt. De etnische conflicten in Oost-Zaïre dreigen te ontaarden in een grensoorlog tussen Rwanda en Zaïre. De plaatsvervangend gouverneur van de provincie Zuid-Kivu, Lwasi Ngabo Lwabanji, gaf dinsdag alle 400.000 Banyamulenge, zowel rebellen als burgers, opdracht hun woongebied binnen een week te verlaten, anders zullen zij als opstandelingen worden beschouwd. (Reuter)

Grensoorlog tussen Rwanda en Zaïre dreigt

Door onze correspondent KOERT LINDIJER

BUJUMBURA, 9 OKT. Etnische conflicten in Oost-Zaïre dreigen te ontaarden in een grensoorlog tussen Rwanda en Zaïre. Zaïrese autoriteiten in het oosten van het land gaven gisteren alle 400.000 Banyamulenge, van origine Tutsi's uit Rwanda en Burundi, opdracht zich binnen zes dagen in legerkampen te vestigen, anders zullen zij als opstandelingen worden beschouwd.

Sinds enkele weken wordt er hevig gevochten in de Oost-Zaïrese provincie Zuid-Kivu tussen Banyamulenge-guerrillastrijders, gesteund door Rwanda, en het Zaïrese leger. Eerder dit jaar hadden in Noord-Kivu grootschalige etnische zuiveringen plaats, waarvan Banyarwanda, Tutsi's die zich daar sinds begin deze eeuw vestigden, het slachtoffer werden. Rwandese Hutu-vluchtelingen die na de genocide in 1994 naar Oost-Zaïre trokken, voerden de acties uit in samenwerking met het Zaïrese leger. Het door Tutsi's gedomineerde regime in Rwanda zwoer niet opnieuw dergelijke zuiveringsacties tegen Tutsi's in Oost-Zaïre te dulden. Bovendien greep Rwanda de mogelijkheid aan het Zaïrese leger en de milities van Hutu-vluchtelingen te dwarsbomen. De Hutu-milities voeren vanuit Oost-Zaïre guerrilla-acties uit in West-Rwanda. Als tegenzet bewapende Rwanda de Banyamulenge in Zuid-Kivu, Tutsi's die al vanaf 1797 vanuit Rwanda en Burundi naar Oost-Zaïre trokken. De meesten van hen hebben de Zaïrese nationaliteit, maar worden regelmatig, als er politieke spanningen zijn, als zondebok gebruikt. Twee maanden geleden begon het Zaïrese leger met wraakacties tegen de Banyamulenge. De Banyamulenge, aangemoedigd door Rwanda, vochten dit keer echter terug. Honderden Banyamulenge in de steden Bukavu en Uvira werden gearresteerd, gemarteld en enkele tientallen geëxecuteerd. Een door Rwanda bewapende Banyam ulenge-guerrillagroep op zijn beurt valt nu Zaïrese troepen aan, voert aanvallen uit op auto's op de hoofdwegen en bezette eerder deze week het dorp Lemira. De Zaïrese regering heeft 3.000 man extra troepen naar het gebied gezonden om tegen de Banyamulenge vechten. De laatste paar dagen plunderen zij ook op grote schaal in Uvira en Bukavu. In de Rwandese hoofdstad Kigali vertellen militairen dat acties tegen de Banyamulenge kunnen leiden tot een oorlog met Zaïre. Vorige maand vochten de Rwandese en Zaïrese legers al drie dagen lang een mini-oorlog uit in het grensgebied bij Bukavu. Humanitaire organisaties vrezen dat door het conflict met de Banyamulenge de situatie in het toch al chaotische Gebied van de Grote Meren zal exploderen. De honderdduizenden vluchtelingen in het gebied worden door de gevechten met de dag moeilijker bereikbaar voor hulporganisaties. Bovendien zijn ook hulpverleners het doelwit geworden van het Zaïrese leger, dat hen ervan beschuldigt de Banyamulenge-guerrillagroep te steunen. De export van de rivaliteit tussen Hutu's en Tutsi's in Rwanda en Burundi naar Oost-Zaïre en de regionale rivaliteit tussen de verscheidene buurstaten maken de conflicten uiterst complex. Het ontstane machtsvacuüm in Zaïre door de ziekte van president Mobutu draagt daar verder toe bij. Mobutu heeft prostaatkanker en ligt al zes weken in een ziekenhuis in Zwitserland. Hij wachtte tè lang om zijn ziekte te laten behandelen en is nu vermoedelijk ongeneeslijk ziek. Wie de macht uitoefent in Zaïre en wie van de Zaïrese machthebbers de oorlogstrom slaat in het oosten van het land, is onduidelijk.



>> november 1996

NRC Webpagina's
mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1997