U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 DOSSIER ZAÏRE

 INTRODUCTIE

 ACTUEEL

 NIEUWSOVERZICHT

 MOBUTU

 TIJDBALK

 GESCHIEDENIS & ACHTERGRONDEN

 KAARTEN

 FOTO'S

 LINKS

Nieuwsoverzicht

oktober 1996 | november 1996 | december 1996 | januari 1997 | februari 1997 | maart 1997 | april 1997 | actueel


Mandela spreekt met partijen Zaïre

JOHANNESBURG, 27 FEBR. President Nelson Mandela van Zuid-Afrika heeft vanmorgen in Pretoria gesproken met een speciale gezant van de Zaïrese president Mobutu in een poging vredesoverleg op gang te brengen tussen de strijdende partijen in Oost-Zaïre.

Mandela en Ngbanda Nzambo Ko Ayumba, Mobutu's neef en veiligheidsadviseur, zeiden na afloop van hun ontmoeting dat de besprekingen doorgaan, maar dat de grootst mogelijke vertrouwelijkheid is geboden om het welslagen ervan te verzekeren. ,,Ik wil alleen zeggen dat er vooruitgang is geboekt, hetgeen zeer bemoedigend is'', aldus de Zuidafrikaanse president. Ngbanda wilde niet zeggen of Mobutu rechtstreekse besprekingen met de rebellen blijft afwijzen, maar beklemtoonde dat zijn oom ,,een vreedzame oplossing wenst met respect voor de soevereiniteit en territoriale onschendbaarheid van Zaïre''. Mandela had gisteren een onderhoud met de Zaïrese rebellenleider Laurent-Désiré Kabila, die dinsdag in Zuid-Afrika arriveerde. Kabila hoopt binnenkort directe onderhandelingen te beginnen met de regering van president Mobutu, maar zolang die laatste daar niet uitdrukkelijk mee akkoord gaat, sluit hij een staakt-het-vuren uit. Kabila voerde woensdag afzonderlijke besprekingen met Mandela en met functionarissen van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, die actief zijn betrokken bij de jongste pogingen om de strijdende partijen in Zaïre om de tafel te krijgen. Volgens Mandela's woordvoerder, Parks Mankahlana, ,,wil de president beide partijen aanmoedigen, maar zich niet begeven in onderhandelingen''. Kabila's rebellenleger, dat grotendeels bestaat uit etnische Tutsi's die volgens waarnemers worden gesteund door de buurlanden Oeganda, Rwanda en Burundi, heeft sinds oktober een groot gebied in Oost-Zaïre veroverd op het regeringsleger. De opstandelingen, die aansturen op de val van president Mobutu, rukken op in westelijke richting en naderen Kindu aan de rivier de Zaïre, een van de twee steden in het gebied die beschikken over een vliegveld en nog in handen zijn van regeringstroepen. Volgens een officiële woordvoerder in Kinshasa zou hun opmars eerder deze week tot staan zijn gebracht, op 35 kilometer van Kindu, maar van dat bericht is geen bevestiging te krijgen. De regering in Kinshasa lijkt ten prooi aan verdeeldheid. President Mobutu vertrok zaterdag naar Frankrijk, naar verluidt om zich opnieuw te laten behandelen voor prostaatkanker, en verving voor zijn vertrek de bevelhebber van de landmacht. Dat hij zijn vertrouweling Ngbanda naar Zuid-Afrika stuurde, kan betekenen dat hij zich door de militaire successen van Kabila en de zijnen in het nauw gedreven voelt. Een officiële woordvoerder in Kinshasa zei gisteren dat ,,de Zaïrese regering niet deelneemt aan de huidige besprekingen in Zuid-Afrika en zich onthoudt van commentaar tot het wekelijkse kabinetsberaad op vrijdag''. (AFP, Reuter, AP)

Hulporganisatie geeft fouten bij informatie over nood in Zaïre toe; 'Artsen zonder Grenzen overdreef'

Door onze redacteuren

Hulporganisaties zouden bewust berichtgeving over geweld en natuurrampen overdrijven ten bate van hun inzamelingsacties. Schattingen worden gepresenteerd als feiten.

AMSTERDAM, 27 FEBR. Het hoofd fondsenwerving van Artsen zonder Grenzen (AzG), Marcel Vos, heeft in het brancheblad Sponsoring en Fondsenwerving gezegd dat zijn organisatie zich tijdens de crisis in het Grote Meren gebied in Afrika, vorig jaar, ,,schuldig heeft gemaakt aan onzorgvuldig smijten met cijfers''. Omdat zij meenden dat de ramp in Zaïre zo groot was dat militaire interventie nodig was, hebben AzG de situatie overdreven, aldus Vos. Vos deed de uitspraak in een gesprek dat als thema Fondsenwerving en ethiek had en waar zeven vertegenwoordigers van hulpinstellingen aan mee deden. Eerder al uitten journalisten onder andere in het vakblad de Journalist en ook in deze krant, hun twijfels over de juistheid van de gegevens van AzG, omdat zij als fondsenwerver een eigen belang hebben bij de beoordeling van noodtoestanden in de wereld. Veel journalisten hebben de gewoonte om tijdens crises in onherbergzame gebieden Artsen zonder Grenzen, vaak de enigen ter plaatse die zelf de media opzoeken en over het algemeen in staat zijn tot het maken van heldere analyses, te gebruiken als informatiebron. Maar nadat achteraf bleek dat de 1,2 miljoen mensen die volgens AzG vorig jaar in het grote-Merengebied in nood zouden hebben verkeerd, er maar een paar honderdduizend waren, rees de vraag hoe betrouwbaar de informatie van de hulporganisatie eigenlijk is. AzG geeft toe dat een fout is gemaakt, maar distantieert zich van de uitspraken van Vos in het brancheblad. Hij zou zich ,,ongelukkig en onzorgvuldig'' hebben uitgedrukt. De enige fout die volgens de organisatie is gemaakt, is dat schattingen zijn gepresenteerd als feit. De hulporganisatie kon niet anders dan een schatting maken omdat het gebied waar de vluchtelingen verbleven, hermetisch was afgesloten. Reële aantallen waren eenvoudigweg niet te geven. ,,De schatting is gebaseerd op cijfers van de vluchtelingenorganisaties van de Verenigde Naties (UNHCR).'' Het aantal van 1,2 miljoen vluchtelingen lijkt overigens ook achteraf gezien accuraat, meent de organisatie. ,,800.000 vluchtelingen zijn teruggekeerd naar Rwanda en honderdduizenden zitten nog steeds vast in Oost-Zaïre,'' aldus een woordvoerder van AzG. De organisatie ontkent met de schattingen een andere bedoelingen mee te hebben gehad dan het presenteren van een wordt case scenario. ,,Gelukkig is het achteraf meegevallen. Maar de crisis is nog niet voorbij'', zegt de woordvoerder. Artsen zonder Grenzen krijgt zijn inkomsten van de Nederlandse overheid en de EU, uit donaties en uit de Nationale Postcodeloterij. De organisatie, begonnen in Frankrijk en uitgebreid naar Nederland, Spanje, België, Zwitserland en Luxemburg, is de afgelopen tien jaar explosief gegroeid. Het uitgavenniveau dat tien jaar geleden rond de paar miljoen lag, ligt tegenwoordig rond de 120 miljoen. De fondsen worden per project geworven. Na iedere crisis die zich de afgelopen jaren heeft voorgedaan, heeft de organisatie een nieuwe kapitaal-injectie gekregen en is zij verder gegroeid. Naarmate de overheid geleidelijk minder geld beschikbaar is gaan stellen voor ontwikkelingshulp, zijn de donaties van het publiek voor hulporganisaties belangrijker geworden. Daardoor is tussen hulporganisaties een 'concurrentieslag' om de gunst van de krantenlezer en de televisiekijker ontstaan waarin Artsen zonder Grenzen zich zeer prominent en succesvol hebben geprofileerd. AzG 'ontdekte' dat het verstrekken van informatie over een gebied een handig instrument is voor fondsenwerving. Vanmorgen maakte Terre des Hommes bekend met onmiddellijke ingang uit de Vereniging van Fondsenwervende Instellingen (VFI) te stappen nadat de VFI de organisatie had beschuldigd van overdrijving van het aantal donateurs in een bepaalde televisieshow om meer geldgevers te trekken. Terre des Hommes is woedend: ,,We hebben die cijfers de volgende morgen zelfgecorrigeerd,'' aldus een woordvoerder. Onlangs hield het hoofd van AzG J. de Milliano ook een pleidooi voor duidelijkere stellingname van hulporganisaties in conflicten. De Milliano vindt dat hulpverleners niet moeten schromen om de neutraliteit te verlaten als neutraal blijven in een conflict neerkomt op het steunen van de sterkste. Andere hulporganisaties, met name het Rode Kruis, menen dat het verlaten van de neutraliteit hulporganisaties juist in gevaar brengt en hun werk ter plekke bemoeilijkt. VVD-woordvoerder Ontwikkelingssamenwerking A. van der Stoel zegt benieuwd te zijn hoe Artsen zonder Grenzen orde op zaken gaat stellen. Potentiële donateurs krabben zich een volgende keer achter de oren voordat ze de portemonnee trekken, meent Van der Stoel. Ze vindt het betreurenswaardig dat AzG onder het mom van betrokkenheid vooral zichzelf in de kijker wil spelen. ,,Als Artsen zonder Grenzen ervoor kiest zich over de ruggen van slachtoffers te promoten, dan is dat de verantwoordelijkheid van AzG.'' M. Verstegen, voorzitter van het Instituut voor Sponsoring en Fondsenwerving in de Gezondheidszorg, vergelijkt de fondsenwerving met het slijten van een produkt. ,,Fondsenwervers gebruiken getallen als in de reclamewereld. Daar wordt ook overdreven om een produkt te verkopen.'' F. van Rooij van het Astmafonds meent dat hulpinstellingen de zaak best mogen aandikken. ,,Waar ligt de grens tussen misleiding en overdrijving? Je mag best overdrijven, omdat mensen zo langzamerhand zo gepantserd zijn tegen alle nood in de wereld dat je er wel een ramp van móet maken om gironummers op de televisie te krijgen.'' Directeur Van Soest van 'Mensen in Nood' zegt geen gevallen te kennen waarbij Nederlandse hulpinstellingen met cijfers hebben gesjoemeld. Hij vraagt om begrip voor AzG omdat het bij Rwanda om ,,een onoverzichtelijke situatie'' ging.

Officieren Zaïre kiezen kant rebellen

KINSHASA, 25 FEBR. Negen hoge officieren van het Zaïrese leger zijn overgelopen naar de rebellen die aansturen op de val van president Mobutu. Dat zei een van hen, een kolonel, gisteren in Brazzaville, de hoofdstad van buurland Kongo.

De afvallige officieren willen vanuit Brazzaville doorreizen naar het door de rebellen veroverde gebied in Oost-Zaïre. De groep bestaat uit vier kolonels, twee majoors en twee kapiteins - de rang van de negende officier is niet bekend. Zij voerden het bevel over regeringstroepen in Goma en Bukavu, twee steden aan de grens met Rwanda, die in het najaar werden ingenomen door de soldaten van Laurent-Désiré Kabila, leider van de Alliantie van democratische krachten voor de bevrijding van Kongo-Zaïre (ADFL). De woordvoerder van de negen, die zich bekend maakte als Anti, zei dat intussen honderden officieren en soldaten zich hebben aangesloten bij de opstandelingen. Zij zouden zijn gedemoraliseerd door jaren achterstallige soldij en beroerde levensomstandigheden. De officieren, zei Anti, waren vooral gefrustreerd door de ondoorzichtige commandostructuur. Bevelen komen zowel van de top van de strijdkrachten als van een 'ondergronds' commando in de entourage van president Mobutu, waardoor de legerleiding te velde volledig gedesoriënteerd is geraakt. ,,De kracht van Kabila is dat hij steun geniet onder de bevolking en - vooral - onder het grootste deel van de regeringstroepen'', aldus kolonel Anti. Officiële woordvoerders in de hoofdstad Kinshasa erkennen dat de rebellen met de inname, afgelopen zaterdag, van het mijnstadje Kalima, belangrijk zijn gevorderd op weg naar Kisangani, de op twee na grootste stad van Zaïre en het hoofdkwartier van het regeringsleger in het noordoosten. De president van Zuid-Afrika, Nelson Mandela, blijft zich intussen inspannen om de strijdende partijen in Zaïre rond de tafel te krijgen. Hij wilde gisteren niet ingaan op de vraag of afgezanten van Mobutu en Kabila elkaar dit weekeinde in Kaapstad hebben ontmoet, zoals eerder was aangekondigd, maar zei wel dat er 'belangrijke vooruitgang' is geboekt bij de voorbereidingen voor vredesbesprekingen. Kabila vloog vanmorgen naar Zuid-Afrika voor overleg met Mandelas regering, zo meldde een militaire bron in het gebied, die beklemtoonde dat de rebellenleider niet zal spreken met officiële vertegenwoordigers uit Kinshasa. (AP, Reuter)

Rebellen Zaïre nemen mijnstad in

KINSHASA, 24 FEBR. Opstandelingen in Oost-Zaïre hebben dit weekeinde het stadje Kalima veroverd. Daar bivakkeerden 25.000 Hutu-vluchtelingen uit het naburige Rwanda, die na de val van Kalima in het bos zijn verdwenen.

Na een week van, vooralsnog vergeefse, diplomatieke pogingen om de strijdende partijen om de tafel te krijgen, heeft het rebellenleger onder leiding van Laurent-Désiré Kabila het offensief heropend. Een hoge ambtenaar in Kinshasa zei gisteren de val van Kalima, een mijnstadje op 300 kilometer ten zuiden van Kisangani, de op twee na grootste stad van Zaïre, 'waarschijnlijk' te achten. Missionarissen ter plaatse lieten via de radio weten dat de rebellenintocht in Kalima 'vreedzaam en ordelijk' was verlopen. De opstandelingen beheersen inmiddels een strook grondgebied van 1.400 kilometer langs de grenzen met Oeganda, Rwanda en Burundi en rukken op in westelijke richting. Medewerkers van het Hoge commissariaat voor vluchtelingen van de VN (UNHCR) troffen zaterdagochtend voorbereidingen om naar schatting 25.000 Hutu's uit Rwanda, die nabij Kalima in een provisorisch kamp verbleven, hulp te bieden. Toen kort daarop een VN-vliegtuig landde, bleek het bivak verlaten. De vluchtelingen, die tien dagen eerder waren weggetrokken uit het door de rebellen ingenomen Shabunda, een stad oostelijk van Kalima, zouden beschikken over voedselrantsoenen voor vijf dagen. Volgens een VN-medewerkster lopen ze in westelijke richting, op weg naar Kindu, een provinciehoofdplaats aan de Zarerivier, die in handen is van het regeringsleger. Laurent-Désiré Kabila, de leider van de Alliantie van democratische krachten voor de bevrijding van Kongo-Zare (ADFL), eist het aftreden van president Mobutu Sese Seko, die al 31 jaar met straffe hand regeert over Zare. Mobutu vertrok zaterdag naar Frankrijk, naar verluidt om zich opnieuw te laten behandelen voor prostaatkanker. Voor zijn vertrek gaf hij het bevel over de landmacht in handen van generaal Mosala Monja Ndongo. Hij vervangt generaal Mulamba Ambote. De Belgische staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Reginald Moreels, zei dit weekeinde in interviews met de Belgische radio en het dagblad Het Laatste Nieuws dat in Oost-Zare een volkerenmoord plaatsgrijpt op Hutu-vluchtelingen en Zarese ontheemden. Volgens Moreels, die zich baseert op berichten van missionarissen en hulpverleners, zouden er rond de stad Goma, aan de grens met Rwanda, massagraven zijn ontdekt. Dat de krachtsverhoudingen in het gebied inmiddels zijn gewijzigd ten gunste van de rebellen werd gisteren bevestigd door Christian Tavernier, de Belg die het commando voert over naar schatting 300 huurlingen uit Servië, Frankrijk en België. Zij werden in januari ingeschakeld door het regeringsleger om de opmars van de rebellen te helpen stuiten, volgens Kinshasa alleen in de rol van 'instructeurs'. De huurlingen hebben weinig kunnen uitrichten, volgens Tavernier omdat de opstandelingen worden gesteund door Oegandese troepen. ,,Het Zarese leger moet het stellen zonder enige logistiek en verkeert, net als de rest van het land, in een chaos'', aldus de huurlingenleider. (Reuter, AP).

Verwarring rond overleg Zare

Door onze correspondent

JOHANNESBURG, 21 FEBR. Er heerst grote verwarring in Zuid-Afrika rond de voorgenomen vredesbesprekingen over Zare in Kaapstad. Gisteren leek alles klaar voor de eerste ontmoeting tussen rebellenleider Kabila en een afgezant van de Zarese president Mobutu.

Daarna bleek dat Kabila zich, in strijd met eerdere berichten, in het geheel niet in Zuid-Afrika bevond. De gezant van Mobutu trok vandaag in twijfel of het wel tot overleg zal komen. Onbedoeld en onbewust is de Zuidafrikaanse president Nelson Mandela de aanstichter geweest van alle onduidelijkheid. Mandela liet zich woensdag ontvallen dat er besprekingen tussen de Zarese strijdende partijen zouden worden gehouden, waarschijnlijk donderdag al. De president heeft een hekel aan misleidende mededelingen en is soms voorbarig - alsof hij met een bepaalde aankondiging de gang van zaken wil benvloeden. Beide Zarese kemphanen, rebellenleider Laurent Kabila en president Mobutu Sese Seko, wensen een stille diplomatie om gezichtsverlies te voorkomen. Een Zarese diplomaat liet gisteren onomwonden weten dat Mandela's mededeling Mobutu in grote verlegenheid had gebracht. En een Oegandese diplomaat zei: ,,Het was niet de bedoeling dat de informatie bekend zou worden.'' Zuidafrikaanse regeringsfunctionarissen kondigden daarom gisteren een nieuws-stop af op de Zarese onderhandelingen, daarmee hun eigen president corrigerend. Uit de woorden van vice-president Thabo Mbeki, gericht aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, kon gisteren worden opgemaakt dat Kabila nog niet in Kaapstad is gearriveerd. Mbeki zei Kabila het komend weekeinde te verwachten. Intussen toont de gezant van Mobutu, diens neef en veiligheidsadviseur Ngbanda Nzambo Ko Ayumbda, zich in Kaapstad uiterst kopschuw. ,,Een ontmoeting met de opstandelingen is niet aan de orde. Wij hebben onze voorwaarden. Voor alles willen we dat de aanstichters van de agressie de besluiten van de Veiligheidsraad respecteren'', aldus Ngbanda. De VN hebben alle buitenlandse mogendheden die bij het conflict in Zare zijn betrokken gevraagd hun troepen terug te trekken. Volgens Kinshasa hebben de rebellen in Oost-Zare militaire steun gekregen uit de buurlanden Rwanda, Burundi en Oeganda. Waarnemers in het gebied van de Grote Meren bevestigen dit. Zuidafrikaanse regeringskringen gaan er nu van uit dat de strijdende partijen elkaar in Kaapstad niet rechtstreeks zullen ontmoeten, maar dat Zuidafrikaanse bemiddelaars afzonderlijk met Kabila (of een van zijn afgezanten) en met Ngbanda zullen praten. De Verenigde Staten hebben aangeboden behulpzaam te zijn bij eventuele vredesbesprekingen. De Amerikaanse onderminister voor Afrikaanse zaken, George Moose, is in Kaapstad.

Kemphanen Zare om de tafel in Zuid-Afrika

Door onze correspondent

JOHANNESBURG, 20 FEBR. Vertegenwoordigers van de strijdende partijen in Zare zullen vandaag in Kaapstad voor het eerst om de tafel gaan zitten. Onder auspiciën van de Zuidafrikaanse regering voert rebellenleider Laurent Kabila overleg met de speciale afgezant van president Mobutu Sese Seko, zijn neef Ngbanda Nzambo Ko Ayumba.
President Nelson Mandela kondigde gisteren zelf de bijeenkomst aan, na een regionale topontmoeting met de leiders van Mozambique, Zimbabwe, Botswana en Oeganda. Mandela zei dat Mobutu en Kabila hem allebei hadden verzocht een ontmoeting in Zuid-Afrika te arrangeren. Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigde gisteravond de aankomst van Kabila en Ngbanda. De Amerikaanse onderminister voor Afrikaanse zaken, George Moose, zal waarschijnlijk bij de besprekingen aanwezig zijn. De Zarese regering liet intussen vanuit Kinshasa weten niet op de hoogte te zijn van de ophanden zijnde dialoog in Kaapstad. Volgens waarnemers wijst dit op een grote tegenstelling tussen Mobutu en zijn premier Kengo Wa Dondo. Vorig jaar oktober begon in het oosten van Zare een offensief van verscheidene rebellengroepen tegen het bewind van Mobutu dat zij betichtten van willekeur, wanbeleid en misdaden. Laurent Kabila wierp zich op als de voornaamste leider. Met name de rebellen die soldaten recruteerden onder de Tutsi's, bouwden een sterke positie op. Zij kwamen vooral in het geweer tegen de Rwandese Hutu's die vanuit de vluchtelingenkampen in Zare met hulp van het Zarese leger een invasie van Rwanda voorbereidden. Alom wordt aangenomen dat de door Tutsi's gedomineerde regering van Rwanda de rebellen een handje heeft geholpen. De opstandelingen controleren inmiddels een ruim duizend kilometer lange strook grondgebied langs de grens met Burundi, Rwanda en Oeganda. Vorige maand voerde Kinshasa de militaire druk op de rebellen op, onder meer met bombardementen op 'bevrijde' steden. Begin deze week kwamen bij een bombardement op Bukavu 19 mensen om het leven. Tot terreinwinst voor het leger van Mobutu leidde het nieuwe offensief nog niet. De Zarese president sloot tot dusverre onderhandelingen met de rebellen uit, maar voelt zich nu kennelijk zo in het nauw gedreven dat hij overleg als enige uitweg ziet. Volgens Zuidafrikaanse bronnen is de ontmoeting in Kaapstad een 'voorlopig onderzoek' naar voorstellen voor een staakt-het-vuren, gedaan door de Oegandese president Museveni en door de Verenigde Naties. Een doorbraak wordt voorlopig niet verwacht. Hoe lang de besprekingen in Kaapstad zullen duren is niet bekend. Tot zover onze correspondent. Het vredesplan van vijf punten dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dinsdag lanceerde voor Oost-Zare is door de centrale regering in Kinshasa en door buurland Rwanda verworpen. De Zarese minister van Buitenlandse Zaken, Gérard Kamanda wa Kamanda, noemde het voorstel gisteren een 'timide stap' en zei ,,oprecht te betreuren dat de resolutie de agressie tegen Zare niet veroordeelt''. Hij doelde op de steun die de rebellen zouden ontvangen uit de buurlanden Oeganda, Rwanda en Burundi. Het VN-voorstel behelst een onmiddellijk staakt-het-vuren, terugtrekking van buitenlandse troepen (huurlingen inbegrepen), waarborgen voor de territoriale onschendbaarheid en soevereiniteit van alle staten in het gebied, bescherming voor vluchtelingen en een internationale conferentie ter beëindiging van het conflict. Volgens Kamanda had de Veiligheidsraad moeten wachten totdat de VN-gezant voor Midden-Afrika, Mohammed Sahnoun, verslag had uitgebracht aan de secretaris-generaal. Sahnoun is overigens de opsteller van het vredesplan. Claude Dusaidi, politiek adviseur van Rwanda's sterke man Paul Kagame, zei gisteren dat de Veiligheidsraad een 'valse start' had gemaakt door niet eerst de rebellen te raadplegen. ,,Dit is absurd. Zelfs indien de buurlanden akkoord gaan, zijn de voorstellen zinloos zonder de instemming van de rebellen'', aldus Dusaidi. (Reuters, AP)

Staakt-het-vuren geëist; VN lanceren vredesplan Oost-Zare

KINSHASA, 19 FEBR. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft gisteravond opgeroepen tot een staakt-het-vuren in Oost-Zare. De oproep maakt deel uit van een vredesplan van vijf punten. Volgens de VN-gezant voor Midden-Afrika is de Zarese regering bereid te praten met de rebellen.

De resolutie van de Veiligheidsraad, waarin het vredesplan is vervat, volgde gisteravond op een verzoek van speciale gezant Mohammed Sahnoun, die beklemtoonde dat Zare eerder zou ingaan op een eis van de raad dan op verzoeken van afzonderlijke landen of hulporganisaties. De vijftien leden van de Veiligheidsraad namen het plan, dat hun was voorgelegd in een brief van secretaris-generaal Kofi Annan, met algemene stemmen aan. Het vredesplan behelst, behalve een onmiddellijk staakt-het-vuren, de terugtrekking van alle buitenlandse troepen (huurlingen inbegrepen), respect voor de nationale soevereiniteit en territoriale integriteit van Zare en andere staten in het gebied, de bescherming van vluchtelingen en ontheemden en een vreedzame regeling van de crisis in Oost-Zare. Die laatste moet totstandkomen door middel van dialoog, verkiezingen en een internationale conferentie over vrede, veiligheid en ontwikkeling. Terwijl de Veiligheidsraad beraadslaagde, arriveerden ministers van Buitenlandse Zaken van andere Afrikaanse staten in Kinshasa voor overleg met de Zarese regering. Voordat zij vertrokken uit Nairobi, de hoofdstad van Kenia, lieten de ministers van Kenia, Zuid-Afrika, Tanzania, Kameroen, Kongo en Zimbabwe weten dat zij voorbereidingen treffen voor een regionale topconferentie ter beëindiging van de oorlog in Oost-Zare. Zare heeft eerder tot tweemaal toe geweigerd deel te nemen aan dergelijke topontmoetingen, maar premier Leon Kengo wa Dondo zei maandag dat zijn land oproepen tot een internationale conferentie over het conflict steunt. Hij wees opnieuw onderhandelingen met de rebellen in Oost-Zare van de hand, maar volgens diplomaten en Zarese politieke waarnemers staat president Mobutu onder toenemende druk vanuit zijn eigen partij om besprekingen te openen met rebellenleider Laurent Kabila. De opstandelingen controleren intussen een strook van duizend kilometer langs de grens met Oeganda, Rwanda en Burundi. De speciale VN-gezant voor Midden-Afrika, de Algerijn Mohammed Sahnoun, die dit weekeinde een bezoek bracht aan de noordwestelijke stad Gbadolite, Mobutu's toevluchtsoord in het binnenland, zei gisteren dat de president wellicht bereid is tot onderhandelingen. ,,Ik bespeur politieke wil om mij bij te staan in mijn missie, en mijn opdracht is zeer duidelijk: onmiddellijke beëindiging van de vijandelijkheden'', aldus Sahnoun. Zares waarnemend ambassadeur bij de VN, Khabouji Lukabu, zei dat het vredesplan van de volkerenorganisatie alleen kan werken indien het wordt aanvaard door de buurlanden Rwanda, Burundi en Oeganda. Die worden door Kinshasa beschuldigd van inmenging in het conflict door middel van steun aan het door Tutsi's geleide rebellenleger, dat aanstuurt op de val van de regering-Mobutu. (Reuter, AP)

'UNHCR schuld crisis rond Tingi Tingi'

Door onze correspondent KOERT LINDIJER

GOMA/KIGALI, 18 FEBR. De verwijten vliegen over en weer. ,,Het is de schuld van het UNHCR dat de Rwandese vluchtelingen bij Tingi Tingi betrokken dreigen te raken bij een veldslag'', zegt een hoge Westerse diplomaat in de Rwandese hoofdstad Kigali.

Een vertegenwoordiger van de Zarese rebellen in Goma waarschuwt: ,,De Verenigde Naties moeten het probleem bij Tingi Tingi snel oplossen, anders vallen wij binnenkort het kamp aan.'' Sadako Ogata, hoofd van het UNHCR, het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de VN, stelde vorige week in Kigali: ,,Tingi Tingi is het probleem van de Zarese regering, de VN kunnen het niet oplossen.'' Toen eind vorig jaar de Zarese rebellen bij Goma de greep doorbraken waarin vluchtelingenkampen door Rwandese Hutu-extremisten werden gehouden, keerden ongeveer 700.000 Rwandezen terug naar hun vaderland. De extremisten ontsnapten westwaarts, de Zarese jungle in. Enkele tienduizenden vluchtelingen uit de kampen rond het zuidelijker gelegen Bukavu voegden zich bij hen. Militairen en civiele leiders van de genocide in Rwanda van 1994 herstelden vervolgens hun invloed op de vluchtelingen. De Zarese rebellen hebben hen inmiddels ingehaald en belegeren nu het kamp Tingi Tingi, waar 130.000 vluchtelingen en extremisten leven. Het Zarese regeringsleger bewapent dezen weer om te vechten tegen de rebellen. De schuld van de dreigende humanitaire crisis als gevolg van de strijd rond Tingi Tingi wordt door menigeen het UNHCR in de schoenen geschoven. Evenals het geval was in de vluchtelingenkampen vóór de exodus terug naar Rwanda in november voedt het UNHCR in Tingi Tingi iedereen, zowel burgers, militairen als militieleden. Ogata: ,,Het blijkt steeds moeilijker het civiele karakter van de vluchtelingenkampen te garanderen. Er bestaat geen mechanisme in de internationale gemeenschap om een scheiding aan te brengen tussen burgers en strijders.'' De kritiek op het UNHCR aangaande Tingi Tingi gaat echter verder. ,,De vluchtelingen waren onderweg naar de stad Kisangani'', zegt een diplomaat. ,,Het UNHCR hield ze tegen en ging ze voedsel verstrekken. Daarom bevinden ze zich nu in de frontlinie.'' Rebellenleider Laurent Kabila heeft dit weekeinde beloofd de aanval op Tingi Tingi uit te stellen om de VN tijd te geven een oplossing te vinden. ,,Er bevinden zich moordenaars onder de vluchtelingen. Een aanval is onvermijdelijk als de VN geen scheiding kunnen aanbrengen in het kamp'', waarschuwt een vertegenwoordiger van de rebellen in Goma. ,,Tingi Tingi fungeert als trainingskamp, de humanitaire hulp komt ten goede aan Rwandese militairen. Zij doodden Zarese burgers en vechten tegen ons. Er blijft ons uiteindelijk geen andere keuze dan het kamp aan te vallen.'' De verovering van Tingi Tingi en het nabijgelegen Lubutu zal de weg vrijmaken voor een aanval op Kisangani, de op twee na grootste stad van Zare. ,,De inname van Kisangani zal het einde betekenen van het regime van president Mobutu'', voorspelt een diplomaat. ,,De regering komt door de inname van Kisangani met de rug tegen de muur te staan en wordt gedwongen onderhandelingen te beginnen. De rebellen stellen als voorwaarde voor overleg het aftreden van Mobutu. Het regeringsleger vecht nauwelijks meer terug, het valt verder uiteen naarmate de rebellen terrein winnen. Nog vóór het einde van de maand kan Kisangani vallen.'' Het inzetten van huurlingen door het Zarese leger heeft het beoogde effect gemist. De helft van de 300 huurlingen werd onlangs verslagen bij de verovering door de rebellen van de stad Watsa. De andere helft zit in Kisangani. ,,Ze zijn bang'', zegt een militaire waarnemer, ,,ze vechten nauwelijks. Het tijdperk van de huurlingen in Afrika is voorbij.'' Veel van de blanken onder de huurlingen zijn Serviërs. In de tropische regenwouden van Zare blijken zij minder goede strijders dan in hun koele vaderland. Bombardementen zoals gisteren op Bukavu zullen vermoedelijk ook niet tot een ommekeer leiden. Er bevinden zich heel weinig rebellen in de steden, zij trekken onmiddellijk na veroveringen verder naar het front dat zich langs de wegen en paden bevindt in de jungle. Daar kunnen de gevechtsvliegtuigen hen nauwelijks raken. Bombardementen zullen vooral civiele schade aanrichten en het moreel aantasten van de burgers in rebellengebied. De Zarese regering stelt Rwandese en Oegandese troepen verantwoordelijk voor de zegetocht van de rebellen. Er bestaat ontegenzeggelijk grote sympathie in beide landen voor de rebellen. Bij de aanvang van de oorlog in oktober hielpen Rwandese strijders de rebellen een handje. Diplomaten in Kigali zeggen echter niet over bewijzen te beschikken van rechtstreekse betrokkenheid van Rwandese en Oegandese troepen bij het rebellenoffensief. Met de toenemende onveiligheid in Rwanda zelf als gevolg van de aanvallen door Hutu-extremisten kan het regeringsleger zich nauwelijks permitteren om soldaten naar Zare te zenden, menen waarnemers. ,,De Zarese rebellen hebben ons niet nodig'', verklaart Emanuel Ndahiro, naaste medewerker van minister van Defensie Paul Kagame. ,,Bovendien, we beschikken niet over de mogelijkheden om hen te helpen.'' De razendsnelle opmars van de rebellen lijkt vooral het gevolg van de desintegratie van de Zarese staat, een ontwikkeling die al ruim tien jaar geleden een aanvang nam. Regeringssoldaten weigeren hun leven te geven voor een schijnbaar verloren zaak en voor een corrupt regime dat geen soldij betaalt. Zo snel verloopt de opmars dat de vrees groeit onder Westerse diplomaten voor een onhandelbare humanitaire crisis als gevolg van de zich uitbreidende strijd. Washington oefent daarom druk uit op de rebellen hun offensief te staken. Vermoedelijk pas ná de verovering van Kisangani zullen de rebellen zich ontvankelijk tonen voor dergelijke buitenlandse druk.

Luchtacties van Zare tegen de rebellen

KINSHASA, 18 FEBR.Het Zarese regeringsleger heeft gisteren luchtaanvallen uitgevoerd op drie plaatsen in het rebellengebied en gedreigd dat andere steden zullen volgen.

Bij de aanval op Bukavu in het oosten van Zare zijn ten minste 6 doden gevallen en raakten 37 mensen gewond, toen er met gevechtshelikopters en straaljagers bombardementen en beschietingen werden uitgevoerd. Het is onbekend hoeveel slachtoffers er vielen in de nabijgelegen plaatsen Walikale en Shabunda die eveneens gebombardeerd werden. Rebellenleider Laurent Kabila zei vandaag vanuit het 500 kilometer zuidelijker gelegen Kalemie, dat er aanvallen zullen worden uitgevoerd op het vliegveld van waar de straaljagers zijn opgestegen. De helikopters en vliegtuigen van Russische makelij worden bestuurd door Oekraense huurlingen, die het Zarese leger heeft aangetrokken voor de oorlog tegen de Tutsi-rebellen. De rebellen hebben sinds september vorig jaar een strook van duizend kilometer veroverd langs de grens met Oeganda, Rwanda en Burundi. Volgens de Zarese regering worden de rebellen door deze buurlanden militair gesteund. Het Zarese ministerie van Defensie meldt dat er tegelijkertijd met de luchtaanvallen een grote veldslag wordt geleverd met de rebellen in een gebied op 270 kilometer ten zuiden van Kisangani. Het regeringsleger probeert vanuit deze stad een tegenoffensief op gang te brengen, maar wordt tot nu toe door de rebellen in bedwang gehouden. In Kalemie, dat begin deze maand door de rebellen werd veroverd, hebben 4,500 recruten zich aangemeld bij de rebellen, onder wie veel minderjarigen. Kalemie werd door de regeringsoldaten na plunderingen achtergelaten en wordt nu getroffen door een cholera-epidemie. Naar schatting 350 mensen zijn er de afgelopen weken gestorven, drie keer meer dan normaal is voor deze tijd van het jaar. De plaatselijke bevolking stenigde dertig vrouwen omdat zij ervan verdacht werden de ziekte middels hekserij te hebben verspreid. (AP, Reuter)

Opstandelingen gelden in Oost-Zare als bevrijders

Door onze correspondent KOERT LINDIJER

In de Zarese stad Goma is het krijgsrumoer verstomd. Er komt weer water uit de kraan en leden van het rebellenkabinet staan er de pers te woord. Een reportage uit 'bevrijd gebied'.

GOMA, 17 FEBR. Voor het kleurrijk opgeschilderde nieuwe ministerie van Informatie van de Zarese rebellen in Goma staat een groepje werkzoekenden in de rij. In het door de opstandelingen veroverde oosten van het land ontvangt geen enkele ambtenaar of minister een salaris. Waarom solliciteer je dan voor een baan bij de nieuwe overheid? ,,We hebben vertrouwen in de door de vrijheidsstrijders uitgeroepen Democratische Republiek Congo'', zegt de 27-jarige Jean Marie als hij zich bij de rij aansluit. ,,De vrijheidsstrijders zullen binnenkort geheel het land controleren. Tot die tijd willen we best zonder salaris werken.'' Er heerst een ontspannen sfeer in het door de Alliantie van Democratische Strijdkrachten voor de Bevrijding van Congo (ADFL) gecontroleerde Goma. Een maand geleden was dat nog geheel anders. Bij de aanvang van het met veel bombarie gelanceerde tegenoffensief van de Zarese regeringsstrijdkrachten tegen de ADFL-rebellen, maakten buitenlandse hulpverleners evacuatieplannen en raakten bewoners in paniek. Een gevoel van veiligheid is nu over de stad gekomen. Vrouwen in fraaie lange doeken en met ingenieus gevlochten haren paraderen langs de centrale avenue, jongemannen hangen rond in de portieken en kinderen voetballen op het grasveld van de grote rotonde. Enkele winkeliers hebben hun deuren geopend en op de markt liggen allerlei groenten, evenals vlees. Er komt elektriciteit van het Rwandese grensstadje Ginsenye en er stroomt water uit de kranen. Op zaterdagavond is het swingen geblazen in de nachtclub. ,,We hebben het gevoel dat de gevaren van de oorlog voorbij zijn'', vertelt een zakenman. ,,En de vrijheidsstrijders gedragen zich gedisciplineerd.'' De ADFL-autoriteiten zetten nieuwe regeringsstructuren op. De scholen functioneren weer en economische activiteiten worden hervat. ,,De brouwerij van Heineken in Bukavu draait weer'', zegt Raphael Ghenda, de minister van Informatie. ,,Vrijwilligers voeren nu nog het management over de fabriek, maar twee buitenlanders zijn in Bukavu gearriveerd om te komen helpen.'' De rebellenregering geleid door ADFL-president Laurent Kabila bestaat uit achttien bewindslieden, waaronder twee ministers van Buitenlandse Zaken en één voor Toerisme en Milieu. De niet-gevluchte ambtenaren hebben hun baan behouden. Aan de grens dienen hulpverleners en journalisten een visum te kopen voor veertig dollar. Zij ontvangen daarvoor netjes een bonnetje met een stempel van de Democratische Republiek Congo waarop een brullende leeuw staat afgebeeld naar het voorbeeld van de Lion King. Binnenkort willen de nieuwe autoriteiten belastingen gaan heffen. ,,Het Zarese leger perste ons geld af'', vertelt een handelaar. ,,Weigerden we te betalen, dan plunderden ze onze handelswaar. Handelaren in Goma maken dus geen enkel bezwaar om belastingen te betalen aan de ADFL-rebellen. We voelen ons door hen bevrijd.'' Oost-Zare is een van de potentieel rijkste gebieden van Afrika. Op de uiterst vruchtbare grond groeit koffie en thee. In de grond zitten goud, diamanten en andere mineralen. Al deze rijkdommen verdwenen onder het bewind van president Mobutu door middel van smokkel naar buurlanden of in de zakken van het staatshoofd en zijn handlangers. De ADFL-autoriteiten willen hun inkomsten gaan betrekken uit export van landbouwprodukten, evenals uit de mijnbouw waarvoor buitenlandse ondernemers zijn uitgenodigd. Vorige maand verkocht de ADFL 200 ton koffie uit oude voorraden van het voormalige staatsinkoopbedrijf in Goma en ontving daarvoor 600.000 dollar, zo vertellen handelaren. In gebieden waar de rebellen binnentrekken, worden ze verwelkomd door de plaatselijke bevolking. Het gevaarlijkste moment in deze oorlog is als de regeringssoldaten ergens wegtrekken en er ter plaatse een laatste orgie van plunderingen en verkrachtingen plaatsvindt. Het aanvankelijke wantrouwen onder de bevolking jegens de ADFL is in sommige steden, zoals Uvira, niet geheel verdwenen maar is tanende. De zichtbare betrokkenheid van Rwandese Tutsi-soldaten bij het begin van het conflict in oktober/november wekte veel argwaan. De ADFL heeft inmiddels duizenden nieuwe recruten geworven onder Zarese burgers en de Banyamulenge-Tutsi's die de strijd begonnen, vormen inmiddels een kleine minderheid. Wat begon als een door Rwanda genstigeerde oorlog om de Rwandese vluchtelingenkampen in Oost-Zare te sluiten, lijkt te zijn uitgegroeid tot een binnenlandse bevrijdingsstrijd. De grootste opgave voor de rebellen is om hun positie in de veroverde gebieden te consolideren. Bij hun razendsnelle opmars laten zij noodgedwongen grote gebieden tussen de dorpen en steden onbeschermd achter. Van noord naar zuid is hun grondgebied meer dan duizend kilometer lang. Naar schatting 40.000 man, onder wie kinderen van 14 jaar en jonger, vechten mee met de ADFL. Deze troepenmacht controleert vooral de stedelijke gebieden. Op het platteland trekken tienduizenden ontheemde Zarezen onbeschermd rond, verzwakt en ontvankelijk voor epidemieën. Uiteengeslagen eenheden van het voormalige Rwandese regeringsleger en de Hutu-militie Interahamwe beroven reizigers en overvallen dorpjes. Tribale milities bevechten elkaar. De oorlog die in 1993 uitbrak rond Masisi tussen leden van de Hunde-stam en Zarese Hutu's woekert voort, met opnieuw tienduizenden ontheemden. Vorige week werd een dorp aangevallen en 170 inwoners verloren daarbij het leven, aldus hulpverleners. De ADFL-rebellen houden zich goeddeels afzijdig van deze strijdtonelen. Zij concentreren zich op hun machtsstrijd met het Zarese regeringsleger. ,,Mobutu moet onmiddellijk aftreden en het regeringsleger dient zich over te geven'', verkondigt minister Raphael Ghenda. Hij trekt zijn dasje recht, leunt achterover in zijn stoel op zijn ministerie en vervolgt: ,,We vechten voor geheel nieuwe politieke structuren. En voor vrije verkiezingen. We staan open voor onderhandelingen met de oude machtskliek. Maar als er geen onderhandelingen komen, marcheren we naar Kinshasa.'' Dergelijk zelfvertrouwen stemt de bevolking in Goma optimistisch.'De brouwerij van Heineken in Bukavu draait weer'

Zarese rebel stelt aanval op Hutu-kamp uit

KALEMIE, 17 FEBR. De Zarese rebellenleider Laurent Kabila zal voorlopig afzien van de voorgenomen aanval op een vluchtelingenkamp in Oost-Zaire. Daar zouden zich Rwandese Hutu-extremisten ophouden die worden bewapend door de regering in Kinshasa.

Kabila reageerde gisteren op pleidooien van de Verenigde Naties om het dorp Tingi Tingi, waar naar schatting 150.000 Hutu-vluchtelingen uit Rwanda bivakkeren, ongemoeid te laten. De speciale VN-gezant voor Midden-Afrika, de Algerijn Mohammed Sahnoun, heeft dit weekeinde tegenover de Zarese regering zijn zorg uitgesproken over het lot van de Rwandese vluchtelingen in Oost-Zare. Vorige week nog dreigde de rebellenleider tot tweemaal toe om Tingi Tingi aan te vallen als de naar zijn zeggen door de Zarese regering bewapende extremisten niet binnen enkele dagen hun biezen zouden pakken. Gisteren zei hij dat hij de vluchtelingenorganisatie van de VN in de gelegenheid wil stellen om ,,de gewapende moordenaars te scheiden van de bona fide vluchtelingen''. Hij stelde geen tijdslimiet, maar zei contact te zullen houden met VN-functionarissen. Een hoge ambtenaar van het Zarese ministerie van Defensie ontkende zondag dat zijn regering de Hutu-extremisten in Oost-Zare, die medeverantwoordelijk zijn voor het bloedbad dat in 1994 werd aangericht onder de Tutsi-tuigladingen wapens heeft voorzien. Volgens deze zegsman maakt Kabila's dreigement om Tingi Tingi onder vuur te nemen duidelijk dat hij aan de leiband loopt van de huidige regering in Rwanda, die wordt gedomineerd door Tutsi's. De leiders in Kigali ontkennen dit op hun beurt. Een VN-delegatie had dit weekeinde een ontmoeting met Kabila in Kalemie, een havenplaatsje aan het Tanganyikameer. ,,Ik heb hen uitgelegd dat zij moordenaars voeden'', aldus de opstandelingenleider. De secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, bevestigde vrijdag dat soldaten van het voormalige Rwandese regeringsleger en leden van Hutu-milities wapens en munitie ontvangen via de lucht en worden ingezet tegen het rebellenleger dat aanstuurt op de val van president Mobutu van Zare. (Reuter, AP)

VN bang voor nieuw slagveld in Oost-Zare

NEW YORK/KINSHASA, 15 FEBR. Secretaris-generaal Kofi Anan van de VN heeft afgelopen nacht gewaarschuwd voor een tragedie in gemproviseerde vluchtelingenkampen in Tingi Tingi in het oosten van Zare, waar zich zo'n 150.000 vluchtelingen uit Rwanda bevinden.

Volgens Anan dreigen de kampen te veranderen in slagvelden nu het erop lijkt dat de bevolking daar op grote schaal wapens en munitie in handen krijgt, waarschijnlijk afkomstig van het Zarese leger dat in strijd is gewikkeld met rebellen onder leiding van veldheer Laurent Désiré Kabila. Anan heeft de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad - de VS, Rusland, China, Groot-Brittannië en Frankrijk - gevraagd de regering van Zare, Rwanda en Oeganda onder druk te zetten de vluchtelingen niet tot speelbal te maken van oorlogshandelingen. Het rebellenleger onder leiding van Kabila heeft de afgelopen dagen verschillende successen geboekt. Gisteren verbood de Zarese regering alle openbare protesten en demonstraties tot het einde van de oorlog tegen de rebellen. Iedereen die het verbod naast zich neerlegt ,,zal kennis maken met het volle gewicht van de wet'', zei een regeringswoordvoerder gisteren na afloop van de wekelijkse kabinetsraad op de staatsradio. ,,Wie tegen de beslissing ingaat, wordt beschouwd als een samenzweerder met de vijand''. De hoofdstad Kinshasa lag gisteren praktisch stil door een staking, uitgeroepen door de belangrijkste oppositiepartij, de Heilige Unie van de Radicale Oppositie (USOR). (Reuter)

Zarese rebellen boeken terreinwinst

UVIRA, 14 FEBR. De Zarese rebellenleider Laurent Désiré Kabila heeft gezegd dat zijn troepen opnieuw een stad hebben ingenomen in het noordoosten van Zare.

Het bericht is niet bevestigd door onafhankelijke of regeringsbronnen. Als Faradje, een stad op zestig kilometer van de grens met Soedan, inderdaad gevallen is, beheersen Kabila's rebellen intussen in het oosten een stuk grensgebied van ruim duizend kilometer, langs de grenzen met Soedan, Oeganda, Rwanda, Burundi en Tanzania. Het opstandelingenleger rukt van drie kanten op naar Kisangani, verreweg het grootste centrum in Boven-Zare en de op twee na grootste stad van het land. Het Zarese regeringsleger heeft vanuit Kisangani een tot dusverre vruchteloos tegenoffensief ingezet. Volgens Kabila kunnen zijn troepen Kisangani snel innemen, maar de rebellenleider zegt president Mobutu van Zare liever langs de weg der onderhandelingen tot aftreden te dwingen. (Reuter, AP)

Heineken bezig met evacuatie Kisangani

Bierbrouwer Heineken houdt rekening met de sluiting van een tweede brouwerij in Zare als gevolg van de hevige gevechten in het land. Het concern treft voorbereidingen voor de evacuatie van een deel van zijn personeel in Kisangani. De situatie in de stad is volgens een Heineken-woordvoerder ,,uitermate spannend''.

Heineken wil met name Zarese werknemers die niet uit Kisangani en omgeving komen, de mogelijkheid van een evacuatie aanbieden. Uit ervaringen in andere oorlogsgebieden heeft de brouwer geleerd dat arbeiders uit de betrokken streek meestal willen blijven, ook al lopen ze daardoor gevaar. Rebellen zijn de afgelopen dagen vanuit het oosten van Zare opgerukt en hebben regeringstroepen naar Kisangani teruggedreven. Volgens sommige berichten zouden de opstandelingen pogingen doen om de toevoerwegen naar de stad af te snijden. Kisangani is in grootte de derde stad van het land. In de plaatselijke Heineken-brouwerij werken ruim 200 mensen. Buitenlandse managers zijn al eerder teruggeroepen. De brouwerij in de stad kan 30 miljoen liter bier per jaar maken, maar draait momenteel maar op eentiende van haar capaciteit. Heineken heeft vijf brouwerijen in Zare, die diverse merken produceren. Vorig jaar moest het concern al de brouwerij in de oostelijke stad Bukavu sluiten, toen rebellerende Banyamulenge-tutsi's deze plaats veroverden. De opstandelingen zetten de Heineken-directie in Bukavu momenteel onder druk om weer bier te gaan brouwen.

Ogata wijst op nood gevluchte Hutu's in Zare

TINGI TINGI, 10 FEBR. De Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties, Sadako Ogata, heeft het afgelopen weekeinde een bezoek gebracht aan het vluchtelingenkamp Tingi Tingi, aan de rand van de gevechtszone in Oost-Zare, waar meer dan 120.000 Rwandese Hutu-vluchtelingen vastzitten.

Het gaat om Hutu's die zich eind vorig jaar niet hebben gevoegd bij de honderdduizenden die toen naar Rwanda terugkeerden, maar in plaats daarvan verder naar het westen zijn gevlucht. Ogata zei dat de vluchtelingen in Tingi Tingi, ongeveer 250 kilometer ten zuidoosten van Kisangani, eveneens naar huis moeten terugkeren, maar dat nog onduidelijk is hoe en op welke voorwaarden. Ze wees erop dat de snel naderbij komende frontlinie een bedreiging voor hen vormt. Het kamp in Amisi, zestig kilometer verderop, is al in handen van de rebellen gevallen, en de veertigduizend vluchtelingen zijn onderweg naar Tingi Tingi. (AFP, Reuter)

Veiligheidsraad VN veroordeelt geweld in Zare

NEW YORK, 8 FEBR. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in New York heeft gisteren geëist dat er een einde komt aan de vijandelijkheden in het oosten van Zare. Volgende de raad moeten ,,alle buitenlandse krachten, inclusief huurlingen, zich terugtrekken uit het gebied''.

De regering in Kinshasa beschuldigt de buurlanden Rwanda en Uganda van betrokkenheid bij de gevechten in het oosten van Zare. De rebellen en de machthebbers in Kampala en Kigali op hun beurt beschuldigen de Zarese regering ervan huurlingen te hebben ingeschakeld om de opstand neer te slaan. In een mijnstad in het oosten van Zare zijn gisteren op grote schaal gevechten uitgebroken tussen regeringstroepen en opstandelingen, heeft een hoge functionaris van het Zarese ministerie van Defensie gezegd. ,,De rebellen zijn talrijker dan wij en er is een groot gevaar dat zij de stad innemen'', aldus de functionaris. Punia, een mijnstad waar tin en goud worden gedolven, ligt diep in het Zarese regenwoud, zeventig kilometer ten zuiden van Lubutu. Deze laatste stad is strategisch gelegen aan de doorgangsweg naar Kisangani. (Reuter, AFP)

Mobutu zoekt geen hulp van Marokko

KINSHASA, 7 FEBR. De Zarese president Mobutu Sese Seko heeft vandaag ontkend dat hij militaire hulp zoekt van zijn oude bondgenoot Marokko bij het onderdrukken van een rebellie in het oosten van het land. ,,Ik ben hier niet gekomenom militaire hulp te vragen, in tegenstelling tot wat u hebt geschreven'', zei Mobutu tegen verslaggevers op de luchthaven van Marokkaanse hoofdstad Rabat, kort voordat hij naar Zare vertrok.

Mobutu kwam maandag in Marokko aan uit Frankrijk, waar hij een behandeling heeft ondergaan voor prostaatkanker. Zare heeft gisteren instemmend gereageerd op een Amerikaanse oproep aan buurlanden om buiten het conflict in Zare te blijven. Behalve de Verenigde Staten hebben ook Frankrijk en België hun bezorgdheid over de revolte in Oost-Zare uitgesproken. Deze landen vrezen dat de rebellie uitgroeit tot een regionaal conflict in het hart van Afrika. De rebellen van de Democratische Alliantie voor de bevrijding van Congo Zare blijven intussen oprukken. Gisteren hebben officiële Zarese defensie-woordvoerders de val van de plaats Shabunga bevestigd. Volgens de zegslieden heeft de val van Shabunga slechts geringe waarde omdat er zich maar weinig Zarese regeringstroepen in het gebied bevinden. De Zarese defensie-woordvoerders hebben verder toegegeven dat de rebellen oprukken in de mineraalrijke provincie Shaba, in het zuiden van Zare, en dat de plaats Kalemie daar in hun handen is gevallen. Maar ze ontkennen met kracht dat de rebellen de stad Lubutu, op de weg naar Kisangani, naderen en dat ze naar Isoro in het noordoosten oprukken. (Reuter)

VN sturen gezant naar Midden-Afrika

NEW YORK/ KINSHASA, 6 FEBR. De Verenigde Naties sturen vandaag hun speciale afgezant Mohamed Sahnoun op pad voor een nieuwe diplomatieke missie in Midden-Afrika.

De situatie in de regio verslechtert snel, met een zich uitbreidende burgeroorlog in Zare en verergerend etnisch geweld in Burundi en Rwanda. Sahnoun verklaarde vorige week dat de kans op vrede in het gebied gering zijn. Zare beschuldigt Rwanda, Burundi en Oeganda van militaire interventie in zijn burgeroorlog. De Verenigde Staten deden gisteren ,,eens te meer'' een beroep op Zares buren buiten de strijd te blijven. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei niet of hij over onafhankelijke bewijzen beschikt dat deze landen de Zarese rebellen helpen. De Oegandese president, Yoweri Museveni, heeft gisteren in elk geval een Oegandese militaire rol met kracht ontkend. De Zarese rebellen hebben opnieuw een stad, Shabunda, veroverd in hun opmars door de zuidoostelijke koperprovincie Shaba, aldus kerkelijke bronnen en hulpwerkers. Zij melden dat de rebellen nu naar het westen oprukken, in de richting van de stad Kindu. Volgens de bronnen zijn 40.000 Rwandese Hutu-vluchtelingen in het gebied verder naar het westen gevlucht in verband met de opmars van de rebellen, onder wie veel Tutsi's. Rebellenleider Laurent Kabila gaf de Zarese president Mobutu gisteren tot 21 februari de tijd om op te stappen. ,,We hebben een gemotiveerd en toegewijd leger opgebouwd dat klaar staat om dit land te bevrijden van 31 jaar plundering en verwoesting door Mobutu en zijn kameraden'', zei hij in zijn hoofdkwartier in Goma. (Reuter, AP, AFP)

Egypte ontkent militaire hulp aan Zare

KINSHASA, 5 FEBR.Egypte en Togo hebben berichten tegengesproken dat zij militaire hulp hebben toegezegd aan Zare in de strijd tegen de oprukkende Tutsi-rebellen.

Zare maakte maandag melding steun te verwachten van Marokko, Togo, Tsjaad en Egypte. China en Israel werden gevraagd te helpen bij de opleiding van Zarese militairen. De Tutsi-rebellen hebben aan de oostgrens van Zare een gebiedsstrook veroverd van duizend kilometer lang. Gisteren werden Zarese jongemannen in de leeftijd van 15 tot 18 jaar opgeroepen zich te melden bij het regeringsleger. De Verenigde Staten hebben er bij alle buitenlandse mogendheden op aangedrongen buiten het conflict te blijven. Zare beschuldigt de buurlanden Oeganda, Rwanda en Burundi ervan de Tutsi-rebellen militair te ondersteunen. Washington riep de buurlanden van Zare gisteren op ,,de territoriale integriteit van Zare'' te respecteren. (Reuter, AFP, AP)

Marokko, Israel, China; Zare vraagt buitenland militaire hulp

KINSHASA, 4 FEBR. Zare heeft een beroep gedaan op zijn bondgenoten, waaronder Marokko, Israel en China, zijn leger te helpen in de strijd tegen rebellen die inmiddels oprukken in de belangrijke mijnbouw-provincie Shaba.

Volgens Zare krijgen ook de rebellen, hoofdzakelijk etnische Tutsi's, buitenlandse hulp, namelijk van Rwanda, Burundi en Oeganda. Functionarissen van het Zarese ministerie van Defensie zeiden gisteren dat Marokko, Togo en Tsjaad zich bereid hebben verklaard troepen en materieel te sturen. Vliegtuigen zijn al gechartered om deze naar Zare over te brengen. De zegslieden gaven geen tijdstip voor deze operatie. Daarnaast heeft Egypte aangeboden materieel te leveren voor de infanterie, aldus de functionarissen. Israel en China is gevraagd 13 nieuwe snelle-interventiebrigades van 2.000 man elk, waarvoor een nationale recruteringscampagne is gelanceerd, te oefenen. Israel heeft al vaker militaire instructeurs naar Zare gestuurd. Marokkaanse troepen hielpen in 1977 een afescheidingsoorlog in Shaba neer te slaan, nadat het Zairese leger er het onderspit had gedolven. Het daaropvolgende jaar losten Marokkaanse eenheden de Belgische en Franse paratroepen af die de Zarese autoriteiten in de mijnstad Kolwezi steunden. De Zarese president Mobutu brengt op dit moment een bezoek aan Marokko op zijn terugreis van Frankrijk, waar hij opnieuw medische behandeling heeft ondergaan, naar Zare. Frankrijk, dat zich bezorgd heeft getoond over Zares territoriale integriteit, heeft laten weten geen steun, zelfs niet verbaal, te kunnen verlenen aan het plan tot een internationale interventie in de oorlog in Zare aan de zijde van het regeringsleger. ,,Voor Frankrijk geldt het embargo van de Europese Unie'', aldus een woordvoerder van het Franse ministerie van buitenlandse zaken. ,,We kunnen een embargo van de Europese Unie niet breken.'' De rebellen, die zeggen uit te zijn op omverwerping van Mobutu's bewind, veroverden gisteren de strategische havenstad Kalémié in de zuidelijke provincie Shaba, zo bevestigen Zarese militaire bronnen. De in Kinshasa uitkomende krant Soft meldde dat het regeringsleger tot een tactische terugtrekking was genoodzaakt wegens een tekort aan voorraden. Rebellenleider Laurent-Desiré Kabila, die zelf uit Kalémië afkomstig is, zei tegenover het persbureau AFP dat zijn troepen hun opmars in Shaba zullen voortzetten. Hij zei dat meer dan 5.000 recruten hun opleiding hebben voltooid en nu aan het front worden inegzet. Na de val van Kalémié, aan het Tanganyika-meer, hebben de rebellen een strook grensgebied van meer dan 1.000 kilometer in hun macht. Het koper- en kobaltgebied rondom Lubumbashi ligt nog 800 kilometer verderop. (Reuter, AP, AFP)



>> maart 1997

NRC Webpagina's
mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1997