|
|
Nieuwsoverzicht
Rebellen ZaïreGOMA, 27 DEC. De Zaïrese rebellen hebben woensdag bekendgemaakt dat zij de stad Bunia hebben ingenomen en daarbij 300 regeringssoldaten hebben gedood. De Zaïrese rebellen hebben al eerder gezegd dat zij Bunia in handen hebben.Uit hun nieuwe bekendmaking blijkt dat dit niet juist was. Rebellenleider Laurent Kabila zei dat het Zaïrese leger woensdag een tegenoffensief was begonnen, maar dat de rebellen Bunia wisten in te nemen. Deze plaats, die 360 kilometer ten noorden van Goma ligt, is van groot strategisch belang, omdat deze is gesitueerd op een kruising van wegen en omdat er een belangrijke luchthaven ligt.(Reuter)
ZAÏREZaïrese regeringstroepen zijn begonnen met een tegenoffensief tegen de Tutsi-rebellen in het oosten van het land. De Zaïrese president Mobutu heeft opdracht gegeven tot de vorming van een nieuwe regering. Dit weekeinde gaf hij de politici van zijn land 48 uur uitstel bij de vorming, nadat een eerste poging was mislukt.
Amnesty: moorden ZaïreDoor een onzer redacteurenROTTERDAM, 20 DEC. Zaïrese regeringtroepen en rebellen hebben de afgelopen maanden honderden burgers en vluchtelingen in de provincie Zuid-Kivu vermoord. Dat schrijft de organisatie voor de rechten van de mens Amnesty International in haar vandaag verschenen rapport Hidden from scrutiny: human rights abuses in eastern Zaire. Het rapport is gebaseerd op ooggetuigenverslagen van Zaïrese burgers en Rwandese Hutu-vluchtelingen die uit het gebied naar Tanzania zijn gevlucht. De ooggetuigen hebben onder meer gemeld dat Zaïrese milities in september ongeveer 100 Tutsi's van een Methodistenkerk in de dorpen Lueba en Mboko hebben afgeslacht. De maand daarna zouden Tutsi-rebellen een ziekenhuis in Lemera hebben aangevallen, waarbij zij ten minste 38 patiënten en verpleegsters doodden. Patiënten die net waren geopereerd of die te ziek waren om te kunnen vluchten, werden in hun bed door hun hoofd geschoten. De Tutsi-rebellen zouden op 18 oktober ook 60 burgers, inclusief zuigelingen, in de plaats Kiliba hebben vermoord en een paar dagen later verscheidene mensen in het opvangkamp Luberezi. Verder richtten zij eind oktober een bloedbad aan onder ongeveer 300 mensen in het dorp Mboko. Amnesty vreest dat de schendingen van de rechten van de mens in Oost-Zaïre doorgaan, terwijl het gebied blijft afgesneden van de buitenwereld. Amnesty heeft de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR) opgeroepen een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de moorden.
Mobutu belooft Zaïre reddingKINSHASA, 18 DEC. President Mobutu van Zaïre is gisteren bij terugkomst in zijn land ingehaald als een vorst. Een menigte van 20.000 mensen, gekleed in T-shirts met zijn beeltenis, stond hem op te wachten op de internationale luchthaven Njili, even buiten de hoofdstad Kinshasa. Breed lachend en zwaaiend met zijn uit hout gesneden wandelstok daalde Mobutu, vergezeld door zijn echtgenote Bobi Ladawa, de trappen van het vliegtuig af. Op zijn hoofd droeg hij als altijd zijn karakteristieke hoed uit luipaardvel. Tradionele dansers, militairen, stamhoofden met veren hoofdtooien en schoolmeisjes in cheerleader-uniformen verwelkomden hem. Langs de weg van het vliegveld naar zijn zwaarbewaakte paleis op een heuvel buiten Kinshasa, waar Mobutu zich zelden vertoont, stonden nog eens duizenden mensen te wachten om een glimp van de 'redder' van het vaderland op te vangen. Het staatshoofd hield vanaf de veranda van zijn marmeren paleis een toespraak, die live werd uitgezonden door de Zaïrese radio. ,,Vijanden van Zaïre hebben het moment afgewacht dat ik door ziekte was geveld om het land een mes in de rug te steken'', zo veroordeelde de president, die vier maanden lang in Zwitserland en Frankrijk verbleef, de opstand van Tutsi-rebellen in Oost-Zaïre. Mobutu zei dat hij tegen het advies van zijn dokters in zijn verblijf in Frankrijk heeft afgebroken, om een oplossing te zoeken voor het conflict in zijn land. ,,Ik kon niet ongevoelig blijven voor de aanhoudend verslechterende situatie in het oosten van het land en het onophoudelijke en dringende beroep dat jullie op mij hebben gedaan'', aldus Mobutu. De 66-jarige president was sterk vermagerd, maar zag er niet zwak uit. Veel Zaïrezen verwachten dat hij een einde kan maken aan het conflict in het oosten van het land. Tegenstanders menen echter dat de president, wiens vermogen naar verluidt even groot is als de staatsschuld, juist heeft bijgedragen aan de crisis. Het regeringsleger, dat niet of nauwelijks soldij ontvangt, is niet in staat gebleken weerstand te bieden aan de rebellen, die na de verovering van talloze steden een soort staat binnen de staat vormen. Plunderend zijn de soldaten op de vlucht geslagen voor het verbazingwekkend goed georganiseerde guerrillaleger. ,,Ik ken jullie verwachtingen en hoop. Ik zal mij wijden aan het vinden van een snel en positief antwoord in het hogere belang van de natie'', beloofde de president zijn landgenoten. ,,Zaïre, dat nu het slachtoffer is van zijn Afrikaanse gastvrijheid, is meegesleurd in de modder en zijn eer is gekrenkt door dezelfde mensen die wij hebben verwelkomd en geholpen als broers.'' Mobutu verwees daarmee naar de rebellen, van wie velen oorspronkelijk afkomstig zijn uit Rwanda. ,,Met Gods zegen en met de steun van elk van jullie, kunnen wij zeker zijn van de overwinning.'' (AP, Reuter)
Afrikaanse top wil dialoog in Zaïre op gang brengenNAIROBI, 17 DEC. Regeringsleiders van negen Afrikaanse landen hebben vier presidenten uit hun midden een mandaat gegeven om de crisis in het Gebied van de Grote Meren op te lossen. Dat staat in de slotverklaring van de Afrikaanse topconferentie die gisteren in de Keniaanse hoofdstad, Nairobi, werd gehouden. De top begon om half zes 's avonds (plaatselijke tijd) in het paleis van president Daniel arap Moi, die de bijeenkomst leidde als gastheer. Aanwezig waren president Mandela van Zuid-Afrika, Mugabe van Zimbabwe, Aferworki van Eritrea, Mkapa van Tanzania, Bizimungu van Rwanda, Chiluba van Zambia, Museveni van Oeganda en Zenawi van Ethiopië.Speciale gasten waren Julius Nyerere, de voormalige regeringsleider van Tanzania en bemiddelaar in het conflict in Burundi, en de secretaris-generaal van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE), Salim Ahmed Salim. De premier van Zaïre, Kengo wa Dondo, had de uitnodiging afgeslagen uit protest tegen de vermeende hulp van Rwanda, Burundi en Oeganda aan de Zaïrese rebellen. Burundi was niet uitgenodigd op de top, omdat de andere Afrikaanse landen president Buyoya, die op 25 juli door een staatsgreep aan de macht is gekomen, niet erkennen. President Nelson Mandela kon de top slechts twee uur bijwonen, volgens eigen zeggen omdat de nieuwe grondwet hem en vice-president Mbeki ervan weerhoudt tegelijkertijd in het buitenland te zijn. President Moi zei in zijn openingstoespraak dat het ,,nuttig en handig'' was geweest als Zaïre ook op de bijeenkomst aanwezig was geweest. ,,Het feit dat Zaïre hier niet is, is betreurenswaardig, maar dat moet ons er niet van weerhouden over dit probleem te debatteren.'' De aanwezigen op de top riepen de strijdende partijen in Oost-Zaïre op in te stemmen met vredesonderhandelingen. Zij gaven de presidenten Mandela, Mugabe, Moi en Biya (Kameroen) een mandaat om het conflict in het gebied op te lossen. De top duurde korter dan verwacht. De regeringsleiders bleken vanmorgen al weer naar huis te vertrekken, terwijl aanvankelijk nog besprekingen waren voorzien voor vandaag. Volgens de Keniaanse radio waren de aanwezigen op de top tevreden over de terugkeer van de vluchtelingen uit Zaïre en Tanzania naar Rwanda en Burundi. Zij deden een beroep op internationale hulporganisaties om de vluchtelingen te helpen zich weer te vestigen en te integreren in hun land. Verder riepen zij de achtergebleven vluchtelingen in Zaïre en Tanzania op ook naar huis terug te keren. Gisteren zijn inmiddels 170.000 vluchtelingen uit Tanzania teruggekeerd in Rwanda. Volgens het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) zijn nog ongeveer 100.000 anderen op weg naar de grens. De vluchtelingen werden zondag door het Tanzaniaanse leger uit hun opvangkampen in het noordoosten van het land verdreven en in de richting van de grens gejaagd.
Topconferentie van Afrikaanse leiders over ZaïreDoor onze correspondent KOERT LINDIJERNAIROBI, 16 DEC. De Zuidafrikaanse president Nelson Mandela neemt vandaag voor het eerst deel aan een Afrikaanse topconferentie over de crisis in het Gebied van de Grote Meren. De zieke Zaïrese president Mobutu zal morgen naar Kinshasa terurgkeren, aldus een regeringsverklaring in de Zaïrese hoofdstad. De oorlog en humanitaire noodtoestand in Oost-Zaïre en Burundi waren tot nu het exclusieve werkterrein van Oostafrikaanse leiders. Door de dreigende fragmentatie van Zaïre - het grootste Afrikaanse land bezuiden de Sahara - zijn in de afgelopen weken ook in andere delen van Afrika de alarmbellen gaan rinkelen. Eerder deze maand had een regionale top plaats in Brazzaville, waaraan voornamelijk Franstalige landen deelnamen. Bij de topbijeenkomst in Nairobi vandaag is behalve Mandela ook voor het eerst de Zimbabweaanse president Mugabe aanwezig. Een opsplitsing van Zaïre zal gevolgen hebben voor Angola, Zambia en andere landen in de zuidelijk Afrikaanse regio. Zuidelijk Afrika, met Zuid-Afrika als economische motor, trekt van alle gebieden op het continent de meeste aandacht van Westerse politici en investeerders. Evenals Zaïre beschikken de meeste landen in de regio over een overvloed aan grondstoffen. Op afstand speelt Zuid-Afrika al geruime tijd een rol in het Gebied van de Grote Meren door zijn wapenleveranties, legaal of illegaal, aan zowel regeringen als rebellen. De zuidelijke provincies Shaba en Kasai in Zaïre onderhouden sterkere economische banden met Zuid-Afrika dan met de veraf gelegen hoofdstad Kinshasa. Geconfronteerd met het hopeloze optreden van het nationale leger willen sommige Zaïrese politici buitenlandse huurlingen inzetten bij de strijd tegen de rebellen in het oosten. Zuid-Afrika vormt het beste reservoir voor recrutering van huurlingen. Ook waren er vorige week onbevestigde berichten als zou de Angolese rebellenbeweging UNITA bereid zijn troepen te leveren voor de Zaïrese regering. De autoriteiten in Kinshasa hopen dat de terugkeer van de zieke president Mobutu een morele oppepper zal betekenen voor het ongedisciplineerde leger om weer te gaan vechten. De in Zuid-Frankrijk herstellende Mobutu heeft al eerder laten weten naar Kinshasa te zullen terugkeren, maar dit is de eerste keer dat er een officiële verklaring werd uitgegeven. Mobutu is volgens degenen die hem de laatste weken ontmoetten nog steeds zeer zwak na zijn operatie voor prostaatkanker. Na het roemloze einde van de internationale interventiemacht die nooit intervenieerde in Oost-Zaïre, krijgen Afrikaanse initiatieven voor de beëindiging van de crisis meer belang. Op de top van Nairobi staat verder de verhevigde burgeroorlog in Burundi hoog op de agenda. De Oostafrikaanse landen stelden in juli een week na de militaire staatsgreep van Pierre Buyoya een economisch embargo in tegen Burundi. Voorwaarden voor opheffing zijn rechtstreekse en openlijke besprekingen tussen Buyoya en de Hutu-rebellenbeweging. Buyoya weigert overleg te beginnen zolang de sancties van kracht zijn. De meeste Oostafrikaanse landen willen Buyoya een kans geven vrede te brengen en daarom het embargo opheffen. Tanzania en Kenia willen echter de sancties handhaven.
Leger Tanzania drijft Hutu's weer naar grens RwandaRUSUMO, 16 DEC. Het Tanzaniaanse leger heeft gisteren naar schatting 300.000 Rwandese Hutu-vluchtelingen uit hun opvangkampen in het noordwesten van het land verjaagd en naar de grens met Rwanda gedreven. Vanmorgen waren ongeveer 43.000 Rwandezen in hun land teruggekeerd. Volgens het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) in de Rwandese hoofdstad, Kigali, steken tussen de vier- en achtduizend mensen per uur de grens ten westen van het Victoria-meer over.Het leger vormde gisteren rond het middaguur (plaatselijke tijd) een kordon rond het grootste kamp, Benaco. Gewapend met stokken en gummiknuppels vielen de soldaten binnen en dwongen de naar schatting 200.000 bewoners het kamp onmiddelijk te verlaten. ,,Ik wilde niet gaan, maar de soldaten zeiden dat we moesten - dus wat konden we anders doen!'', beschreef een van de vluchtelingen de inval. ,,Sommige jonge mannen en sommige leiders riepen ons op te blijven'', vertelde een andere vluchteling. ,,Maar toen ze degenen die wilden blijven, begonnen te slaan, veranderden die van gedachten.'' Onder druk van de soldaten begaven de vluchtelingen zich op weg naar de grenspost Rusumo, 17 kilometer verderop. Tienduizenden vluchtelingen uit de nabijgelegen kampen Lumasi, Keza en Kitali voegden zich onderweg bij hen. Volgens medewerkers van de UNHCR zijn meer dan 300.000 Rwandese Hutu's op de terugweg naar hun land. De Tanzaniaanse regering maakte vorige maand bekend dat alle 540.000 vluchtelingen voor het einde van het jaar het land moeten verlaten. Dit bericht zorgde voor paniek onder de Rwandezen, die vrezen bij terugkeer in hun land te worden gestraft voor de genocide van 1994. Massaal verlieten zij hun opvangkampen in het noordwesten van Tanzania en verscholen zich in nabijgelegen bossen. Volgens waarnemers wilden zij hun toevlucht zoeken in buurlanden. Om dit te voorkomen, dwong het Tanzaniaanse leger hen vrijdag uit hun schuilplaatsen tevoorschijn te komen. Een poging om de vluchtelingen terug te drijven naar Rwanda, mislukte. De meesten van hen keerden terug naar hun kampen. Bij een tweede poging, gisteren, slaagde het leger er wel in de vluchtelingen de grens over te jagen. Bij aankomst in Rwanda werden de vluchtelingen verwelkomd door president Bizimungu. ,,Jullie zijn terug. Help ons nu Rwanda op te bouwen.'' Bij de grens wachtten vrachtwagens en bussen om de vluchtelingen terug te brengen naar hun dorpen. ,,Jullie hoeven niet ver meer te lopen'', stelde Bizimungu de vluchtelingen gerust. De Zaïrese regering heeft gisteren herhaald dat alle Rwandese vluchtelingen haar grondgebied moeten verlaten. ,,Er zullen corridors worden gecreëerd, zodat de vluchtelingen kunnen terugkeren naar Rwanda'', verklaarde minister van Binnenlandse Zaken Kamanda wa Kamanda. Naar schatting 100.000 vluchtelingen hebben zich verzameld in het dorp Tingi-Tingi in Oost-Zaïre. ,,De concentratie van Rwandese vluchtelingen in Tingi-Tingi betekent niet dat daar een nieuw vluchtelingenkamp is opgezet'', benadrukte Kamanda. ,,Zaïre heeft al eerder gezegd dat er geen nieuwe Rwandese vluchtelingenkampen meer zullen komen op zijn grondgebied.'' (Reuter)
Eenheid O-Zaïre wordt weer opgehevenNEW YORK, 14 DEC. De recent gevormde multinationale troepenmacht voor humanitaire interventie in Oost-Zaïre houdt over twee weken weer op te bestaan.Dat hebben diplomaten in New York gisteren gemeld na afloop van een bijeenkomst van het uit 14 landen bestaande, leidende comité van de macht. De Canadese commandant van de troepenmacht, generaal Maurice Baril, zal de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Boutros Boutros-Ghali, op de hoogte stellen van het besluit de multinationale macht, die slechts enkele honderden manschappen telt, uit Oeganda te repatriëren. Nadat in Oost-Zaïre honderdduizenden vluchtelingen uit Rwanda temidden van gevechten tussen rebellen en het Zaïrese leger op drift waren geraakt, drong met name Frankrijk aan op de vorming van een interventiemacht die de vluchtelingen zou moeten bijstaan en de orde herstellen. Tijdens langdurige beraad daarover keerden plotseling talrijke vluchtelingen naar Rwanda terug, waardoor de noodzaak van interventie voor veel landen minder dringend werd. Uiteindelijk werd 15 november besloten tot het zenden van een internationale troepeneenheid, die twee- à drieduizend manschappen zou tellen en, tot eind maart, puur humanitaire taken zou verrichten. Van hen zijn slechts enkele honderden in het gebied gestationeerd. Het gemelde besluit tot opheffing van de macht volgde op een verklaring van de speciale afgezant van Boutros-Ghali in het gebied dat ,,de logica en de bestaansreden van de multinationale macht niet meer bestonden'' wegens de ontwikkelingen ter plaatse. (AFP)
Uit opportunisme geboren alliantie 'bevrijdt' Oost-ZaïreDoor onze correspondent KOERT LINDIJERNAIROBI, 13 DEC. Ook een sceptische bezoeker ondergaat een gevoel van bevrijding in het door rebellen gecontroleerde gebied van Oost-Zaïre. Losgeslagen regeringssoldaten persten hier tot enkele maanden geleden routineus en onbeschaamd burger en bezoeker af. Bij wegversperringen en de grensposten diende stevig te worden betaald aan soldaten. Een weigering werd niet geaccepteerd, daarop volgde een hard pak slaag of detentie. De militairen waren de enige wet in deze jungle. Zaïre onder het regeringsleger was een uiterst onaangename en dure plaats om te verkeren. ,,We zijn zo verschrikkelijk gelukkig met het vertrek van de regeringssoldaten'', zegt de jezueten priester Didier de Failli in de 'rebellenhoofdstad' Bukavu. Waarna hij onmiddellijk vervolgt: ,,Maar wat kunnen we verwachten van deze opstandelingen?'' Om argwaan onder de bevolking weg te nemen, zijn de nieuwe machthebbers begonnen bestuurders te benoemen, zoals voor de politie, scholen en de gezondheidszorg. Zij geven daarbij de voorkeur aan degenen die in het gebied geboren zijn. Achtergebleven ambtenaren mogen hun posten behouden, evenals voormalige regeringssoldaten. Bij hun aanstellingen kregen zij allen één overduidelijke waarschuwing: Vraag niet om smeergeld. De bevolking keert voorzichtig terug naar de steden, de markten functioneren weer en boeren leveren produkten aan, winkels heropenen hun deuren en de sigarettenindustrie van Goma gaat binnenkort weer draaien. Op het vliegveld van deze stad landde enkele weken geleden voor het eerst weer een vliegtuig, met onbekende lading. Buitenlandse mijnbouwbedrijven in rebellengebied mogen blijven opereren als ze belastingen afdragen aan de nieuwe autoriteiten. De oostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu behoren tot de meest vruchtbare van Zaïre. Het gebied kan op eigen kracht verder als de nieuwe machthebbers er de orde, die al jaren niet meer bestond, weten te herstellen. De herkenningsmelodie van het radiostation van de rebellen in Bukavu is In the mood van Glenn Miller. Maar de positieve stemming kan gemakkelijk omslaan. De Tutsi's van de Banyamulenge - die nu de kern vormen van de rebellenbeweging - waren tot voor kort weinig geliefd bij andere bevolkingsgroepen in Oost-Zaïre. Vele bewoners van Bukavu en Goma uiten de vrees dat hun land is bezet door een coalitie van Tutsi's uit Rwanda en Oost-Zaïre. Zij wijzen richting Rwanda als hen wordt gevraagd wie de rebellen zijn. In werkelijkheid vormen de Tutsi's inmiddels een kleine minderheid in het rebellenleger. Ze vallen op door discipline en kennis van militaire strategie, maar hebben grove misdaden door soldaten niet kunnen voorkomen. Het rebellenverbond, de Alliantie voor Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaire (ADFL), werd op 16 october in Lemera opgericht. Het bestaat uit vier revolutionaire Zaïrese partijen uit de jaren zestig. De 56-jarige Zairese guerrillaleider Laurent Desiré Kabila, afkomstig uit de veel zuidelijker gelegen provincie Shaba, kwam aan het hoofd te staan. Che Guevara deed Kabila's hoofdkantoor in de jungle aan in de dagen van de Congo-crisis, maar de Cubaanse vrijheidsstrijder keerde destijds diep teleurgesteld over de kansen op een revolutie uit Zaire terug. Kabila noemt zijn strijdkrachten nu het Congolese Bevrijdingsleger en hij belooft geheel Zaïre te gaan bevrijden. Aanvankelijk met Banyamulenge-strijders maar later met andere Zaïrese verzetsgroepen veroverde het ADFL in enkele weken een gebied van ruim 500 km langs de grenzen met Burundi, Rwanda en Oeganda. De rebellen-alliantie kwam snel tot stand. Vermoedelijk lieten de Oegandese en Rwandese leiders Yoweri Museveni en Paul Kagame hun invloed gelden. Volgens de priester Didier de Failli in Bukavu recruteerden het ADFL huurlingen. ,,Er vechten huurlingen uit Oeganda, Rwanda en Zaire mee'', stelt hij. ,,Ook de Zairese verzetsgroep Mai Mai liet zich kopen. De Mai-Mai strijders willen nu geld voor hun diensten.'' De Mai-Mai is vermoedelijk de meest bizarre groep van de Zäirese rebellenbeweging. De naam is een verbastering van het Kiswahili woord maji, dat water betekent. In 1905 en 1906 bestreden de Duitse kolonisten in Tanzania de Maji-Maji-rebellie. Gelijksoortige rebellengroepen vochten in de jaren zestig in Zaïre tijdens de opstand in Kisangani van Pierre Mulele, aanhanger van Mobutu's rivaal Patrice Lumumba. De Mai-Mai maakt ruimschoots gebruik van ceremonie en magie. Kogels op hen afgevuurd veranderen in water als de Mai-Mai strijder eerst een speciale kruidenthee heeft gedronken, geen zeep heeft gebruikt en goeddeels naakt ten strijde trekt. Er bestaan in de OostZaïrese regio's verscheidene Mai Mai milities. Ze begonnen te mobiliseren onder de Zairese bevolkingsgroepen de Hunde, Nande en Mayogo toen deze in 1993 slaags raakten met immigranten uit Rwanda. Deze immigranten - zowel Hutu's als Tutsi's - leven al vele generaties in Oost-Zaïre en overtreffen in sommige streken in aantal de orginele bevolking. Na de komst van anderhalf miljoen Rwandese Hutu-vluchtelingen in 1994 richtten de Mai-Mai hun speren en geweren op de Hutu-vluchtelingen maar sommige Mai-Mai groepen bleven ook Tutsi-immigranten aanvallen. De alliantie van de Banyamulenge-Tutsi's en de Mai-Mai is gebouwd op opportunisme. De Hunde Mai Mai vochten in de jaren zestig met Pierre Mulele tegen het leger van president Mobutu. De Banyamulenge streden toen eveneens met Mulele tegen Mobutu maar lieten zich later met wapens door de president omkopen. Banyamulenge en Mai-Mai hebben elkaar nu weer gevonden in hun gemeenschappelijke vijand Mobutu. Bewoners van Oost-Zaïre vragen zich af hoelang dit tactische verbond kan standhouden. De competitie en strijd tussen de talrijke militia's, verzetsgroepen en regeringen in het Gebied van de Grote Meren draait in grote mate om landbouwgrond. Hutu's en Tutsi's uit het overbevolkte Rwanda en Burundi zoeken al veel langer naar levensruimte in de maagdelijke heuvels en bergen van Oost-Zaïre. De oorspronkelijke bewoners van Oost-Zaïre vrezen straks een prijs te moeten betalen door veel grond kwijt te raken aan een nieuwe stroom van immigranten. DATUM: 13 December 1996 Eenzijdig bestand rebellen Oost-ZaïreGOMA, 13 DEC. De rebellen in Oost-Zaïre hebben gisteren een eenzijdig staakt-het-vuren afgekondigd. Zij hebben de internationale gemeenschap opgeroepen de regering van Zaïre onder druk te zetten om aan de onderhandelingstafel plaats te nemen.De leider van de rebellen, Laurent Kabila, zei gisteren dat de rebellen onder druk van het buitenland voor onbepaalde tijd zijn gestopt met vechten. De rebellen kondigden op 4 november ook al een eenzijdig staakt-het-vuren af, zodat de honderdduizenden Rwandese Hutu-vluchtelingen terug kinden keren naar hun land. De rebellen hielden zich echter niet lang aan hun eigen bestand en namen al snel weer de wapens op tegen Zaïrese regeringtroepen en Rwandese Hutu-milities in de de stad Goma. Kabila riep de internationale gemeenschap gisteren op onderhandelingen met de Zaïrese regering op gang te brengen. ,,Deze oorlog kan doorgaan als er geen duidelijke indicatie is dat de internationale gemeenschap en de bende die in Kinshasa aan de macht is, zeggen dat zij zich willen overgeven of onderhandelingen willen beginnen.'' Kabila bevestigde dat de rebellen nog steeds de hoofdstad, Kinshasa, willen veroveren, maar benadrukte dat zij ook zullen instemmen met vrije verkiezingen, als die worden georganiseerd door de internationale gemeenschap. Hij zei niet hoelang het staakt-het-vuren zal duren. De rebellen hebben inmiddels alle steden in Oost-Zaïre veroverd. Zaïrese regeringstroepen zijn gevlucht, onder meer naar het buurland Oeganda. ,,We willen dat de Zaïrese autoriteiten onderhandelen, niet dat zij de hulp inroepen van vrienden en huurlingen'', aldus Kabila. De Zaïrese regering heeft eerder gezegd niet met de rebellen te willen onderhandelen. (AFP, Reuter)
Tutsi-rebellen beheersen nu alle steden O-ZaïreBENI/NGARA, 12 DEC. De Zaïrese rebellen hebben alle steden in Oost-Zaïre in handen. Regeringstroepen zijn de afgelopen dagen ook uit Bunia gevlucht, de laatste stad in het oosten van het land die zij nog verdedigden. Zij hebben hun toevlucht gezocht in het buurland Oeganda. Dat berichtte een Oegandees dagblad vandaag.Ongeveer 100 soldaten zouden hun kamp hebben opgeslagen in het dorp Nyahuka, even over de grens met Zaïre. De Oegandese krant die dit meldde, The New Vision, citeerde Zaïrese regeringssoldaten die zich willen overgeven aan de rebellen. ,,Wij hebben geen enkele reden om te vechten. Wij hebben geen centraal commando en wij hebben drie jaar lang niets van onze bazen gehoord'', verklaarde een Zaïrese soldaat. Zijn collega's zeiden dat zij in geen maanden soldij hadden ontvangen en zonder voedsel zaten. Inwoners van Bunia hebben via de radio bevestigd dat de rebellen de stad in handen hebben. Bunia is een belangrijk handelscentrum door haar strategische ligging bij de grens met Oeganda. In de buurt van de stad liggen goudmijnen, waarvan er een toebehoort aan president Mobutu. De rebellen hebben in acht weken een 500 kilometer lang gebied in Oost-Zaïre veroverd. Hun opmars heeft honderdduizenden Rwandese en Burundese Hutu-vluchtelingen uit opvangkampen teruggejaagd naar hun land. Het exacte aantal vluchtelingen dat in Zaïre is achtergebleven, is niet bekend. Het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) maakte gisteren melding van de ontdekking van 100.000 vluchtelingen in de plaats Shabundu, 160 kilometer ten westen van de grensstad Bukavu. De vluchtelingen verkeren in een slechte lichamelijke conditie. Hulporganisaties in Kenia en Oeganda hebben ogenblikkelijk vliegtuigen gestuurd met voedsel en medicijnen. De internationale vredesmacht voor Midden-Afrika, die zijn hoofdkwartier heeft op de luchthaven Entebbe in Oeganda, heeft vier Canadezen in de Rwandese grensstad Gisenyi een mandaat gegeven om de UNHCR te helpen vluchtelingen op te sporen in Zaïre. De Canadezen steken elke dag de grens over om te zoeken naar Hutu's die in het gebied zijn achtergebleven. Vertegenwoordigers van de 14 landen die deelnemen aan de internationale humanitaire missie voor de vluchtelingen in het gebied van de Grote Meren komen morgen bijeen in New York om de toekomst van de missie te bespreken. Dat heeft een woordvoerder van het Canadese ministerie van Buitenlandse Zaken gisteren gezegd. Terugkeer van Hutu's beangstigt RwandezenDoor onze correspondent KOERT LINDIJERHonderdduizenden Hutu's uit Rwanda vluchtten twee jaar geleden naar Zaïre, uit vrees voor wraak op de genocide op Tutsi's en gematigde Hutu's. Zij keren nu terug naar hun land. NAIROBI, 11 DEC. De thuiskomst van ruim 600.000 vluchtelingen uit Zaïre heeft niet iedereen in Rwanda verblijd. Voor vele Rwandezen betekende hun terugkeer pijn. De wonden van de traumatische gebeurtenissen ruim twee jaar geleden zijn nog lang niet genezen. ,,Wij zijn woedend dat de regering de vluchtelingen heeft toegelaten'', zei vorige week een man in het grensstadje Gisenyi. Hij had in de stoom vluchtelingen talrijke moordenaars van 1994 herkend. ,,Ik vraag u, waarom is de internationale gemeenschap bezorgder over het lot van de uitvoerders van de genocide dan dat van de slachtoffers?'' De Anglicaanse bisschop van Kigali, Alexis Bilindagabo, geeft leiding aan een belangengroep voor overlevenden van de genocide. Deze heet Barakahabo: Laat ze leven. Volgens de bisschop heeft de terugkeer van de vluchtelingen geleid tot een dubbele noodtoestand: voor degenen die zijn teruggekeerd uit Zaïre en voor de overlevenden. ,,De terugkeer van de vluchtelingen is een zegen. Maar de overlevenden vrezen hen. Ze zijn bang moordenaars in de ogen te moeten kijken. Zij huilen en verbergen zich in hoeken.'' Nationale verzoening is een langzaam proces na een genocide waarbij tienduizenden burgers een geschatte 750.000 landgenoten afmaakten. Het aantal nog niet gearresteerde moordenaars wordt door Rwandese functionarissen geschat op tussen de 100.000 en 200.000. Hoe groot de groep overlevenden is, is onbekend. Rwanda heeft tienduizenden wezen en weduwen, velen van hen Hutu-vrouwen die waren getrouwd met Tutsi's. Evenals vrouwen die door de moordenaars van hun families als hoeren werden aangehouden en die daarna 'duivelskinderen' baarden. Vele mannen hielden zich voor dood in massagraven, de verwondingen toegebracht met kapmessen maakten hen invalide. De moordenaars vernietigden huizen en roofden bezittingen. Het door Tutsi's gedomineerde Rwandese Patriotische Front (RPF) maakte een einde aan de massaslachting, waarna de overlevenden in de woningen van gevluchte Hutu's kropen. Zij moeten die nu teruggeven. Naast de Hutu's die nu terugkeren uit de buurlanden, raken nog veel meer migranten in het toch al overbevolkte Rwanda verwikkeld in een competitie om huizen en akkers. Na de RPF-zege keerden 800.000 Tutsi's terug uit jarenlange ballingschap in Oeganda en Burundi en ook zij gingen huizen bezetten van Hutu's die waren weggetrokken naar Zaïre en Tanzania. Deze 800.000 Tutsi's waren hun geboorteland ontvlucht na de 'Hutu-revolutie' in 1959. De noodzaak om iedereen een akker en onderkomen te verschaffen, is nog nooit zo groot geweest. In allerijl begon de regering deze week een programma om ruim 200.000 woningen te bouwen. ,,Over het algemeen verliep de terugkeer van de vluchtelingen uit Zaïre op een ordelijke en vreedzame wijze'', verklaarde vorige week José Ayala Lasso. Hij is de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties. Volgens Lasso werden bij wraakacties 12 mensen gedood, onder wie 6 teruggekeerde vluchtelingen en 6 overlevenden van de genocide. De 6 overlevenden werden vermoord om hen uit te schakelen als eventuele getuigen bij rechtzaken. Van de teruggekeerde vluchtelingen gingen er 162 achter de tralies wegens vermeende betrokkenheid bij de genocide en om hen te beschermen tegen wraakacties. Deze cijfers vallen tegen alle verwachtingen in uitzonderlijk laag uit. De interim-periode waarin geschillen over grond- en huisbezit moeten worden beslecht door de betrokkenen, loopt deze week af. Daarna, zo luidt de verwachting, kunnen de spanningen alsnog hoog oplopen. De Rwandese regering stelt zich opvallend verzoenend op jegens de terugkerende vluchtelingen. Tot voor kort was één aanklacht van een burger voldoende om een verdachte in het cachot te doen belanden. Volgens gegevens van het Internationale Rode Kruis zwol de gevangenisbevolking de afgelopen twee jaar aan tot 87.000 verdachten. Enkele duizenden van hen stierven in gevangenschap. Een aanzienlijk aantal is vermoedelijk onschuldig. De gevangenen leven onder miserabele omstandigheden en een spoedige berechting lijkt uitgesloten. Van slechts enkele honderden werden dossiers aangelegd. Het gerechtelijke apparaat lag na de genocide goeddeels in duigen: de meeste rechters en advocaten werden vermoord. Inmiddels zijn met buitenlandse hulp nieuwe politierechters opgeleid, maar het ontbreekt Rwanda nog aan advocaten. In september nam het Rwandese parlement een speciale genocidewet aan, waardoor de schuldigen in vier categoriën worden onderverdeeld. Onder de eerste categorie vallen de planners en uitvoerders van de genocide. Als vervolg op deze wetgeving maakte de regering eerder deze week een lijst bekend met 1.900 verdachten die in de eerste categorie vallen. Iedereen die schuldig is bevonden in de eerste categorie, wacht onherroepelijk de doodstraf door het vuurpeleton. In de nasleep van de genocide bestond in Rwanda en bij de regering geen sympathie voor het lot van de opeengestapelde gevangenen. De terugkerende vluchtelingen krijgen een betere behandeling. Hoewel er zich onder hen vermoedelijk tienduizenden moordenaars bevinden, wil de regeriing niet overgaan tot massale arrestaties. De vluchtelingen krijgen hun bezittingen terug. Uit bronnen rond het ministerie van Justitie in Kigali wordt vernomen dat er pas op langere termijn arrestaties zullen plaatsvinden en dan vooral onder de 'grote moordenaars'. Om de druk op de gevangenissen te verminderen, zullen 'kleinere moordenaars' mogelijk in de komende maanden worden vrijgelaten. ,,Deze regering moet de druk van de internationale gemeenschap in ogenschouw nemen'', meent bischop Bilindagabo. ,,Ze moet iets slikken waar ze het niet volmondig mee eens is.'' Hij vindt dat er partij moet worden gekozen voor de slachtoffers van 1994. ,,Waarom gebiedt de regering de terugkerende vluchtelingen niet dat ze eerst een tijdje moeten wachten alvorens ze hun huizen terugkrijgen?'', bepleit hij. ,,De regering en de buitenlandse donoren spenderen geld aan de rehabilitatie van rechtbanken, de berechting van moordenaars en aan de vluchtelingen, maar niet aan de overlevenden. De slachtoffers worden vergeten, omdat ze geen politieke machtsfactor zijn. Zij vertonen zelfmoordneigingen. Zij beginnen zich af te vragen of het enige recht dat ze hebben, het recht is om gedood te worden.
Strijd Oost-ZaïreGOMA, 11 DEC. De strijd tussen het regeringsleger en de Tutsi-rebellen in Oost-Zaïre van de afgelopen tijd heeft bij Goma het leven gekost aan ten minste 4.986 mensen, met name burgers. Dat hebben hulpwerkers vandaag gemeld. De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) maakte zaterdag al melding van een massagraf met 2.754 lichamen. (AFP)
Pleidooi voor sturen troepen naar ZaïreOUAGADOUGOU, 7 DEC. De Frans-Afrikaanse top in Ouagadougou (Burkina Faso) heeft zich gisteren uitgesproken voor de vorming van een multinationale troepenmacht om voedsel naar de vluchtelingen in Zaïre te krijgen. Voedseldroppings vanuit de lucht zijn volgens de top onvoldoende.De leiders van 46 landen gaven aan het eind van hun bijeenkomst een verklaring uit waarin werd aangedrongen op onmiddellijke hulp voor de vluchtelingen in het oosten van Zaïre en waarin de Verenigde Naties werden opgeroepen tot de vorming van een troepenmacht over te gaan. De bij de crisis in oost-Zaïre betrokken landen werd gevraagd besprekingen te beginnen die moeten uitlopen op een internationale vredesconferentie. De Franse president, Jacques Chirac, zei dat in Ouagadougou de leiders van bij het conflict betrokken landen - Zaïre, Burundi, Rwanda en Uganda - ,,een brede dialoog'' zijn aangegaan. Het probleem-Zaïre was een van de belangrijkste op de top. Gisteren werd er vier uur lang over gesproken. ,,Iedereen sprak zonder rancune en iedereen luisterde. Iedereen gaat naar huis met een beter begrip van elkaars standpunt'', aldus president Chirac. In de slotverklaring wordt veel aandacht besteed aan de respectering van elkaar soevereiniteit en de onschendbaarheid van grenzen. Zaïre heeft Uganda in het verleden beschuldigd van agressie en Rwanda van het steunen van rebellen. (Reuter)
Druk van VS op rebellen in Oost-ZaïreWASHINGTON, 6 DEC. De Verenigde Staten hebben de rebellen in Oost-Zaïre opgeroepen de mensenrechten te respecteren en geen eigen staat te stichten. De rebellen stemmen toe in een onderzoek naar schendingen van de mensenrechten.Ooggetuigen maakten vandaag melding van massagraven van Rwandese vluchtelingen in de buurt van Goma. De Hutu's zouden slechts enkele weken geleden zijn vermoord. De VS hebben woensdag een boodschap gezonden aan Laurent Désiré Kabila, die zichzelf de 'coördinator' van de rebellen noemt, waarin zij aandringen op het beëindigen van moordpartijen en andere schendingen van de mensenrechten jegens Rwandese Hutu-vluchtelingen. Dat heeft de woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, Nicholas Burns, gisteren bekendgemaakt. Burns vatte de boodschap in de volgende bewoordingen samen: ,,De Verenigde Staten maken zich ernstig zorgen over de geruchten over politieke moorden en schendingen van de mensenrechten in Oost-Zaïre door elementen van de rebellen-alliantie.'' De rebellen hebben volgens Burns ingestemd met een onafhankelijk onderzoek naar de aantijgingen. De Amerikanen hebben in hun boodschap eveneens gewaarschuwd dat zij geen steun zullen verlenen aan pogingen van de rebellen een eigen staat te vormen binnen Zaïre. Kabila heeft aangekondigd dat zijn rebellen de regering van president Mobutu omver willen werpen. De rebellen hebben Oost-Zaïre al omgedoopt in Democratisch Congo. De Zaïre-rivier die door het gebied stroomt, kreeg van hen de naam Congo-rivier. En het rebellenleger heet volgens de laatste berichten niet langer de Alliantie van Verenigde Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaïre, maar wordt nu het Congolees Bevrijdingsleger genoemd. (Reuter)
'Rwandese Hutu-leger is vernietigd'NAIROBI, 5 DEC. De Zaïrese Tutsi-rebellen hebben de meeste commandanten van het voormalige Rwandese Hutu-regeringsleger (FAR) gedood of gevangen genomen en teruggestuurd naar hun land. Dat zegt de voormalige Rwandese Hutu-minister Seth Sendashonga.Volgens Sendashonga, die in ballingschap leeft in Kenia, hebben de rebellen ook veel belangrijke Hutu-politici gedood die deel uitmaakten van de regering van Rwanda voor Tutsi's de macht overnamen in 1994. Het voormalige Hutu-leger zou volkomen zijn vernietigd. ,,Het was een complete chaos en het Hutu-leger was totaal verrast. Veel oudere commandanten met de rang van kolonel zijn gedood toen de rebellen Bukavu bestormden'', aldus Sendashonga. De soldaten die de aanvallen van de rebellen hebben overleefd, zwerven volgens Sendashonga ordeloos en zonder militair of politiek doel door het oerwoud van Zaïre. ,,Het doel van de Rwandese regering is bereikt'', aldus Sendashonga. In oktober namen de Zaïrese Tutsi-rebellen de OostZaïrese grenssteden Bukavu, Uvira en Kamanyola in, waar de Hutu-leiders in ballingschap woonden. De rebellen leverden veel Hutu's uit aan Rwanda, waar deze nu gevangen zitten. De autoriteiten in Kigali willen de voormalige regeringssoldaten berechten voor hun rol in de genocide van twee jaar geleden. Bij dit bloedbad kwam een miljoen Tutsi's en gematigde Hutu's om het leven. De commandant van het Hutu-leger, generaal-majoor Bizimungu, is gevlucht naar de Zaïrese hoofdstad, Kinshasa. (Reuter)
Opmars van rebellen zet door in ZaïreGOMA, 4 DEC. De Zaïrese Tutsi-rebellen hebben volgens eigen zeggen opnieuw twee steden veroverd op het regeringsleger. Oegandese dagbladen meldden gisteren dat Oegandese troepen Zaïrese dorpen hebben veroverd als reactie op aanvallen door de Zaïrese rebellen. De commandant van de rebellen, Jean Kabongo, verklaarde gisteren in Goma dat de Tutsi-rebellen Bunia en Walikale, in het noordoosten van het land, hebben veroverd. Volgens medewerkers van hulporganisaties in Goma is Walikale nog niet gevallen, maar is de verovering door de rebellen wel ophanden. Als de stad valt, is volgens de organisaties de weg vrij voor terugkeer van vele tienduizenden Rwandese vluchtelingen naar hun land. Die vluchtelingen zitten nu klem tussen de vluchtende Rwandese Hutu-milities en de oprukkende rebellen.Duizenden Zaïrezen uit het gebied rond Bunia zijn naar Oeganda gevlucht uit vrees voor de Zaïrese soldaten en de Rwandese Hutu-extremisten. Dezen maken zich op hun vlucht voor de oprukkende rebellen schuldig aan plundering, mishandeling, moord en verkrachting. Gisteren zei Kabongo dat steeds meer rebellen via Walikale optrekken naar Kisangani, de grootste stad in het gebied. Deze stad beschikt over een luchthaven die van groot strategisch belang is voor het regeringsleger. Internationale hulporganisaties begonnen maandag medewerkers uit Kisangani terug te trekken. Kabongo had maandag gezegd dat de Tutsi-rebellen al delen van Kisangani in handen hadden en bezig waren de stad verder in te nemen. De Zaïrese regering en hulporganisaties ter plaatse ontkenden dit echter. De meest noordelijke stad waarvan zeker is dat de rebellen die in handen hebben, is Beni, 220 kilometer ten noorden van Goma. Oegandese dagbladen meldden gisteren dat Oegandese troepen de Zaïrese dorpen Masabwe, Kasindi, Manda Mutaga en Rume hebben veroverd als reactie op aanvallen door de Zaïrese rebellen. Het Oegandese leger betrad vorige week donderdag het Zaïrese grondgebied, omdat de rebellen vanuit Kasindi granaten op Oeganda zouden hebben afgevuurd. De Oegandese troepen hebben twee kampen van de rebellen vernietigd. (AFP, AP, Reuter)
Rebellen in O-Zaïre veroveren meer stedenGOMA, 3 DEC. De Zaïrese rebellen hebben de afgelopen dagen opnieuw een aantal steden veroverd op het regeringsleger. Vluchtende Zaïrese militairen laten een spoor van plunderingen, moorden en verkrachtingen achter zich.Gisteren erkende de regering in Kinshasa de val van de stad Beni, 200 kilometer ten noorden van Goma en 50 kilometer vanaf de grens met Oeganda. De autoriteiten verklaarden echter dat dit niet het werk was van de Zaïrese rebellen, maar van het Oegandese leger. Kampala zei dat zijn troepen wel de grens zijn overgestoken, om wraak te nemen op beschietingen van Oegandese rebellen, maar ontkende betrokkenheid bij een aanval op Beni. Naar schatting 700 Zaïrese soldaten uit Beni zijn gevlucht in de richting van het ongeveer 150 kilometer verder noordwaarts gelegen Bunia. De Zaïrese Tutsi-opstandelingen wilden gisteren Bunia binnentrekken, maar stuitten daar, aldus een woordvoerder, op zware weerstand van regeringssoldaten. Vluchtelingen uit Bunia zeggen dat de rebellen de stad zijn binnengetrokken en daarna zijn opgerukt naar het westwaarts gelegen Kindu. De opstandelingen zouden onderweg op grote schaal nieuwe strijders recruteren. De vluchtende regeringssoldaten en leden van de Rwandese Hutu-milities, die door de rebellen zijn verjaagd, maken zich volgens hulporganisaties schuldig aan verkrachting, mishandeling, plundering en moord. De in Beni werkzame kerkelijke organisatie Action by Churches Together meldde dat ,,een aantal vrouwen is overleden na zeer gewelddadige verkrachtingen of pogingen daartoe''. Volgens Laurent Kabila, die zichzelf de 'coördinator' van de Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaïre (ADFL) noemt, hebben de rebellen ook de zuidelijk gelegen stad Kamituga, waar zich diamant- en goudmijnen bevinden, veroverd. Buitenlandse staffunctionarissen van het mijncentrum in Kamituga, waar de Zuidafrikaanse Anglo-American Corporation belangen heeft, zijn volgens Kabila gevlucht. De commandant van de Zaïrese guerrillastrijders, John Kabunga, zei gisteren in Goma dat zijn rebellen ook een deel van de strategisch belangrijke plaats Kisangani, de hoofdstad van de provincie Boven-Zaïre, hadden ingenomen. Kabunga zei dat de Tutsi's Kisangani hebben bereikt, nadat ze om de stad Walikale waren getrokken, waar ze op aanzienlijke problemen met Rwandese Hutu-extremisten waren gestuit. Maar de regering in Kinshasa en hulporganisaties ter plaatse verklaarden vandaag dat Kisangani nog steeds in handen van regeringstroepen is. Kisangani, tot 1966 Stanleystad geheten, is de grootste stad in het oosten van Zaïre. De stad beschikt over een luchthaven die van cruciaal belang is voor het regeringsleger. De schattingen van het aantal nog in Oost-Zaïre verblijvende vluchtelingen lopen nog steeds uiteen. De Britten hebben vanuit de lucht slechts 200.000 vluchtelingen waargenomen en willen daarom alleen logistiek aan een interventiemacht deelnemen. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR blijft echter van 600.000 vluchtelingen spreken. (AFP, AP, Reuter)
Spanningen in buurlanden Zaïre groeienGOMA, 2 DEC. Zaïre heeft Oeganda gisteren beschuldigd van een aanval op zijn grondgebied. Hutu-rebellen in Burundi hebben een aanval geopend op het regeringsleger. De Zaïrese rebellen trekken momenteel verder het binnenland in. De Zaïrese minister van Informatie, Boguo Makeli, zei gisteren dat Oeganda het gebied rond de Zaïrese stad Kasindi heeft aangevallen en dat het Zaïrese leger een tegenaanval voorbereidt. De Oegandese minister van Defensie, Amama Mbabazi, heeft de beschuldiging ontkend, maar gaf toe dat zijn troepen hebben geschoten op posities die in handen van Oegandese rebellen zouden zijn.Mbabazi houdt echter vol dat het leger niet de grens is overgestoken. Volgens het Zaïrese leger hebben Oegandese troepen de plaats Beni ingenomen. De Oegandese minister van Buitenlandse Zaken, Eriya Kategaya, zei in een reactie dat het leger niet in Beni is geweest, maar wel donderdagnacht in de Zaïrese grensplaats Kasindi, als antwoord op provocaties van Oegandese rebellen die woensdag van daaruit Oeganda zouden hebben bestookt met bommen. Ook in Burundi zijn de spanningen toegenomen. Hutu-rebellen zeiden zondag dat zij in vijf regio's de aanval hebben geopend op militaire bases van het door Tutsi's gedomineerde regeringsleger. De gevechten hebben plaats in de provincies Kayanza, het platteland van Bujumbura, Bururi, Rutana en Ruyigi. Duizenden burgers zijn voor het geweld gevlucht naar het buurland Tanzania. De Zaïrese rebellen begeven zich momenteel vanaf de stad Bukavu, bij de grens met Rwanda, in zuidoostelijke richting. In een konvooi van vrachtwagens, bussen, auto's en motorfietsen trokken zij naar Chimanga, ongeveer 100 kilometer ten zuidwesten van Bukavu. Volgens een van de rebellen was hun bestemming Kamituga, 60 kilometer voorbij Chimanga. Dit gebied is rijk aan goud en diamanten. Gisteren is in de buurt van de Rwandese en Oegandese grens een vulkaan uitgebarsten. Een stroom lava van tien kilometer heeft het tropische regenwoud in het nationale park Virunga overspoeld, waar zeldzame berggorilla's leven. Rwandese Hutu-vluchelingen die in opvangkampen in de buurt van de Nyamulagira-vulkaan woonden zijn verscheidene weken geleden uit het gebied gevlucht voor de oprukkende Zaïrese rebellen. Zij lopen hierdoor geen gevaar door de vulkaanuitbarsting getroffen te worden. De internationale humanitaire troepenmacht heeft zaterdag zijn eerste hulpvlucht naar Tanzania uitgevoerd. De door Canada geleide missie is er nog niet in geslaagd voedsel en medicijnen af te leveren aan de vluchtelingen in Zaïre. De regering in Kinshasa weigert de internationale missie toegang tot haar grondgebied. (AFP, AP, Reuter) << november 1996 >> januari 1997
|
NRC Webpagina's
mei 1997
|
Bovenkant pagina |