U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 DOSSIER ZAÏRE

 INTRODUCTIE

 ACTUEEL

 NIEUWSOVERZICHT

 MOBUTU

 TIJDBALK

 GESCHIEDENIS & ACHTERGRONDEN

 KAARTEN

 FOTO'S

 LINKS

Nieuwsoverzicht

oktober 1996 | november 1996 | december 1996 | januari 1997 | februari 1997 | maart 1997 | april 1997 | actueel


Hutu-vluchtelingen uit Rwanda struikelblok voor veilige corridors

Door onze correspondent KOERT LINDIJER

KIGALI, 7 NOV. ,,Ontzeg de vluchtelingen in Oost-Zaïre hulp en ze zullen terugkeren naar Rwanda.'' Dit standpunt, uitgedrukt door een Rwandese regeringsfunctionaris in Kigali, klinkt hard. Een groeiend aantal diplomaten onderschrijft - evenals enkele hulpverleners - echter deze zienswijze. ,,Niemand probeert de vluchtelingen uit te hongeren'', zegt een hoge Westerse diplomaat in de Rwandese hoofdstad, ,,maar ze zullen sneller naar Rwanda lopen als we ze voedsel aan deze kant van de grens aanbieden.''

In de reacties onder diplomaten en hulpverleners op de militaire crisis in Oost-Zaïre begint zich enige duidelijkheid af te tekenen. Er dient een veilige corridor te komen voor de vluchtelingen, daar is iedereen het over eens. De meningsverschillen draaien om twee zaken: of in deze corridor één- of tweerichtingsverkeer moet plaatshebben en of buitenlandse troepen de corridor dienen te bewaken. Rwanda is voorstander van éénrichtingsverkeer: vluchtelingen kunnen dan door de corridor terugkomen uit Zaïre. Enkele Europese landen, waaronder Frankrijk, willen echter dat door de corridor ook voedsel naar Oost-Zaïre wordt gebracht. Na de genocide in Rwanda in 1994 trok ruim één miljoen Hutu-vluchtelingen naar Oost-Zaïre. Het betrof een door de verslagen regering georganiseerde exodus. Overheidsstructuren uit Rwanda werden - tot op het allerlaatste niveau - overgebracht naar de vluchtelingenkampen. De leiders van de dorpjes in Rwanda zijn dezelfde als in de kampen. Zij waren goeddeels verantwoordelijk voor het aanzetten tot massamoord in 1994. Zij oefenen nu druk uit op de vluchtelingen om niet naar Rwanda terug te gaan. Buitenlandse hulporganisaties zijn er nooit in geslaagd de greep van deze leiders op de kampbevolking te breken. Soldaten van het voormalige regeringsleger FAR (Forces Armées Rwandaises) en de Hutu-militie Interahamwe fungeren als militaire arm van de kampleiders. Deze gewapende groepen weerhielden tijdens de gevechten de afgelopen weken sommige vluchtelingen ervan naar de grens te lopen. Zij leidden de vluchtelingen daarentegen westwaarts, verder Zaïre in. Na de militaire nederlaag van de ex-FAR en Interahamwe, die meevochten met het Zaïrese regeringsleger, is hun greep op de vluchtelingen verzwakt maar zeker niet gebroken. ,,Zonder buitenlandse voedselhulp zal de greep verder verzwakken en zullen de vluchtelingen terugkomen'', geeft een Rwandese functionaris de politiek van zijn regering aan. Een Westerse diplomaat is het daar in grote lijnen mee eens: ,,De wijze waarop we de afgelopen twee jaar hebben gezorgd voor de vluchtelingen, heeft ze niet naar Rwanda teruggebracht. We moeten daarom nu zoeken naar een andere oplossing.'' Frankrijk oefent druk uit voor een militaire interventie met humanitair oogmerk. Rwanda heeft al aangegeven het zenden van Franse troepen onaanvaardbaar te vinden. De Rwandese regering heeft reden Franse militaire inmenging te vrezen. De Franse interventie met als codenaam Opération Turquoise in de laatste dagen van de genocide in 1994 gaf de uitvoerders van de massamoorden de gelegenheid zich in West-Rwanda te hergroeperen en vervolgens met de vluchtelingen een veilig heenkomen te zoeken in Oost-Zaïre. Rwanda vreest dat een nieuwe Franse interventie een 'Opération Turquoise II' zal worden. De Amerikanen steunen Rwanda in dit standpunt. De Amerikaanse ambassadeur in Kigali, Robert Gribben, laat zich graag citeren als hij zegt: ,,Er is geen behoefte aan een buitenlandse militaire macht.'' Enkele Afrikaanse landen en de hulporganisatie Médecins sans Frontières-International vragen om het ingrijpen van 'een neutrale militaire strijdmacht'. Een MSF-woordvoerder zei eerder deze week de komst van Franse troepen echter onaanvaardbaar te vinden. Om een grote humanitaire catastrofe te voorkomen verlenen hulpverleners aan het verstrekken van hulp de allerhoogste prioriteit. ,,Een sterk mandaat moet zo'n interventiemacht vervolgens in staat stellen in de veilige corridors de gewapende groepen en degenen die intimidatie uitoefenen, te scheiden van de onschuldige vluchtelingen'', betoogt een hulpverlener. Op de vraag hoe en op welke gronden zo'n scheiding moet worden aangebracht, werpt de hulpverlener de handen in de lucht. Een ander argument voor het zenden van buitenlandse troepen zijn de uiterst explosieve etnische spanningen in Oost-Zaïre, vooral in de provincie Noord-Kivu rond de stad Masisi. Als de leiders van de vluchtelingen hen verder westwaarts van de grens drijven, kunnen er gemakkelijk gevechten uitbreken met autochtone Zaïrezen. In een poging een 'Hutu-land' te creëren, begonnen extremistische Hutu's eerder dit jaar etnische zuiveringen rond Masisi, waarbij duizenden doden vielen. Bij het grensstadje Gisenyi is een verkeersbord geplaatst met daarop: 'Rijd langzaam. Vluchtelingen!' Overal langs de grens met Oost-Zaïre plaatsten de hulporganisaties de afgelopen weken voedselvoorraden als lokaas voor de vluchtelingen. De afgelopen dagen keerden 10.000 vluchtelingen terug naar Burundi. Naar Oeganda trokken eveneens 10.000 Zaïrese ontheemden. Het aantal dat naar Rwanda terugging, ligt echter beduidend lager. In de komende dagen zal blijken of de Rwandese vluchtelingen het verkiezen om te komen van honger in Oost-Zaïre, of dat zij het risico nemen en terugkeren naar hun vaderland.

LAURENT DÉSIRÉ KABILA; Veteraan in guerrilla

Door een onzer redacteuren
7 NOV. De strijd in Oost-Zaïre heeft een jarenlang vergeten veteraan uit het Zaïrese politieke leven voor het voetlicht gebracht: Laurent Désiré Kabila, die zich presenteert als coördinator van de Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaïre (ADFL).

Volgens Kabila werd de ADFL, die uit vier partijen bestaat, op 18 oktober gesticht in Lemera, de eerste OostZaïrese plaats die in handen viel van de rebellen. ,,Het doel van de alliantie is een einde te maken aan het autocratische regime van Mobutu en de corruptie uit Zaïre te bannen'', verklaarde de 56-jarige Kabila vorige week. Het blijft onduidelijk of de ADFL alle rebellengroeperingen in Oost-Zaïre vertegenwoordigt en of Kabila werkelijk een hoofdrol speelt in de hernieuwde guerrillastrijd tegen de Zaïrese autoriteiten. Waarnemers achten het zelfs mogelijk dat hij naar voren is geschoven door Rwanda, om de etnische opstand in Oost-Zaïre een bredere basis te geven. Kabila behoort namelijk niet tot de Banyamulenge, de van oorsprong Rwandese Tutsi's die in Oost-Zaïre wonen. ,,De Banyamulenge wilden hem om zijn ervaring en omdat hij geen Tutsi is'', aldus Gérard Prunier, een Franse deskundige op het gebied van Oost-Zaïre. De verschijning van Kabila op het politieke toneel roept herinneringen op aan het Zaïre van de jaren 1964-'65, ten tijde van de burgeroorlog die uitbrak na de onafhankelijkheid. Kabila was een aanhanger van de marxist Pierre Mulele, die toen een guerrillastrijd leidde in het midwesten van het land. Kabila en Mulele haalden hun inspiratie uit het gedachtegoed van de voormalige premier Patrice Lumumba, die in januari 1961 werd vermoord. Kabila ontving steun van de Cubaanse guerrillaleider 'Che' Guevara en 200 Cubaanse rebellen. De samenwerking liep uit op een fiasco. Het leger van Kabila werd door de Cubaanse rebellenleider ,,parasitair'' genoemd. ,,Het werkt niet, oefent niet, strijdt niet en eist soms met een extreme wreedheid van de burgers dat zij het voeden en ervoor werken'', schreef hij achteraf. Na het vertrek van de Cubanen en de machtsovername door Mobutu in november 1965 gingen de rebellen in ballingschap of liepen over naar de nieuwe machthebbers. Kabila trok zich met zijn Revolutionaire Volkspartij terug op de hoogvlaktes van Zuid-Kivu, van waaruit hij de strijd tegen het regime voortzette. Ironisch genoeg vochten de Banyamulenge destijds aan de zijde van Mobutu. In Zuid-Kivu stortte Kabila zich op de goudhandel met Burundi, waaraan hij een fortuin verdiende. ,,Hij opende een winkel in de bergen ten zuiden van Uvira en stichtte een soort onafhankelijke minirepubliek'', bevestigt Prunier. ,,Hij en zijn aanhangers doodden olifanten en werkten in de mijnbouw. Daarna smokkelden zij het ivoor en diamanten en goud naar Burundi.''

<

Bonino boos over 'lethargie' wereld

Door onze correspondent
BRUSSEL, 7 NOV. De Europese ministers van Ontwikkelingssamenwerking willen vandaag tijdens een bijeenkomst in Brussel een gedetailleerd plan voor humanitaire hulp in Zaïre vaststellen. Maar de Europees Commissaris voor humanitaire hulp, Emma Bonino, realiseert zich dat daarmee de toestand met de vluchtelingen in Oost-Zaïre niets verandert.

Een besluit van de ministers op zich is onvoldoende. ,,Maar de publieke opinie moet weten dat we een miljoen mensen daar kunnen redden'', zegt ze. Ze ergert zich hevig aan de traagheid van de Veiligheidsraad en de verdeeldheid van de Europese Unie die volgens haar tot nu toe hulpverlening onmogelijk hebben gemaakt. Ze zegt zich ,,gekrenkt'' en ,,gefrustreerd'' te voelen. Ze heeft er geen moeite mee dat haar invloed beperkt is. Humanitaire hulp is afhankelijk van ingrijpende verandering van de politieke toestand in Zaïre of van het optreden van een militaire interventiemacht. Maar Bonino vond het de afgelopen weken ,,ongelooflijk'' toen zij zag dat Europese ministers van Buitenlandse Zaken noch de Veiligheidsraad besluiten namen die de uitvoering van hulpverlening mogelijk moeten maken. Volgens haar is nabij het noodgebied van Zaïre een voedselvoorraad voor drie maanden aanwezig. Maar hulpverlening is slechts mogelijk als de veiligheid van vluchtelingen en hulpverleners is gegarandeerd. ,,Het is belangrijk dat iedereen weet dat dit geen ramp is waaraan je niets kunt doen'', zegt Bonino. De Europees commissaris zegt dat vandaag overwogen zal worden om een Europese troika van ministers van Ontwikkelingssamenwerking naar Zaïre, Rwanda en Oeganda te sturen. Dat drietal - de Ierse voorzitter, diens Italiaanse collega en de Nederlandse minister Pronk - zou de reis afhankelijk stellen van de toestemming om vluchtelingenkampen te bezoeken. Bonino heeft van Pronk te horen gekregen dat hij voorstander is van zo'n reis. Bonino heeft zich buitengewoon geërgerd aan de Europese ministers van Buitenlandse Zaken die tijdens een bijeenkomst in Luxemburg op 28 oktober niet over vluchtelingenprobleem zelf spraken, maar alleen over procedures. Ze was overhaast vanuit Brussel naar Luxemburg geroepen. Toen ze daar de dramatische toestand in Zaïre uiteengezet had, zei de voorzitter, de Ierse minister van Buitenlandse Zaken Spring, dat verdere discussie niet meer mogelijk was. De ministers hadden het onderwerp Zaïre voor haar komst al behandeld en hadden voorlopig hun onmacht moeten vaststellen omdat de vereiste unanimiteit over te nemen stappen ontbrak. Bonino werd op haar terugreis naar Brussel overstelpt met telefoontjes van ministers van Ontwikkelingssamenwerking die hulp in Zaïre wilden bieden.

Wapenzendingen ongehinderd naar hart Afrika

Door onze redacteur FRANK WESTERMAN
ROTTERDAM, 7 NOV. Een gestage stroom wapens uit Zuid-Afrika en Europa heeft de laatste jaren ongehinderd het Grote Meren-district in het hart van Afrika bereikt. De hoofdsteden Nairobi (Kenia) en Kinsasha (Zaïre) zijn uitgegroeid tot regionale centra van illegale wapenhandel voor met name de Hutu-milities in Oost-Zaïre.

Dat schrijft de VN-commissie die onderzoek doet naar de schendingen van het wapenembargo dat de Veiligheidsraad van de VN heeft ingesteld na de volkerenmoord op de Tutsi's in Rwanda in 1994. De vier leden tellende commissie zegt - in een rapport dat dinsdag aan de Veiligheidsraad is aangeboden en dat deels is uitgelekt - een goed beeld te hebben van ,,grote, losse, overlappende webben van illegale wapendeals, wapenvluchten en wapenleveranties die het continent omspannen van Zuid-Afrika tot Europa, in het bijzonder Oost-Europa.'' De recente opleving van geweld zou slechts een voorproefje zijn van wat de regio te wachten staat, zegt K. Austin van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in Washington. ,,Het Grote Meren-district is overspoeld met automatische geweren, mijnen en munitie. Alle rivaliserende groepen hebben zich nu bewapend of herbewapend.'' Austin, verbonden aan het Wapenproject van Human Rights Watch, heeft nauw samengewerkt met de VN-commissie. Haar rapport 'Rwanda/Zaïre Rearming with Impunity' van mei 1995, waarin ,,de internationale steun aan de plegers van genocide'' aan de kaak wordt gesteld, was de basis voor de VN om zelf te gaan speuren. Wapenleveranciers uit de hele wereld hebben moedwillig bijgedragen aan het opstoken van de oorlog in de grensstreek tussen Rwanda en Zaïre, zo concludeert de VN-commissie. Na de genocide op de Tutsi's zijn meer dan een miljoen Hutu's, onder wie de verslagen soldaten en rebellen, naar kampen in Tanzania en Zaïre gevlucht. Volgens Human Rights Watch hebben zij daarbij dekking en steun gekregen van Franse troepen, die in het kader van de militaire 'Opération Turquoise' in de zomer van 1994 een ,,veilig gebied'' in zuidwest Rwanda hebben gecreëerd. Pantserwagens van Franse makelij, 120 mm mortieren, houwitsers, legertrucks en luchtdoelgeschut zouden onder het oog van de Fransen naar Oost-Zaïre zijn gebracht, waar het wapentuig in werkplaatsen bij de stad Goma is opgeslagen en gerepareerd. Human Rights Watch beschuldigde Frankrijk er vorig jaar al van ,,aktief te hebben geholpen bij de herbewapening'' van de daders van een massamoord: in mei en juni 1994 zouden vijf ladingen door Frankrijk geleverde artillerie, machinegeweren en munitie in Goma zijn aangekomen. Tegenover de VN-commissie ontkent Parijs dat het direct of indirect de Hutu-militairen heeft geholpen. Door het heffen van een 'oorlogsbelasting' onder de berooide vluchtelingen in de kampen (die onder het beheer vielen van de VN-vluchtelingenorganisatie) hebben Hutu-leiders volgens het VN-rapport een paar honderdduizend dollar ingezameld voor wapenaankopen. Ook hebben zij gratis hulppakketten met dat doel te gelde gemaakt. De voormalige Rwandese legerleiding, onder wie generaal Augustin Bizimungu, organiseerde de aanvoer van wapens vanuit een hotel in Nairobi. Het doel van de Hutu-extremisten, zo schrijven de onderzoekers, was Rwanda binnen te dringen, niet alleen om uiteindelijk de macht te heroveren, maar ook om overlevenden van de slachting van 1994 die voor het VN-tribunaal kunnen getuigen, alsnog uit de weg te ruimen: ,,De commissie heeft een gedetailleerde beschrijving gekregen van de wijze waarop overlevenden van de genocide worden gedentificeerd, opgespoord en vermoord, zelfs als zij bescherming genieten van de Rwandese autoriteiten.'' Het benodigde militaire materieel wordt ingevlogen op de luchthaven van Kinsasha, dat een spilfunctie in de wapensmokkel wordt toegedicht. In kleinere vliegtuigen gaat de lading vervolgens naar de oostelijke Kivu-provincies. In februari en maart 1995 zijn op een landingsbaan bij het Kivu-meer ook vliegtuigen met wapens geland die rechtstreeks uit Zuid-Afrika kwamen. Austin van Human Rights Watch zegt dat deze vluchten ook dit jaar hebben plaatsgevonden. ,,Het gaat om mijnen en geweren, vermoedelijk geleverd door tussenkomst van Armscor'', aldus de onderzoekster. Armscor uit Pretoria verkoopt de produkten van de Zuidafrikaanse wapenindustrie en maakt er reclame voor. Bedrijfswoordvoerder D. Henning ontkent de beschuldigingen: Armscor zou in februari 1993 voor het laatst wapens hebben verscheept naar het toenmalige, door Hutu's gedomineerde leger in Rwanda. In september, gebruikmakend van de tijdelijke opheffing van het wapenembargo tegen Rwanda, heeft Pretoria een omstreden wapencontract gesloten met de nieuwe machthebbers in Kigali ter waarde van 18,5 miljoen dollar - met de rechtvaardiging het land te 'stabiliseren'. Gisteren heeft Zuid-Afrika echter aangekondigd dat het de levering van onder meer pantserwagens aan Rwanda heeft opgeschort. Volgens Austin van Human Rights Watch zijn er ook ,,een tiental Amerikaanse instructeurs'' in Rwanda actief bij het trainen van Tutsi's in het bestrijden van guerrilla-invallen. Door de militaire hulp aan het bewind in Rwanda zijn de Banyamulenge-Tutsi's in Oost-Zaïre aan kalasjnikovs en Zuidafrikaanse R-4 geweren gekomen, zeggen zowel Human Rights Watch als Amnesty International. ,,De Banyamulenge zijn van buitenaf in staat gesteld zich te verdedigen tegen extremistische Hutu's en Zaïrese troepen, maar die hulp is doorgeslagen'', aldus Austin. Met steun van het reguliere Rwandese leger hebben deze opstandelingen de afgelopen weken belangrijke steden als Goma, Bukavu en Uvira in Oost-Zaïre veroverd. Austin, die de Afrika-afdeling van het Institute for Policy Studies in Washington leidt, heeft scherpe kritiek op de VN-onderzoekscommissie: ze werkt te traag (,,anderhalf jaar nadat een wapenzending heeft plaatsgehad, arriveert de commissie ter plekke''), te strikt (,,ze zoekt naar schriftelijke bewijzen die er niet zijn'') en laat zich te makkelijk afschepen door belangrijke VN-lidstaten (,,bij haar onderzoek in Frankrijk heeft ze nauwelijks medewerking gehad, maar ze past ervoor de Franse regering daarvoor te bekritiseren''). Niettemin is het de VN-commissie gelukt sommige transporten en wapendeals in kaart te brengen: twee vluchten van een DC-8 vrachtvliegtuig van Air Zaïre met elk veertig ton aan kalasjnikovs, 60 en 82 mm mortieren en munitie van de Seychellen naar Goma in juni 1994, twee Oekraense toestellen met wapentuig op weg van Bulgarije via Egypte naar Zaïre; de vondst van vijftig mijnen van Italiaanse makelij; een Nigeriaans vliegtuig dat via Madrid en Malta naar Goma vloog, vermoedelijk met wapens; verdachte ontmoetingen tussen een Fransman en de voormalige Hutu-legerleider Bizimungu in Zaïre. Human Rights Watch werkt nu aan een rapport over de militarisering van het door etnische strijd bedreigde Burundi, dat in januari zal verschijnen. Austin zegt dat het land afstevent op een volkerenmoord. ,,Anders dan in Rwanda zullen de machetes en speren zijn vervangen door automatische geweren. Het zal niet meer zo zijn dat een bewapende groep een kerk vol weerlozen binnengaat om iedereen af te maken. Beide partijen hebben nu de middelen om het conflict tot de laatste man of vrouw uit te vechten.''

Zuid-Afrika: geen wapens voor Rwanda

Door correspondent LOLKE VAN DER HEIDE
PRETORIA, 7 NOV. Zuid-Afrika heeft gisteren met onmiddellijke ingang alle wapenverkopen aan Rwanda stopgezet. Pretoria is verder bereid troepen te sturen voor een internationale vredesmissie in het Zaïrees-Rwandese grensgebied. Dit heeft de onderminister van Buitenlandse Zaken, Aziz Pahad, gisteren gezegd.

Zuid-Afrika heeft inmiddels aan de regering van Rwanda laten weten dat de bilaterale overeenkomst voor wapenleveranties ter waarde van 87 miljoen rand (33 miljoen gulden) is opgeschort. De maatregel is van kracht tot de vrede en stabiliteit in het gebied rondom de Grote Meren is hersteld, aldus Pahad. Pretoria is tot het besluit gekomen na overleg met de leiders in de Middenafrikaanse regio. ,,President Mandela heeft intensief contact gehad met bijna alle staatshoofden in die regio en met andere leiders in zuidelijk Afrika, om te zien hoe we tot een oplossing kunnen geraken in deze onrustige situatie'', zo verklaarde de onderminister. Hij sprak berichten tegen dat de levering van Zuidafrikaanse wapens de strijd tussen de Tutsi's uit Rwanda en het Zaïrese leger in de Zaïrese provincie Kivu heeft verergerd. Rwanda zou tot nu toe alleen enkele pantserwagens hebben ontvangen. Pahad zei verder dat Zuid-Afrika haast maakt met de voorbereiding van militaire assistentie in de Zaïrees-Rwandese grensstreek. De bijdrage zal bestaan uit militair personeel, logistiek en technische middelen, maar waarschijnlijk niet uit troepen. Het is de eerste maal dat Zuid-Afrika zal deelnemen aan een internationale vredesmissie. ,,Zuid-Afrika deelt de nationale bezorgdheid (over de situatie rondom Rwanda, red.) en zal steun geven aan elke praktische actie die de Verenigde Naties en de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) zullen verlenen'', aldus Pahad.

Mandela wil diplomatieke rol spelen; Tallozen sterven in oosten van Zaïre

NAIROBI /PARIJS, 7 NOV. Talloze vluchtelingen in Oost-Zaïre sterven door uitdroging. Dat hebben ooggetuigen aan de Verenigde Naties meegedeeld. Volgens een hoge Zaïrese diplomaat wil de Zuidafrikaanse president Mandela een rol spelen bij het bereiken van vrede in het hart van Afrika.

Ooggetuigen in de Rwandese grensstad Gisenyi brachten aan functionarissen van de VN verslag uit over de dood van de vluchtelingen in de bergen van Oost-Zaïre, ten noorden van het Kivu-Meer. ,,Ze zeggen dat ze overal om zich heen mensen zagen sterven door een gebrek aan water op de helling boven de kampen Kahindo en Katale'', aldus Peter Kessler, de woordvoerder van de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) in de Keniaanse hoofdstad, Nairobi. Volgens de Zaïrese gezant Honore Ngbanda, die vanochtend een gesprek met Mandela had, heeft de Zaïrese president Mobutu zijn Zuidafrikaanse collega verzocht een ,,belangrijke diplomatieke rol te spelen in dit conflict''. ,,En hij zal de rol spelen die van hem wordt verwacht in de situatie zoals die nu in Zaïre bestaat'', aldus Ngbanda. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Hervé de Charette, betreurt het 'gebrek aan ruggengraat' van de internationale gemeenschap inzake het conflict in Oost-Zaïre. Hij sprak gisteravond op de Franse zender LCI zijn ergernis uit over het uitblijven van internationaal ingrijpen. ,,De belangrijkste hindernis is, eerlijk gezegd, het gebrek aan wilskracht van de internationale gemeenschap'', verklaarde hij. ,,Bij alle deuren waarop ik klop met de vraag of iemand bereid is zijn verantwoordelijkheden te nemen, antwoordt men 'nee' of vriendelijk 'kom morgen nog eens terug', of zelfs: 'misschien schenken wij u een vliegtuig'.'' De Charette zei dat de Verenigde Staten negatief hebben geantwoord op de oproep van Frankrijk om troepen te verschaffen voor een internationale vredesmacht. Hij legde er de nadruk op dat Frankrijk geen manschappen naar Oost-Zaïre zal sturen als de VS niet deelnemen aan de vredesmacht. ,,Wij willen niet dat het een Frans leger wordt. Dat zou een erg slechte beslissing zijn.'' De Charette meent dat een internationale vredesoperatie moet plaatshebben onder de vlag van de Verenigde Naties. De Charette zei verder dat president Mobutu ,,de sterkste persoon van Zaïre'' is en dat deze ,,zelf het meest geschikt is de noodzakelijke verantwoordelijkheden voor Zaïre te nemen''. De Zaïrese president stemt in met het zenden van een neutrale internationale troepenmacht naar zijn land. Dat maakte Raymond Chrétien, de speciale bemiddelaar van de VN in het conflict in het gebied van de Grote Meren, gisteravond bekend na zijn onderhoud met Mobutu in de Franse plaats Roquebrune Cap-Martin. De ministers van Ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie zijn vandaag bijeen om een oplossing te zoeken voor de 1,2 miljoen vluchtelingen in Oost-Zaïre. De Europese Commissaris voor humanitaire hulp, Emma Bonino, zal naar verwachting pleiten voor het openen van veilige corridors naar de regio, waardoor voedsel kan worden aangevoerd en de Hutu-vluchtelingen kunnen terugkeren naar Rwanda en Burundi. Volgens diplomaten wil Bonino ook dat de corridors militaire bescherming krijgen. (AFP, AP, Reuter)

Derde stad van Zaïre oogt na strijd als vuilnisbelt

Door onze correspondent KOERT LINDIJER
GOMA, 6 NOV. De twee jongens van de rebellenbeweging breken de deur van de ambulance open. Zij lachen triomfantelijk. Daarna begeven zij zich naar de andere ziekenwagen op het erf van de villa van Mobutu. Twee ambulances stonden permanent paraat bij het 'paleis' van de president in Goma, hoewel hij er slechts enkele dagen per jaar doorbracht.

In de rest van de vervallen stad was geen enkele ziekenauto beschikbaar. 'De dief, de dief', roepen de rebellen als zij doorlopen naar vier gloednieuwe Mercedesssen van de 'baas van Zaïre'. ,,Mobutu's politieke loopbaan is voorbij en hij is ernstig ziek. Zaïre wordt door ons bevrijd'', verkondigt enkele uren later in Goma de rebellenleider André Ngandu Kissasse. Goma, de derde grote stad die de rebellen in Oost-Zaïre drie dagen geleden innamen, oogt als een vuilnisbelt waarover op sommige plaatsen de zoete geur van rottend mensenvlees hangt. Meer dan in de steden Uvira en Bukavu werd er geplunderd, door de terugtrekkende Zaïrese regeringssoldaten en de bevolking. Winkels zijn opengebroken. Een man van middelbare leeftijd loopt heel beheerst weg met een ijskast op zijn hoofd. Hadden in Uvira en Bukavu vorige week enkele dagen na de inname de rebellen de situatie goeddeels onder controle, in Goma is dat nog niet het geval. In het centrum van de stad klinkt plotseling geweervuur en plunderaars rennen in paniek alle kanten uit. Aan de westelijke kant van de stad zegt een rebel: ,,Van mij mag je doorrijden, maar het is daar nog gevaarlijk.'' De rebellenleider, commandant Kissasse, beaamt dit: ,,We oefenen geen controle uit over de Rwandese vluchtelingenkampen enkele kilometers buiten de stad. Ex-Rwandese regeringssoldaten en de Interahamwe zwaaien daar de scepter.'' Enkele duizenden inwoners van Goma bleven achter in de stad, het merendeel mannen. ,,We weigerden met de regering van dieven weg te vluchten'', zegt Michael Mukumbilwa. ,,Ja, we namen een risico, maar het was veiliger dan weg te rennen.'' Veel inwoners vragen zich nu af waar hun familieleden zich bevinden die met de Zaïrese soldaten wegtrokken. ,,Ik ben mijn hele gezin kwijt'', klaagt een oude man, ,,mijn kinderen en vrouw gingen met het oude leger mee.'' Hij houdt een vrijwel leeg blik met meel op. ,,En voedsel heb ik ook niet meer.'' Iedereen praat druk over 'duizenden lijken'. Het hoofd van een stadswijk zegt lijken van vijf kennissen te hebben gezien. Bij de postbussen in het postkantoor ligt één dode man. De geur van de dood slaat je op verscheidene plaatsen in de stad in het gezicht. Een Zaïrese hulpverlener van het Rode Kruis rijdt met een vrachtwagen door de stad om de lijken op te ruimen. ,,Sinds gisteren hebben we ongeveer vijfhonderd lijken geborgen'', zegt hij. ,,Ze liggen begraven in een massagraf iets buiten de stad.'' Inwoners praten lovend over de rebellen. ,,Ze zeggen ons vrede in Zaïre te brengen en wij geloven ze'', zegt Michele Zabora. ,,Ze raden ons aan vooral niet te vluchten.'' De 21-jarige George Kakule twijfelt nog. ,,Ik weet niet of ik blij moet zijn'', begint hij. ,,De rebellen kwamen mijn buurman halen en ze doodden hem. Waarom? Hij werkte voor de Zaïrese geheime dienst Snip. Maar hij was mijn vriend.'' Over de identiteit van de rebellen tasten ook de inwoners van Goma nog in het duister. Sommigen menen dat het om de Banyamulenge gaat, de Zaïrese Tutsi's die de opstand vorige maand begonnen in Uvira. Eerdere berichten als zou het bij Goma een groep betreffen die zich de Bangilima noemt, zijn vermoedelijk onjuist. Commandant Kissasse die de rebellen bij Goma aanvoerde, ontmoette ik vorige week in het 400 kilometer zuidwaarts gelegen Uvira. Hij gaf daar een persconferentie samen met de vermeende leider van de opstand, Laurent Désire Kabila. Noch Kabila noch Kissasse is Tutsi. Zij begonnen in 1964 met hun strijd tegen het regime in Kinshasa tijdens de opstand van Pierre Mulele, een minister in de regering van de toenmalige premier Patrice Lumumba. Het heeft er alle schijn van dat na de opstand van de Banyamulenge rond Uvira verscheidene rebellengroepen een los verbond hebben gesloten in de Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaïre (ADFL). Naarmate de strijd succesvoller ging verlopen werd dit verbond hechter. Ook bij Goma bestaan er sterke aanwijzingen voor betrokkenheid van het Rwandese regeringsleger. Er is tijdens de belegering van de stad door de rebellen vanaf Rwandees grondgebied geschoten. Ooggetuigen vertellen hoe bij de luchthaven van Goma een Rwandese commandant met zijn walkie-talkie bevelen gaf aan verschillende eenheden van de Zaïrese opstandelingen. ,,Ons doel is om geheel Zaïre te bevrijden'', herhaalt Kissasse de doelstelling van de ADFL. ,,De Banyamulenge zijn slechts één groep die met ons vechten.'' Kissasse noemt Kabila ,,de woordvoerder'' van de ADFL. De rebellen houden zich volgens hem aan het eerder deze week afgekondigde staakt-het-vuren. ,,Er vecht niemand meer'', aldus Kissasse. Hij nodigt de buitenlandse hulporganisaties uit onmiddellijk naar Goma terug te keren om de Rwandese vluchtelingen te helpen: ,,We willen een humanitaire catastrofe helpen voorkomen''. Voorwaarde is echter dat de gewapende elementen onder de vluchtelingen - de Hutu-militie Interahamwe en de ex-Rwandese regeringssoldaten - worden gescheiden van de anderen in de kampen. Wie dat moet doen? ,,De internationale gemeenschap'', antwoordt commandant Kissasse. In deze opdracht is de internationale gemeenschap de afgelopen twee jaar niet geslaagd, waarna de voedingsbodem was ontstaan voor de huidige opstand in Oost-Zaïre en de betrokkenheid daarbij van het Rwandese regeringsleger.

Top Nairobi over Oost-Zaïre; Demonstraties in Kinshasa tegen bewind

KINSHASA/NAIROBI, 6 NOV. Inwoners van de Zaïrese hoofdstad, Kinshasa, hebben gisteren opnieuw gedemonstreerd tegen het 'gebrek aan daadkracht' van de regering in het confict in Oost-Zaïre. Afrikaanse leiders hebben gisteren bij de Verenigde Naties aangedrongen op het sturen van een ,,neutrale'' troepenmacht naar het gebied.

Honderden burgers van Kinshasa wierpen gisteren wegversperringen op en namen auto's van passanten in bezit uit protest tegen de werkeloosheid van de regering inzake het conflict in Oost-Zaïre. De rellen braken uit in verscheidene delen van de stad, maar hadden met name plaats op de campus van de universiteit, die vorige week het toneel was van demonstraties tegen de inmenging van Rwanda in het conflict. De demonstranten eisten het aftreden van premier Kengo wa Dondo, die half Tutsi is, en wilden dat de radicale oppositieleider Etienne Tshisekedi, die in 1993 korte tijd premier was totdat president Mobutu hem ontsloeg, zijn plaats inneemt. 'Tshisekedi kom snel terug, want Kengo heeft het land verkocht', scandeerden ze. De Zaïrese autoriteiten hadden maandag alle demonstraties verboden en het leger toestemming gegeven te schieten op plunderaars en vandalen. Afrikaanse leiders voerden gisteren in de Keniaanse hoofdstad, Nairobi, overleg over de crisis in Oost-Zaïre. Zij drongen bij de VN aan op het sturen van een ,,neutrale'' vredesmacht naar het gebied van de Grote Meren. De aanwezigen toonden zelf echter weinig animo om troepen te sturen. De vredesmacht moet volgens de Afrikaanse leiders zorgen voor veilige doorgangen naar Rwanda en Burundi en tijdelijke opvangkampen voor de vluchtelingen. De Afrikaanse leiders riepen verder op tot een staakt-het-vuren en een terugkeer van de vluchtelingen naar Rwanda en Burundi. Op de bijeenkomst in Nairobi waren vertegenwoordigers uit Rwanda, Kenia, Oeganda, Tanzania, Zambia, Ethiopië, Eritrea, Kameroen en van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) aanwezig. Zaïre had van tevoren laten weten geen prijs te stellen op een regionale top over het confict 'zolang er buitenlandse troepen op zijn grondgebied zijn'. De Franse president, Jacques Chirac, heeft gisteren opnieuw opgeroepen tot het zenden van een Amerikaans-Europese ,,veiligheidsmacht'' naar Oost-Zaïre. Chirac meende echter dat een dergelijke internationale troepenmacht geen politieke doeleinden mag hebben en dat deze snel moet worden vervangen door een Afrikaanse vredesmacht. Hij zei dit gisteren tijdens een ontmoeting met de Spaanse premier, Jose Maria Aznar, in de Franse havenstad Marseille. De zieke Zaïrese president, Mobutu Sese Seko, die gisteren aankwam in zijn villa aan de Franse Rivièra, zal volgens regeringsfunctionarissen in Kinshasa ,,in de komende dagen'' terugkeren naar zijn land. (AFP, Reuter)

Mogelijk bijdrage vredesmacht Zaïre

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 6 NOV. Minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) laat vanuit Tokio weten dat Nederland een bijdrage aan een vredesmacht in Zaïre niet uitsluit. Op het ministerie van Defensie aan het Plein in Den Haag zijn woordvoerders terughoudender ,,maar wel met een positieve instelling''.

,,De defensiestaf maakt een inventarisatie van wat wij zouden kunnen leveren'', zegt een van de medewerkers van generaal Van den Breemen, chef Defensiestaf. Secretaris-generaal Boutros Ghali van de Verenigde Naties heeft vijfendertig landen, waaronder Nederland, benaderd om na te gaan wat zij kunnen leveren. Nederland denkt daarbij allereerst aan transportmiddelen. Over het sturen van militairen wordt niet openlijk geproken. Het hangt, volgens dezelfde medewerker, volstrekt af van het mandaat voor troepen die eventueel een corridor zouden moeten beveiligen om vluchtelingen te kunnen laten terugkeren en hulpmiddelen door te laten. Er moet een duidelijke opdracht zijn, alsmede heldere bevelslijnen en een wapenstilstand. ,,Srebrenica heeft ons lessen geleerd. Eerst moet er duidelijkheid komen over de opdracht en het soort troepenmacht dat wordt geformeerd.'' Minister Pronk (Ontwikkelingssamenwerking) is geen voorstander van het sturen van een Westerse troepenmacht. Bij aankomst op Schiphol uit West-Afrika zei de minister: ,,Ik heb twee jaar lang gepleit voor een internationale politiemacht, maar nu is het te laat. Op dit moment werkt gewapend ingrijpen contraproduktief. Men zal dat uitleggen als partij kiezen'', aldus Pronk. Hij vreest dat de betrekkelijke veiligheid van dit moment verstoord kan worden door gewapend ingrijpen. Hij is van mening dat in de eerste plaats Afrikaanse waarnemers toezicht moeten houden op de corridors. Donderdag is er overleg tussen de ministers en staatssecretarissen van Ontwikkelingssamenwerking van de landen van de Europese Unie. Overigens is EU-commissaris Bonino van mening dat niet de Europese Unie maar de Verenigde Naties het meest geschikte orgaan zijn om de crisis in Oost-Zaïre aan te pakken. Rwanda wijst iedere vorm van militaire actie in Oost-Zaïre af.

Troepenmacht Zaïre voorgesteld

MADRID, 6 NOV. Frankrijk en Spanje willen een multinationale vredesmacht van ten minste 5.000 militairen sturen naar Oost-Zaïre om corridors voor de vluchtelingen daar te openen. Dat heeft een woordvoerder van het Spaanse ministerie van Buitenlandse Zaken vanmiddag gezegd. De Verenigde Naties zouden toestemming voor de operatie moeten geven.

Zaïrese president naar Franse Rivièra

Door onze correspondent
PARIJS, 5 NOV. De Zaïrese president, Mobutu Sese Seko, is gisteren in Roquebrune-Cap Martin aan de Franse Rivièra aangekomen. Hij bezit daar een villa, waar hij verder op krachten zou willen komen na zijn behandeling in Zwitserland wegens prostaatkanker.

Na een verblijf van drie maanden aan het Meer van Genève groeiden de protesten tegen zijn aanwezigheid in het land, mede wegens de uiterst luxueuze levensstijl van Mobutu en zijn gevolg. De Zaïrese president logeerde tot gisteren in het hotel Beau-Rivage Palace in Lausanne. De kosten van zijn verblijf bedroegen volgens een medewerker van het hotel bijna een miljoen Zwitserse franken (1,3 miljoen gulden). Volgens de Zwitserse media bezit Mobutu meer dan 4 biljoen dollar (6,8 biljoen gulden) - bijna evenveel als de buitenlandse schuld van Zaïre - op Zwitserse bankrekeningen. In Frankrijk is Mobutu weer welkom sinds de vorige president, Franois Mitterrand, tegen het eind van zijn ambtstermijn de bezwaren tegen de aanwezigheid op Franse bodem van Mobutu ophief. Volgens het Franse dagblad Le Monde, dat enkele artsen citeerde, zou Mobutu's kanker zijn uitgezaaid naar zijn botten en zou de 66-jarige president niet in staat zijn binnenkort naar Zaïre terug te keren, zoals hier en daar gesuggereerd is. De Zaïrese president heeft laten weten geen verklaringen af te zullen leggen in Frankrijk. De woordvoerster van de Franse president heeft gezegd dat een ontmoeting tussen Chirac en Mobutu niet op het programma staat. Het Franse staatshoofd was gisteren en vandaag in de buurt, in Marseille, voor een topontmoeting met de Spaanse premier Aznar. Wel zal Mobutu waarschijnlijk morgen Raymond Chrétien, de speciale afgezant van de Verenigde Naties, ontvangen. De Canadees zou daartoe naar Frankrijk vliegen.

05 November 1996

Geen eenzijdig Frans ingrijpen Zaïre

Door onze correspondent MARC CHAVANNES
PARIJS, 5 NOV. Frankrijk wil graag ingrijpen in Zaïre, maar niet op eigen houtje. De herinneringen aan de uitsluitend Franse Operatie Turquoise in Rwanda (1994) zijn te recent en te gemengd, al was het maar omdat er geen blijvende oplossing van de regionale problemen mee is bereikt. Alleen Spanje heeft tot dusver positief gereageerd op de oproep tot internationale actie die de Franse regering gisteren heeft gedaan.

[De Rwandese minister van Buitenlandse Zaken, Anastase Gasana, zei vanmorgen in Brussel dat zijn land geen enkele behoefte heeft aan een interventie. De Tutsi-rebellen in Zaïre, die door Rwanda worden gesteund, hebben gisteren een eenzijdig staakt-het-vuren afgekondigd. Een woordvoerder zei gisteren op de BBC-radio dat het bestand direct van kracht was en drie weken zal duren.] Het is waarschijnlijk geen toeval dat president Chirac zijn minister van Buitenlandse Zaken, Hervé de Charette, op een gemproviseerde persconferentie een dringend beroep op de wereld liet doen. Charette is in de hiërarchie heel hoog, maar hij is geen president en geen premier. Het te verwachten stilzwijgen van de meeste andere Europese landen en de Verenigde Staten komt dan ook minder hard aan. Maar Frankrijk heeft voor het oog van de wereld gedaan wat mogelijk was. Parijs denkt serieus aan ingrijpen. Dat bevestigde de woordvoerder van president Chirac. Deze was gisteren en vandaag in Marseille voor een Frans-Spaanse top. Bij die gelegenheid betuigde premier Aznar ook zijn instemming met de Franse voorstellen. Frankrijk stelt als voorwaarden voor een actie dat andere landen uit Europa, Noord-Amerika en Afrika in de een of andere vorm meedoen. Bovendien moeten de Verenigde Naties hun goedkeuring geven. Vorige week al heeft minister Charette in de Franse Assemblée Nationale verklaard dat Frankrijk op humanitaire gronden actie dringend geboden acht. Bovendien wil Parijs zo spoedig mogelijk een conferentie over de toekomst van het gebied rond de Grote Meren. Die conferentie zou in de eerste plaats de terugkeer van alle vluchtelingen tot doel hebben. Bovendien zou de bescherming van minderheden en berechting van de plegers van massamoorden hoog op de agenda staan. Een 'mechanisme' zou moeten worden ingesteld om op de voet te volgen of deze punten in de praktijk worden nageleefd. Minister Charette heeft geen toelichting gegeven op zijn voorstel het grensgebied tussen Zaïre en Rwanda te beveiligen. In het gebied zitten meer dan een miljoen vluchtelingen. In zijn omgeving werd gezegd dat veilige havens tot stand zouden kunnen komen door VN-troepen of troepen van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) te zenden die kampen afgrendelen. Pas binnen zulke veilige contouren zou humanitaire actie enige zin hebben. Daarover is Parijs het eens met de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, Sadako Ogata. Frankrijk stelt intussen een staakt-het-vuren voor, in afwachting van het bij elkaar komen van een mogelijke interventiemacht. In de Franse publieke opinie bestaat weinig twijfel over de wenselijkheid van internationaal ingrijpen, noch over de rol van Frankrijk daarin. 'Gaan!' is de kop boven het hoofdartikel van Le Monde vandaag. Frankrijk is het laatste land in Europa dat nog in staat en bereid is op deze manier zijn humanitaire plichten na te komen, schrijft de krant. De oud-minister van Humanitaire Actie Bernard Kouchner schrijft kritisch over de voorzichtigheid van Zuid-Afrika's president Mandela om actie te ondernemen in Zaïre.

Hulporganisaties weg; Tutsi-rebellen zeggen Goma te beheersen

GOMA, 4 NOV. Na de steden Uvira en Bukavu lijkt ook Goma, de hoofdstad van de provincie Noord-Kivu, in handen van de Tutsi-strijders te zijn gevallen. De Tutsi-rebellen claimden vandaag in een interview met de BBC dat zij Goma op het Zaïrese regeringsleger hebben veroverd.

Volgens het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) hebben bijna een miljoen Rwandese en Burundese Hutu-vluchtelingen en Zaïrese burgers zich inmiddels verzameld in de baai van Saké, aan het Kivu-meer ten noorden van Goma. Zij zijn op de vlucht geslagen voor de gevechten tussen de rebellen en het Zaïrese leger in Oost-Zaïre. De Tutsi-rebellen hebben buitenlandse hulporganisaties opgeroepen terug te keren naar de provincies Noord- en Zuid-Kivu. Laurent Désiré Kabila, die zegt de leider te zijn van de Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaïre (ADFL), deed vandaag vanuit Bukavu in een interview met de BBC een beroep op buitenlandse hulporganisaties om terug te keren in Uvira en Bukavu. ,,Wij garanderen hun veiligheid, zodat zij kunnen landen en de luchthaven in Kilimba nabij Uvira kunnen gebruiken, evenals die in Goma, dat geheel onder onze controle is'', aldus Kabila. Journalisten die tot zaterdag in Goma waren, maakten melding van de aanwezigheid van soldaten in Rwandese uniformen in de stad. De Rwandese regering ontkende gisteren echter opnieuw dat haar leger de rebellen in Zaïre steunt in de strijd. De honorair consul van Frankrijk in Goma, Patrick Lumes, zei gisteren dat de gevechten in Goma sinds zaterdagavond zijn bedaard. De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) heeft zaterdag 130 buitenlanders, onder wie medewerkers van hulporganisaties, tien journalisten en enkele buitenlanders die niet voor hulporganisaties werkten, uit Goma geëvacueerd naar de Rwandese grensplaats Gisenyi. Zij zullen van daaruit naar Kigali worden gebracht. Volgens Lumes was gisteren nog een vijftigtal buitenlanders in Goma aanwezig. In de nacht van zaterdag op zondag waren schoten van zware wapens te horen in de omgeving van de luchthaven van Bukavu, de hoofdstad van de provincie Zuid-Kivu. De Tutsi-rebellen claimen dat deze stad sinds woensdag in hun handen is. De Zaïrese regering ontkende vrijdagavond echter dat het leger de controle over de stad heeft verloren. Morgen begint in Kenia een regionale conferentie over het conflict in het gebied van de Grote Meren. (AFP, Reuter)

Bukavu: geplunderd en verlaten

Door onze correspondent KOERT LINDIJER
BUKAVU, 4 NOV. De ruitenwissers van de gestrande auto van de Verenigde Naties zwaaien nog driftig heen en weer. Verlaten staat de wagen in het midden van de grote winkelstraat in het centrum van Bukavu, een stad waar tot voor kort 150.000 mensen woonden. Midden vorige week veroverden de Zaïrese rebellen Bukavu.

Talrijke winkels zijn opengebroken. Verspreid over de straten liggen schoenen, kleren en opengeslagen koffers bij auto's met lekke banden en ingeslagen ruiten. Hier hebben de Zaïrese soldaten geplunderd. Eenzaam in een zijstraat ligt een brancard. Iets verderop het lichaam van een teenager. Begeleid door lichtelijk nerveuze, jonge soldaten van het rebellenleger waag ik me in de goeddeels verlaten stad. Bij iedere hoek gaan ze op hun hurken en richten schichtig hun geweren in alle richtingen. ,,Je weet maar nooit of er nog sluipschutters zijn'', verklaart commandant Nicolas Ruheka het gedrag van zijn manschappen. Als we de woning betreden van Jean Kambanda, premier tijdens de genocide in 1994 in Rwanda, gaat een jongen met een pistool in de aanslag ons voor. ,,Je weet maar nooit of ze een valstrik voor ons hebben geplaatst'', zegt Ruheka. In de woning van de voor oorlogsmisdaden gezochte Kambanda treffen we militaire uniformen aan. Bij twee gebouwen van het verdreven Zaïrese leger moeten we achter elkaar lopen in een rij. De rebellen vermoeden dat zich landmijnen bevinden rond de gebouwen. Grote stapels geweren, kogels en landmijnen tussen oud brood en paperassen maken lopen in de gebouwen vrijwel onmogelijk. Er zijn alle tekenen dat de regeringssoldaten in paniek zijn vertrokken. ,,De meeste tegenstand ondervonden we van de Interahamwe en van de ex-Rwandese regeringssoldaten'', vertelt Ruheka. In de tuin staat splinternieuw geschut voor het afvuren van mortiergranaten. Op een weggetje aan de rand van de stad vreet een hond aan de voet van een opgezwollen lijk. ,,We vonden vele lichamen in de stad, maar ik kan niet vaststellen wie ze hebben gedood'', zegt commandant Ruheka. ,,Wel stelden we vast dat velen werden vermoord met kapmessen.'' Deze slagwapens zijn een waarmerk van de in 1994 naar Oost-Zaïre gevluchte leden van de extremistische Rwandese Hutu-militie Interahamwe. Talrijke ooggetuigen in door de opstandelingen veroverde gebieden vertellen over het verbond dat de Zaïrese regeringssoldaten sloten met de in 1994 gevluchte Rwandezen. Bij een grote kerk zit in de koelte van een forse regenbui een groepje bibberende Tutsi's. ,,We werden twee weken geleden door de Zaïrese soldaten gearresteerd'', begint de oude vrouw Lina. Vlak voor de komst van de rebellen begonnen ze de gevangenen te doden. ,,Mijn broer werd vermoord'', roept een jongen. ,,Ze doodden mijn vader. Ze hadden het vooral op de mannen gemunt'', roept een ander. Twee weken geleden bestond deze groep Tutsi's uit 34 mensen, nu resten er nog veertien. Hun huizen werden vernietigd. Niemand is er om hen te helpen: hulpverleners zijn gevlucht, hun kantoren geplunderd. De 72-jarige Deo Grariyazi ligt kreunend op de grond. Ook hij is een Tutsi. Hij kan zich nauwelijks meer omdraaien. Overal op zijn lichaam werd hij geslagen door de Zaïrese regeringssoldaten. ,,Ze hebben mijn vrouw en dochters verkracht'', murmelt hij. Het praten doet hem pijn en hij zwijgt. ,,Ik heb het koud'', zucht hij alleen nog. Commandant Ruheka maakt haast. De strijd is kennelijk nog niet gestreden. Hij moet zijn mannen gaan aanvoeren buiten de stad. Ruheka spreekt niet de Rwandese taal Kiryarwanda, alleen Kiswahili en lokale Zaïrese talen. Hij zegt te zijn geboren in de Zaïrese stad Uvira. In tegenstelling tot in het zuidelijker gelegen Uvira, tref ik in Bukavu soldaten van zuiver Zaïrese afkomst aan. Er zijn hier geen aanwijzingen meer van directe betrokkenheid aan de zijde van de rebellen door Rwandese regeringssoldaten. Dat Rwanda een stevige hand heeft in de Zaïrese rebellie is echter overduidelijk. Het Rwandese leger helpt bijvoorbeeld met de communicatie tussen de verscheidene verspreid opererende eenheden van de rebellen. Contact met de opstandelingen om Bukavu te bezoeken, werd voor mij gelegd door middel van een hoge Rwandese militair in het grensstadje Cyangugu. Terug aan de Rwandese zijde van de grens zegt een regeringssoldaat: ,,Hoe is het nu in Bukavu? Daar was ik vorige week ook tijdens de verovering van de stad.''

Westen zoekt naar aanpak

Crisis Zaïre escaleert in hoog tempo

GENEVE/NAIROBI, 4 NOV. De internationale gemeenschap heeft nog geen gecoördineerde aanpak gevonden voor de crisis in Oost-Zaïre, ondanks verscheidene diplomatieke initiatieven. Volgens de VN hebben zich bijna een miljoen vluchtelingen verzameld bij het Kivu-meer ten noorden van Goma.

Het gaat daarbij om Rwandese en Burundese Hutu-vluchtelingen en Zaïrese burgers. Intussen lijkt na de steden Uvira en Bukavu ook Goma, hoofdstad van de provincie Noord-Kivu, in handen van de Tutsi-strijders te zijn gevallen.

Zij claimden vandaag in een vraaggesprek met de BBC dat zij Goma op het Zaïrese regeringsleger hebben veroverd. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Hervé de Charette, heeft vanochtend de Afrikaanse, Europese en Amerikaanse bondgenoten opgeroepen ,,zonder uitstel'' een internationale bijeenkomst te houden om de humanitaire hulp aan Oost-Zaïre mogelijk te maken. De Franse staatssecretaris van Humanitaire Noodhulp, Xavier Emmanuelli, sprak zich dit weekeinde uit voor een humanitaire interventie. ,,Frankrijk is bereid om al zijn middelen ter beschikking te stellen voor een humanitaire noodoperatie die wordt gecoördineerd met Europa en de instellingen van de Verenigde Naties'', aldus de staatssecretaris. Ten tijde van de genocide in Rwanda in 1994 voerde het Franse leger onder de naam 'Opération Turquoise' een militaire interventie uit in dat land om de burgerbevolking tegen geweld te beschermen. De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN, Sadako Ogata, riep vanochtend opnieuw op ,,humanitaire corridors'' aan te leggen om de vluchtelingen in het gebied te beschermen. Als onderdeel van dit plan moeten Rwandese Hutu's die in 1994 naar Zaïre vluchtten in de gelegenheid worden gesteld terug te keren naar hun geboorteland. Morgen heeft in de Keniaanse hoofdstad, Nairobi, overleg plaats over de situatie in het grensgebied tussen Rwanda en Zaïre. Doel van de top is, aldus een woordvoerder van de Keniaanse president, Moi, om tot een staakt-het-vuren tussen Rwanda en Zaïre te komen. Zeker is dat naast gastheer Daniel arap Moi ook de presidenten van Tanzania, Ethiopië, Kameroen, Oeganda en Zambia naar Nairobi komen. Ook de secretaris-generaal van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE), Salim Ahmed Salim, neemt aan het overleg deel. Dit weekeinde bracht een aantal diplomaten van de OAE een bezoek aan Kigali en Kinshasa in een poging de spanning tussen beide landen te verminderen. Of Kengo wa Dondo, de premier van Zaïre, naar de top komt, is nog onduidelijk. Volgens de Keniaanse woordvoerder heeft Zaïre deelname toegezegd. Zaïre heeft echter enkele malen via officiële diplomatieke kanalen laten weten dat het niet over een bestand wil praten zolang er zich buitenlandse militairen op Zaïrees grondgebied bevinden. Pag.4: Donderdag EU-overleg over crisis Volgens Kinshasa worden de Zaïrese Tutsi-rebellen gesteund door de strijdmachten van Rwanda en Burundi. Donderdag heeft in Brussel overleg van de ministers van Ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie plaats over de crisis in Oost-Zaïre. Tegelijkertijd zou er dan overleg zijn tussen functionarissen van de EU en humanitaire organisaties over de praktische aspecten van de hulpverlening. De ministersvergadering in Brussel was aanvankelijk voor morgen gepland maar is - tot woede van Frankrijk, aldus bronnen - uitgesteld tot donderdag. Wie er verantwoordelijk is voor het uitstel wilden de bronnen niet aangeven. De Europese Commissaris voor humanitaire noodhulp, Emma Bonino, heeft gisteren opnieuw een oproep gedaan aan de internationale gemeenschap noodhulp aan de vluchtelingen in het gebied te verlenen. ,,Achthonderdduizend mensen, van wie meer dan de helft kinderen van jonger dan vijftien jaar, zitten aan de oevers van het Kivu-meer en in het vluchtelingenkamp Mugunga zonder voedsel, drinkbaar water, en medische zorg'', aldus de Europees Commissaris. In een verklaring liet Ierland, de huidige voorzitter van de Unie, gisteren weten dat er geen sprake kan zijn van noodhulp zonder staakt-het-vuren. België, dat ten tijde van het kolonialisme zowel Zaïre als Rwanda bestuurde, heeft inmiddels een oproep aan de strijdende partijen gedaan zich terughoudend op te stellen. (AP, AFP, Reuter)

Verkeerd geholpen



A. de Swaan
In het ondoordringbare oosten van Zaïre is een burgeroorlog uitgebroken. Wat daar precies gebeurt is onduidelijk want in het tijdperk van onbeperkte communicatie is het ongeregeld krijgsbedrijf nog steeds ontoegankelijk voor de verslaggeving. Journalisten posteren zich met verrekijkers op het dak van het enige hoge gebouw in de wijde omtrek en vertellen elkaar wat zij in die wijde omtrek zien. De berichtgeving is dan ook opvallend eensluidend. Blijkbaar zijn in dat grensgebied nabij Rwanda een aantal groeperingen in opstand gekomen, nadat ze door de plaatselijke Zaïrese autoriteiten met uitdrijving bedreigd werden. Ze worden in de nieuwsberichten 'Tutsi's' genoemd en ze noemen zichzelf 'Banyamulenge'. Dat betekent 'mensen uit Mulenge' in het Kinyarwnda, naar 'Mulenge', de streek waar ze nu verblijven. Ze wonen daar 'sinds tweehonderd jaar', schrijven de kranten. Geschreven documenten, laat staan bevolkingsregisters en kadasters waren er in die tijd niet. Dus hoe 'Tutsi' die Banyamulenge werkelijk zijn is onbekend. In de antropologische literatuur over Rwanda woedt een generatieconflict, en terecht. De tweedeling 'Hutu/Tutsi' gaat terug op een onderscheid dat antropologen bij het begin van de kolonisatie aan de Europese rassentheorie ontleenden. De onderzoekers spraken bij voorkeur met de plaatselijke heersers die uiteraard gretig de suggestie bevestigden dat ze afstamden van een herenvolk dat door geboorte gerechtigd was om over een slavenvolk te regeren. De rassentheorie werd vervolgens door de koloniale autoriteiten in de jaren twintig waar gemáákt door de invoering van persoonsbewijzen waarop voor iedereen zijn afstamming vermeld werd. Die administratieve indeling ging daarna over van vaders op kinderen. De Rwandezen spreken dezelfde taal en hebben deel aan dezelfde cultuur. Huwelijken tussen mensen met verschillende registratie kwamen veel voor. Wat door toedoen van de antropologische rassenkundigen en daarna door de koloniale administrateurs bestendigd en verhard is, was niet een erfelijk of zelfs een etnisch onderscheid, maar meer een vage en vloeiende overgang tussen een heersende groepering die vooral van de veeteelt leefde en een horige boerenstand die tot herendienst verplicht was: een arbeidsdwang die door het Belgische bestuur nog eens zo zwaar werd opgelegd. De onderworpenen der aarde hebben zich na de bevrijding van de Belgen meermalen bloedig op de inheemse heersende klasse gewroken, onder de verzamelnaam 'Hutu's' in een 'rassenstrijd' tegen de 'Tutsi's'. De rassenleer kwam de extremisten in het postkoloniale regime in Rwanda goed van pas bij de haatcampagne die uitliep op de uitroeiing van de 'volksvijandige Tutsi's'. Nog tijdens de genocide werd Rwanda veroverd door een leger dat was gerekruteerd uit verjaagde 'Tutsi's', met Uganda in het Noorden als uitvalsbasis. Het 'Hutu-regime' vluchtte naar het zuiden en dreef de boerenbevolking voor zich uit, voorzover die niet al op de vlucht geslagen was uit angst voor wraak vanwege de moordpartijen. Op dat punt greep Frankrijk in en zond commando's om de verjaagde 'Hutu-militanten' een wijkplaats te verschaffen. Het Frankrijk van Mitterand deed in Rwanda in allerhande kwade zaken. De Fransen kwamen te laat en meer dan een miljoen 'Hutu' vluchtelingen stroomden de grens over naar Oost-Zaïre. Vandaar hadden ze snel terug kunnen keren naar Rwanda. Het nieuwe regime garandeerde hun veiligheid en onder Westerse druk zou het die belofte ook wel nagekomen zijn. Maar Westerse organisaties die tijdens de genocide niet hadden ingegrepen begonnen nu met grootscheeps hulpvertoon kampen voor de vluchtelingen in te richten. Binnen de kortste keren maakten de 'Hutu' milities daar de dienst uit, eigenden zich de hulpgoederen toe en terroriseerden de kampbevolking die niet naar Rwanda terug mocht. De Banyamulenge zijn nu als 'Tutsi's' in opstand gekomen tegen hun dreigende uitzetting. Ze hebben de vluchtelingenkampen beschoten en strategische posities ingenomen, waarschijnlijk met hulp van het nieuwe regime in Rwanda. Dat heeft twee ingrijpende gevolgen. Het bewind in Zaïre, voorzover dat nog bestaat, is niet bij machte die aanval af te slaan en de chaos in dat land blijkt nu volkomen. Maar bovendien stromen nu eindelijk de kampen leeg. De 'Hutu-milities' kunnen de vluchtelingen niet langer dwingen en de buitenlandse hulpverleners kunnen hen niet langer lokken om te blijven. Met de moed der wanhoop kiezen de verdreven Rwandezen nu voor terugkeer. Weer heeft een onzalig verbond tussen buitenlandse hulpverleners en inheemse terreurbendes miljoenen burgers jarenlang in gijzeling gehouden, net als indertijd in het grensgebied tussen Thailand en Cambodja en net als later in Bosnië. Nu kan daar een eind aan komen als de hulpverlening wordt ingezet in Rwanda zelf en de vluchtelingen dáár worden opgevangen. De Rwandese regering en het Arusha Tribunaal hebben bijstand nodig bij de opsporing en de berechting van de schuldigen aan de volkerenmoord van '94. Dat zijn dezelfde milities die destijds hun 'eigen' boeren tot medeplichtigheid hebben gedwongen, die hen op de vlucht voor zich uit hebben gedreven en jarenlang de kampen terroriseerden. In Oost-Zaïre hebben buitenlandse hulpverleners en militairen niets meer te zoeken. De chaos daar is een bijverschijnsel van de algehele ineenstorting van Zaïre. Maar in Rwanda zelf kunnen de buitenlandse hulpverleners zich nog wel nuttig maken, door te doen wat al twee jaar geleden had moeten gebeuren: helpen bij de huisvesting van de vluchtelingen, de beslechting van geschillen over grondbezit, de opbouw van een behoorlijk burgerlijk bestuur, de inrichting van de rechtspraak en de vorming van een representatieve regering. Al die tijd hebben Westerse hulpverleners misschien niet willens, maar wel wetens, bijgedragen aan het voortduren van de ellende. Wie daaraan heeft meebetaald, heeft dus indertijd op het verkeerde nummer gestort.

Buitenlanders zitten in Goma in de val



Door onze redacteur FRANK WESTERMAN
ROTTERDAM, 2 NOV. Zo'n 110 buitenlandse hulpverleners zitten in de val in de Zaïrese stad Goma. Sinds vrijdagochtend verblijven zij op het terrein van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, dat pal in de vuurlinie ligt van de strijdende partijen - het Zaïrese leger en Banyamulenge-Tutsi's die worden gesteund door het Rwandese leger.

Dat zegt J. Boutroue van het crisiscentrum van UNHCR in Genève. ,,Op dit moment is er geen uitweg. Maar we wanhopen niet; er is water en voedsel voor een krappe week.'' Een geplande evacuatie is voor onbepaalde tijd uitgesteld omdat de uitvalswegen te onveilig zijn. Op minder dan honderd meter van het kampement, dat op een steenworp afstand van de grens met Rwanda ligt, zijn verscheidene mortiergranaten ingeslagen. Ook heeft een van de drie gebouwen van UNHCR onder geweervuur gelegen. ,,De hulpverleners hebben dekking gezocht door plat op de grond te gaan liggen'', zegt de Fransman Boutroue, die tot voor kort hoofd was van het UNHCR-kantoor in Goma. Manager-noodhulp J. Pieters van Artsen zonder Grenzen (AzG) in Amsterdam, dat met zes medewerkers in Goma is vertegenwoordigt, bevestigt dat de groep buitenlanders ,,volledig van de buitenwereld is afgesneden''. Vrijdag aan het eind van de dag heeft hij via de mobiele telefoon kort gesproken met de twee Nederlanders van het AzG-team. Zij maakten het goed, maar hadden tijdens een vuurgevecht onder een auto moeten schuilen. Volgens Pieters worden er drie vluchtroutes overwogen: in konvooi naar Rwanda of Oeganda, of per boot over het Kivu-meer naar Rwanda. Maar de kans dat de groep dit weekeinde kan vertrekken acht hij ,,miniem''. Artsen zonder Grenzen heeft de strijdende partijen opgeroepen een vrije doorgang te verlenen, maar daar is nog geen gehoor aan gegeven. De medische hulporganisatie vliegt zondag en maandag materiaal in op Entebbe in Oeganda. Het gaat om geneesmiddelen, watertanks, chloortabletten en plastic zeil. Een nieuw team zal proberen vanuit Uganda de honderdduizenden op drift geraakte vluchtelingen te bereiken. De AzG-hulpverleners die nu vastzitten in Goma wacht bij thuiskomst ,,psycho-sociale begeleiding''.

V-raad roept op tot bestand

Gevechten in Oost-Zaïre laaien weer op

GOMA/KINSHASA, 2 NOV. De gevechten in de Oost-Zaïrese stad Goma tussen door Rwanda gesteunde Zaïrese Tutsi-rebellen en het Zaïrese leger zijn vanochtend in alle hevigheid hervat. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft gisteren tot een staakt-het-vuren opgeroepen.

Een verslaggever van het Franse persbureau AFP in Goma meldde vanochtend zwaar vuur van automatische wapens in het centrum van de stad en in de periferie. Hij kon geruchten over de aanwezigheid van Rwandese regeringsmilitairen in de stad niet bevestigen. Ministers in Rwanda spraken gisteren tegen dat Rwandese soldaten het buurland zouden zijn binnengedrongen, maar diplomaten zijn er ,,honderd procent zeker'' van dat ze dat wel hebben gedaan. De steden Bukavu en Uvira zijn - ondanks ontkenningen van de Zaïrese premier Kengo wa Dondo - stevig in handen van de rebellen, leden van de Banyamulenge (al generaties in Zaïre levende Tutsi's die de wapens opnamen toen hun door het Zaïrese leger werd verteld dat ze hun woongebieden moesten verlaten). Ooggetuigen meldden dat het centrum van Goma zaterdagmorgen is geplunderd. Medewerkers van het Rode Kruis en andere hulpverleners moesten een veilig heenkomen zoeken, zo meldde de Vlaamse omroep BRTN. De Veiligheidsraad van de VN riep gisteren op tot een staakt-het-vuren in het oosten van Zaïre en drong er bij de internationale gemeenschap op aan met speod met een antwoord op de crisis te komen. Zelf kwam de raad niet met nieuwe suggesties. Secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali heeft de Canadese diplomaat Raymond Chrétien naar het gebied gestuurd om te zien hoe een bestand kan worden geregeld. De Verenigde Staten op hun beurt steunen een regionale conferentie over de crisis die dinsdag in Nairobi wordt gehouden. Zaïre zegt echter van geen conferentie te willen weten zolang Rwandese troepen op zijn grondgebied zijn. De strijd in het oosten van Zaïre heeft naar schatting één miljoen mensen - inwoners van de vluchtelingenkampen met Rwandezen en inwoners van Goma zelf - op de vlucht gedreven. De meeste internationale hulporganisaties die in het oosten van Zaïre opereren hebben hun medewerkers geëvacueerd en de vluchtelingen weten niet meer waar ze een veilig heenkomen moeten zoeken. In Kinshasa, de hoofdstad van Zaïre, gingen zeker tienduizend studenten gisteren de straat op om te eisen dat Rwanda en Burundi de oorlog wordt verklaard. Zaïre heeft de betrekkingen met deze landen en Oeganda verbroken omdat ze de opstand in het oosten van het land zouden steunen. De studenten vernielden eigendommen van Zaïrese Tutsi's in de hoofstad. Met name telefooncellen moesten het ontgelden: het telecommunicatiebedrijf Telecel is eigendom van een Zaïrese Tutsi. Ook winkels van Tutsi's werden vernield en auto's van Tutsi's werden gestolen. De betogers eisten ook het aftreden van premier Kengo wa Dondo omdat hij de opstand in het oosten niet heeft kunnen bedwingen. Steeds meer in Kinshasa wonende Tutsi's, van wie er velen een prominente plaats innemen in de zakenelite van Zaïre, pakken hun koffers om de wijk te nemen. Het Zaïrese parlement riep donderdag op tot het ontslag van alle Tutsi's in overheidsdienst. (Reuter, AP, AFP)

Zaïrese rebellen willen naar Kinshasa



Door onze correspondent KOERT LINDIJER
UVIRA/ OOST-ZAIRE, 2 NOV. Over een afstand van twee kilometer liggen potten, kleren, schriftjes en opengebarsten zakken met graan. De zoete geur van rottend mensenvlees hangt over de weg. Zaïrese soldaten hebben Burundese en Rwandese vluchtelingen beroofd. De opstandelingen lieten de regeringsmilitairen vervolgens in een hinderlaag lopen en doodden ruim honderd van hen.

Eén week na de inname van Uvira door Tutsi-rebellen begint het leven in en rond de stad een klein beetje zijn gewone gang te hernemen. De vluchtelingenkampen liggen er geheel verlaten bij. Niets wijst op gevechten; vermoedelijk zijn de vluchtelingen weggetrokken wegens de strijd van de rebellen om de Zaïrese dorpjes in de omgeving. Wel is er geplunderd in de kampen. Honderden ontheemde Zaïrezen trekken terug naar hun woonplaatsen. Op de marktjes ontstaat weer enige activiteit. De presentie van de rebellen blijft beperkt tot enkele nonchalant rondhangende jongeren met wapens en een paar militaire wegversperringen. De stad Uvira biedt zelfs weer een levendige aanblik. De winkels blijven dicht maar kraampjes bieden sigaretten, snoepjes en zeep aan. In een huiskamer van een geconfisqueerde woning in Uvira nestelen de leiders van de Zaïrese rebellie zich op een te zachte sofa. De Alliantie van de Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo-Zaïre noemen de opstandelingen zich. Als leider van deze ADFL presenteert zich de kalende Laurent Desiré Kabila, een vriendelijke oude man die al vanaf 1964 een politiek-militaire strijd voert tegen het regime in Kinshasa en voor de omverwerping van de regering van Mobutu. ,,We vechten voor de algehele bevrijding van Zaïre'', zegt hij, ,,er is geen sprake van louter een rebellie van de Banyamulenge.'' Dat roept vragen op. Tot dusverre heette het immers dat de Banyamulenge (al generaties in Zaïre levende Tutsi's) de wapens op hadden genomen omdat ze door het Zaïrese bewind werden vervolgd. Maar, zegt Kabila, ,,andere stammen zijn met meer soldaten in ons leger vertegenwoordigd dan de Banyamulenge. Vele anti-Mobutu-groepen werken met ons samen.'' Kabila zegt zich te verzetten tegen het uiteenvallen van Zaïre in verscheidene staatjes, maar de veroverde gebieden in het oosten zullen voorlopig wél een autonome status krijgen. ,,Bukavu wordt tijdelijk onze hoofdstad, vanuit hier zullen we via Kisangani oprukken naar Kinshasa. Het staatsapparaat in dit land is verdwenen, er bestaat geen autoriteit meer. Daar moet een einde aan komen. We zullen de kliek machthebbers verdrijven en dan democratische verkiezingen organiseren.'' Strijdvaardige taal. Maar zijn deze uitspraken niet wat te ambitieus? Is het gigantische Zaïre, zonder wegen en andere verbindingen, niet een onmogelijk land om in te nemen? ,,Juist niet'', betoogt Kabila. ,,We zijn beter georganiseerd dan het regeringsleger en kunnen ons vrij bewegen juist omdat het land door de regering niet wordt gecontroleerd.'' Volgens hem is de haat tegen Mobutu zo groot dat het hele land nu rijp is voor de opstand. Kabila beschuldigt een deel van de Burundese en Rwandese vluchtelingen ervan partij te hebben gekozen tegen zijn opstandelingen. ,,De Burundese guerrillastrijders, leden van de Rwandese Hutu-militie in Interahamwe en voormalige Rwandese regeringssoldaten hebben zich laten registreren als Zaïrese soldaten'', aldus Kabila, ,,daarom vechten we tegen hen.'' Zij die onschuldig zijn kunnen wat hem betreft in Oost-Zaïre blijven, op grote afstand van de Rwandese grens. ,,We roepen alle hulporganisaties op om terug te keren om de vluchtelingen te helpen, evenals de Zaïrezen die hulp nodig hebben. Wij zijn heel humaan.'' Kabila ontkent in alle toonaarden hulp te ontvangen van Rwanda. Geconfronteerd met de opmerking van Rwanda's minister van Defensie Paul Kagame dat 'vermoedelijk' enkele van zijn regeringssoldaten zijn overgelopen naar de Zaïrese rebellen, zegt hij niets te weten van gedeserteerde Rwandese regeringssoldaten die met zijn troepen meevechten. De soldaten die buiten de wacht houden vertellen echter een ander verhaal. Een maand geleden waren ze nog in de Rwandese hoofdstad Kigali, ze kennen er de beste bars en disco's. Het heeft er alle schijn van dat wordt gepoogd een met hulp van Rwanda begonnen opstand van de Banyamulenge uit te breiden tot een algehele rebellie in Zaïre.

Spanningen Zaïre en buurlanden nemen toe

KINSHASA /GOMA, 1 NOV. Het Zairese parlement heeft gisteren in een spoedzitting besloten de diplomatieke betrekkingen met de buurlanden Oeganda, Rwanda en Burundi te verbreken. Deze landen zijn volgens het parlement verantwoordelijk voor de crisis in de oostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu.

Het parlement heeft ook een motie aangenomen waardoor alle Zaïrezen van Tutsi-origine worden ontslagen uit overheidsdienst. Verder moeten alle vluchtelingen uit Rwanda terug naar hun land. Zaïre stopt met het terugbetalen van leningen aan het Internationaal Monetair Fonds. Zo houdt het land per maand vijf miljoen dollar (8,5 miljoen gulden) over voor het leger. Het Rwandese leger heeft vandaag met zwaar geschut beschietingen van het Zaïrese leger bij de grens met Goma beantwoord. Duizenden Rwandezen zijn de Rwandese grensplaats Gisenyi ontvlucht. Volgens de Zaïrese minister van Defensie, Mavua Mudima, heeft het Rwandese leger vijftien bataljons, ongeveer tienduizend militairen, langs de grens met Zaïre gestationeerd. Rond de noordelijke stad Goma woeden nog gevechten tussen het regeringsleger en rebellen van de Banyamulenge (Zaïrese Tutsi's). Zaïrese troepen plunderen de stad. Hulporganisaties, die steun bieden aan de honderdduizenden vluchtelingen in de buurt van de stad, zijn begonnen Goma te verlaten. Naar schatting 210.000 Hutu-vluchtelingen hebben vanmorgen het 45 kilometer verderop gesitueerde opvangkamp Katale verlaten uit angst voor de gevechten. In de zuidelijker gelegen stad Uvira, die in handen is van Banyamulenge-strijders, moedigde een rebellenleider, Laurent Kabila, duizenden juichende omstanders aan de regering van president Mobutu omver te werpen. ,,Wij moeten hem in de vuilnisbak van de geschiedenis werpen'', verklaarde Kabila. ,,Dit is jullie beweging, een beweging tegen tirannie en corruptie.'' Hij voorspelde dat Goma spoedig in handen zal zijn van de Tutsi-rebellen. ,,Regeringstroepen slaan op de vlucht. Er is een grote strijd op gang in Goma en binnen twee dagen zullen wij de volledige macht hebben over de stad.'' Volgens Kabila hebben de Tutsi-rebellen het vliegveld van Goma al veroverd. (AFP, Reuter)

'Ik leek op een Hutu, daarom mocht ik gaan'



Door onze correspondent KOERT LINDIJER
CYANGUGU, 1 NOV. Pascal Mwema moest van de burgerwacht in Bukavu zijn schoenen uitdoen om te inspecteren of hij lange tenen had. Toen werd de lengte van zijn vingers bekeken en vervolgens zijn nek. Op alle uiterlijke kenmerken van Tutsi's werd hij gecontroleerd door de Zaïrese burgerwacht, die werd bijgestaan door leden van de Rwandese Hutu-militie Interahamwe. ,,Ik leek te veel op een Hutu, daarom lieten ze me gaan'', zegt hij, ,,maar mijn zus en moeder bewerkten ze met kapmessen.''

De twee vrouwen laten diepe snijwonden zien op hun gezicht en ruggen. Een handjevol Zaïrezen uit de maandag door de Banyamulenge veroverde provincie-hoofdstad Bukavu wordt opgevangen in doorgangskampen bij de Rwandese grensplaats Cyangugu. Ze vertellen over terreuracties in Bukavu tot afgelopen zondag door de Zaïrese soldaten, in samenwerking met de Interahamwe en Zaïrese burgerwachten. De verpleegster Prisaille Mirkakayange in het kamp zegt: ,,De meeste wonden die ik behandel, zijn toegebracht door martelingen met scherpe voorwerpen of door vuur. Ook zijn er wonden door kapmessen, maar slechts heel weinig door kogels.'' De achttienjarige Eric Akimana werd vorige week woensdag gearresteerd in Bukavu op de verdenking een Tutsi te zijn en overgebracht naar een Zaïrees legerkamp. ,,Het betrof een gemengde eenheid van de Zaïrese burgerwacht en de Interahamwe'', begint hij. ,,Op zaterdag waren de Banyamulenge-guerrillastrijders de buitenwijken genaderd en begonnen de Interahamwe-leden de gevangenen met kapmessen af te slachten. Alle Tutsi's werden onmiddellijk gedood.'' De eerste troepen die de Zaïrezen inzetten tegen de Banyamulenge bij het begin van de strijd ruim twee weken geleden, betroffen leden van de para-militaire politie-eenheid. Deze eenheid werd volgens ooggetuigen vrijwel geheel uitgeschakeld bij de strijd rond de stad Uvira, waar honderden slachtoffers zouden zijn gevallen aan regeringszijde. Vervolgens arriveerden troepenversterkingen uit de hoofdstad Kinshasa, die eveneens grote nederlagen werden toegebracht door de Banyamulenge. ,,Bijna gingen de Zaïrese autoriteiten de Interahamwe recruteren voor de strijd, evenals Burundese Hutu-vluchtelingen en Zaïrezen van burgerwachten in de woonwijken'', vertelt een inwoner van Bukavu. ,,De Interahamwe-leden gingen in de laatste dagen vóór de val van Bukavu een rol spelen. Hun acties richtten zich op de burgerbevolking. Niet op de verdediging van de stad.'' Op enkele angstige inwoners na die zich in hun huizen schuilhouden, is de stad geheel verlaten door burgers. Gevluchte inwoners praten over vele lijken in de straten, geen slachtoffers van de gevechten, maar van wraakacties. Alle para-militaire groepen trokken met het Zaïrese leger noordwaarts. Vanaf de grens in Cyangugu valt nog sporadisch geweervuur te horen ten noorden van de stad. De meeste Zaïrese vluchtelingen spreken in milde termen over de Banyamulenge. ,,Ze groetten ons beleefd en ze begeleidden ons naar de grens'', zegt een vluchteling. Pagina 5: Banyamulenge spreken ook Rwandees ,,Als ze echter mensen met wapens of hoofdbanden van de burgerwacht aantreffen, dan arresteren ze hen. Ook heb ik gezien hoe ze een lid van de burgerwacht executeerden.'' De vluchtelingen vertellen hoe de Banyamulenge een mengeling spreken van de Rwandese taal Kiryarwanda en Kiswahili. Het Kiswahili spreken ze met een Engels accent, zoals in Kenia en Oeganda, niet met een Frans accent zoals gebruikelijk is in Oost-Zaïre. Dat laat de mogelijkheid open dat deze Banyamulenge-strijders voorheen in het Rwandese regeringsleger hebben gevochten, dat zijn oorsprong vindt in de voormalige Tutsi-rebellenbeweging die begin jaren negentig vanuit Oeganda zijn strijd begon. Geen enkele vluchteling zegt reguliere Rwandese troepen in Bukavu te hebben waargenomen.



<< oktober 1996 >> december 1996

NRC Webpagina's
mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1997