NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Voedingsschandalen

Nieuws

Coca-Cola
Dioxinen
Varkenspest
Brinta
Raak Cassis
Olvarit
Frisolac
Heineken
Rauwe eieren
Perrier
Iglo
Planta

Links

Keuze voor veilig voedsel te beperkt voor consument


De ministers van Landbouw van de EU-lidstaten komen vandaag in Brussel bijeen om te praten over strengere maatregelen tegen BSE. Alle voedsel moet veilig zijn voor menselijke consumptie, meent Jan Mulder.

De BSE-crisis voert tot talrijke discussies over de toekomst van de Europese landbouwpolitiek. Het is echter veel te eenvoudig om te stellen, zoals men in Duitsland doet, dat de problemen te maken hebben met de tegenstelling industriële landbouw (Agrarfabriken) en de kleinschalige landbouw. In vergelijking met de Verenigde Staten is het overgrote deel van de Europese landbouwbedrijven kleinschalig. En toch valt op geen enkele wijze in de VS een discussie waar te nemen over de veiligheid van voedsel zoals dat nu het geval is in de landen van de Europese Unie. Ieder handelsblok heeft z'n eigen voedselveiligheidscultuur en komt dus tot andere wetenschappelijke en politieke conclusies over de vraag of een bepaalde productiemethode gevaarlijk is of niet. De conflicten met de VS over het toelaten van met kunstmatige groeihormonen geproduceerd rundvlees en van genetisch gemodificeerde organismen spreken boekdelen.

Dat alles neemt niet weg dat elk handelsblok er garant voor dient te staan dat alle voedsel dat op de markt komt veilig is voor menselijke consumptie. De risicoanalyse kan echter van handelsblok tot handelsblok verschillen. Dit ontaardt bij landbouwproducten in een eindeloze discussie over de gegrondheid van de eisen. Essentieel is immers dat aan de consument de keuze wordt gelaten om te kiezen uit diverse kwaliteitscategorieën voor productiemethoden van voedsel. Vooropgesteld dat alle voedsel veilig moet zijn, is deze keuze op het ogenblik misschien wel te beperkt. De Europese Commissie heeft begin jaren negentig een aantal richtlijnen het licht doen zien die de keuzemogelijkheid van de consument probeert te verbeteren. Er was allereerst een richtlijn over de plantaardige biologische landbouw. Deze richtlijn werd vorig jaar gecompleteerd met de dierlijke biologische productie. Daarnaast kent de Europese Unie een richtlijn die de productie van de zogenoemde regionale producten bepaalt. Het is alleen mogelijke in het gebied rond Parma de 'Parma-ham' te produceren. Iets soortgelijks is het geval met de Leidse boerenkaas. Momenteel komt circa 3% van alle landbouwproductie in de EU voor rekening van biologische producten en circa 7% voor rekening van de regionale producten. Dit betekent dat ongeveer 90% van alle landbouwproductie in de EU volgens uiterst verschillende productiemethoden op de markt komt. Juist nu vraagt de consument meer informatie over de productiemethode. De industrie heeft reeds geantwoord op deze behoefte. Er bestaan ongeveer 1.900 keurmerken in de EU die alle betrekking hebben op milieuvriendelijke productiemethoden. Het is onwaarschijnlijk dat de Europese consument door de bomen het bos kan zien en evenmin is het duidelijk of alle keurmerken vertegenwoordigen wat ze beweren.

Van alle keurmerken valt echter een bepaalde categorie op. Dat zijn de keurmerken voor de zogeheten geïntegreerde productiemethoden. In Nederland zijn dit de keurmerken voor o.a. varkensvlees ( IKB) en voor melk ( KKM). Bij deze geïntegreerde productiemethode wordt iedere stap in de keten van de productie gecontroleerd en mocht er iets fout gaan, dan kan deze fout makkelijk worden opgespoord. Op het ogenblik heeft elk land van de EU een ander concept van geïntegreerde landbouwproductie. Het is op dit punt dat de EC nalatigheid kan worden verweten. In een gemeenschappelijke markt van 370 miljoen consumenten zou op z'n minst verwacht kunnen worden dat de EC beantwoordt aan de alom gestelde eis van controle van de stal tot aan de tafel. In 1998 werd een VVD-initiatiefrapport van die strekking unaniem door het EP aangenomen. Tot nu toe heeft de Europees Commissie nog geen aanstalten gemaakt de aanbevelingen in dit rapport, namelijk het creëren van een extra kwaliteitscategorie voor Europese geïntegreerde productiemethoden, op te volgen. Geïntegreerde productiesystemen maken het mogelijk dat alle productiemiddelen en alle productiestadia getraceerd kunnen worden, en daaraan is nu behoefte. Dit Europese kenmerk zou toegevoegd kunnen worden aan die nationale dan wel regionale keurmerken, als die aan de door de EU gestelde eisen voor geïntegreerde landbouw voldoen.

Het sinds enige jaren bestaande, maar nog zeer onbekende en dus onderschatte Voedsel- en Veterinair Bureau in Dublin zou in het nagaan van de voedselkwaliteit een belangrijke rol kunnen spelen. Dit orgaan controleert of voedsel (waaronder biologische producten) volgens de bestaande richtlijnen wordt geproduceerd. Ook een nieuwe categorie voedsel zou door dit bureau gecontroleerd kunnen worden.

Is dit alles nieuw? Niet als het gaat om de keuzemogelijkheid van de consument. Auto's worden in het algemeen verondersteld veilig te zijn, ofschoon sommige zijn uitgerust met extra veiligheidstechnieken om aan wensen van consumenten te voldoen. Hetzelfde zou het geval kunnen zijn met de productie van voedsel, al zou het hier voorlopig meer dan voldoende zijn één extra categorie te definiëren. Het uitgebreid definiëren van de kwaliteit van landbouwproducten is noodzakelijk. In toenemende mate worden steeds nieuwe eisen aan Europese en dus Nederlandse land- en tuinbouwers gesteld op het gebied van dier- en milieuvriendelijke productiemethoden. Over deze methoden wordt niet overal ter wereld op dezelfde wijze gedacht. Tegelijkertijd is er alom een aandrang om de landbouwmarkten te liberaliseren. Het valt toch moeilijk aan de Nederlandse boeren uit te leggen dat zij aan velerlei kostenverhogende bepalingen onderhevig zijn, maar dat die niet zouden gelden voor boeren van buiten de EU die hun producten naar Europa willen exporteren. Deze oneerlijke concurrentie moet voorkomen worden. Net als de Amerikaanse auto-industrie zou bijvoorbeeld de Amerikaanse boer zich moeten aanpassen aan de criteria die in Europa worden gesteld.

Heldere kenmerken van productiemethoden moeten de Europese consument duidelijk maken dat wij anders tegen landbouwproductie aankijken dan elders in de wereld. De spoedige ontwikkeling van een goed gecontroleerde Europese kwaliteitscategorie voor geïntegreerde landbouwproductie is van groot belang voor veiligheid van voedsel en dus voor het consumentenvertrouwen.

Jan Mulder maakt deel uit van de Liberale fractie in het Europees Parlement en is lid van de VVD.

NRC Webpagina's
29 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad