|
afleveringen
30 DORPEN EN STADSBUURTEN DOBBELEN OM DE MACHT
KIEZERS: POLITIEKE |
Prognose
Naar politieke opvatting vormen de ondervraagde kiezers geen doorsnee
van de bevolking. Dat komt vooral doordat meer dan duizend mensen niet
bereid waren te praten over hun politieke voorkeuren. Op basis van de
opmerkingen die zij daarbij maakten, valt te veronderstellen dat zij
minder in politiek zijn geïnteresseerd dan degenen die wel wilden
praten. Dat blijkt ook uit de cijfers: 87 procent van de ondervraagden
zei in 1994 bij de Kamerverkiezingen te hebben gestemd, terwijl de
opkomst toen 78 procent bedroeg. Stemmers zijn dus ruim elf procent
oververtegenwoordigd in deze steekproef.
Van de ondervraagden zegt 82 procent zeker te gaan stemmen op 6 mei.
Tien procent zal dat misschien doen. Gecorrigeerd voor de
oververtegenwoordiging van de wel-stemmers is een opkomst te verwachten
van minimaal 74 en maximaal 83 procent - dus ongeveer even hoog als vier
jaar geleden.
Van de mensen die zeggen wel of misschien te gaan stemmen, weet circa
eenderde nog niet op welke partij de keuze zal vallen. Dat betekent dat
er nog circa vijftig zetels 'boven de markt zweven'.
Hoe goed, groot of nauwkeurig een steekproef ook is, nooit valt de
onzekerheid weg te nemen die in de hoofden van de ondervraagden zelf
zit. Het voorspellen van de uitslag op één zetel
nauwkeurig is dan ook per definitie nattevingerwerk.
Afgaande op de antwoorden van de 589 ondervraagde kiezers valt te
berekenen dat de partijen vast kunnen rekenen op de volgende aantallen
zetels: PvdA 29, CDA 22, VVD 23, D66 5 en GroenLinks 12 zetels. Uit wat
de ondervraagde kiezers in 1994 zeggen te hebben gestemd, valt echter op
te maken dat het CDA is ondervertegenwoordigd in de steekproef, terwijl
PvdA, VVD en vooral GroenLinks zijn oververtegenwoordigd. Met een
correctie daarvoor zou de PvdA op 26 'vaste' zetels kunnen rekenen, het
CDA op 27, de VVD op 21, D66 op 5 en GroenLinks op 7.
Bovenop deze zetels kunnen de partijen nog circa 50 zetels verdelen die
komen van de stemmen van zwevende kiezers. PvdA, VVD en D66 zijn bij de
zwevende kiezers populairder dan het CDA. Het maximum aantal zetels dat
PvdA, CDA en VVD zouden kunnen halen, ontloopt elkaar niet veel.
Op basis van de 589 gesprekken, gecorrigeerd met gegevens uit eerdere
verkiezingsuitslagen, kan een 'educated guess' van de uitslag op 6 mei
worden gemaakt.
1. De PvdA wordt de grootste partij, maar het is zeer onzeker of de
partij zetelwinst zal kunnen boeken.
2. CDA en VVD volgen op enkele zetels afstand en ontlopen elkaar niet
veel. Het CDA wordt waarschijnlijk de tweede partij. De onzekerheid in
het te behalen aantal zetels is voor de VVD groter dan voor het CDA.
3. D66 en GroenLinks worden ongeveer even groot. De onzekerheid in het
te behalen aantal zetels is voor D66 groter dan voor GroenLinks.
4. De steekproef is te gering om precieze uitspraken te doen over de
uitslag voor de kleinere partijen. De SP zal ruime zetelwinst boeken. De
kleine christelijke partijen gaan er tezamen wellicht op vooruit.
|
NRC
Webpagina's
|