NIEUWS |  TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen

 PROFIEL KIEZERS


  KIEZERSENQUETE 1998:
 30 DORPEN EN STADSBUURTEN
 DOBBELEN OM DE MACHT

 KIEZERS:
PREMIER
 COALITIE
 NIET
 MISSCHIEN
 TROUW
 TWIJFEL
 NIEUW
 HARTENKRETEN

POLITIEKE
KWESTIES:

VEILIGHEID
 MILIEU
 BUITENLANDERS
 ZORG
 SOCIAAL
 PROGNOSE

 ENQUÊTE 1994

 ENQUÊTE 1994

Verkiezingssite

Resultaten 1994
Van de 527 ondervraagde kiezers heeft 29 procent nog geen definitieve keuze gemaakt. Sommigen twijfelen tussen twee of drie partijen, anderen (5 procent) weten nog helemaal niet op welke partij ze gaan stemmen. Wel weten ze dát ze gaan stemmen. Menig "zwever' zegt zijn keuze pas op het laatste moment te bepalen.

38 procent zegt te gaan stemmen op dezelfde partij als de vorige keer, 17 procent kiest een andere partij en weet al welke. Tot de nieuwe kiezers behoorde 5 procent. Bij de opgegeven partijvoorkeur maakten we onderscheid tussen vastbesloten en aarzelende kiezers. Mensen konden zo meer dan één potentiële stem hebben. Beide categorieën stemmen werden geteld per partij, gedeeld door het aantal stemmers onder de ondervraagden (478) en _ voor het gemak _ met anderhalf vermenigvuldigd om op een aantal Kamerzetels uit te komen.

Het CDA lijkt op basis van deze steekproef zeker van 22 zetels, de PvdA van 24, de VVD van 19, D66 van 12. Opmerkelijk is vooral de lage score van D66. Daar staat tegenover dat geen enkele partij zoveel potentiële aanhang heeft als D66. Mocht ieder die erover denkt D66 te stemmen dat ook werkelijk doen, dan krijgt de partij er nog 21 zetels bij en komt daarmee op 33. Het CDA kan bij de potentiële stemmers nog 12 zetels binnenhalen, de PvdA 18 en de VVD 15. Als we er vanuit gaan dat die kans voor alle partijen even groot is, dan krijgt het CDA in totaal 31 zetels, de PvdA 37, de VVD 29 en D66 26. D66 is echter verreweg het meest instabiel. De partij heeft slechts een kleine "harde' aanhang, maar is wel favoriet van de zwevende kiezers.

Gezien het beperkte aantal ondervraagden vallen over de kleinere partijen nauwelijks betrouwbare uitspraken te doen. Op basis van wat men ons vertelde kan GroenLinks in elk geval op 4 zetels rekenen, klein rechts op 2, de CD op 4, de SP op 2 en de ouderenpartijen op 3. Aan potentiële zetels zou GroenLinks er maximaal 8 binnen kunnen halen, klein rechts 2, de CD 2, de SP 3 en de ouderenpartijen 3. Indien we de kans op binnenhalen van potentiële zetels weer voor alle partijen gelijk veronderstellen, komt GroenLinks op 10 zetels, klein rechts op 4, de CD op 5, de SP op 4 en de ouderenpartijen op 5.

De partijen staan er bij de 527 geïnterviewde burgers als volgt voor:

1. De PvdA wordt de grootste partij.
2. Relatief veel zwevende kiezers overwegen nog PvdA te stemmen, zodat de onzekerheid in het aantal zetels vrij groot is. Het maximaal bereikbare aantal is 42.
3. Het CDA wordt de tweede partij en blijft zowel in zetels als in potentiële zetels achter bij de PvdA.
4. Relatief weinig zwevende kiezers overwegen nog op het CDA testemmen. Het maximaal bereikbare aantal zetels is 34.
5. De VVD wordt de derde partij. Het maximaal bereikbare aantal zetels bedraagt eveneens 34, maar een groter deel daarvan dan bij het CDA moet komen van twijfelaars.
6. D66 wordt de vierde partij.
7. De omvang van D66 is zeer onzeker. Met zekerheid mag de partij slechts op 12 zetels rekenen. De rest moet komen van kiezers die nog overwegen op de partij te stemmen. Dat zijn er wel erg veel, meer dan bij enig andere parti. Het maximaal bereikbare aantal zetels bedraagt 33.
8. De omvang van GroenLinks is zeer onzeker. Er zijn twee keer zo veel mensen die zeggen te overwegen op GroenLinks te stemmen dan mensen die zeggen zeker op GroenLinks te stemmen. Het maximum bereikbare zeteltal bedraagt 12.
9. De omvang van klein rechts, CD, SP en ouderenpartijen is uit onze steekproef niet met voldoende zekerheid aan te geven, gezien de regionale concentratie van de kiezers op deze partien en de kleine aantallen.
10. Vrijwel zeker komen CD, SP en een of beide ouderenpartijen in de Tweede Kamer.
11. Kiezers maken nauwelijks onderscheid tussen de twee ouderenpartijen. Doorgaans noemen ze geen naam, maar "een ouderenpartij'.
12. De opkomst zal vrij hoog zijn.

De integrale tekst van de Kiezers-enquête 1994

NRC Webpagina's
24 april 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) APRIL 1998