Profiel - Euthanasie NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


EUTHANASIE

NIEUWE WET

POLITIEK

VERENIGING

FAMILIE

HUISARTS

CONSULENT

TOETSINGSCOMMISSIE

TEGENSTANDERS

BUITENLAND

VRAAGGESPREK

WETSVOORSTEL

VERZOEK

RECHTSZAKEN

SCEN-ARTSEN

WILSVERKLARINGEN

EUTHANATICA

BOEKEN

Hoe staat men in het buitenland tegenover euthanasie of hulp bij zelfdoding? In de meeste landen is euthanasie uitdrukkelijk verboden, maar gebeurt het in de praktijk wel. Alleen in België staat een euthanasiewet in de steigers. Nederland fungeert in de discussies vaak als afschrik- wekkend voorbeeld.

België: Contouren van een wet zijn al zichtbaar

HANS BUDDINGH'
Eind vorig jaar zag het ernaar uit dat België nog vóór Nederland een wettelijke euthanasieregeling zou krijgen. Met de christen-democraten in de oppositiebanken zag de paars-groene regeringscoalitie haar kans schoon een conceptvoorstel te presenteren. Maar ook uit kringen van paars-groen zelf kwam kritiek op de voorgestelde regeling.

Euthanasie is ook in België een uiterst gevoelig onderwerp, waarbij de breuklijnen dwars door politieke partijen, christendom en vrijzinnigheid heen lopen. ,,Door de ongelooflijke secularisering in Vlaanderen van de laatste decennia is er daar meer steun voor een euthanasieregeling dan in Wallonië. Dat was vroeger omgekeerd'', zegt emeritus hoogleraar filosofie Etienne Vermeersch, die lid is van het officiële adviescomité voor bio-ethiek.

Het opstellen van een euthanasievoorstel is wegens de grote gevoeligheid overgelaten aan een commissie uit de Senaat. Deze is net als in Nederland 'Kamer van reflectie', maar heeft ook het initiatiefrecht. Na de eerste kritiek organiseerde de Senaatscommissie hoorzittingen, die volgens alle betrokkenen zeer hebben bijgedragen aan de meningsvorming. De paars-groene coalitie heeft nu zelf amendementen ingediend op het eigen voorstel.

,,Er is een veelheid van verbeteringen wat betreft de zorgvuldigheid'', zegt senator (en arts) Patrik Vankrunkelsven van de Vlaams-nationalistische Volksunie. Hij kwam begin dit jaar als eerste met wijzigingsvoorstellen. Als alom gerespecteerd oppositielid poogt hij tegenstellingen te overbruggen. Ofschoon het definitieve wetsontwerp nog niet op tafel ligt en de precieze formuleringen nog niet allemaal vaststaan, zijn al wel contouren zichtbaar.

Waar in de Nederlandse strafwet een verwijzing naar euthanasie komt te staan, blijft de strafwet in België vrijwel zeker ongewijzigd. Daarin schuilt voor veel Belgische politici een belangrijke symboliek: in een beschaafde samenleving is het beginsel van levensbescherming onaantastbaar. De voorwaarden waaronder euthanasie is toegestaan, worden daarom in een aparte wet vastgelegd.

Zoals bij meer zaken in België — en zeker in Vlaanderen — hebben de politici sterk gekeken naar Nederland. De Nederlandse praktijk is de afgelopen decennia gevormd door jurisprudentie. Vankrunkelsven: ,,In Nederland is grote ruimte gelaten voor interpretaties door justitie. Dat geldt voor terminale patiënten, niet-terminale patiënten en voor mensen die aan het eind van hun leven zijn. Een de facto depenalisering door de Hoge Raad gaf bijna alle interpretatiemogelijkheden aan de rechter. Het is daarom beter een vrij stringente wet te maken. Je moet een goed begrippenkader hebben.''

In de Belgische euthanasieregeling zal duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen terminale en niet-terminale patiënten. Alleen wilsbekwame patiënten zullen voor euthanasie in aanmerking komen. Aanvankelijk wilde de paars-groene regeringscoalitie ook een regeling voor wilsonbekwamen, zoals Alzheimerpatiënten en dementen, indien deze vooraf in een toestand van wilsbekwaamheid een 'levenstestament' hadden opgesteld. Maar het ziet er naar uit dat er bij paars-groen zelf niet genoeg steun meer is voor zo'n regeling. Mogelijk komt er wel een formulering voor personen die 'onomkeerbaar bewusteloos' zijn geraakt en eerder een wilsverklaring hebben opgemaakt.

Terminale patiënten moeten een schriftelijk verzoek — opgemaakt in aanwezigheid van een niet verwante getuige — om euthanasie doen. In het oorspronkelijke voorstel was een herhaald mondeling verzoek voldoende. De arts van de patiënt moet een andere arts raadplegen over het euthanasieverzoek. Hij moet de patiënt bovendien nadrukkelijk wijzen op de mogelijkheden voor palliatieve zorg. Verder komt er een evaluatiecommissie — naar het voorbeeld van de Nederlandse toetsingscommissie — als buffer tussen de arts en justitie.

Bij niet-terminale patiënten moet er volgens een amendering ten minste een maand zitten tussen het moment van het euthanasieverzoek en de uitvoering ervan. Bovendien is hier raadpleging van een derde arts noodzakelijk.

De Senaatscommissie moet het begrip niet-terminaal nog definiëren. Men denkt in termen van 'onomkeerbare' ziekten en 'uitzichtloos lijden'. Volgens senator Vankrunkelsven is het zelfs nog mogelijk dat er geen euthanasieregeling komt voor niet-terminalen.

De christen-democraten — zowel de Vlaamse CVP als de Waalse PSC — zijn faliekant tegen de voorstellen. Volgens CVP-senator Hugo Vandenberghe zijn de voorstellen zelfs in strijd met de Belgische grondwet, omdat justitie altijd onderzoek zou moeten doen. De CVP acht euthanasie alleen toelaatbaar bij een 'noodtoestand' van een terminale patiënt. Vandenberghe is tegen een regeling voor niet-terminalen, want daar gaat het volgens hem om personen ,,die het niet meer zien zitten''.

In Vlaanderen komt verhoudingsgewijs vier keer zo vaak euthanasie zonder verzoek voor — zo'n drie procent van de sterfgevallen — als in Nederland. Volgens de Gentse hoogleraar ethiek Freddy Mortier heeft dat alles te maken met het ontbreken van een euthanasieregeling. Mortier bewaart de precieze cijfers voor publicatie in het medisch tijdschrift The Lancet. Maar in eerder deelonderzoek kwam hij tot zelfde bevindingen. Euthanasie op verzoek lag in Vlaanderen procentueel slechts een fractie onder het Nederlandse niveau. Wegens het illegale karakter gaven de artsen een 'natuurlijke' doodsoorzaak op.

Frankrijk: Het debat wordt niet gevoerd

MARC CHAVANNES
Frankrijk heeft geen euthanasiewet, noch een semi-formele regeling, zoals Nederland die kent. Een patiënt die ondraaglijk lijdt aan een terminale aandoening is afhankelijk van de welwillendheid van de behandelende arts. Met geld is het gemakkelijker een plaats in een kliniek-met-terminale-zorg te krijgen.

De laatste keer dat Frankrijk een euthanasiedebat voerde was in juli '98. Toen kwam aan het licht dat de 28-jarige verpleegster Christine Malèvre ervan werd verdacht ten minste dertig bejaarden aan een vervroegde dood te hebben geholpen. Het drama had zich voltrokken in de geriatrische afdeling van het ziekenhuis in Mantes-la-Jolie, een nieuwe stad ten westen van Parijs.

Het was een pijnlijke illustratie van de meest gebruikelijke aanpak van het probleem: niet over praten. Verpleegkundigen moeten zelf zien wat zij doen met verzoeken om hulp in nood. In het geval van Christine Malèvre durfde zij volgens haar advocaat niet met de medische staf te overleggen en kon zij de noodkreten niet negeren. Het resultaat was een solitaire euthanasiepraktijk, die op den duur vermoedens, en pas later verdenkingen opwekte. Justitie is er nog mee bezig, Frankrijk heeft het er nauwelijks meer over.

De Franse politiek ziet geen aanleiding en geen kans het onderwerp aan te snijden. In '95 werd een tv-documentaire over de begeleide dood van een ongeneeslijk zieke Amsterdammer in de Franse pers van 'een onverdraaglijk realisme' genoemd. Vijf jaar later kan de politiek er nog steeds niet veel mee. Een voorbeeld is Bernard Kouchner, die inmiddels namens de Verenigde Naties naar Kosovo is vertrokken. Als staatssecretaris van Volksgezondheid in de regering-Jospin stond deze medeoprichter van Artsen zonder Grenzen bekend als een arts en politicus met sympathie voor het Nederlandse drugs- en euthanasiebeleid.

Juist daarom was zijn aanpak tekenend. Hij verklaarde zich ferm tegenstander van dood-op-verzoek. Wetgeving was ook niet verstandig, aldus Kouchner. Argument: in Nederland was ook maar 2 à 3 procent van de sterfgevallen een gevolg van euthanasie. Hij gaf eenzame en soms ontspoorde hulpverleners zoals die uit Mante-la-Jolie morele steun en erkende dat er in de praktijk verwarring bestaat, maar zei dat eerst de pijnbestrijding in de laatste fase van het leven moest worden verbeterd: ,,In dat opzicht hebben we een achterstand op Groot-Brittannië en Nederland''. Begin vorig jaar is op voorstel van de socialistische senator Pierre Biarnès een initiatiefwetsontwerp ingediend dat euthanasie mogelijk moet maken. Behandeling laat echter nog steeds op zich wachten.

De medische stand lijkt in grote meerderheid tegen iedere regeling die meer biedt dan pijnbestrijding. Soms is de beroepseed het plechtanker, soms het geloof, in navolging van de bisschop van Saint-Denis, die er aan heeft herinnerd dat de heilige Theresia van Lisieux medicijnen tegen haar tuberculose weigerde omdat zij zo Jezus beter kon ondersteunen bij zijn lijden aan het kruis.

De publieke opinie heeft in de praktijk overigens niet stil gestaan. Een enquête onthulde in 1998 dat 79 procent van de Fransen - onder wie 64 procent praktiserende rooms-katholieken - zelf graag een vorm van euthanasie zouden ondergaan bij ongeneeslijke ziekte. Bij een eerdere enquête stond 57 procent positief tegenover een zachte, vervroegde dood in geval van nood.

Verenigde Staten: Strenge wet, milde praktijk

JUURD EIJSVOOGEL
In de Verenigde Staten is euthanasie uitdrukkelijk verboden. En in het publieke debat blijkt er ook weinig animo om dat te veranderen. Wel is er een invloedrijke beweging die pleit voor legalisering van medische hulp bij zelfdoding, waarbij niet de arts het leven van zijn patiënt beëindigt, maar de patiënt zélf, met hulp van de arts, een eind aan zijn leven maakt.

Oregon is tot nog toe de enige deelstaat waar medische hulp bij zelfdoding (physician-assisted suicide) wettelijk is toegestaan. In 44 van de vijftig Amerikaanse staten bestaan wetten of jurisprudentie die hulp bij zelfdoding verbieden. In de vijf overige staten bestaan geen duidelijke regels. Bij de verkiezingen op 7 november werd een referendum-voorstel in de staat Maine om medische hulp bij zelfdoding te legaliseren door de kiezers afgewezen.

In Oregon hebben de kiezers zich twee keer in een referendum voor legalisering uitgesproken, voordat de zogeheten Death with Dignity Act twee jaar geleden van kracht werd. Alleen patiënten die volgens twee artsen niet langer dan zes maanden te leven hebben, kunnen onder deze wet hun arts vragen om de dood te versnellen. De patiënt moet in staat zijn om zelf de dodelijke dosis slaapmiddelen of pijnstillers in te nemen. Tot eind vorig jaar hebben in Oregon zo'n dertig mensen op deze manier legaal hun eigen sterven versneld.

Tegenstanders van deze praktijk zijn zowel te vinden onder Democraten (Clinton en Gore) als Republikeinen (George W. Bush). Het Huis van Afgevaardigden heeft in oktober vorig jaar op Republikeins initiatief een wetsvoorstel aangenomen, dat medische hulp bij zelfdoding in het hele land verbiedt en dat artsen die de wet overtreden gevangenisstraffen oplegt tot twintig jaar. De president heeft zich er nog niet over uitgesproken.

In de praktijk komt medische hulp bij zelfdoding en euthanasie op veel plaatsen in het land voor. De New England Journal of Medicine publiceerde in 1998 een onderzoek onder Amerikaanse artsen, waaruit bleek dat 11 procent van de bijna 2.000 artsen die aan de enquête meewerkten, onder de huidige wetgeving toch bereid is om in bepaalde omstandigheden de dood van een patiënt te versnellen door bepaalde medicijnen voor te schrijven. Zeven procent zei bereid te zijn om een injectie toe te dienen. Die percentages stegen naar respectievelijk 36 en 24 als het legaal zou zijn. Zes procent zei ten minste één keer te zijn ingegaan op een verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding.

Vorig jaar veroordeelde een rechter in Michigan de omstreden patholoog Jack Kevorkian (die in de VS lange tijd de bekendste pleitbezorger was van legalisering van euthanasie en hulp bij zelfdoding) tot maximaal 25 jaar cel voor moord. Kevorkian, die zegt dat hij 130 mensen geholpen heeft bij het beëindigen van hun leven, maakte een video-opname van zichzelf terwijl hij een patiënt een dodelijke injectie gaf, en speelde de band vervolgens door aan het televisiestation CBS die de opnames uitzond.

De Nederlandse euthanasiepraktijk is in Amerika een schrikbeeld, waar ook voorstanders van medische hulp bij zelfdoding zich niet mee willen associëren. In de media wordt regelmatig verslag gedaan van de Nederlandse situatie, het meest recent naar aanleiding van het inmiddels afgeblazen voornemen om euthanasie toe te staan bij kinderen vanaf twaalf jaar, in bepaalde gevallen zelfs tegen de zin van de ouders.

The New York Times vergeleek de Nederlandse situatie vorig jaar in een hoofdartikel in ongunstige zin met de situatie in Oregon. De krant haalde een studie aan in de Journal of Medical Ethics ,,die sterk suggereert dat het conflict tussen de wet en de praktijk in Nederland een fatale verwarring heeft veroorzaakt. In een op de vijf gevallen werd euthanasie uitgevoerd bij patiënten die daar niet om gevraagd hadden en op patiënten voor wie nog andere behandelingen beschikbaar waren.''

Duitsland: Het woord is al een taboe

MICHÈLE DE WAARD
Het begrip euthanasie is in Duitsland taboe. Alleen al het woord zelf komt maar zelden iemand over de lippen. 'Vernietiging van als minderwaardig beschouwd leven', staat in het woordenboek. Dat verstonden de nazi's onder euthanasie. Het trauma van de industriële euthanasie die artsen tijdens het nationaal-socialisme massaal op joden, zigeuners en gehandicapten toepasten, heeft voor zuivering van het taalgebruik gezorgd.

Het woord euthanasie duikt in de pers alleen op als er een monument voor euthanasieslachtoffers wordt voorgesteld of als er onrust is uitgebroken omdat een ereburger van een stad als euthanasie-arts in de Tweede Wereldoorlog is ontmaskerd.

Wordt verlichting van de doodsstrijd bedoeld dan spreken de Duitsers over actieve of passieve Sterbehilfe, hulp bij het sterven. Een politiek debat over euthanasie, laat staan het legaliseren van euthanasie, wordt in Duitsland niet gevoerd.

De Duitse Maatschappij voor Humaan Sterven, die als enige voor legalisering van euthanasie pleit, neemt een eenzame positie in. Met haar actie, jaren geleden, voor de zogenaamde arsenicumpil heeft ze tegen zoveel zere benen aangetrapt dat het gewenste brede publieke debat in de kiem werd gesmoord.

,,Over aanpassing van de wet bestaat geen enkele discussie'', zegt parlementariër Monika Knoche resoluut, gezondheidsspecialist van de Groenen. ,,Het doden van patiënten is absoluut verboden. Het recht om te leven is een mensenrecht. Daarin is onze grondwet heel duidelijk'', aldus Knoche. De arts heeft volgens haar als taak te helpen, te genezen, de nood te lenigen, nooit te doden. ,,Het trauma van de nazi-tijd zit bij ons nog diep in het bot'', licht Thomas Friedl toe, werkzaam bij de CDU/CSU-fractie in de Bondsdag. Nederland noemt hij een ,,afschrikwekkend'' voorbeeld. Zowel Friedl als Knoche menen dat de situatie in Nederland ,,volledig uit de hand'' is gelopen. Nu probeert men achteraf de huidige praktijk te legaliseren. Een verwerpelijke situatie, vindt Friedl.

Hoewel de groene parlementariër Knoche volhoudt dat artsen in Duitsland zich niet schuldig maken aan euthanasie, wil Friedl niet ontkennen dat ,,sommige artsen patiënten doden''. Zolang euthanasie strafbaar is, blijft de situatie volgens hem evenwel binnen de perken. ,,Is de Rubicon eenmaal overschreden, dan loopt iedereen naar de apotheek.'' En wat te denken van ziekenhuizen, die onder steeds grotere druk van krappe budgets komen te staan, zegt Friedl. ,,Een spuitje of een pil zijn goedkope alternatieven voor jarenlange, kostbare verzorging van patiënten in verpleeghuizen.'' Zodra de wet ook maar enigszins wordt versoepeld, wordt gekozen voor de ,,goedkoopste oplossing'', vrezen de christen-democraten.

Voor Gisela Leipold, sociaal werkster bij de maatschappelijke Hospizhilfebewegung, ligt de situatie genuanceerder. De situatie in Nederland is zeker geen voorbeeld, meent ze. Maar in Duitsland is een debat hierover volledig taboe. Uiteraard komt euthanasie in de praktijk voor en worden in hopeloze gevallen versterkte morfinepreparaten ingezet, weet Leipold. In actieve hulp bij sterven ziet ze niets. De huidige wetgeving is echter onbevredigend, meent Leipold. ,,Er zijn werkelijk gevallen waarbij het voor een zwaar zieke een verlossing is als een machine wordt uitgezet. Alleen is zoiets met de huidige wet onmogelijk zonder dat de arts zich strafbaar maakt.'' Een debat over aanpassing van de wet is kansloos, meent Leipold. ,,Gezien de discussie over het rechts-radicale geweld en de slepende discussie over schadevergoeding voor dwangarbeiders tijdens de nazi-tijd is er geen politicus die hieraan zijn handen wil branden.''

Groot-Brittannië: Praktijk is dubbelzinnig

HANS STEKETEE
Na het homohuwelijk en het drugsbeleid verlegt Nederland met de nieuwe euthanasiewet in Britse ogen opnieuw zijn grenzen. Te ver, denkt een deel van het Verenigd Koninkrijk, waaronder de twee grootste partijen en het artsenverbond, de British Medical Association (BMA), die euthanasie voorlopig in het Wetboek van Strafrecht willen houden.

Over 'de dood als ultieme medische behandeling' is de Britse wet duidelijk. De arts die een terminaal zieke patiënt een dodelijke injectie geeft en de arts die een patiënt de middelen geeft om het zelf te doen, zijn strafbaar, respectievelijk voor moord of voor het helpen bij of aanzetten tot zelfmoord.

Maar de werkelijkheid is dubbelzinni- ger. ,,De Britse samenleving heeft een definitieprobleem'', zegt Graham Nickson van de Voluntary Euthanasia Society (VES), een in 1953 opgerichte vereniging met ruim 20.000 leden die wil dat ondraaglijk lijdende terminale patiënten het recht krijgen de dood te kiezen. ,,Euthanasie is wijdverspreid, alleen heet het hier meestal 'goed medisch handelen'.'' Zo geven veel Britse artsen terminale patiënten probleemloos grote doses pijnstillers die het leven bekorten, maar formeel alleen lijden verlichten.

Die praktijk is ,,hypocriet'', zeggen de VES en een arts als de dissidente oud-BMA-voorzitter John Marks, die toegeeft veertig jaar lang patiëntenlevens met pijnstillers te hebben bekort. ,,Als mijn tijd is gekomen, wil ik ook graag een arts die mij helpt'', aldus Marks.

'Passieve euthanasie', waarbij een arts een levensverlengende behandeling afbreekt of achterwege laat, is geaccepteerd in twee 'uiterste gevallen': als de patiënt het zelf wil, of als hij in een toestand van 'uitzichtloze vegetatie' is terechtgekomen. In dat geval geldt het weghalen van een voedselinfuus als een wettige handeling, oordeelde de hoogste Britse rechter in 1993. Maar artsen blijven verdeeld en de bestaande richtlijn dekt veel schrijnende gevallen in de schemerzone niet.

Een euthanasiewet als de Nederlandse zou veel goed doen, meent VES-woordvoerder Nickson, die de Britse situatie vergelijkt met het Nederlandse 'gedogen' van formeel illegale praktijken. ,,Een wet beschermt tegen misbruik en bevordert het maken van keuzes uit compassie.''

Opiniepeilingen onder de Britse bevolking leken dat standpunt vorig jaar te steunen, al zou de stemming veranderd kunnen zijn na het vonnis tegen Harold Shipman. Die huisarts werd in februari van dit jaar schuldig bevonden aan het doden van vijftien bejaarde, maar merendeels gezonde vrouwen met een overdosis morfine. De roep om strengere richtlijnen en controleregimes voor artsen is sindsdien alleen maar toegenomen. En tornen aan zo'n controversieel onderwerp durft noch Labour noch de Conservatieve Partij in de aanloop naar de komende verkiezingen. Alleen de Liberal Democrats, het 'Britse D66' blijft roepen om een onafhankelijke studie naar het wettelijk toelaten van vrijwillige euthanasie.

De scheiding van de Siamese tweeling Jody en Mary in Manchester heeft de controverse ook aangewakkerd. De rechter die uiteindelijk toestemming gaf voor de operatie waarbij vaststond dat de zwakste van de twee zou sterven, verankerde daarmee volgens sommigen niet alleen in de wet dat 'het doel de middelen heiligt' maar ook dat eugenetica, klonen en euthanasie stapje voor stapje reëel worden.

Scandinavië: Het einde is niet maakbaar

PAUL LUTTIKHUIS
In Scandinavië is de wereld maakbaar. Althans, dat is daar lange tijd gedacht. Uit onthullingen in de afgelopen jaren - vooral in Zweden - blijkt dat ook in de medische wetenschap een groot geloof heeft bestaan in de mogelijkheid om de samenleving naar wens in te richten.

Zo zijn ongeveer 60.000 vrouwen die golden als 'sociaal onaangepast' in het verleden (tot in de jaren zeventig) onder dwang gesteriliseerd, bijvoorbeeld als een voorwaarde om een tehuis te verlaten. Tussen 1944 en 1963 ondergingen meer dan vierduizend Zweden een gedwongen lobotomie-operatie - waarbij de voorste hersenkwab wordt vernietigd. Zo'n operatie gold als een remedie voor schizofrenie, maar in Zweden werd het ook gezien als manier om homoseksualiteit en communisme te bestrijden. Honderden geestelijk gehandicapten werden tussen 1946 en 1951 onderworpen aan tandheelkundige experimenten.

Toch heeft de maakbaarheid zich in Scandinavië niet uitgestrekt tot het laatste stadium van het leven. Dat wordt, opvallend genoeg, gekenmerkt door grote voorzichtigheid. In Zweden, waar de staatsbemoeienis het verst is doorgevoerd, maar ook in Noorwegen, Finland en Denemarken is euthanasie verboden.

In Zweden bestaat er ook nauwelijks een debat over. Een ambtenaar van het ministerie van Sociale Zaken legt uit dat hulp bij actieve euthanasie in de wet gelijk staat aan moord. Dat er een verschil zou kunnen bestaan tussen de justitiële theorie en de medische praktijk acht de ambtenaar niet waarschijnlijk. Na lang zoeken weet hij nog een telefoonnummer op te diepen van wat misschien vroeger een organisatie was die pleitte voor een grotere vrijheid op dit gebied. Het nummer blijkt niet meer te kloppen.

In Noorwegen, waar de Lutherse dominee Kjell Magne Bondevik premier is, is vorig jaar wel een openbaar debat ontstaan over euthanasie. Onderzoek toonde een verschil tussen de strenge wetgeving - die vergelijkbaar is met die in Zweden - en de praktijk in sommige ziekenhuizen. Het debat mondde echter niet uit in een vorm van legalisering. In tegendeel, de regering heeft een commissie ingesteld die de mogelijkheden onderzoekt om de stervensbegeleiding te verbeteren. ,,Mensen willen geen euthanasie'', zegt een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid. ,,Maar ze zitten vaak in een heel moeilijke situatie. We moeten voor hen de omstandigheden creëren om die laatste fase draaglijk te maken.''

In Finland en Denemarken wordt wat pragmatischer met het onderwerp omgegaan. ,,Euthanasie was eind jaren tachtig een groot onderwerp'', laat een woordvoerder van het Deense ministerie van Justitie weten, maar daarna is het een beetje in het slop geraakt. Bij zijn weten is er een paar jaar geleden nog eens een rapport geweest van de 'Etiskråd', de ethische commissie van het ministerie van Volksgezondheid. Het is een zorgvuldig rapport, waarin de grijze zone tussen pijnbestrijding en euthanasie in kaart is gebracht. Maar omdat een meerderheid van de commissie zich tegen actieve euthanasie bleef verzetten, heeft het rapport niet geleid tot een wijziging van de wet.

Italië: Het lijden moet blijven

MARC LEIJENDEKKER
De wet en de medische gedragscode in Italië laten geen grijs gebied bestaan: officieel is euthanasie verboden, altijd en overal. De wet kent de mogelijkheid van euthanasie niet, en in de schaarse rechtszaken die hierover zijn gevoerd zijn de artikelen over moord van toepassing verklaard.

In juni sprak het Hof van Assisen in Monza de eerste veroordeling uit wegens euthanasie. De 51-jarige ingenieur Ezio Forzatti werd tot 6,5 jaar veroordeeld; hij was twee jaar geleden met een pistool het ziekenhuis in gegaan waar zijn vrouw hersendood in coma lag, had iedereen de kamer uitgejaagd, en de apparatuur uitgezet.

Processen tegen artsen zijn er nooit geweest. Die moeten zelf de doodsoorzaak aangeven en zullen nooit zichzelf tot verdachte in een strafzaak maken. Volgens Valerio Pocar, hoogleraar rechtssociologie aan de Universiteit Bicocca van Milaan en voorzitter van de Consulta di Bioetica, een adviesorgaan voor bio-ethiek, is er daarnaast een handjevol rechtszaken geweest tegen familieleden die euthanasie hebben gepleegd. Die zijn vrijgesproken via een omweg: met een beroep op tijdelijke ontoerekeningsvatbaarheid, gesanctioneerd door de rechter.

,,Ik heb de indruk dat de wetgeving ver achter ligt bij de gevoelens in de samenleving hierover'', zegt Pocar. Groene Kamerleden hebben het initiatief genomen tot een wetsvoorstel voor 'een waardige dood', maar dat ligt op behandeling te wachten. Het centrum-linkse kabinet beweegt zich uiterst omzichtig. Premier Giuliano Amato heeft de Commissie voor Bio-ethiek om een uitspraak gevraagd.

Dat er geen wet is, betekent niet dat euthanasie niet voorkomt. Bij een onderzoek eerder dit jaar onder 680 artsen die terminale patiënten begeleidden, antwoordde ruim de helft. Van hen zei 40 procent wel eens een euthanasieverzoek te hebben gehad, en 4 procent dat ze actieve euthanasie hadden uitgevoerd.

In de medische gedragscode staan onder het kopje 'euthanasie' twee artikelen. Artikel 36 stelt kortweg: ,,De arts mag niet, ook niet op verzoek van de zieke, behandelingen uitvoeren of steunen die er op zijn gericht de dood te veroorzaken.'' Het volgende artikel stelt dat de arts bij terminale zieken de plicht heeft ,,zinloos lijden'' waar mogelijk te voorkomen, maar dat hij de patiënt in leven moet houden ,,totdat het onomkeerbare verlies van alle functies van de hersenen is vastgesteld.''

Het Vaticaan blijft onwrikbaar tegen iedere vorm van euthanasie en gruwt van de gedachte dat hiervoor wettelijke regels komen anders dan een absoluut verbod. Volgens de paus willen voorstanders van euthanasie in feite het mysterie van de dood en het lijden ontkennen door te doen alsof de mens daar de baas over is. Katholieken zouden zich overal actief moeten keren tegen ,,de cultuur van de dood''. In een indirect antwoord hierop schreef de journalist Indro Montanelli, een alom gerespecteerde negentiger, dat hij een arts zoekt die hem wil begeleiden bij euthanasie, als het moment daar is. Hij zei dat ,,de katholieke cultuur van lijden'' hem vreemd is. ,,Lijden verheft de geest niet'', zei Montanelli.

In 1993 ontstond er diplomatieke wrijving tussen de Heilige Stoel en Nederland nadat de Osservatore Romano, de krant van het Vaticaan, had gesuggereerd dat in Nederland ook onvrijwillige euthanasie zou worden toegepast op baby's met ongeneeslijke aangeboren afwijkingen en op geestelijk gestoorden. Twee jaar later protesteerde de toenmalige minister van Buitenlandse zaken, Van Mierlo, in Rome tegen ,,de onzin'' die binnen het Vaticaan de ronde deed. Nog eens twee jaar later constateerde hij bij een nieuw bezoek dat de meeste misverstanden uit de weg zijn geruimd, al zijn de meningsverschillen gebleven.

NRC Webpagina's
23 november 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad