|
GOUDEN EEUW ERFWET SUCCESSIEWET TESTAMENT FISCUS FAMILIESTICHTING ONDERNEMER PORTRETTEN NIEUWE WETTEN IN HET NIEUWS IMMIGRANTEN ERFTERMEN CIJFERS INFORMATIE |
Portretten VIER KEUZES
naam: Ida Jongsma (53) "Na mij de zondvloed, dacht ik altijd. Tot ik met ziekte te maken kreeg. Mijn moeder werd ziek, daarna mijn broer, mijn zus en, ten slotte: ikzelf. Wat doe ik, na mij, met het hotel dat soort vragen krijg je dan. Ik heb zo hard gewerkt, ik wil niet dat alles wat ik opgebouwd heb, naar de fiscus gaat. "Goed beschouwd heb je vier keuzes. Eén: je ziet wel. Mijn zus, met wie ik het hotel run, krijgt dan alles en na haar dood gaat het naar mijn Amerikaanse zwager en de kinderen van zijn eerste vrouw die staan wel heel ver van mij af. Daarbij komt: mijn zus zal haar deel in het hotel misschien wel moeten verkopen om de successierechten te kunnen betalen. Twee: ik kan de boel verkopen en opeten. Moet ook weer niet te snel gaan: ik wil wel fatsoenlijk oud worden. Verdeel het onder vrienden of mensen die hard voor me hebben gewerkt, is een derde optie. Het kost me al gauw 68 procent aan successierechten en dat vind ik zuur. Bovendien: mijn lijstje verandert steeds. Je hebt altijd vrienden die soms dichtbij staan en later toch weer van het lijstje moeten. Zo'n lijst is een beetje macaber. "Kom ik op vier: schenk alles aan goede doelen. Ik zie wel iets in een leuke stichting, iets met vrouwen en filosofie. Ik denk aan een legaat om vrouwen te helpen promoveren. Maar verder? Liefdadigheid past eigenlijk niet bij mij. Je moet wel delen, vind ik, maar dat moet je maar bij leven doen. Toen ik nog voor de KLM werkte, ben ik eens meegeweest naar een kinderdorp van het goede werk, in Santiago. We gingen er ijskasten en wasmachines brengen. De kindertjes waren voor de gelegenheid in zondagse kleren gehesen en op een rijtje gezet, om voor ons een kniksje te maken. Ik schaamde me dood. Als Friese boerendochter en kleindochter van een rechtgeaard socialist kan ik zoiets slecht verdragen. Ik heb ook nooit geld gehad. Dat zal het zijn. Het vermogen kwam toen ik dit hotel begon en de huizenmarkt ging boomen. "Ik heb uiteindelijk het volgende per testament geregeld: mijn zus krijgt het vruchtgebruik van mijn kapitaal voor zakelijke partners is dat de beste oplossing. De rest gaat deels naar goede doelen, deels naar nabije vrienden er zijn er een stuk of vijf die wel blijven, denk ik. Maar helemaal tevreden ben ik nog niet. EEN GOED IDEE
naam: Flip van Duijn "Doe eens wat met dat geld, zegt mijn ex steeds. Ik heb wel gedacht een stichting op te richten en met de nalatenschap van mijn moeder stipendia voor jonge auteurs te verstrekken, maar zoiets is er al. Je hebt het Fonds voor de Letteren, het Lira-fonds en de kranten geven stipendia. Trouwens, zo krankzinnig veel leveren mijn moeders boeken nou ook weer niet op. Ik kan er goed van leven, dat wel: werken hoef ik niet meer. 'Neem een voorbeeld aan het fonds Mama Cash, waar vrouwen die een bedrijf willen opzetten geld kunnen lenen', zegt mijn ex dan. Maar ik heb geen zin om bijvoorbeeld Colombiaanse boeren van hun koffie af te helpen. Ik wacht liever. Ik wacht op een goed idee. "Als ik niks regel, gaat alles naar mijn 13-jarige zoon Jonathan. Verwend is hij toch al, dus daar hoef ik niet bang voor te zijn. Ik heb er wel voor gezorgd dat hij tot zijn 25ste nergens bij kan. Ik heb liever niet dat hij het geld gaat verbrassen of in zijn neus stopt. Je kent het spreekwoord: verwerven, erven, bederven. Als hij het later toch aan drugs uitgeeft, is dat dikke pech. Laat hij dan maar genoeg geld hebben om zijn verslaving te financieren. "Ik heb een BV. De BV Wombat, genoemd naar een Australisch onderaards levend buideldier. De opbrengsten van de auteursrechten gaan in de buidel en vermeerderen zich daar, zo is het idee. Maar wat er daarna mee moet? Ik weet het nog niet. Ik ben meer het ik-zie-weltype. In Nederland kan nooit iets. Er was een mooi plan voor een Annie M.G. Schmidthuis in de Amsterdamse De Waag, maar dat is mislukt. Het grondbedrijf zag er niks in. Daarna is er jaren naar een plek gezocht: in Voorburg en in Utrecht, maar ook dat is op niets uitgelopen. Zweden heeft zijn Astrid Lindgrenhuis, Los Angeles zijn Universal Studios, maar wij kunnen in Nederland niks voor elkaar krijgen. Pret mag niet te veel kosten. "Misschien moet ik eens gaan praten met Hennie van der Most, de man die de Duitse kweekreactor Kalkar vlak bij Arnhem heeft verbouwd tot het pretpark Kernwasser Wunderland. De reactor was klaar toen de ramp in Tsjernobyl plaatsvond. Van der Most heeft er daarna een pretpark van gemaakt. Het is inmiddels open en vreselijk ordinair geworden, maar zo'n man als Van der Most kan wèl iets voor elkaar krijgen. Met zo iemand, maar dan met smaak, zou ik eens moeten gaan praten.'' GOEDE DOELEN
Namen: Jan-Willem Goslings (57); Hilda NieuwBeerta (58) Hij: "Ik ben begin jaren tachtig begonnen met het verzamelen van Japanse prenten, Surimo, kleine zeer fijn gedrukte prenten. Om te pesten zei Hilde dat ze net zoveel keramiek ging verzamelen, maar dat is nooit zo gelukt.'' Zij: "Ik ben geen verzamelaar.'' Hij: "Ik wel. Ik koop om te kopen. Soms met stapeltjes tegelijk, die dan direct naar het museum gaan.'' Zij: "Eind jaren zeventig hebben we een testament opgemaakt. Niet dat we toen al veel hadden, maar de nalatenschap was iets wat je nu eenmaal regelt, vonden we. Als we kinderen hadden gehad, was alles waarschijnlijk automatisch naar hen gegaan. Nu moesten we iets bedenken.'' Hij: "Onze broers en zussen kwamen niet in aanmerking.'' Zij: "Die verdienen hun eigen geld.'' Hij: "We hebben gekozen voor drie doelen: een cultureel, een humanitair doel en de natuur. Denk dan aan organisaties als Artsen zonder Grenzen en Natuurmonumenten, stabiele instellingen, waarvan verwacht mag worden dat ze nog wel een tijdje meegaan.'' Hij: "Het Rijksmuseum heb ik later in mijn testament opgenomen. Op een gegeven moment dacht ik: waarom geef ik het geld pas als ik dood ben? Dan heb ik er zelf geen plezier meer aan en als ik schenk via een fonds op naam, kan ik het nog aftrekken van de belasting ook. Kan ik nog meer nalaten. Daarbij kwam: de prenten lagen hier maar in een kluisje. Dat ze in het Rijksmuseum belandden, is een erkenning van de verzameling. Het is ook leuk iets achter te laten in deze wereld.'' Zij: "Ieder mens wil uiteindelijk onsterfelijk zijn. De meeste mensen willen daarom kinderen, maar je kan ook op een andere manier jezelf overleven.'' Hij: "Door iets na te laten waarvan je denkt: ik heb iets gedaan wat de moeite waard is.'' Zij: "Nee hoor, zelf heb ik dat niet met mijn keramiek. Het gaat wel naar Museum Princessehof in Leeuwarden. Als ze het hebben willen tenminste. Anders moet het maar naar de fancyfair. We hebben een executeur-testamentair aangewezen die dat mag regelen. Je kunt ook met warme hand weggeven aan vrienden, met een briefje onder op de vaas. Maar dat is ook zoiets: de ene dag zijn het vrienden, 's anderendaags niet.''
|
NRC Webpagina's 19 april 2001
|
Bovenkant pagina |
|