Uitgeputte mensen liggen dagenlang in modderpoel
Door onze redacteur CEES BANNING
Woensdag kwam de eerste grote groep
vluchtelingen uit Kosovo aan bij de Macedonische grensplaats Blace. Ze
leggen de laatste kilometers te voet af en strijken na het passeren van
de grens tussen Kosovo en Macedonie neer op een grasveld. Vier uur later
zitten ze in een bus op weg naar gezinnen die hun opvangen.
Albanese vluchtelingen uit Kosovo vechten om brood in Blace, net
over de grens met Macedonië. (Foto Reuters)
Een paar dagen later is het grasveld een plaats waar mensen sterven.
Zover het oog reikt: vluchtelingen. Het grasveld van woensdag is een
modderpoel geworden. Mensen liggen onder kartonnen dozen en stukken
plastic in de modder, vaak te zwak om een hoger gelegen plaatsje te
zoeken. De Macedonische politie verbiedt journalisten het terrein te
betreden. De tv-camera's staan nu op een nabij gelegen heuvel.
Ali Berisha ziet het gelaten aan. Hij woont een paar kilometer buiten
Skopje en is hier bijna dagelijks om hand en spandiensten te verlenen.
,,Waar is het Rode Kruis, waar is de Macedonische overheid, waar is de
Europese Unie, waar zijn de organisaties voor vluchtelingen, waar zijn
de hulporganisaties, waar is iedereen'', vraagt hij zich wanhopig af. De
Albanezen die Kosovo zijn ontvlucht hebben de afgelopen dagen in Blace
alleen van hun `broeders' hulp gekregen. ,,Wij mannen staan hier in de
modder, maar daarna nemen onze vrouwen het over'', zegt Berisha. ,,Zij
zorgen voor de opvang in onze gezinnen.''
De mannen slepen met brood, water, dekens, kartonnen dozen en plastic
naar het veld. Op de terugweg nemen ze de ziekste mensen mee naar een
tent van het Rode Kruis. En soms een dode. Berisha: ,,Daarom schermt de
politie het gebied af. Door hun lakse optreden vallen er doden.''
Op hun laatste krachten komen veel vluchtelingen de grens over. Een paar
nachten in de kou en regen zijn voor sommigen noodlottig. ,,Hier hadden
tenten en barakken moeten staan. Met toiletten en een gebouw waar eten
en dekens zou worden uitgereikt. Nu liggen veel mensen in de modder in
hun eigen uitwerpselen. Door het lakse optreden van overheden en
hulporganisaties leven ze als varkens.''
Beate Smoller van het Duitse Rode Kruis hoort de verwijten later gelaten
aan. ,,We doen wat we kunnen, maar zulke grote stromen vluchtelingen
hadden we nooit verwacht. Maar de hulp komt nu goed op gang.''
In een tent van het Rode Kruis onderzoekt ze vluchtelingen, stelt een
diagnose en geeft medicijnen. Ze is bang voor het uitbreken van
epidemieen.
In de druilerige regen voor de deur staan 23 mensen. Er staat een stoel
waarop twee oude vrouwen zitten. Als de rij opschuift, staan ze op,
pakken hun stoel, en zetten die een meter verder. Vervolgens trekken ze
het plastic weer over hun hoofd.