U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier IRT-affaire

Nieuws

Rapport

Kamercommissie

Achtergrond

Biografie

Opinie

Begrippen

IRT_weekboek

Justitie ziet zijn opsporingsapparaat ineenzijgen

Door onze redacteuren MARCEL HAENEN en TOM-JAN MEEUS
DEN HAAG, 30 SEPT. ,,Waarom zucht u zo", informeerde commissievoorzitter Van Traa bij de Rotterdamse hoofdofficier van justitie L. de Wit. Het zou niet de enige vraag blijven waarop de magistraat het antwoord schuldig bleef.

Het geheugenverlies dat De Wit tegenover de enquêtecommissie parten speelde is representatief voor de leidinggevende leden van het openbaar ministerie die totnutoe aan het eikehouten tafeltje voor de commissie plaatsnamen.

Eerder had officier van justitie F. de Groot, nota bene auteur van de CID-handleidingen voor het openbaar ministerie waarin de 'front stores' en gecontroleerde doorleveringen tot in detail staan beschreven, ernstige problemen zich ,,concrete trajecten" te herinneren.

En procureur-generaal en portefeuillehouder zware criminaliteit R. Gonsalves meldde dat de wekelijks vergaderende top van het openbaar ministerie voor het uitbreken van de IRT-affaire (najaar 1993) nooit iets had vernomen over het door de politie op de markt brengen van soft- èn harddrugs. Maar De Wit moest deze week na uitgebreid doorvragen van Van Traa bevestigen dat er al in 1992 onder zijn leiding in een commissie van politie en justitie was ingestemd met het verspreiden in het milieu van zelfs hard drugs, als daarmee zware criminele organisaties konden worden ontmanteld.

,,Dat is een heel pragmatische benadering", zei De Wit. De inbeslagname van grote hoeveelheden hard drugs had immers ,,de laatste jaren geen consequenties voor de marktprijs".

In schril contrast met het moeizame optreden van de OM-top staat de presentatie van wat binnen justitie wel de 'zaaksboeren' worden genoemd. Met aanstekelijk enthousiasme en zonder geheugenverlies vertelden officieren van justitie als Koers (Arnhem), Pieters (Den Bosch) en als top of the bill Gonzales (Haarlem) onbeschroomd hoe ze in het mistige gebied van de omstreden opsporingsmethoden hun best doen boeven te vangen. Daarbij proberen ze zich zo min mogelijk te laten belemmeren door allerlei procedurele vergaderingen over richtlijnen, nota's en besteding van middelen. ,,De leiding van het OM moet leiding geven, daar is ze voor aangenomen", zei de Haarlemse officier van justitie I. Gonzales deze week. Maar ,,er zit een gat op het dak van het OM. We hebben behoefte aan meer leiding. Docters van Leeuwen is gekomen, maar het gat zat er al héél lang." Het ontbreekt het opsporingsapparaat bovendien aan adequate middelen om tegen de bijna onaantastbare zware jongens voldoende bewijsmateriaal te verzamelen.

Gonzales somde op wat ze nodig heeft: een kroongetuigeregeling - waarbij boeven in ruil voor strafvermindering belastende verklaringen kunnen afleggen - en een wet die het a fluisteren met richtmicrofoons mogelijk maakt. Als het parlement geen gehoor geeft aan haar wensen, dan moet dit land niet veraasd zijn dat de zware criminaliteit succesvol blijft. ,,Dan heeft de politiek een probleem, niet ik."

Het zuchten klinkt ook steeds luider op het ministerie van justitie. Voor de gemiddelde tv-kijker mag de enquête een saaie vertoning zijn, de leiding van het departement ziet zijn apparaat langzaam maar zeker ineenzijgen. Binnen de enquêtecommissie bestaat steeds meer belangstelling voor de rol die het ministerie heeft gespeeld bij het beoordelen van ongebruikelijke opsporingsacties.

Op 12 september heeft Van Traa achter gesloten deuren de secretaris-generaal Suyver urenlang ondervraagd over departementale wederwaardigheden. De SG keerde met blozend hoofd terug op zijn ministerie. De groeiende spanningen tussen commissie en het departement uitte zich begin deze week indirect toen Justitie drie kwartier voor het verhoor van een infiltratiespecialist aanvullende eisen stelde over het soort lens waarmee de de man zou worden gefilmd.

Een non-issue, waarachter de wanhoop schuilgaat van een ministerie waarvan het falen in al zijn geledingen wordt blootgelegd. De directie Politie gaf geen leiding, de directie Wetgeving mocht geen wetten maken om de opsporing te reguleren en intussen blijkt de minister de laatste maanden de ene na de andere infiltratie-actie te hebben stopgezet. Hoewel ze de Kamer voortdurend voorhield dat de misdaadbestrijding doorgaat. Maar een opsteker is er ook.

In de politieregio Amsterdam-Amstelland verloopt alles volgens de regels. Informanten worden desgewenst keurig ontvangen en aangehoord, verder gebeurt er niets want dat is ontoelaatbare infiltratie. De commissie kan het niet geloven.

Nee, er wordt door de politie zelfs geen informant gevraagd zijn oor te luister te leggen in het Victoria-hotel als vermoed wordt dat daar interessante informatie is te vergaren. Het werd Van Traa een en ander maal verzekerd door de Amsterdamse IRT-chef Woelders. Zelf zou hij het ,,vakmatig" graag anders zien, maar het OM wil het niet.

Deze politieke correctheid leidt in het opsporingsapparaat buiten de hoofdstad tot steeds meer kromme tenen. De messen worden geslepen om de minder fraaie werkelijkheid van het Amsterdamse recherchewerk in kaart te brengen want die informatie kan nog van pas komen. Volgende week krijgt de enquêtecommisie in ieder geval twee mensen op bezoek die zich de dupe voelen van het Amsterdamse beleid: officier van justitie Van Capelle en CID-chef Van der Putten. De parlementaire enquête opsporingsmiddelen begint maandag.

NRC Webpagina's
30 september 1995

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad