Over het Vaticaan meldt Internetworld dat we er via
het net honderden kunstwerken kunnen bekijken _ er zijn alleen al 325
afbeeldingen uit de Sixtijnse kapel. Maar het blad vertelt niet dat de
bezoeker van waar ook ter wereld veel meer Vaticaankunst onder ogen zal
krijgen als hij naar Rome vliegt en daar desnoods nog uren in de rij
staat voor de Vaticaanse musea, dan wanneer hij die musea gedurende
dezelfde tijd op het Internet bezoekt. Het wachten, het wachten tot je
een ons weegt, dat wordt liever verzwegen. Het dranghek voor de
snelweg, daarover reppen de Internetparochiebladen niet. Hoe supersnel
het modem ook is, hoe geavanceerd de computer, de kunstkijker op het
Internet surft, zoeft, raast of vliegt niet, maar strompelt over een pad
waarlangs bovendien zoveel richtingaanwijzers staan, dat hij ook nog
voortdurend het doel uit het oog dreigt te verliezen.
Doordat plaatjes op Internet veel langzamer worden overgebracht dan
teksten, doet het net speciaal bij de kunstliefhebber een beroep op het
uithoudingsvermogen. Wie niet opgeeft en er maar lang genoeg achter
blijft zitten, verandert in een terriër die niet van plan is los te
laten. ("Nee, ik kan nog niet koken, ik wou net naar het Dallas
Museum", zo wordt de naar een maaltijd snakkende huisgenoot toegebeten).
En het kan nog erger. Op een gegeven moment bespeurde ik bij mezelf het
gejaagde en hijgerige gevoel van de verslaafde: ik wil nog hierheen, ik
moet nog daarheen, ik heb het Metropolitan nog niet eens gezien. Het
principe van de fruitautomaat _ meestal win je niks, maar heel soms wel
_ ketent je aan het beeldscherm. Want soms kom je ergens waar het
werkelijk de moeite waard is. In het Louvre, in het prachtige, virtuele
WebMuseum, in de tentoonstelling Honderd Hoogtepunten uit de Koninklijke
Bibliotheek, of, terwijl je op zoek was naar etsen van Rembrandt maar
weer was afgedwaald, in het beeldschone Ukiyoemuseum van houtsnedes in
Japan.
Op mijn boze klachten over het wachten, het dranghek, het moedeloos
stemmende netgescharrel, liet een bevriende Internetfanaat me
geërgerd weten dat het ondankbaar is te zeuren over het net: "Het
Internet is toverachtig en uniek, iedere vorm van zuurheid is
misplaatst. Stel dat er een manier wordt gevonden om de zwaartekracht op
te heffen, zelfs dan zouden er nog mensen zeuren: 'Nou en, dan zweef je
een beetje.' Zo dom stel jij je nu op."
Misschien heeft hij gelijk. Toen ik in het Ukiyoemuseum een prent van
Hiroshige op mijn scherm zag verschijnen, waande ik me werkelijk in
toverland.
(begin tekst)
|
|